TWEEDE BLAD.
Gemeenteraad LoonopzartcL
:h
SCHILLETJE.
aan Winterhanden
en Wintervoeten
KLOOSTERBALSEM
ELKEN WINTER LEED NIJ
Na zijn dank te hebben geuit
voor de vele goede wenschen, die
hem bij de jaarwisseling toekwamen,
en wederkeerig zijn wenschen te
hebnen uitgesproken, werpt spreker
een terugblik op het verleden.
Allereerst maakt hij daarbij mei-
ding van het aftreden van wethou
der v. d. Horst.
In het afgeloopen jaar vergaderde
de gemeenteraad 8 maal, terwijl
burgemeester en wethouders 26
maal in vergadering bijeen kwamen.
Er werd o.m. door den raad be
sloten
Tot conversie van geldleeningen,
waardoor het rentetype kon wor
den verlaagd, hetwelk de gemeente
voordeel bezorgde
tot aankoop van een nieuwen
vuilnisauto voor den vuilnisophaal
dienst
tot verkoop van grond aan het
R.K. Kerkbestuur te Loonopzand
en toekenning van een subsidie in
de afrastering van het te verkoopen
terrein
tot beperking van het maximum
aantal verloven en verhooging dei-
gekozen limiet voor het aantal ver
gunningen
tot vaststeling van een partieel
uitbreidingsplan voor Kaatsheuvel
tot herziening der rechtstoestands
verordeningen voor de ambtenaren
en werklieden in gemeentedienst
tot unificatie in den kindertoeslag
van alle in dienst der gemeente
zijnden
tot het voorloopig ongewijzigd
doen voortbestaan der verordening
tot heffing van precariorechten
NI tot subsidieering in de kosten van
stichting en onderhoud eener nieuwe
parochiekerk
tot verlaging van den prijs van
liet gas
tot verlaging in sommige gevallen
jvan de heffing van personeele
belasting grondslag motorrijtuig;
tot onbewoonbaarverklaring van
woningen en bevordering van ver-
<ten
van
nde
iels
N.
iar
)ven
den
2913
betering van slechte woningen
tot verlaging van de heffing van
personeele belasting voor café's
e.d.
tot samenstelling van een nieuwen
gemeenteraad.
Economische toestand.
Het zal voor Uwe vergadering
wel geen verbazing behoeven op te
wekken indien ik ie dezen aanzien
geen juichlied kan doen schallen,
doch een zeer in mineur gesteld
klaaglied moet doen hooren.
indien ik ten vorigen jare te
dezer gelegenheid sprak van een
economischeu toestand, die, „met
inderdaad groot succes dingt naai
de kwalificatie zeer zorgwekkend''
en alatoen de hoop uitsprak, dat
het jaar 1955 daarin toch eenige
verbetering zou mogen brengen,
dan is hieromtrent tbans mede te
deelen, dat bedoelde kwalilicatie is
behaald geworden niet alleen, maar
ook zelts voorbijgestevend.
We zijn reeds aangeland bij het
station «zorgvol», waaruit volgt,
dat de uitgesproken hoop niet in
vervulling is kunnen gaan. Met
voornijzien van een kortstondige
meer gunstige periode voor de
leerlooierijen en algezien van 't niet
onverdienstelijk werken van een
paar schoentabrieken, moet in het
algemeen getuigd worden, dat de
toestand in leer- en schoenindustrie
aller miserabelst is.
Onverschillig waar men het oor
ook te luisteren legt, 't is te dezen
aanzien een aaneenschakeling van
klachten, welke men te hooren
krijgt zoowel van werkgevers als
van werknemers. De meest zwart
gallige verhalen worden opgedischt
en hoe men de aldus opgediende
spijzen ook kruidt, de spijzen zijn
en blijven ongenietbaar en kunnen
schijnbaar door de beste koks niet
eens een weinig smakelijk gemaakt
worden.
En zeer tot mijn spijt is het ook
mij onmogelijk slecnis een vinger
wijzing te geven, welke naar ver
andering van dezen onhoudbaren
toestand zou kunnen leiden.
