.S
f®T5T?Y"^r^
DE GLADDEKKERS"
len
ECHO VAN HET ZUIDEN.
CONGREGATIE DER DOCHTERS VAN 0. L. VROUW VAN
HET H. HART.
TWEEDE BLAD.
ECHO'S.
01!
w
^0 26.
26. Zaterdag 28 Mrt. '36. 59e Jrg.
Augustwaar zijn je harent
flu hebben ze me toch waar-
*.htig onzen goeden vader Vondel
jn zijn haren beroofd I Niet. in
kerkelijkheid, maar op een foto
1 et als onderschrift: »zooals U
elT1 niet zoudt willen kennen«.
|Q daarnaast staat een plaatje,
arop men het hoofd van den
fKtllicbter wederom met haartooi
Omkranst heeft: zooals U hem
ent«. De advertentie, welke met
kljergelijke smakeloosheid ongetwij-
de aandacht trekt, propageert
et gebruik van een bepaald haar
Loeimiddel.
De tekst van bedoelde reclame
,raagt zich af, of de dichter wel
0o beroemd zou zijn geworden,
,1s bij kaalhoofdig was geweest,
j. Nu, ben daar maar zeker van I
üllll! >iet de raadspensionaris Johan
|e Wit doet men hetzelfde spelletje
-«vSn vraagt dan triomphanlelijk »Is
jaargroei niet een kostelijk bezit
j;n wij hooren al de lezers van de
^ranten, waarin de advertentie werd
Slpgenomen, in koor roepen: »Ja I
nderdaad
f Ël Johan de Wit was een felle tegen-
itander van de Oranje's. Zat in dat
;r düiisschien ook in zijn golvend haar
athc Het zou vermakelijk zijn, als men
-ijgejjij een eventueel volgende adver
S149ientie een historische figuur uit
jen pruikentijd koos
unii Maar tot nu toe heeft men zich
[laarvoor wel gewacht.
«August, waar zijn je haren
ia\ iedere lezer wel verzuchten,
H.flls hij He zielige, van hun haren
beroofde, figuren in de krant ziet
^yifgebeeld.
I Maar, dat is reclame psychologie,
"begrijpt U wel. Het trekt de aan-
^»lacht en daartoe moet men de
meest origineele middelen te baat
S nemen.
Wij wachten nu op een plaatje
van den robusten kop van Samson,
tien heldhaftigen rechter uit de
I Bijbelsche geschiedenis, die over
j bovenmenschelijke kracht beschikte,
'waarvan het geheim in zijn lange
haren zat. e
Toen de man sliep, knipte de
elistige Dalila zijn haartooi af en
-Ofrdaarmede werd de spierkracht van
ireiSamson ondermijnd Maar het haar
groeide weer en Samson omarmde
de zuilen van het gebouw, waarin
%ij gevangen werd gehouden. Het
j paleis wankelde en was met een
,nr slag een ruïne.
Het verband tusschen Samson en
iHde reclame voor een haargroei-
middeltje zou men dan beter kun-
nen begrijpen.
ZILVEREN BESTAANSFEEST
VAN DE WAALWIJKSCHE
STICHTING.
Een greep uit de geschiedenis.
A.s. Maandag herdenken de Eerw.
Zusters van de Congregatie der Doch
ters van O. L. Vrouw van het H. Hart
in de St. Antonius-parochie, den dag,
waarop zij voor 25 jaren haar zegen
rijk werk aanvingen.
Het is ons aangenaam bij deze ge
legenheid iets van de geschiedenis van
deze Congregatie en speciaal van haar
stichting te Waalwijk te kunnen me-
dedeelen:
Reeds had de Hoogeerw. Pater Ju
les Chevalier de Congregatie der Mis
sionarissen van het H. Hart van Jezus
in het leven geroepen onder den titel
van O. L. Vrouw van het H. Hart, toen
hij in 1874 poging deed tot het stich
ten van de Congregatie der Dochters
van O. L. Vrouw van het H. Hart. Na
acht jaren kwam Madame Hartzer, een
weduwe uit den Elsac, de kwijnende
congregatie sterken, eerst door haar
voorbeeld als Soeur Marie Louise en
later door haar leiding als Moeder-
Overste van de Congregatie te Issou-
dun in midden Frankrijk. Zij ontwierp
de constituties: de verheerlijking van
het H. Hart door en met O. L. Vrouw
van het H. Hart; eerherstel en aposto
laat: naar best vermogen arbeiden aan
het heil van den evennaaste.
