rrrn
HUIZE B".
DE ECHO VAN HET ZUIDEN.
TWEEDE BLAD.
ECHO'S.
GESCHIEDENIS
DER HERVORMDE KERK
TE BESOIJEN.
Mo. 6. Zaterdag 18 Jan. 1936. 59e Jrg.
Nazi-waan.
Zelfs de heiligheid van den Kerst
nacht schijnt in Duitschland te moe
ten wijken voor de brute machtsvvaan
van het Nazi-dom, dat alles naar zijn
hand zet en daarbij niet schroomt om
zelfs de heiligste waarden die 't Chris
tendom ons bracht, te vertrappen.
Volgens de „Völkische Besbachter",
het leidinggevende en officieele orgaan
der Bruinen, ging het er bij het Kerst
feest der Rijksweer, dat te Zossen ge
vierd werd, als volgt toe
„Onderwijl de officieren en man
schappen om den Kerstboom zaten,
die in kaarslicht straalde, gingen de
deuren open van de kazernezaal. Een
heraut kondigde het hoogtepunt van
het feest aan. Onder vreeselijk ge
donder verscheen een troep engelen
in witte gewaden met lange vleu
gels aan de schouders en stalen hel
men op het hoofd. Ze zaten op mo
torfietsen. In deze costuums reed de
colonne enkele malen rond om den
Kerstboom en hield toen midden
tusschen de feestvierenden stil. Ter
wijl het gedonder van de uitlaatpij
pen langzaam wegstierf, klonk uit
de voorhal een razend machinege
weervuur. Op stalen ketting-ribben
schoof een tank van het leger de zaal
binnen. Tusschen de loopen van de
machinegeweren werd het gelaat
vanhet Kerstmannetje met een
witten baard zichtbaar. Het manne
tje een verkleede officier
kroop uit zijn gepanserd huis om al
le officieren een geschenk te over
handigen. De geschenken bestonden
i» l 15 c.M. lange modellen van tanks
met volle bewapening. Met zacht ge
brom begonnen deze oorlogs-ma-
chientjes op de tafels hun kringen
te trekken. Ondertusschen pakte een
van de staalhelmdragende engelen
het Kerstmannetje op de duo van
zijn motorrijwiel en ontvoerde hem
in den nacht".
Misschien is dit een uiting van het
positieve Christendom, zooals de heer
Hitier en zijn trawanten dat zich den
ken. Positief is de demonstratie ten
minste genoeg, zij laat geen twijfel be
staan omtrent de weergaloos krank
zinnige mentaliteit, die leidende krin
gen van het Bruine volk beheerscht.
Christelijk daarentegen is deze ver
tooning minder, althans in onze oogen
maar hierover veroorlooft men zich
in Duitschland er zijn gedachten op
na te houden.
Dat deze heiligschennis juist tegen
het Kerstfeest, Feest van den Vrede,
moest gebeuren, moest voldoende zijn
om de oogen van een dronken volk te
openen.
Maar neen, men stormt verder!
Waarheen?
1610—1935.
Door
J. van der Hammen Niczn.
XXVI.
Eenige maanden na het overlijden
van Ds. Plassius en kort na de intrede
van den nieuwen predikant Ds. Mat
thias van Woensel vatte de toenmalige
dorpsschoolmeester en koster Baltus
imn Grevenbiegt, die gedurende 4 ja
ren den school- en kerkdienst had
waargenomen, het voornemen op deze
gemeente te verlaten en elders dat
ambt te gaan uitoefenen. Daartoe ver
zocht hij, gedeeltelijk als burgerlijk en
gedeeltelijk als kerkelijk ambtenaar,
een bewijs van geschiktheid en goed
gedrag, zoowel van den kerkeraad
als van den Besoijenschen magistraat;
want zonder kerkelijk bewijs zou hij
nergens anders terecht hebben kun
nen komen. De kerkeraad verleende
hem den 10 Januari 1692 deze attesta
tie: Baltus Grevenbicht, tot ons son-
der eenige opspraeck overgecomen, is
litmaet inde gemeijnte van Jesus
Christus tot Besogen en oock school
meester en voorsanger aldaer. Wat
sijn leven belangt: wy ge tug gen dat
hg geduerende sijn verblijf onder ons
geweest is gesont in geloove en stich-
telijck van wandel. Wat sijn bequaem-
hegt aengaet om school te regeren:
wg houden hem voor eenen, die in dit
stuck seer goct en loffelijck is, immers
sijn schrgven can daer van getuggen.