Of het juist'is, hetzij geheel hetzij
gedeeltelijk, dat het product over
het algemeen te goedkoop is en te
goedkoop moet zijn, wegens steeds
nog verder schrijdende uitbreiding
der productie en het nagenoeg ge
heel en al ontbreken van een slechts
noemenswaardigen export, ik weet
het niet, maar wel weet ik, dat een
prijsverhooging, welke reeus iets
zou kunnen helpen, in nagenoeg
geen enkel huisgezin en zeker nooit
bij een alleenwonend persoon een
verstoring van het evenwicht in het
huishoudelijk budget kan of zal
teweeg brengen.
door
W. V.
Bij de geboorte was Schilletje een
mooi kindje, dik en rond en lief
om te zien. Hij lag in een wiegje
■ien werd door z'n moeder verzorgd,
I die erg verwend was met haar
kleine zoontje, net als andere moe-
ders. Hij lag daar te trappelen met
z'n voetjes en te zwaaien met z'n
handjes, hij krijste en schreeuwde,
J of zoog op z'n duimpje smak-
I smak-wat-lekker is-dat 1 net als alle
I .andere kleine kindertjes doen.
Zo ging er 1 dag voorbij, en nog
'n dag, drie dagen 1 week, 2 we
ken, 3 weken, 1 maand, 2 maanden,
3 maanden, 1 jaar, 2 jaar, 3 jaar.
Ooms en tantes kwamen, om het
te bewonderen, net als alle andere
ooms en tantes doen. Om beurten
namen ze hem op de arm, om te
voelen, hoe zwaar hij wel was. En
allen zeiden»Wat 'n lief kereltje
is.t-ie toch. En wat 'n olijke oogjes
heeft-ie». Maar niemand zei»Wat
groeit-ie flink», of »wat wordt ie
zwaar!» Neen, want hij was in al
die tijd helemaal niet gegroeid en
dus ook niet zwaarder geworden.
Drie jaar was hij geworden en nog
net zo groot, als bij de geboorte.
Je kunt dus wel begrijpen, dat hij
heel klein gebleven was. Zó klein
was hij gebleven, dat z'n moeder,
die heel arm was, hem hemdjes
maakte uit de schillen van grote
aardappels. Daarom noemden ze
hem dan ook schilletje. Maar.... al
was hij klein, heel klein gebleven,
toch had hij 'n goed verstand, En
als hij eens horen kon, wat we hier
van hem vertellen, dan zou je hem
eens zien glunderen of horen
lachen, want hij begrijpt alles. En
als je hem eens tegen komt, ga
hein dan niet uitschelden voor:
»Jij, kleine aap!» want voor je 't
weet, is-t-ie boven op je rug ge
klommen en zit-ie aan allebei je
oren te trekken, en of je nu al
roept: «Moeder, help! help! Schil
letje doet me wat, au! au!» het zal
je heus niet veel helpen en in 'n
En indien onze Landsregeering
in haar bewonderenswaardig zor
gen en eerbied afdwingend zwoe
gen, door eene regeling harerzijds
zou kunnen bereiken, dat die prijs
uerhooging verplichtend werd met
daarnaast een beperking tot door
Hoar, na ingewonnen advies van
ter zake deskundigen, te bepalen
grens welker inachtneming door
sancties des noods kon worden af
gedwongen, dan zou wellicht, ik
geef mijne meening echter graag
voor eene betereies ten goede zijn
te bereiken.
Indien dat zoo is, dan mag ik
die Regeering hier, met inachlne
ming van verschuldig den eerbitd,
verbidden en dat met gepaslen aan
drang, dat Zij daarmede toch niet
langer talme, dat Zij onmiddellijk
ingrijpe en daarmede redde wat nog
te redden valt.
Dit dan zij hieromtrent mijn «cri
de coeur».
Spr. maakt hierbij met genoegen
melding van de benoeming van den
heer C.. Roestenberg in de commis
sie tot voorbereiding, van de instel
ling van een Bedrijfsraad in de
Schoenindustrie.
Ook in den handeldrij venden
middenstand is het alles behalve
goed in orde, ja zelfs niel eens rede
lijk en meestentijds zells zeer slecht.
ik wensch te dezen aanzien te
wijzen op een, jammer genoeg, ook
alhier te onderkennen euvel, n.l.
soms hier en daar gemis aan vol
doende vakkennis en tinancieele
draagkracht.
En dit komt niet alleen voor bij
den handeldrij venden middenstand
maar ook in industrieele kringen,
waarover zoo juist de reden was.
Het is toch geenszins een wet van
Meden en Perzen, dat iemand, die
voordien goed handwerksman, goed
fabrieksarbeider, goed landbouwer
of veefokker, goed kantoorbediende
enz. enz. was, dat die ook goed
zakenman zijn zal, goed fanrikant,
goed winkelier enz. enz.
