Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. f PINKSTEREN BET BROOSTE RECHT joflio -iiaimir FEUILLETON Dit nummer bestaat uit DRIE Bladen. EERSTE BLAD. R 44. ZATERDAG 30 MEI 1936. 59c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Boven alles domineert het machtige goddelijke Verlossingswerk, waarbij Christus zich zoende voor der inensch- heid zondeschuld en waardoor ons de genade van het eeuwig leven werd Verschonken. De groote kerkelijke feesten hebhen dan ook alle op dat Verlossingswerk betrekking. Met Kerstmis herdenken we de geboorte van den Verlosser, op Goeden Vrij dag Diens dood, met Paschen de Ver rijzenis, daarna vieren we 's-Heeren Hemelvaart. Dat laatste feest sluit eigenlijk de herdenking van hel ver toeven van Jezus op deze aarde af, maar nochtans als laatste schakel in de keten van belangrijke feestdagen hebben wij Pinksteren. En niet ten onrechte. De nederda- ling van den H. Geest over de aposte len, welke we op Pinkesteren her denken, vormde de noodzakelijke be kroning van het Verlossingswerk. Immers, wanneer Christus na Zijn Hemelvaart de menschelijke hulpe loosheid zou hebben achtergelaten, wat zuode dan voor haar de feitelijke winst van de Verlossing zijn geweest? De apostelen gelóófden, zoolang Christus bij hen was en hen door Zijne teekenen bezielde, maar nauwe lijks was de Heer van hun zijde, ofPetrus verloochende zijn Meester. Toen Christus in het graf was gelegd, uitten de Emmaüsgan gers hun mistrouwen tegenover el kaar en meesmuilden ze: „Wij voor ons hoopten, dat Hij het was, die van „De Echo van het Zuiden' Naar het Amerikaansch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. Nadruk verboden. 38) hij. Bent U juffrouw Fairfax? vroeg Ja- Dit telegram is in t hotel geko men, juffrouw, juist nadat U vertrok ken was, en ze hebben me gestuurd om U op te zoeken. Virginia dankte hem glimlachend en de jongen ging weg. Ze liep de trap op, spelend met de enveloppe, benieuwd wie haar getelegrafeerd had. Er was een vage onrust in haar hart en toen ze in de rechtszaal was, scheurde ze de enveloppe open, en las den inhoud, on bewust van haar omgeving. „Lloyd hedenmorgen overleden - hartverlamming. Dr. Murray." Virginia snakte naar adem, en stak haar hand uit. Er stond een stoel vlak bij, ze strompelde er heen, viel er op neer en drukte de handen tegen het gezicht. Lloyd dood! En heelemaal al leen! Ze zat doodstil, trachtend haar zelfbeheersching terug te krijgen. En rechter Kent? Hij liep langzaam naar zijn kamer en vandaar naar de rechtzaal. Hij wist dat er een belang rijke zaak behandeld zou worden, maar Israël zou verlossen, maar met dat al is het heden de derde dag sinds deze feiten gebeurd zijn." Twijfel en ongeloof kwamen bij de Emmaüsgangers al boven, op den derden dag, nadat ze Jezus henen wisten. Hoe zou het ons na negentien eeuwen zijn vergaan, wanneer God Zijn Apostelen en met hen allen, die gelooven, niet had bezield met den H. Geest? De Geest des Vaders, welke de geest der waarheid is, houdt onze zielen ontvankelijk voor het geloof en geeft ons kracht en sterkte om ons geloof te onderhouden en te beleven, waardoor we tevens aan het Verlos singswerk deelachtig blijven. 