üESCHIEDEÜ 0E!l KEEK TE BESOMEN fnriri 6ANIEL 80NHEMS Tweede Blad Zaterdag 22 Augustus 1936. No 67 De Echo van het Zuiden a Mooi gebruinde Huid 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. XLI. Den 23 Mei 1766, ruim vier jaren vóór zijn overlijden en dit is de laatste maal, dat genoemde predikant het getal lidmaten hoekte vond Ds. Casteleyn de volgende 92 Hervormde lidmaten te Cesoijen: Josina Jacoba Min Wageningen, vertrokken met at testatie naar Sprang 1); Jan Colthoff; Mar go de Rooij; Hendrik Colthof f Coenraad Schilders; Teresia Oerle- inansWillemina non Doorn (de laat ste drie vertrokken met attestatie naar Ophemert); Anna de Rooij; Catharina Cop, obüt; Lammertie Nieuwst raat en, obüt; Antony Kuijsten; Willemina Iiuijsten, vertrokken naar Baardwijk; Wouter' aan Baartwijk; Anna Smalle- gang; Cornelis Dekkers; Helena van Baartwijk; Adriaan H. de Rooij; Ma ria Colthof f; Elisabet van Vessem; Jacoba van Vessem, obüt; Willemina van Be rye ijk; Jan van Heijst; Teuntie van Drimmelen; Johanna van Cleeff, obüt; Ary Hoevenaar; Aaltje Barne- bos; Catharina Otterdijk; Maria Ot- terdijk; Maria de Rooij; Theodora van Brandwijk; Elisabet van Gennep, ver trokken met altestatie naar Nieuw- Beijerland; Alida van Gennep; Corne- l'a van Gennep; Geert mij van Andel, obüt; Catharina MassignonPieter Massignon; Anna Maria La Lau, ver trokken met attestatie naar Eisden; Maria Hoevenaar, vertrokken met at testatie naar Waspik; Willemina van der Linden; Dingena Colthof fCor nelia Colt hof f, dochter van Frans Colt- hoff, vertrokken met attestatie naar Steenbergen; Margaret ha van Brandt- wijk, obüt; Margaretha van Rooijen; Zeger de GraaffCatharina de Groot; Johanna Moetjens; N eelt je de Graaf f; I.eendert Kuijsten; Cornelia van Vu ren; Jacobus Colthof f; Clazina de Busch, obüt; Cornelia Colthof f; Adri- me; Dengs Koppen, Cornelia Bonis, obüt; Maria Koppen; Christina Oli- fiers; Willem van Heijst; Teuntie Ha- verhals; Maria van Heijst; Jacobus van Heijst; Peter Emons; Johanna Emons; Willem Hagen; Jan Hagen; Catharina Mulders; Cornelis Hulst; Johanna Foks, obüt; Jacobus Kuijsten; Lam mertie van Baartwijk; Adriaantje van BaartwijkAndries Foks; Anna Do rothea Wilhelms; Bastiaan de Rooii Catharina van Heijst; Antony Carpen- stcyn; Adriana van der HeijdenPe- 1rone.Ua Olifiers; Christiaan Glav'man en Cornelia Ophoest, met attestatie van Capelle; Elisabeth Boers, vertrok ken naar Sprang; Raatgeep en zijn vrouw Pctronella ColsiersLaurina Massignon, met attestatie van Bour- tange;.... Vervoort, met attestatie \an Sprang; Arnoldus Vervoort en Catharina Klis, met attestatie van Sprang; Anna Maria van Es, met at testatie van Bergen-op-Zoom; F. van de Pol, met attestatie van Eijsden Catharina Burgers, met attestatie van Sprang; Dirk van Boxel, met attesta tie van Almkerk. Het aantal kinderen, hetwelk door Ds. Casteleyn tusschen 1746 en 1771 in de Hervormde kerk alhier werd ge doopt, bedroeg 200, waaronder de negen volgende van hem en zijn vrouw Josina Jacoba van Wageningen Balthazar, gedoopt 30 Augustus 1750; Balthasar, gedoopt 5 December 1751; Dirk, gedoopt 9 December 1753; Maria Anna, gedoopt 21 September 1755; Anna Josina, gedoopt 17 Juli 1757; Henricus Jacobus, gedoopt 29 Juli 1759; Johannes, gedoopt 10 Augustus 1760; Anna Josina, gedoopt 12 Sep tember 1762 en Henrietta Jacoba, ge doopt 16 September 1764. Het eerste kind overleed vóór 5 De cember 1751, liet vierde op bijna 15- jarigen leeftijd den 1 Augustus 1770, het vijfde den 17 