R.K. V.V. H.E.C. bestaat 15 jaar. „HUIZE B" DE ECHO VAN HET ZUIDEN TWEEDE BLAD, ECHO'S. Hoofdpijn, Kiespijn. n0S ONS WEEKPRAATJE. Is het soms mijn schuld, dat zulk edel werk niet zoo vorstelijk geho noreerd kan worden als 't gebaren spel van een Rotterdamsche ver keersagent Ik zou niet weten, waarom de dankbaarheid van het publiek juist halt moet houden vóór den persoon des krantenschrijvers. Nu ik de lekkere kachelwarmte op mijn rug voel gloeien, terwijl ik deze regelen schrijf, denk ik aan het toch óók zeer nuttige werk van de zwoegers, die honderden meters onder den grond in een doodsche donkerte met hun houweelen het zwarte goud doen splinteren van versteende wanden en die voor dit harde en gevaarlijke werk heel wat slechter worden betaald dan ver keersagenten en journalisten. Moet de plicht onzer dankbaarheid ons niet naar het Zuiden voeren, om er onze keurig verpakte presentjes in de peillooze diepten der mijnschach ten te laten wegzinken En dienen we onze erkentelijkheid ook niet materieel te gaan uitdragen aan de boeren en tuinders, dieonze voeding produceeren en daarvoor in geld nauwelijks hun kosten terug bekomen Bezien we de zaken ernstig, dan gaan we een verkeerd pad op, wan neer we weer fooien en cadeaux gaan aandragen aan menschen, die geen andere verdienste hebben dan dat ze datgene doen, waarvoor ze betaald worden. Hun plicht dus. Plicht—doen moeten we niet gaan beschouwen als iets buitengewoon verdienstelijks, maar als iets nor maals, waarop degenen, die het werk verschatten tegen de daarvoor geldende betaling recht hebben. Wij moeten niet terug naar den tijd, toen de lantaarnopsteker, de vuilnisman, de postbode en andere lieden met vaste maar slecht geho noreerde «posities» met Nieuwjaar hun beste wenschen langs de deuren liepen aan te bieden, in de hoop op 'n dubbeltje of kwartje fooi, welke het tekort aan verdiensten moest aanvullen. Aan dien onwaardigen toestand is gelukkig een einde ge maakt door betere salarieering, ge volgd door een verbod aan over heidspersoneel om nog langer klap te loopen op de publieke mild dadigheid. Deze laatste slechte gewoonte moet thans niet weer door een achter deurtje worden binnengehaald. Langs verkeersagenten rijden automobilisten zonder zorgen, maar tóópen ook. duizenden menschen met de wanhoop in hun hart. Zij zien met jaloersche blikken op naar den goed gekleeden, wei-verzorgden, behoorlijk betaalden ambtenaar, die met armbewegingen of 'n druk nu en dan op de lichtknop, het verkeer staat te regelen. Hij wordt gehouden voor een rijk bevoorrechte.... Moeten die duizenden het nu óók nog aanzien, dat passeerende auto mobilisten voor dezen ambtenaar stoppen en met vriendelijk-lachende gezichten cadeautjes aan zijn voeten leggen, als offers aan den afgod van een verdwaasden tijd Wanneer we jegens elkaar plichten van dankbaarheid willen vervullen, laten dón allen, die in dezen tijd nog arbeid hebben en brood, de Morgen wordt een tweede voetbal jubileum in onze plaats gevierd. De R.K.V.V. H.E.C. bestaat 15 jaren en zet met deze gelegenheid de feestbloe- men buiten. Op de eerste plaats willen wij de vereeniging, die in deze 15 jaren zich op zoo kranige wijze door dikwijls moeilijke omstandigheden heen heeft weten te handhaven, onze hartelijke gelukwenschen doen toekomen. De vereeniging H.E.C. stelt de laat ste jaren pogingen in het werk om de beoefening der voetbalsport in Katho liek verband in onze plaats en meer speciaal in het centrum te propa- geeren. Men