Een beschouwend en weldadig
kloosterleven!
In 1884 vertrokken vijf eerw. zusters
naar Oceanie om de Missionarissen van
de mannelijke congregatie te helpen in
hun zwaren arbeid. Van dien tijd af
hebben de Zusters zich over Australië
en Nieuw-Guinea verbreid. Er meldden
zich hoe langer hoe meer postulanten
aan. Naast Issoudun werd te Sidney
in Australië een moederhuis geopend.
In April 1889 werden de constituties
der congregatie goedgekeurd.
De eerste Nederlandsche zuster,
Soeur Marie Joseph (Mej. Sophie
Schaap uit Amsterdam) vertrok in 1893
naar Australië en opende zoo de lange
reeks van Nederlandsche Missie-zus
ters, die lid van de congregatie wer
den.
Intusschen ontwikkelde de congre
gatie zich zeer snel in Australië. On
derwijs, ziekenverpleging en catechis
musonderricht stond op haar program
ma.
Begin dezer eeuw moest de congre
gatie een toevluchtsoord in België zoe
ken, daar het Moederhuis in Frankrijk
door de regeering werd bedreigd.
De tweede overste Mère Eugenie
Girardin bracht een afdeeling der con
gregatie in 1908 naar Zwitserland.
De eerste stichting in Ne
derland te Waalwijk.
Na vele beraadslagingen vestigden
de Dochters van O. L. Vrouw van het
H. Hart zich op 30 Maart 1911 te
Waalwijlk.
De Zusters begonnen met een be
waarschool en met de wijkverpleging.
Thans heeft Waalwijk een school voor
L. O., een naaischool en een bewaar
school. Er zijn nu reeds 15 Zusters.
(Hierover tot slot meer).
De oorlog van 1914 bracht de Con
gregatie in groote moeilijkheden. De
derde Algemeene Overste, Mère Ger
trude, nam vanuit Frankrijk haar in
trek in het inmiddels gebouwde en op
21 Juni 1915 geopende noviciaatshuis
te Tilburg aan den Bredaschen weg.
Gedurende bijna 4 jaren verbleef Mère
Gertrude te Tilburg en vertrok toen
wederom naar Issoudun.
De Eerw. Zusters in België hebben
veel van den oorlog te lijden gehad.
Onderwijl verpleegden de Nederland
sche zusters de Belgische vluchtelin
gen te Teteringen, Ulvenhout en
Waalwijk.
In Januari 1919 werd het derde huis
te Ovcrdinkel in Overijssel geopend.
Brazilië werd in 1920 bezocht. Ook
daar is veel en vruchtbaar werk door
lof tot het openen van een derde kloos
ter der Congregatie te Tilburg, waar
dit aan den Bredaschen weg is ge
bouwd en bestemd is voor kost-dames
en -heeren uit den meer gegoeden
stand.
In den loop der jaren werden nog
huizen geopend op tal van plaatsen in
België, voorts in Italië en Ierland, ter
wijl ook het missiegebied werd uitge
breid.
Momenteel telt de Nederlandsche
Provincie 260 leden, waarvan er 67
werkzaam zijn in onze Oost en in an
dere Missiën.
De kroon op het werk.
In 1912 stichtte Mgr. Couppé. Apos
tolisch Vicaris van Rabaulde, de Con
gregatie der Inlandsche Zusters. Op
verschillende plaatsen bewijzen deze 52
Dochters van O. L. Vrouw van het H.
Hart uitstekende diensten.
Vele congregaties van zwarte zus
ters volgden.
Op den 4en April 1928 werd de
Congregatie Pauselijk goedgekeurd,
waardoor de kroon op het werk van
Pater Chevalier en Moeder Hartzer
werd gezet.
De vijftigste verjaardag van de
stichting werd op den 25en Maart 1932
luisterrijk gevierd. De eerw. zusters
van Rome werden door den Paus in
audiëntie ontvangen.
Het Klooster der Eerw. Zus ters aan de Eerste Zeine.
de congregatie verricht.