Maar het wil toch nogal eens vaak
voorkomen, dat men deze meening
wel is toegedaan. Indien dan de
uitkomsten anders zijn en men blijkt
inderdaad een geheel verkeerd in
zicht er op na te hebben gehouden,
dan wordt dat nog wel eens gaarne
geschoven op de tijdsomstandig
heden, welke inderdaad meer dan
treurig zijn, doch in teite aan mis
lukkingen als hier bedoeld toch niet
alleen debet zijn.
Gelukkig komen zulke mislukkin
gen hier niet te veel voor, er zijn
verschillende voorbeelden echter
wei aan te wijzen, zoodat de slechte
gang van zaken ook hier dus in
hoofdzaak is te wijten aan de meer
dan ongelukkige lijdsomstandig
heden.
Het wetsontwerp waarbij vesti-
gingseischen voor middenstandsbe-
drijven worden gesteld, stemt tot
voldoening.
Hoewel het oorspronkelijk de be
doeling geweest schijnt te zijn hierbij,
naast eischen van vakbekwaamheid
en van financieele draagkracht, ook
het behoefte element te doen mee.
spreken, is, naar verluidt, van het
laatste afgezien.
Wellicht zou nu de wetgever dit
terrein dus zal vrijlaten, later door
Uwe vergadering kunnen worden
overwogen of niet paal en perk moet
worden gesteld, dan natuurlijk
plaatselijk en mogelijk wijksgewijze,
aan steeds meer opdoemende win-
keiondernemingen van dezelfde soort
Aldus zou de bestaansmogelijkheid
van de reeds gevestigden misschien
een tikje redelijker kunnen worden
Werkeloosheid en Steun.
Na al het voorgaande, zal het
zeker wel niet verbazen, dat de ten
vorige jaren door mij inzake werk
loosheid en steunverleening zoo
vurig verhoopte verbetering inder
daad is uitgebleven.
Op 1 Januari 1935 waren in de
werkverschaffing geplaatst 29 werk-
loozen, waren er hier 96 steun
trekkers en daarnaast 105 kas
trekkers.
Op 1 Januari 1936 werkten 15
personen in de werkverschaffing, 153
werkloozen trokken van de steun-
regeling, terwijl er daarnaast en
daarboven nog 152 kastrekkers
waren.
Op 1 Januari 1935, had men dus
te doen met 230 personen, op 1 Jan.
1936 met niet minder dan 320.
Voor 1 Juli 1945 was dit cijfer 279.
U zult het met mij eenszijn.dat
hiermede de grens van het finan
cieel vermogen der gemeente, hoe
wel tevoren nog danig uitgezet,
werdt overschreden en ook de werk-
loozenkassen meer dan overbelast
zijn.
Ter juiste beoordeeling hiervan
diene, dat over 1935 in de werk
verschaffing werd uitbetaald aan
loonen, dus zond«.r rentezegels en
andere bijkomende kosten, een be
dragvan bijna f20.200.aan steun
ingevolge de steunregeling der ge
meente bijna f40.200. aan sub.
sidie werkloozenkassen ingevolge 't
werkloosheidsbesluit 1917 'n bedrag
van f8700.— waarbij nog plm.
1 60C.zal komen bij de eind
afrekening, terwijl de werkloozen
kassen uitkeerden ruim f52 300.
Wanneer ik bij deze bedragen, in
totaal f122 900.— nog voeg de aan
het burgerlijk armbestuur, hetwelk
toch ook aanvullend optreedt, uit
betaalde som van f 17.000.— dan
beteekent dit eene uitkeering van
f 140.000.— welke in hoofdzaak naar
werkloozen is uitgegaan.
Ik zal nu zeker wel niet vergeefs
een beroep op alle weikgevers in de
gemeente doen om toch zooveel
maar eenigszins in hun vermogen
ligt te bevorderen dat die striemende
geesel der werkeloosheid in deze
gemeente minder hard zijn slagen
doet neerkomen.
Zij mogen zich het geheele jaar
door blijven herinneren, dat werk
zoekenden uit deze gemeente die zich
elders voor werk aanmelden bij
voortduring ten antwoord kregen,
dat werkloozen der eigen gemeente
moesten voorgaan.
Het is zeker waar, dat plaatselijke
bestrijding der werkeloosheid, welke
werknemers van elders uitsluit niel
afdoende is, doch de werkloosheid
slechts verplaatst, maar, het moet
me van het hart, tusschen dat en
het bij voorkeur tewerkstellen van
niet ingezetenen ligt een gulden
middenweg, die, wanneer hij wordt
bewandeld, de lasten der gemeenten
Dank zij den KL00STERBALSEM
komt hij daar voor goed van af.