Tot en inden kerekendienst achten en
bevinden wg hem soo bequaem als
imant, oock is hg ons bekent als die
int krancken besoecken met discretie
en goct, genoegen van ons en vande
gemegnte de krancken, daer toe ver-
soclit wesende, den ganschen tijt, die
hg onder ons gewoont heeft, met
stichtelijcke aenspraccke en gebeden
heeft onderhouden. Besogen den 10
Januari 1692. (Geteekend) M. van
Woensel.
Met bovenstaande attestatie ging
het dorpsbestuur geheel accoord in
deze termen: Wy schout en gerechten
der heerlijckhegt Besogen, gesien en
geëxamineert hebbende de vorenstaen-
de verclaringe van onsen kerckenracd
alhier, ten versoecke van Baltus Gre
venbicht onsen schoolmeester gege
ven, deselve waer bevindende, ver-
clarcn ons ten versoecke vanden voor
schreven Grevenbicht in allen deelen
daer mede te confirmeren. Des toir-
conde geteeckent den 20 Januari 1692;
waren present de schout, Moetjens en
H. van Dongen (schepenen).
Hoewel ik niets wil afdingen op zijne
bekwaamheid in kerkelijke zaken,
kan ik toch niet nalaten mijne lichte
bevreemding er over uit te spreken,
hoe de toenmalige kerkeraad uit des
schoolmeesters schrijven kon conclu-
deeren, dat hij zeer bekwaam was in
het regeeren en besturen der school.
Ik wil mijne verdere critiek dienaan
gaande echter achterwege laten,
slechts even glimlachende om de ken
nis en de kundigheden, die zeventien
de- en achttiende-eeuwsche school
meesters tentoonspreidden!
Tot omstreeks einde Maart 1692
zal van Grevenbiegt wel zijn betrek
king hebben blijven waarnemen, want
zijn opvolger meester Simon Colthoff
kwam hier in dienst den 1 April 1692.
Den 21 April 1692 dus 3 weken na
zijn indiensttreding werd tusschen
het dorpsbestuur, den kerkeraad en
den nieuwen schoolmeester een breed
voerig accoord aangegaan, waarin de
dienstvoorwaarden en de rechten en
plichten van dorp en schoolmeester
duidelijk werden omschreven en vast
gelegd. De inhoud dier overeenkomst
komt schier geheel overeen met die
van 10 November 1688, toen Mr. van
Grevenbiegt werd aangesteld. Daarom
vind ik het onnoodig dat stuk hier in
z'n geheel af te schrijven; ik zal slechts
de voornaamste punten even aanstip
pen en in herinnering brengen:
1. Het accoord werd voor den
duur van één jaar aangegaan. Werd
het drie maanden voor het eindigen
van het dienstjaar door één der par
tijen niet opgezegd, dan bleef het voor
een jaar voortduren.
2. De schoolmeester was tevens
koster, voorlezer, voorzanger, grafma
ker, klokluider, enz.
3. Zijn jaarlijksch tractement be
droeg 153 gulden 3 stuivers, te beta
len 150 gulden door het dorp en 3 gul
den 3 stuivers door de kerk.
4. Hij genoot vrije woning en tuin.
5. Bovendien genoot hij van ieder
Besoijensch schoolkind voor het lee-
ren lezen en schrijven iedere 3 maan
den 5 stuivers en van buitenkinderen
dubbel geld. Het leeren cijferen werd
apart berekend, daarvoor kreeg hij van
ieder kind per kwartaal 12 stuivers.