moet respect hebben voor de hardnekkigheid waarmede de club op dezen weg voortgaat en zich niet door decepties laat afhouden van haar doel. Er moge hier een en ander volgen over de lotgevallen, die de club in haar 15-jarig bestaan ten deel vielen. H.E.C. ontstond door het samen smelten van de twee indertijd bestaan de clubs Hercules en Excelsior. Daar er voor deze beide vereenigingen maar weinig perspectief bestond om vorde ringen te maken, werd op 1 Jan. 1921, na veel wikken en wegen tot samen smelting besloten. De nieuwe club speelde in den R.K. Bond en kwam reeds 'aanstonds in de eerste klasse van de afdeeling Tilburg. Het begin was niet slecht, de 2de plaats was het resultaat van een goed gespeelde competitie. Het volgend seizoen 19221923, promoveerde H.E.C. bij keuze naar de 2e klas der R.K. Federatie en werd hetzelfde jaar van deze afdeeling kam pioen. Het gevolg was weer promotie en wel naar de Overgangsklasse, toen tertijd de hoogste klas van de R.K. Federatie. In deze sterke afdeeling werd een seizoen met afwisselend suc ces gespeeld. De vooruitzichten voor H.E.C. in de R.K. Federatie waren toen echter van dien aard, dat zij zich ge dwongen zag den R.K. Voetbalbond vaarwel te zeggen. Slechts noode werd dit besluit genomen, want H.E.C. had die jaren steeds prettige wedstrijden gespeeld en met den moreelen steun van den W.Eerw. Kapelaan Sanders, honderdduizenden ongelukkigen ge denken, die het moreele leed van den lediggang moeten dragen en met hun gezinnen leven op de grens, getrokken door een ethisch mini mum, dat we eens plastisch hoorden vertalen met de woorden: een minimum aan eten. Laten de «uitverkorenen» van onzen lijd op een vastgestelden dag en op een centraal punt hun per soonlijk offer brengen aan deze menschen, opdat God's zon ook weer een oogenblik voor hen moge schijnen. die toen geestelijk adviseur was, een genoeglijke voetbalperiode meege maakt. De indeeling leverde echter een onoverkomelijk bezwaar op. De reizen werden veel te groot en daarbij kwam nog dat de Waalwijksclie sportliefheb bers blijkbaar niet erg sympathiseer den met de R.K. clubs. De recettes ten minste waren dermate dat de finan- tiën danig in het gedrang kwamen. Het gevolg was dat noodgedwongen de R.K.V.B. moest worden verlaten. De pogingen om toen in de 3de klas van den Ned. Voetbalbond te worden ingedeeld, faalden doordat de regle menten van den N.V.B. dit niet toelie ten. Het gevolg was een jaar spelen in den Brabantschen Voetbalbond. In '25 werd ook hiervan het kampioenschap behaald met het volgend elftal: Doel: M. Verhulst. Achter: Jos. Brok, M. v. d. Schans. Midden: A. v. d. Wiel, J. Bergmans, J. de Werd. Voor: Th. v. d. Wiel, G. Kipping, H. Verhoofstad, A. Verhoofstad, K. v. d. Schans. Seizoen 1925-1926 debuteerde H.E.C. alzoo in de 3e klas van den N.V.B. en sloeg ook hier geen slecht figuur. Twee opeenvolgende jaren werd de 3e plaats bezet. Het daaropvolgende seizoen 1927-1928 was voor HEC een waar gloriejaar. Het le elftal was toen ongenaakbaar. In schitterenden stijl behaalden zij toen ongeslagen het kampioenschap. De promotiewedstrij den moesten worden gespeeld tegen Pope uit Venlo. Ook deze wedstrijden werden beide glansrijk gewonnen met het natuurlijk gevolg dat HEC weder om een trede hooger steeg en beland de in de 2e klas van den Kon. Nederl. Voetbalbond. Dit was zeer zeker een buitengewone prestatie, waar de H.E.C.