Geen goud zoo goed"
ogenblik is-t-ie weer verdwenen.
Maar je zult 'm wel niet tegen
komen, denk ik, want hij woont
niet in de Langstraat. Als je hem
zien wilt, moet je helemaal naar
Italië gaan daar speelt hij krijger
tje met de lammetjes en geitjes van
z'n vader, of daar rijdt hij op de
rug van z'n grote hond, net zo dap
per als Mussolini op z'n paa»d.
Allemaal vinden ze hem even aar
dig. Wanneer hij uit z'n huisje
komt, dat boven op 'n heuvel staat,
en naar beneden komt in het dorp,
dan komen de jongens van alle
kanten te voorschijn, en hollen ze
om Schilletje heen, om maar met
hem te kunnen spelen. Zelfs de
grote mensen zetten de deuren
en ramen wijd open en roepen het
elkaar toe »Daar is Schilletje I»
Je ziet dus wel, dat het wel 'n heel
aardig ventje wezen moet.
En nu ga ik je 'n paar dingen
van Schilletje vertellen.
Eens ging hij met z'n oudere
broertje die was wel groot ge.
worden, net als andere jongens
naar de jaarmarkt in hun dorp.
Op zo'n jaarmarkt is van alles te
zien ossen, ezels, schapen, karren
vol met allerlei moois. Ook kun je
er van alles kopen speelgoed hor
loges, paraplu's, schoenen, messen,
caramels.... je kunt er schijfschieten
en daar is 'n poppekkast. De jongens
uit het dorp van Schilletje waren
er natuurlijk allemaal; die vonden
het heerlijk tussen al die mooie
dingen door te lopen, op fluitjes en
trompetten te blazen, die ze zich
hadden gekocht. Ook Schilletje was
present. Hij stond boven op de
schouders van z'n broertje en kon
zo alles goed zien.
Plotseling hoorden ze in de verte
op de markt een gejuich van be
niet onbeduidend kan en zal ver
lichten.
Ik kan niet inzien, dat het in
dienst nemen van zoo talloos veel
niet.ingezetenen om de vakbekwaam
heid of om de bedrijfszekerheid
noodzakelijk is.
Bouw- en Hinder wets,
vergunningen.
In het afgeloopen jaar werden
veileend 86 bouw- en 11 hinderwet
vergunningen.
Van deze bouwvergunningen waren
er 31 voor nieuwbouw en 55 voor
verbouw. Under die van den nieuw
bouw was één vergunning voor den
bouw van een nieuw Gasthuis en
een voor den bouw eener nieuwe
R.K. Kerk.
in totaal kwamen 47 nieuwe
woningen tot stand.
Het spijt mij ten zeerste, dat in
Uwe vergadering niet meer strenge
eischen worden gesteld voor een
«behoorlijke woning», vooral nu
door een overvloed van zeker betere
woningen, welke thans nog leeg
staan, werkelijk heel wat ten goede
gedaan kon worden aan de ver
zorging van de veroetenng der
volkshuisvesting, een terrein, dat
alhier niet steeds intensief bewerkt
geworden is.
Um redenen vooral van moreelen
aard maar ook om die van mate-
rieelen aard, wijl werkverruiming
daardoor in de hand gewerkt wordt,
zou ik eenige verandering hierin
ten zeerste willen en durven aan
bevelen.
Gasbedrijf.
In de afname van gas is een da
lende lijn te bespeuren.
Het spreekt vanzelf, dat de ver
mindering van prijs te kort heeft
gewerkt om reeds nu een conclussie
te kunnen trekken nopens de daar
uit voortgevloeid zijnde gevolgen.
Vast staat echter, dat de gasalname
van 597.215 M3 in 1934 terugliep tot
541.585 M3 in 1935 ofwel met
55.63U M3, gelijkstaande met 9.3°/0.
lang.
»Wat is dat?» vroeg Schilletje
aan z'n broertje.
»Dat kun jij daar boven beter
zien als ik», was het antwoord.
En Schilletje had 't al gezien.
Daar stond een man met 'n hele
hoop opgeblazen luchtballonnetjes
met touwtjes vastgebonden aan een
stok
»Gauwloop!» zei Schilletje en
trok z'n broertje aan de oren, zoals
een koetsier aan de leidsels van z'n
paard. In 'n og iiblik was deze er
heen gehold. Daar stonden ze nu
net als de andere jongens met de
neus in de lucht, de prachtige ge
kleurde balonnen te bewonderen
»\Vat kosten die?» vroeg een van
de jongens. De koopman antwoord
de »De kleinste 10, de middelste
15 en de grootste 'n kwartje.