In 1925 werden de Europeesche hui
zen verdeeld in drie provincies: de
Fransche, Belgische en Nederlandsche.
Moeder Stephanie werd benoemd tot
Provinciale Overste in ons land, waar
zij achtereenvolgens te Waalwijk en
Tilburg werkzaam is geweest. Thans
verblijft zij te Klazienaveen (D.).
Op 26 December 1924 werd te Til
burg, in de wijk Broekhoven, een twee
de huis geopend, in 1926 te Riel, in
1927 te Overloon, in 1928 te Hooglan
derveen (U.) en Klazienaveen, in 1930
te Dongen, Hapert en Tivoli (Eindho
ven), terwijl het 12e huis te Giesbeek
werd gevestigd.
10 December 1933 gaf Z. H. Exc.
de Bisschop van 's-Hertogenbosch ver-
door
JAN DE JONGE.
8)
Het duurde niet lang, of de akker
begon groen te worden, wat een
zeer mooi gezicht was. De tere
groene kruidjes schoten uit de aarde
omhoog en keken brutaal om zich
heen. De Gladdekkers hadden er
ontzettend veel plezier van en
dachten dat ditmaal wel gelukken
zou, wat ze hadden ondernomen.
I Elke dag gingen ze naar de akker,
om te zien hoe het zout groeide;
I ze zeiden zelfs tegen elkaar, dat ze
het zout konden horen groeien,
zoals sommige mensen dat van het
gras zeggen. Hoe meer het groeide,
hoe meer bij hen ook de hoop
groeide en daar was niemand onder
hen, die in gedachten al niet een
gans schepel zout gegeten had.
Daarom kregen de wachters bevel,
dat ze goed opletten moesten, of er
soms een koe, een paard, een schaap
of een geit op de zoutakker ver
dwaald raakte; deze dieren moesten
ze zonder dralen en met elk middel,
dat ze daartoe gebruiken konden,
wegjagen. Maardaar stoor
den zich de domme dieren geens-
Geschiedenis van de
stichting te Waalwijk.
Zooals reeds gezegd arriveerden de
eerste zusters der Congregatie van O.
L. Vrouw van het H. Hart op 30 Maart
1911 te Waalwijk. De Zeereerw. Moe
der Eugenie, Generale Overste, verge
zeld van Zuster Stephanie, Zuster
Charles en Zuster Agatha (deze laatste
is thans de 4e Alg. Overste der Con
gregatie), werden hier ter plaatse har
telijk ontvangen.
Mevr. Timmermans-van Turenhout,
de onvergetelijke hoofdzelatrice, wacht
te de Zusters af aan het station met
een open rijtuig, dat omstuwd was van
de heele jeugd die voor die gelegen
heid vrij van school had gekregen. Op
het kerkplein trokken de Zusters met
den ZeerEerw. Heer Pastoor Kuipers
en zijn misdienaren onder plechtig
klokkengelui naar de kerk der St. An-
thoniusparochie, om Gods zegen over
de nieuwe stichting af te smeeken.
Daarna ging het weer per rijtuig de
heele parochie door, aan alle huizen
wapperde de vlag. De receptie, die
daarop volgde in de pastorie, werd
druk bezocht, ook de Edelachtb. heer
Burgemeester kwam de Zusters wel
kom heeten in de gemeente. Na het
diner, waaraan al de Eerwaarde Hee
ren geestelijken en kerkmeesters deel
namen, gingen de zusters voor het
laatst in het rijtuig om naar hun kleine
woning gebracht te worden, welke
keurig was versierd.
Al dadelijk konden de zusters den
eersten gewonde verplegen: Frans v.
Oosterhout namelijk, die door een
kleine ontploffing aan gelaat en arm
werd verwond.
Het begin was zeer klein en zeer
arm, de inkomsten luttel, maar dank
zij de vele weldoeners die de zusters
hadden, leden zij toch nimmer gebrek.
Talrijk waren de personen, zoowel van
uit de Anthoniusparochie als van
groot Waalwijk, die haar in die eer
ste tijden met hunne weldaden bleven
helpen.