6. De arme kinderen waren vrij
van schoolgeld.
7. De schooltijden waren van 8 tot
11 en van 1 tot 4. Van vacantie was
geen sprake.
8. De schoolmeester moest aan de
schooljeugd ook leeren de christelijke
gebeden, de catechismus en alle goede
zeden.
9. Hij moest de klok of het horlogie
stellen, de graven maken of laten ma
ken, de dooden overluiden, de publi-
catien des Zondags in de kerk aflezen,
de kerk schoonmaken of vegen en den
kerkendam afschoppen. Voor het ma
ken van een graf ontving hij van de
kerkmeesters 8 stuivers of 4 stuivers
en voor het later toeleggen van een
graf 4 stuivers of 2 stuivers; voor
overluiden 6 stuivers of 3 stuivers,
voor elke af te lezen publicatie 2 stui
vers, en voor het schoonmaken der
kerk vrge besemen, witkalk en wit-
borstels. Met het volste recht mocht
dus een schoolmeester uit vorige
eeuwen een factotum voor kerk en
dorp genoemd worden!
Alvorens nu mijne kerkelijke ge
schiedenis van Besoijen te vervolgen,
moet ik nog even in herinnering bren
gen, dat het schoolmeestersambt met
meester Simon Colthoff ruim 100 ja
ren in één en dezelfde familie bleef:
Simon Colthoff van 1692 tot 1733 en
diens zoon Johan Colthoff van 1734
tot 1793! Hierover echter later meer
bijzonderheden.
99
(Naar het Duits)
van Theodor Storm,
door
(Slot).
Maar we moeten het kindergraf
verlaten, en nog even naar de stad
terug, om een blik te werpen in het
grote erkerhuis van meneer Boele
man. Nog altijd is het huis stil en
gesloten. Terwijl buiten onophou
delijk het leven voortgaat, woekeren
binnen in de gesloten vertrekken de
zwammen tussen de spleten in de
vloer, valt het gips van de plafonds
naar beneden, zodat in eenzame
nachten een onheilspellende echo
door de vertrekken en over de trap
pen jaagt. De kinderen, die toen op
die Kerstavond door de straten lie
pen te zingen, wonen nu als oude
mensen in hun huizen, of... ze zijn
reeds gestorvende mensen, die nu
door de straten gaan, dragen andere
kleren, omdat de mode is gewijzigd
en ze veel ouder zijn geworden
buiten op het kerkhof van de voor
stad is de zwarte marmerpaal bij
het graf „van Vrouw Anken, waar
op geen v naam staat, reeds lang
vermomld. i 9
Daar gebeurde het, dat op een
nacht, zoals zo dikwijls, de volle
maan scheen over het huis aan de
overzijde heen in het erkerraam van
de derde verdieping en met z'n
blauw licht de kleine ronde ruiten
op de vloer tekende. De kamer was
leegalleen op de canapee zat een
kleine gestalte ineen gehurkt. Heel
klein was die gestalte, maar het ge
zicht was oud en behaard en de
magere neus buitengewoon groot
bovendien droeg ze een slaapmuts,
die ver over de oren viel en een
lange slaaprok, die ogenschijnlijk
voor een volwassen man bestemd
was.
Deze gestalte was meneer Boele-
man. De honger had hem niet ge
dood, maar door gebrek aan voed
sel was z'n lichaam verdord en in-
geschrompeld, en zo was hij in de
loop der jaren kleiner en kleiner
geworden. Soms, in nachten, dat de
volle maan scheen, zoals thans, was
hij ontwaakt, en had hij, al was
het dan ook met zwakke krachten,
geprobeerd, z'n beide bewakers te
ontvluchten. Maar altijd waren z'n
pogingen tevergeefs geweest en uit
geput was hij op de canapee neer-
Gedurende Ds. van Woensel's ver
blijf alhier van 1691 tot 1697 ge
schiedde op kerkelijk gebied weinig
belangrijks, en, ondanks den negen
jarigen oorlog, dien wij toen te voeren
hadden met Frankrijk (16881697),
waren ook de gebeurtenissen op
maatschappelijk gebied bijzonder
schaarsch. Alleen moet ik hier ter
loops even vermelden, dat de Besoijen-
sehe kerkmeesters met het innen der
kerketienden, die op het einde der
17-de eeuw door verschillende perso
nen of corporatiën werden aangevoch
ten, toen veel te stellen hadden, maar
tot juist begrip van een en ander ben
ik verplicht aan die tiendkwesties een
paar afzonderlijke artikels te wijden.