»En die hele grote dan vroeg
het broertje van Schilletje. Er was
één ballon bij, die wel driemaal zo
groot was dan de andere en 'n heel
eind boven alle ballons uitstak.
»Die grote? Die verkoop ik niet
»Ach, wat jammer», zeiden de
jongens.
»Nou wil je hem beslist hebben
vroeg de koopman weer. wVoor 2
kwartjes dan.»
wOhWat duur!» oordeelden de
jongens.
De koopman, die wel had ge
dacht, dat niemand van de jongens
zoveel geld had,zei zie je dat dan niet,
dat ie haast net zo groot is dan alle
andere met elkaar?»
Schilletje had totnutoe nog niets
gezegd. Eindelijk deed hij ook z'n
mond open en hij zei alleen maar:
»Wat 'n móóie!»
Aile jongens moesten er om
lachen, en de koopman ook, want
die kende Schilletje ook wel.
»Jongens», zei één van hen toen,»
ik weet wat we doen. Laten we die
ballon met ons allen kopen en dan
aan Schilletje geven.»
»Ja, jaw, brulden allen in koor,
laten we dat doen.» Het duurde
maar eventjes, of één van de
vriendjes had z'n pet al afgenomen,
gooide er eerst zelf 'n paar cent in
en ging daarna de hele schaar jon
gens langs. En zo waren heel gauw
de 50 ct. bij elkaar.
De jongens zagen vol spanning
toe, hoe de man het touwtje los
maakte en de ballon aan Schilletje
gaf. Met 'n blij gezichtje greep
Schilletje de ballon met bei z'n
handjes beet, maar, o, ontzettend....
waar niemand aan gedacht had,
gebeurde. De ballon trok Schilletje,
bet kleine Schilletje, als 'n veertje
de lucht 'n. Al de mensen op de
markt zagen hem al hoger en hoger
stijgen, ze schreeuwden zo hard ze
konden, ze renden in wanhoop door
elkaar, maar dat hielp natuurlijk
alles niemendal. De ballon is doof
voor hulpgeroep van mensen. «La
ten we hem grijpen, laten we hem
achterna lopen, om te zien waar.ie
neerkomt.» »0, als hij zich toch
maar vast kan houden, anders».
Wordt vervolgd.
Oplossing raadsels vorige week.
1. Beide roken als ze uitgaan.
2. Als men z'n handschoen uittrekt.
3. De zandloper.
4. Ze moeten beide op de wissels
letten.
5. In volle glazen.
Uierennamen.
Het kan toch aan hem niet liggen.
Ik heb er nog wel een paar die
ik weg wil doen.
Wien de schoen past, trekke
hem aan.
Toch gaan we zelden daarheen.
Ik had in mijn haast m'n over
jas nog vergeten
6. Hij was weldra tot inkeer gekomen
No. 8. Zaterdag 25 Jan. '36. 59e Jrg.
De Echo van het Zuiden.
Nieuwjaarsrede van den
Voorzitter. De be
grooting vastgesteld.
De heer v. d. Heuvel
aan het woord.
De raad der gemeente Loon-op-Zand
vergaderde Woensdagavond ten raad-
huize onder voorzitterschap van Bur
gemeester J. A. Fr. Mallens.
Secretaris de heer M. A. v. d. Wee.
Aanwezig alle leden.
Nieuwjaarsrede.
Na opening der vergadering houdt
de Voorzitter een Nieuwjaarsrede,
waaraan wij het volgende ontleenen:
Door mijn beroep moest ik den ge-
geheelen dag op straat loopen en daar
door gingen de- plekken altijd open en
begonnen te zweren. Van alles pro
beerde ik, maar baat vond ik niet, tot
dat ik met Kloosterbalsem begon. El-
ken ochtend en avond deed ik die op
de plekken. Ze genazen binnen een
week prachtig en voor goed. Nu smeer
ik als 't koud wordt van te voren mijn
handen en voeten eiken ochtend met
Kloosterbalsem in en heb sedert dien
geen last meer van winterhanden en
-voeten gehad." w .s_Gr.
AKKER'S ORIGINEEL TER INZAGE
Onovertroffen bij brand-en snij wonden
Ook ongeëvenaard als wrijfmiddel bf}
Rheumatiek, spit en piji.lijke spieren
Schrocfdoos 35 ct. Potten: 62'/2 ct. en f 1.04