10 April ging de ZeerEerw. Moeder
Generaal met Zuster Stephanie naar
's-Bosch, om een bezoek te brengen bij
Z. H. Exc. Mgr. van de Ven. die haar
zeer hartelijk, met vaderlijke goedheid
te woord stond. Begin Mei trok de fa
milie Swinkels uit het huis dat voor
bewaarschool en bidkamer bestemd
was en onmiddellijk begonnen de werk
zaamheden, zoodat men 29 Mei de
school reeds kon beginnen met 37 kin
deren, maar dit getal steeg heel spoe
dig.
Niettegenstaande de armoede waren
de zusters zeer gelukkig en vroolijk;
langzamerhand veranderden natuurlijk
ook de omstandigheden en werd het
huis, zoo niet rijk, dan toch voldoende
gemeubileerd.
Op 22 Juni besloot het Gemeentebe
stuur een subsidie aan de bewaarschool
te geven van 150 gulden voor het Frö
belonderwijs.
De plechtige opening van de be
waarschool had op 5 Juli plaats in te
genwoordigheid van de schoolcom
missie en de heeren Wethouders. De
Edelachtb. heer Burgemeester was ver
hinderd.
Het fabriekje van den heer G. de
Graaff werd tot patronaat ingericht
en op 1 October geopend: de meubi
leering was een schenking van een der
vorige heeren Pastoors van Groot
Waalwijk, die rustend Priester was en
veel belang stelde in de ontwikkeling
der nog jonge parochie.
Verschillende omstandigheden nood
zaakten er toe het patronaat te sluiten
tijdens den oorlog.
In 1914 verpleegden de zusters de
zieken in onze parochie gratis, maar
weldra verzocht de Edelachtb. heer
Burgemeester haar ook de armen in
Groot Waalwijk te verplegen. Voor
iedere verpleging ontvingen de zusters
de som van 15 ets. Ook werd toen
reeds door het Gemeentebestuur hon-
zins aanze kwamen op de goed
bt bouwde en pracutig bezaaide
zoutakker en vraten niet alleen het
uitgestrooide zoutzaad, maar ook
dat wat reeds was opgeschoten en
nog doorgroeien moest. De wachter,
die dit zag, wist wel wat voor bevel
hem was gegeven. Maar hij kon
zijn gedachten niet bij elkaar hou
den, want hij was een Gladdekker,
lnplaats van het vee weg te drijven,
rende hij naar de stad en meldde
het ongeluk aan den burgemeester
en de «vroede vaderen». Deze wijze
mannen zagen weldra in, dat een
vogelroer voor den wachter niet
voldoende was, om daarmee de
viervoetige dieren van de akker te
houden. Ze staken de hoofden bij
elkaar en na lange beraadslagingen
namen ze het volgende besluitvier
van hen zouden een draagbaar van
ineen gevlochten takken maken en
daarop den wachter over de akker
rond dragenhij zou een lange
»gard» in zijn hand houden en op
deze wijze zouden ze het loslopende
vee van de akker verdiijven. Dit
gebeurdede wachter deed zijn
rondgang boven op de draagbaar,
gedragen door de vier raadsheren.
Deze wisten met hun brede voeten
wel zo voorzichtig rond te stappen,
dat ze niet al te veel beschadigden
op de kostbare akker.
Wanneer er nu een van de Glad
dekkers, al was hij nog zo eerlijk,
over de groene akker liep, dan kon
hij het toch niet laten, een paar van
die edele zoutkruiden uit de grond
te trekken en ze, heel voorzichtig
proevend, naar de mond te brengen.
O, dan brandden hem de brandnetels
op de tong, dat hij het wel uit
schreeuwen kon van de pijn I Maar
juist daardoor werd hij buitenge
woon vrolijk gestemd. Hij rende
dan, alsof hij een echte dwaas was,
van pijn op zijn tong en van blijd
schap, heen en weer en riep met
luide stem
„Het is toch zo lekker 1 O, zo
lekker 1"
Daarna liep hij zo vlug zijn benen
hem dragen konden, alsof hij bang
was; dat iemand hem zijn lekkere
hapje zou ontroven, naar het dorpje
Gladda. Daar vloog hij naar de
grote klok, om alle Gladdekers bij
elkaar te roepen, om het heuglijke
nieuws te horen. Wanneer ze dan
van alle kanten samengestroomd
waren, deelde hij hen, terwijl hij
nog beefde van vreugde, mee;
»Mensen, wees blij en vol goede
moed. Het kruid is wel heel scherp,
dat het me op de tong gebeten
heeft. Maar dat is immers een be
wijs, dat het een heel goed zout zal
worden.»