't Is, of het jaargetijde, waarin de christelijke feestdagen plegen te val len, op nadrukkelijke wijze de betee- kenis. dier dagen accentueeren. Als Christus geboren werd, lag de menschheid in de verzonkenheid van de zonde en van dwaling neder. De schuld der menschheid jegens God was zwaar en nog onafgelost. Om de wereld hing de sfeer des doods. Getuigt de natuur in de dagen van Kerstmis van iets anders? Denken we nu aan Paschen, het feest der Herrijzenis, het Verlos singswerk is volbracht en de mensch heid is herleefd. Waarvan getuigt rond Paschen de natuur? Schiet het nieuwe en verjongde leven niet uit den nog dood lijkenden grond? Zin gen de vogelen niet het lied van liefde hij had zich als regel gesteld zich niet van de details van een zaak op de hoogte te stellen voor deze behandeld werd en zoo wist hij ook dien dag geen bijzonderheden. Hij stond voor de tafel, keek een oogenblik de zaal in en wendde toen zijn blik nieuwsgierig naar de beklaag denbank. De oogen van de gevangene waren met een soort afschuw op hem gericht en toen de rechter ze ontmoet te,- kwam in zijn oogen dezelfde uit drukking. Hij stond daar te staren, te staren tot zijn lichaam haast verstijfd was. Toen keerde hij zich langzaam af en liet zich in zijn zetel zakken. Zijn bewegingen waren als die van een ge broken man. De oogen, die hem van uit de beklaagdenbank hadden aange staard, waren de oogen van zijn zoon, den zoon, die hij verloren had en meen de teruggevonden te hebben. Langen tijd zat de rechter stil aan de tafel en keek met nietsziende oogen naar de papieren voor hem, tot het ge gons dat door de rechtzaal hoorbaar werd bij de plotselinge verandering in zijn geheele manier van doen, want al ler oogen waren op hem gevestigd ge weest, vanaf het oogenblik dat hij bin nenkwam, wegstierf, en de aanwezi gen, die begrepen, dat zich hier een stil drama afspeelde, plotseling verstom den. Toen leunde de rechter voorover en nam met bevende hand het papier, dat voor hem lag, op. Langzaam verhief hij zich, verklaarde de zitting voor ge opend, en las toen met vaste stem de aanklacht voor. De gewoonte van ja ren zegevierde zelfs in deze omstan digheden. De wet was de wet en de rechter was slechts de dienaar. En zoo gaf de rechter 't sein, dat de zaak tegen zijn zoon beginnen moest. en hoop? Zijn ze niet druk doende om het komende nieuwe leven in hen en door hen, te verzorgen? Maar let op, hoe het daarna gaat! De boomen botten, maar o, wat duurt het toch eigenlijk nog lang, eer er werkelijk van gebladerte sprake kan zijn. De boer loopt over zijn land en de tuinman gaat over zijn akker, maar beiden schudden ze bedenkelijk het hoofd. De boel staat te praten zoo zegt de landman maar er zit geen voortgang in". Het nieuwe le ven is er wel, maar er zit nog geen geest in, geen kracht en geen sterkte. De geest waait over de akkers, als het omstreeks Pinksteren is. Dan is er plots geen sprake meer van ont wikkeling, maar dan groeit de boel, dan constateert men plots geweldigen wasdom, welke naar rijpte snelt. De geest en de kracht zijn in liet jonge leven gevaren! Ook de mensch uit zich omstreeks Pinksteren in volle levenslust, in kracht en sterkte. De menschelijke geest voelt zich herwekt en het volle leven bruist in ons. Och, dat we in ons geloof, in ons leven, in onze werken toch dien goeden geest trachten vast te houden, welke aan ons zijn en ons doen „wij ding" geeft. En dat we toch ook altijd in alles wat tot ons komt, mogen trachten den goeden geest te zoeken, want al wat niet van dien goeden geest is vervuld, kan voor ons niet begeerenswaard we zen. De moderne tijd is vol van bewe ging, van nieuw geloof en van nieuw willen. Dat niet verblind geraken door den schijn, maar zoeken naar en in het binnenste, naar de hoedanig heid van den geest van het geloof als grondslag van het werken. HET TWEE OP EEN STELSEL. EEN POGING TEGEN DE JEUGD- WERKELOOSHEID. De minister