-ers met recht trotsch op waren. Drie jaar heeft H.E.C. in de tweede klasse gespeeld, doch het bleek dat de strijd daar te zwaar was. Voortdurend was het een strijd tegen het beruchte „degradatie-spook" en in 1931, het ju bileumjaar dus, moest H.E.C. haar plaats afstaan aan het Eindhovensche „Picus". Deze tegenslag had begrijpelijker No. 4. Zaterdag 11 Jan. 1936. 59e Jg. Verdwazing Men verwondert zich zoo gemak kelijk niet meer over dwaasheden, die in onze dagen door de meest vooraanstaande persoonlijkheden worden verkondigd. Maar deson danks hebben we toch even ver stomd gestaan toen we de nonsens lazen die een Italiaansch blad aan zijn lezers durfde voorzetten. Hel ging over het roemrijke Italiaansche wapenfeit van het bombardement der Zweedsche Roode Kruis-Ambu. lance. Het blad schreef dat dit bombardement volkomen gerecht vaardigd was omdat de Abessijnen een bestuurder van een neerge schoten vliegtuig hadden gedood. En aan die beschouwing koppelde het blad de verzekering vast dat heel Abessinië, ja, alle »misdadige« Sanctie mogendheden bij elkaar nog niet zooveel waard waren als een haar van een enkelen Italiaanschen soldaat. Men moet niet van eigenwaan gespeend zijn, w.mneer men aldus durft schrijven 1 Welbeschouwd is er dus niets heiliger dan een Italiaansch soldaat, waartegenover wij allen misdadige struikroovers zijn. In het licht van deze uitspraak valt het pas te be grijpt n,. dat de heer Mussolini ge- noegelijk alles aan z'n laars lapt wat er in het buitenland geschiedt. Onverbiddelijk is immers alles wat door Italië geschiedt heilig en goed en alles wat tegen Italië wordt ondernomen misdadig We gelooven gaarne dat het volk van het Apenijnenland, dank zij zijn politieke scholing en de wijze waarop de groote heeren de pers reclame laten maken voor hun doeleinden, daar langzamerhand stellig van overtuigd is geworden. Maar misschien brengt de naaste toekomst wel opheldering van be grippen en zal het volk spoedig ervaren welk een misdaad zijn dictator begaan heeft. De jonge Italianen, die op het oogenblik door den Abessijnschen modder kruipt n weten dat wellicht nu al! En dat nog wel ondanks het feit dat zij in het vaderland bij voorbaat heilig worden verklaard. (Naar het Duits) van Theodor Storm, door 8 Maar aan dit genoeglijke leventje zou spoedig 'n eind komen. In de derde nacht van hun smulpartij, toen meneer Boeleman op de derde verdieping voor altijd z'n ogen ge sloten had, hoorden de muisjes bui ten 'n gestommel op de trappen. Daar Kwamen de grote katten aan gesprongen. Met één slag van hun poot hadden ze de kamerdeur ge opend en begonnen ze de jacht. Toen was het afgelopen met hun heerlijke leventje. Piepend en schreeuwend liepen de vette muisjes rond en radeloos van angst kropen ze tegen de muren op. Het was tevergeefs, de een na de ander werd tot zwijgen gebracht tussen de moor dende klauwen der beide roofdieren. Toen werd het stil in het grote huis, en spoedig was er niets meer CADEAUTJES VOOR VERKEERSAGENTEN. Op enkele plaatsen in het buiten land werd het in de laatste jaren een gewoonte dat automobilisten ter gelegenheid van het Kerstfeest cadeaux gaven aan de verkeers agenten die ze passeerden. De ca deaux worden rond hun voeten neergelegd en groeiden geleidelijk aan tot hooge barricades. Zoo heeft ieder land en heeft ook elke stad z'n eigenaardigen mail gheden. Gelukkig zijn ze meestal van onschuldigen aard en blijkt er op de overige wereld nog genoeg verstand te resteeren om de dwaas heden niet over te nemen. Daarop valt thans echter één uitzondering