Het gevolg was, dat al de Glad.
dekkers samen naar de akker gingen,
de burgemeester voorop. Deze trok
er een plantje ui', stak zijn tong uit
enproefde. En allen deden het
hem na, en allen vonden, dat het
waar was, wat de boodscnapper hen
had meegedeeld. Ze waren oprecht
verheugd, en ieder zag zich in ge
dachten al als een machtige zout-
koning.
Eindelijk was de tijd van de oogst
aangebroken. Daar kwamen de
Gladdekkers aanzetten; allen met
paard en wagen en met sikkels, om
het zout te maaien en mee naar
huis te nemen, Sommigen hadden
zich zelfs van dorsvlegets voorzien,
om het dadelijk ter plaatse te dorsen.
Toen ze echter hun handen uit
strekten, om het volgroeide zout af
te maaien, daar was het zo
hard en heet, dat allen zich de
handen eraan verbranden. Hier
hadden ze ook wel even aan gedacht,
daar ze wel op de hoogte waren
van de kracht van het zoutkruid
maar niemand had het gewaagd,
handschoenen aan te trekken, omdat
het midden in de zomer was en
ze toch bang waren, bespot te zullen
worden. Enkelen stelden voor, het
af te maaien net als bet gras
anderen vonden, men moest het
neerschieten met pijl en boog, net
als een dolle hond, omdat het zo
heet was. Dat leek allen het beste.
Maar nu was er nog weer een moei
lijkheid ze hadden geen enkel
goede schutter onder zich en een
vreemde er bij halen durfden ze ook
niet, uit vrees, dat dan hun kunst,
om zelf zout te verbouwen, zou
worden verraden. Kort en goed,
de Gladdekkers moesten het edele
zoulkruid op het veld laten staan,
totdat ze er iets anders op hadden
gevonden.
Hadden ze tevoren maar weinig
zout gehad, zo hadden ze nu nog
minder: vat ze niet in hun huis
houding hadden verbruikt, dat had
den ze op de akker uitgezaaid.
Daardoor kregen ze groot gebrek
aan zout, vooral aan zout der
w ij s h e i d, dat was bij de Glad
dekkers al heel, heel schaars ge
worden 1
Jullie weten allemaal,dat vroeger
de Gladdekkers om hun wijsheid
wijd en zijd beroemd waren geweest,
in alle landen, zodat een ieder daar
van wist te vertellen. Maar dit was
al heel lang geleden.
(Wordt vervolgd.)
Oplosssingen raadsels vorige week.
1. Een pot op drie pooten.
2. De trommel.
3. De brandslang.
4. In den mond natuurlijk.
5. Paardenhaar.
6. Die men zelf drinkt.
7. Luistervinken.
8. Een raadsel.
9. Het bord.
10. Boterham. Boter ham.
Raadsels.
1. Welk dier hindert het niet al
is het drie poten kwijt.
2. Welke zijn de langste dagen van
de week.
3. Er zit een mannetje op 't dak
Het rookt een pijp maar geen
[tabak
Zijn huid is rood, zwart is zijn
[mond
Het is meestal vierkant ook wel
Jeens rond.
4. Ik besta uit twee delen en ben
een vogel, mijn eerste deel is
een nuttig dier, en mijn tweede
is een lekkernij.
5. Ik ben een woord van zeven
letters, neem er acht af, dan
blijven er nog drie over.
6. Ik ben een frishe zure bron
Gevat in een goudgele ton
Ik word in het Zuiden gevonden
En naar alle oorden verzonden.
7. Welk dier is het meest wan
trouwend.
8. Mijn eerste is een jongensnaam
mijn tweede verkoopt de slager,
mijn geheel is een grappen
maker.
Anecdote.
Prinselijke opvoeding.
LeeraarKan Uwe Hoogheid mij
dit water op de kaart noemen.
Zijne Hoogheid zwijgt.
Leeraar: Uitstekend Hoogheid, het
is de Stille Oceaan.