Dit dus tot een volgenden keer.
De inkomsten, die de Hervormde
kerk over de jaren 1692 en 1693 had
te boeken, beliepen 285 gulden, 3 stui
vers en 10 penningen, en de uitgaven
331 gulden, 18 stuivers en 15 pennin
gen, zoodat er toen een nadeelig slot
bleef van 46 gulden, 15 stuivers en 5
penningen. Over 1694 en 1695 bedroe
gen die inkomsten 269 gulden, 15
stuivers en 4 penningen, en die uitga
ven 275 gulden, 5 stuivers en 14 pen
ningen, gevende dus een tekort van 5
gulden, 10 stuivers en 10 penningen.
De kerke-inkomsten sproten voort
uita. renten en cijnzen, die de kerk
op huizen en landerijen bezat; h. ver
pachting van landerijen in binnen- en
buitenpolder; c. inkomsten van kerke
tienden; d. begrafenisrechtene. col
lecten in de kerk.
Aan uitgaven werd over 1692 en
1693 o.a. het volgende besteed:
1. Leverantie van een kerkensackje
en een santlooper, en uitkeering aan
de kerke-visitatoren 9 gulden 18 stui
vers 8 penningen.
2. Leverantie van brood voor het
Heilig Avondmaal door de bakkers
Christaen van Cooten en Hendrick
Hugs man 5 gulden 11 stuivers.
3. Leverantie van 32 kannen
Spaanschen wijn voor 't Heilig Avond
maal door Jacob Strijckhoven 32 gul
den.
4. Betaald aan Jan van den Bergh
een somma van 16 gulden en 5 stui
vers ter voldoening van de levering
van een santloopershugsjensarm en
een doopbekkensarm aan den pre
dikstoel.
5. Classisgelden aan den predikant
50 gulden.
6. Leverantie door Jan van der
Punten te Vrijhoeven-Capelle van 9
ellen zwart laken voor een nieuw
baarcleet 23 gulden 8 sthivers.
7. Aan Michiel van Oirschot, met
selaar, Wouter Verhegden, schalidek-
ker, Jan Hugbertsz. van Hegst, schip
per, Brugn Bugl en Gerrit Stockvis,
smeden, Jan Dircksz. van den Hoek,
glazenmaker, Peer den seeldraager en
Jacob'Bc\rshart, timmerman, in t
geheel plm. 120 gulden, voor metsel-,
ijzer-, timmer- en glaswerk aan kerk
en pastorie; voor leverantie van een
clockseel en nagels en lood aan den
toren: 8 gulden 10 stuivers 4 pennin
gen.
8. Het graven van een sloot tus
schen den tuin van de pastorie en de
Hoffsche Steegh door Hendrick van
Dongen 5 gulden 16 stuivers.
Dat in vroegeren tijd uitdrukkin
gen, die thans in beschaafde kringen
niet meer gebruikt worden, heel ge
woon waren, bewijst een post
uit de rekening over 1692 en 1693, die
aldus luidt: Den 15 November 1693
betaelt aen de moeder van Adriaen
Hegmans de somma van 6 gulden we
gens arbegtsloon van 10 dagen bg hem
verdient als opperman int maecken
van 't secreet van den heer van Woen-
sels woningh (pastorie).