vast te stellen. In ons land n.l. worden sedert enkele jaren hardnekkige pogingen ondernomen om de gewoonte in te voeren van het openlijk aanbieden van geschenken aan verkeers agenten. Vooraf werd daarvoor de publieke opinie per ingezonden stukken in de krant bewerkt en nu is men tot de practijk overgegaan. In de Rotterdamsche bladen kon men Maandag 1.1. lezen, dat op Oudejaarsdag, des morgens om 10 uur, de verkeersagenten op het kruispunt Coolsingel—Van Olde- barneveldstraat—Laurensstraat het eerste present van den «onbekenden automobilist» zou ontvangen, in de hoop natuurliik, dat honderden anderen het voorbeeld zouden vol gen. We hopen dat het experiment goed zal zijn afgeloopen dat de verkeersopstoppingen geen ongeluk ken zullen hebben veroorzaakt en dat de motor—brigade niet is be hoeven uit te rukken om verkeers agenten, die lichtelijk onder den invloed zijn geraakt van wat men hun aanbood, naar een gemeentelijk rustoord over te brengen. Ik zou met 't stelsel van cadeaux- geven aan menschen, die hun plicht doen (en daarvoor betaald worden) vrede kunnen hebben, als het ook tot andere categorieën van werkenden werd uitgebreid Ik denk daarbij allereerst aan de journalisten, die met hun regelmatig verschijnende artikelen in de krant het algemeen maatschappelijke leven regelen en redden, en middels hun nuttige wenken de menschheid ééns uit de crisis zullen opheffen en binnen leiden in het iand van hun beloften. O zoo Heb ik soms mijn plicht niet prompt vervuld met de wekelijksche verzorging van deze rubriek? Heb ik daarbij niet afwisselend een lach getooverd op een sjachrijnig aan- gelaat of een traan ontweid aan het op een week gemoed corres- pondeerend oog? te horen dan het zachte spinnen van de grote katten, die met uit gestrekte poten voor de kamerdeur van hun meester boven lagen en zich het bloed uit hun snorren likten. Beneden verroestte het slot in de huisdeur, de klopper van de deur werd met 'n laag groenspaan over dekt, en tussen de stenen van de trap, die naar de deur leidde, begon het gras te groeien. Buiten ging het leven echter ver der, alsof er niets gebeurd was. Toen de zomer gekomen was, stond op het kerkhof naast de St. Mag- daléna kerk, boven het graf van den kleinen Cristoffel een bloeiende witte rozenstruik en spoedig lag hieronder ook een kleine grafsteen. Z'n moeder had die rozenstruik daar voor hem geplant; geld voor 'n steen had ze niet gehad. Maar Christoffel had een vriend gehad het was een jonge musicus, de zoon van een uitdrager, die in het huis tegenover hen woonde. Wanneer die binnen achter de piano zat te spelen, kwam Christoffel eerst zach- jes naar het raam geslopen en bleef daar onder staan luisteren; later had deze vriend hem meegenomen naar de Magdalena—kerk. waar hij zich 's middags op het kerkorgel oefende. Hoe dikwijls had daar het arme knaapje gezeten op een tabou- retje aan de voeten van den orga nist, terwijl hij vol aandacht luis terde, z'n hoofdje geleund tegen de orgelbank en ziende naar de zonne stralen, die door de kerkramen naar binnen vielen en over de orgel pijpen speelden. Wanneer de jonge musicus dan het bleke jongetje ver geten was, en helemaal weg was in z'n muziekstuk, nu eens de diepe, zware registers door de gewelven liet bruisen, of dan weer de triLer opentrok en de zachte tonen dooi de ruimte beefden, alsof ze sidder den voor Gods Majesteit, dan ge beurde het meer dan eens, dat de knaap stil voor zich heen begon te snikken en z'n vriend de