van Sociale Zaken is met een nieuw plan gekomen dat een eerste schrede op den weg naar de op lossing van het moeilijke vraagstuk der jeugdwerkloosheid kan beteekenen. Het is een stelsel van „twee op een". De minister vraagt aan de leiders van overheids- en particuliere bedrijven om betrekkingen, welke door jongelui van 14 tot 21 jaar plegen te worden ver vuld, voortaan te splitsen en twee jon gens te werk te stellen aan de normale taak van één. Afwisselend zouden de jongens een week ochtend- en middag- dienst kunnen vervullen. Het is n.l. de bedoeling, dat ze halve dagen werken en natuurlijktesamen één loon verdienen. De verhoogde kosten voor sociale voorzieningen (zegeltjes enz.) zou de minister voor rekening gebracht willen zien van rijk en gemeente, half Virginia was bewegingloos op den stoel bij de deur blijven zitten, na het lezen van het telegram. Ze leunde voorover, met het gezicht in de han den en had zelfs niet opgekeken, toen de rechter binnentrad. Vaag had ze in haar onderbewustzijn de acte van be schuldiging hooren voorlezen en zich afgevraagd waarom er in de wereld toch zooveel ellende moest zijn, wie die arme jongen was en hoe hij zoo iets had kunnen doen. Na een poos trok de volslagen stilte in de rechtzaal haar aandacht en ze keek op. Ze rees half overeind. Het gezicht van den rechter! Het was vreeselijk om te zien! Wat was er gebeurd? En toen richtte Virginia haar blik naar de beklaagdenbank, waar ze Jackson zag staan. Ze zag de uitdrukking van diepe el lende en wanhoop en dezelfde uitdruk king in rechter Kent's gezicht. 't Duurde even, voor 't tot haar door drong wat dit alles beteekende; toen zakte ze met een kreet van ontzetting in haar stoel terug. HOOFDSTUK XIV. DAGERAAD. Toen Virginia de acte van beschul diging had hooren voorlezen, kostte 't haar niet veel moeite te bergijpen, dat haar verloofde voor een ernstig mis drijf terecht stond. De vader berechtte den zoon wegens verduistering, het was een gruwelijke tragedie, die zich daar voor haar oogen afspeelde! En de tragedie trof haar zóó! 't Was, alsof alles plaats greep in haar eigen hart, en hoe 't zou afloopen, zij moest er voor lijden. Na het heerlijke vooruit zicht van den vorigen avond, leek het om half. In deze richting zien we wel pers pectieven. Natuurlijk, er zijn bezwaren. De jon gens komen b.v. slechts op half geld. Daar tegenover staat dan echter, dat hun kans op werk sterk wordt ver hoogd en dat duizenden aan de moree- le schade van den lediggang worden onttrokken. Er is op de voorgestelde manier ook weer een gelegenheid voor zeer velen om een vak te leeren. De uitvoering van het „twee op één stelsel vil de minister ook in dit plan aan de „plaatselijke commissies" zien opgedragen. Men bevordere daarom in alle ge meenten de oprichting dezer commis sies zooveel mogelijk, want wil het merkwaardige plan slagen, dan moeten voorbereidingen en het toezicht op de uitvoering degelijk zijn. Immers, naast de bezwaren, welke we boven reeds noemden, zullen er zich in de practijk nog meerdere voordoen. Men zal rekening moeten houden met bestaande verhoudingen, het gaat b.v. niet aan om een jongen, die reeds „vol" werk had, ten gunste van een werkloozen knaap halve dagen naar huis te sturen. „Werkloosheidsbestrijding zoo zegt de minister mag geen werkloos heidsverplaatsing beteekenen." De leden van de plaatselijke com missies zullen de jongelui, die aan half werk worden geholpen, ook goed moe ten doordringen van hun moreele ver plichtingen tegenover den werkgever. Er moet eenige continuïteit in de