De levering van 32 kannen wijn in
1692 en 1693 ten dienste van het Hei
lig Avondmaal, in verband met het
feit, dat Besoijen toen nog geen 60
Hervormde lidmaten telde, is voor mij
een overtuigend bewijs, dat in vroegere
eeuwen, althans hier, door de lidma
ten der gemeente veelvuldiger van het
Heilig Avondmaal werd gebruik ge
maakt dan tegenwoordig. Wat daar
van de reden was, kan ik niet best uit
maken, maar het feit bestaat! Was
het Besoijensche geslacht uit de 17-de
en 18-de eeuw vromer van inborst en
gemoed dan het tegenwoordige? Heb
ben de tegenwoordige lidmaten meer
gemoedsbezwaren dan de vroegere ot
achten zij zich onwaardig het Nacht
maal te gebruiken? Of wel wordt het
verlangen der huidige geslachten om
de Tafel des Heeren te naderen meer
en meer verstikt door de zucht naar
ijdele vermaken, die het geestelijk le
ven op een dwaalspoor brengen? IJdele
vragen
Ik moet hier tevens nog vermelden,
dat de sloot, die in 1693 door Hendrick
van Dongen werd gegraven tusschen
den pastorietuin en de Hoffsche Steeg
(Hollandsche steegje), thans nog be
staat: zij bevindt zich aan de Oost
zijde dier steeg, loopende Zuidwaarts
van de pastorie naar de Lunckc.
Op maatschappelijk terrein valt nog
aan te stippen, dat in 1692 door Waal
wijk en Besoijen voor gemeenschap
pelijke rekening een nieuwe brand
spuit en brandzeilen werden gekocht
bij Dirck van Nedcrveen voor de som
ma van 154 gulden, 4 stuivers en 6
penningen. Die zeilen, nat gemaakt,
moesten dienen om bij brand de da
ken te dekken en zoo verder brandge
vaar te voorkomen. Tegelijkertijd wer
den ook de oude brandemmers dicht
gemaakt en gesmeerd door Gerrit
Moetjens voor 3 gulden 16 stuivers,
en tevens door den dorpssecretaris
Gerrit Verhegden voor een bedrag van
40 gulden de sloot tusschen den tuin
van den schoolmeester en dien van
Ds. van Woensel gedempt. Als aardig
heid moet nog vermeld worden, dat
den 15 Januari 1696 aan Peeter den
seehlrager 1 gulden en 10, stuivers
werden betaald voor de levering van
2 teertonnen om victorie te branden
gehurkt of soms neer gekropen. Dan
overviel hem na enigen tijd weer
'n lichte slaap, terwijl huiten krabbe
en snurre zich voor de deur uit
strekten, hun staarten op de vloer
sloegen en luisterden, of er weer
opnieuw muizen afkwamen op de
schatten van Vrouw Anken, waarop
ze den weer jacht konden maken.
Nu was het ditmaal anders; de
katten waren niet in de kamer en
evenmin buiten op de overloop. Het
door het raam naar binnen vallen
de maanlicht kroop verder over de
vloer en bereikte eindelijk de kleine
gestalte op de canapee. Daar begon
deze zich te bewegen de grote, ronde
ogen openden zich, meneer Boele
man staarde in de lege kamer.
Even later sloeg hij de lange mou
wen van z'n slaaprok met moeite
naar boven en kwam van de cana
pee aflangzaam schreed hij naar
de deur, terwijl de brede sleep van
de slaaprok achter hem aan over
de vloer veegde. Hij moest op z'n
tenen gaan staan, om bij de deur
knop te kunnen komenmaar het
gelukte hem de deur te openen en
verder te lopen tot aan de trapleu
ning. Hier bleef hij even kuchend
staantoen rekte hij de hals en
begon met veel moeite te roepen
»Vrouw Anken! Vrouw Anken 1»
Maar z'n stem klonk als het fluis
teren van een ziek kind. »Vrouw
Anken 1 ik heb honger; luister dan
toch eens naar mei»
Alles bleef stil alleen de muizen
begonnen in de beneden-vertrekken
wat harder te piepen.
Toen werd meneer Boeleman
boos»Heks, ellendige heks, wat
bezielt je dan Hierop volgde nog
een stortvloed van onverstaanbare
scheldwoorden, die fluisterend over
z'n lippen kwamen, tot hem een
hoestbui overviel, die z'n tong ver
lamde.