grootste moeite had, hem weer tot bedaren te brengen. Eens zei hij smekend «Het doet me zeer, Johan, speel niet zo hard De orgelspeler sloot dan ook da delijk weer de grote registers en nam de fluiten- en andere zachte stemmen en zacht en aangrijpend zong het orgel dan het lievelings lied van den knaap»Beveel gerust uw wegen». En zacht begon Christoffel dan met z'n zieke stem mee te zingen. «Ik wil ook spelen leren», zei hij, toen het orgel zweeg, »wil jij het me leren, Johan?» De jonge musicus liet z'n hand op het hoofd van den jongen rusten en terwijl hij over,diens blonde haren streek, antwoordde hij»Zorg maar, dat je eerst goed gezond wordt, Christoffel, dan wil ik het je heel graag leren». Maar Christoffel werd niet gezond. Achter het kleine kistje liep ook de orgelspeler naast de moeder. Johan zag toen voor de eerste keerChris- toüël's moeder; en hij hoorde toen van haar ook die droom van de zilveren beker, die ze driemaal ge droomd had. »Had ik dat geweten», zei Johan, »die bek'.r had ik u wel kunnen geven jaren geleden heeft m'n vader hem van uw broer gekocht, met nog vele andere dingen, en hij heeft mij dat mooie voorwerp eens met Kerstmis cadeau gegeven». De ongelukkige vrouw brak in biltere jammerklachten uit. »Ach», riep ze maar steeds weer uit, »had hij 'm toch maar gehad, dan was hij zeker gezond geworden Zwijgend liep de jonge man enige tijd naast haar voort. »0nze Chris toffel zal de beker toch hebben», zei hij eindelijk. En dat gebeurde. Enkele dagen later had hij de beker aan een ver zamelaar van dergelijke voorwerpen verkocht tegen een flinke prijs; voor dit geld liet hij een grafsteen voor den kleinen Christoffel maken. Een stuk marmer was erin gelegd, waarin het beeld van de beker was uitgebeiteld. Daaronder stonden nog de woorden; Deze zou dienen voor je gezondheid Gedurende vele jaren, of er sneeuw lag op het graf, of dat de Juni—zon de prachtige rozenstruik bescheen, kwam een bleke vrouw naar bet grafje en las vol aandacht de woorden op de steen, waarna ze nog lange lijd in diep gepeins bleef zitten. Totdat 'nzomeraanbrak.dat ze niet meer kwam maar de we reld ging ongestoord verder. Slechts éénmaal, vele jaren later, heeft nog 'n oude man het graf op gezocht hij heeft de kleine steen nog eens bekeken en een witte roos van de oude rozenstruik gebroken Dat is de organist van de St. Mag dalena—kerk geweest, die toen al lang het orgel niet meer bespeelde, maar rustte van z'n arbeid. (Slot volgt). Oplossing raadsel vorige week. Luchtkastelen. Oplossing verborgen jongensnamen. Gijs Jan Otto. Oplossing verborgen plaatsen. Schijndel Opmeer IJ 1st Veen Velp Wijk Otterloo Moergestel Moordrecht. Raadsels. Ik ben een heel onschuldig ding, Zeer kalm en zeer bescheiden, Alleen het wrijven op mijn kop Kan ik volstrekt niet lijden, Als men dat doet Wordt ik verwoed, En ben dan niet meer, om te houen Begin ik dadelijk vuur en vlam te spouwen. 2. Welke zaligheid verlangt niemand. 3. Waarom kan men de wind niet zien. 4 Wie eet ijzer en staal. 5. Het is een plaats in Gelderland, neemt men de eerste en laatste letter weg, dan is hel een grotere plaats in Gelderland. 6. Aan welke kant hebben de scha pen de meeste wol. 7. Waarom wordt een dief in de gevangenis gestopt. Plaatsnaam. Met groote eer en volle pracht werd de ridder kerkwaarts gebracht. pijnen le verdrijven is een Mijnhardt'a Poeder Per stuk 8 ct.doos 45 ct. bij Uw Drogist. JAN DE JONGE.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 5