per soneelsbezetting van een bedrijf zijn en deze continuïteit zou zoek raken als de jongens elk oogenblik wegliepen, wan neer ze ergens anders voor korten tijd „vol" aan het werk kunnen komen. Daarnaast moeten evenzeer de levens belangen der jeugdige tewerkgestelden worden ontzien. Zoo ze ergens een vol- haast te zwaar om te dragen! En terwijl ze daar aan haar plaats geketend zat, met oogen, die in haar vertrokken bleek gezicht schenen te branden, werd de rechtsverhandeling voortgezet. Voor Jackson de rechtzaal betrad, was hij tot de conclusie gekomen, dat hij geen meineed hoefde te doen om schuld te bekennen. Er bestond altijd nog een kleine kans dat Bob op 't laatste oogenblik mede lijden zou krijgen. De schok, toen hij ontdekte dat zijn eigen vader recht over hem moest spre ken, was hevig geweest, maar Jackson was doodmoe en het lijden, dat hij doorstaan had. had hem in een toestand van verdooving gebracht, die hem ge lukkig ongevoelig deed zijn voor wat anders ondragelijk zou zijn geweest. Maar nu kreeg een gevoel van bitter heid de overhand. Moest zijn vader, met wien hij altijd had samengewoond en die hem beter kende dan iemand ter wereld, hem altijd veroordeelen, zonder de waarheid te weten? Na een poosje verdween ook dit ge voel. Rechter Kent was nu de rechter en niet de vader en wat zijn persoon lijke gevoelens ook waren, hij moest zijn plicht doen, en dat wist Jackson. Jackson stond daar dus, rechtop en kalm in de beklaagdenbank en wachtte op wat komen zou. Van de drie perso nen, die dien dag moesten voorkomen, leed hij misschien het minste. De advocaat van de bank begon te spreken en riep meneer Evans als eer ste getuige op. Deze kwam naar voren en legde met een effen stem uit, dat hem een valsche post in de boeken van beklaagde was getoond, hij had den ge vangene ondervraagd zonder een ver klaring te krijgen. Wilt U zoo vriendelijk zijn de heeren te vertellen hoe die valsche boe king ontdekt werd? vroeg hij. De bankdirecteur fronste het voor hoofd. Is dat noodig? Ja, dat is noodig. - Morgan kwam zonder aanbeve ling en ik stelde hem aan, op recom mandatie van mijn zoon. Er kwam wat beweging in de zaal. Iedereen kende Bob en het denkbeeld, dat deze jongeman een geschikte waar borg was voor een dergelijke betrek king, vonden zij op zijn minst genomen, ongewoon. En U vond dat voldoende? vroeg de advocaat beleefd. Neen, snauwde meneer Evans, waarop een onderdrukt gelach in de rechtzaal ontstond. Stilte, donderde rechter Kent. Na een proeftijd bleek Morgan intelligent en betrouwbaar, vervolgde meneer Evans, en aangezien mijn kas sier toen juist wegging, gaf ik Morgan die betrekking. Omdat hij echter geen schriftelijke aanbevelingen had, liet ik een oogje in 't zeil houden. De valsche boeking was den vijftienden 's avonds gemaakt, zooals hij mij zelf toegaf en het werd den zestienden 's morgens ontdekt. Na nog een paar onbelangrijke vra gen was meneer Evan's getuigenis ge ëindigd. Vóór hij echter ging zitten, gaf hij nog toe, dat Morgan tot volkomen te vredenheid gewerkt had, hetgeen een gemompel van verbazing in de recht zaal veroorzaakte, nogmaals gevolgd door een donderend „Stilte" van rech ter Kent. (Wordt vervolgd). aalwübsche eu Luiijptraatsche Courant Zich verzekeren bij een goede maatschappij is een wijze voorzorgsmaatregel WIST U DAT EEN HALF MILLICEN PERSONEN BIJ DE VERZEKERD ZIJN De „NOORD-BRABAND" betaalde in 1934 circa f 1.500 000 uit aan hare verzekerden Maar de advocaat nam daarmee geen genoegen.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 1