Buiten liet iemand op de huis
deur de zware koperen klopper
vallen het geluid weerklonk tot in
het topje van het lege huis. Dat is
misschien wel die vrolijke klant
geweest, waarvan in het begin van
dit verhaal sprake is geweest.
Meneer Boeleman had zich weer
van z'n hoestaanva) hersteld. »Doe
dan toch open 1 fluisterde hij, »het
is de jongen, Christoffel; hij wilde
beker halen».
Plotseling werd beneden tussen
het muizengepiep het springen en
grommen van de beide grote katten
hoorbaar. Meneer Boeleman scheen
zich er iets van te herinnerenhet
was de eerste keer, dat hij ontwaakte
en de dieren niet op de bovenste
verdieping warenmaar, wat nog
vreemder was, ze lieten hem on
gemoeid. Vlug, de lange slaap
rok achter zich aanslepende, stapte
hij weer de kanier in.
Beneden in de diepte, hoorde hij
den wachter op straat roepen. »0, een
mens, een mensl» mompelde me
neer Boeleman»de nacht is zo
lang, en ik ben reeds zo dikwijls
ópgewaakt, en nog altijd schijnt de
maan.»
Hij klom op de leunstoel, die in
het erkerraam stond. Gejaagd pro
beerde hij met z'n kleine dorre
handen de haak van het raam te
openenwant beneden op de door
de maan verlichte straat had hij
den wachter zien staan. Maar de
haken waren verroesttevergeefs
spande hij zich in, ze te openen.
Toen zag hij, dat de man, die een
poos naar boven had staan kijken,
in de schaduw van de huizen terug
trad.
Een zwakke kreet.kwam uit z'n
mond sidderend en met gebalde
vuisten sloeg hij tegen de venster
ruiten maar hij had geen kracht
genoeg, ze stuk te slaan. Nu begon
hij te smeken en dan weer beloofde
hij iets. Langzamerhand, terwijl be
neden de man zich steeds verder
verwijderde, werd z'n fluisteren
meer en meer 'n hees gekrijs; hij
zei, dat hij den wachter z'n schat,
ten deelde wilde, wanneer die toch
maar wilde luisteren; hij zou alles
hebben, zelfs wilde hij helemaal
niets behoudeu, behalve de kleine
zilveren beker, want die was het
eigendom van den kleinen Chris
toffel.
Maar de man beneden ging on
gestoord verder, en was weldra in
een zijstraat verdwenen. Geen mens
heeft iets gehoord van al de woor
den, die meneer Boeleman in» die
nacht gesproken heeft.
Zo was dan alle inspanning ten
slotte tevergeefs en ten einde raad
hurkte de kleine gestalte op de
leunstoel ineen, trok de slaapmuts
recht en keek naar boven, denach-
telijke hemel in, waar niets voor
hem te zien was; niets bleef er voor
voor hem over, dan onverstaan
bare woorden voor zich heen te
mompelen.
Zo zit hij er nu nog. Wie zal
zich over hem ontfermen, over
meneer Boeleman, die tijdens z'n
leven op aarde alle mensen buiten
had gesloten?
Oplossingen raadsels vorige week.
1. De lucifer, 2. naar armzalig
heid, 3. omdat hij geen kleur heeft,
4. de roest, 5. Hedel—Ede, 6. aan
de buitenkant, 7. omdat hij er uit
zichzelf niet ingaat.
Oplossing plaatsnaam.
Ridderkerk.
Raadsels.
1. Welke overeenkomst bestaat er
tussen sommige mannen en
vetkaarsen.
2. Hoe kan men vijf van vijf af.
trekken en vijf overhouden.
3. Hoe stiller het staat, hoe harder
het loopt.
4. Welke overeenkomst bestaat er
tussen een bankier en een
trambestuurder.
5. In welke drinkglazen kan men
geen water doen.
JAN DE JONGE.