Juli 1757, het zesde den 29 Juli 1759, zoodat nog vijf kin deren in leven bleven, n.l. Balthazar, Dirk, Johannes, Anna Josina en Hen rietta Jacoba Casteleijn. Balthazar en Dirk schijnen naar één der Nederland- sche universiteiten te zijn gegaan, ter- unus van Baartwijk; Ilendrina Dom^r.yvijl de jongste drie kinderen, Johan nes ,.A una Josina en Henrietta Jacoba, den 9 September 1776 Besoijen verlie ten en met een door het dorpsbestuur uilgereikten borg- of ontlastbrief naar Rijswijk vertrokken. Over het tijdvak van 1746 tot 1770 werden door Ds. Casteleyn in de Her vormde kerk te Besoijen 72 of 73 hu welijkspaartjes in ondertrouw opge- JAN DE JONGE. XI Ze knikte: »lk wou nog eens graag de vogel horenVerschrikt keek ze hem aan! Hoe vreemd zag «oom Daniël« eruit! »Ja, ja,« prevelde hij, alof hij tot zichzelf sprak, »ja, ja, het goud vinkje dót is t'r nog«. Daarna ging hij met het meisje naar huis. Het was al tegen het einde van November. Daniël Donkers zat op een middag op zijn dakkamertje. In het kacheltje brandde behaaglijk een lekker vuurtje. Het rook zelfs naar koffie, die daar nog wat op het vuur stond te trekken. Straks moest hij toch ook nog even naar den barbier, want de baard was weer eens té lang geworden. En dan moest hij bepaald naar het Tehuis, naar zijn zuster, 't Was tenminste te hopen, dat ze nu niet sliep, want vandaag was deeerste brief uit Californië aangekomen. »Geld verdienen is toch geen kunst«, schreef Frits, »maar je moet het goed vast weten te houden, want anders loopt het als zand weer door je vingers heen. Nog twee jaar, vader, dan klop ik weer bij U aan de deur; dan werken we weer samen.» De goudvink sprong vrolijk in zijn kooitje rond een gelukkige glimlach vloog over het gelaat van den ouden man. Hij wilde zich nèt de koffie van de kachel halen, toen hij iets de trap op hoorde komen. Een scherpe vinger klopte aan de kamer deur. Daniël opende ze en wie stond daar en wenste binnen gelaten te wordenOp de drempel stond juffrouw Rika Therebint »0, juffrouw riep de oude man uit. Rika maakte een buiging ze had haar mooie kam van schildpadden, huid, die ze nog van de gravin had gekregen, in haar haren gestoken en haar filethandschoenen, waar je door het netwerk heen de hele hand zo duidelijk nogkon zien,aangetrokken. »Wat ziet ze d'r Zondags uit», dacht Daniël Donkers. »Ik kan U zeker wel gelukwensen zei ze. «Gelukwensen, waarmee?» vroeg de oude man verbaasd en verlegen. »0, U dacht zeker, dat het hier net ruikt, alsof er iemand jarig is?» »Och, meneer Donkers Toen ik daar zo beneden zat, dacht ik zo, dat we allebei een paar eenzame mensen zijn. Waarom zouden we samen niet vreugde en leed gaan delen? En vanmorgen ja, ja, ik heb den postbode wel gezien is er toch wel een beetje blijdschap bij U in huis gekomen. Ziet U, daar zou ik nu graag mijn aandeel van de vreugde willen hebben.» nomen, getrouwd of ingezegend, zoo- wel Roomsch-Katholieke als Her vormde paartjes en ook eenige „ge- mengde" paartjes, van welke de aan slaande man Roomsch-Katholiek en de aanstaande vrouw Hervormd was of omgekeerd. Eenige van die huwelij ken wil ik bier opnoemen: a. 17 April 1749. Tusschen Matheus Verhoeven, weduwnaar van Adriana de Roon, geboren te Andel en wonen de te Sprang, en Christina Bol, wedu we van den schout Willem van Andel, geboren te Eet hen en wonende te Be soijen. b. 12 Mei 1749. Johannes Werther, med. doctor, jonkman van Waalwijk met Maria Casteleyn, zuster van Ds. Casteleyn, geboren te Rotterdam, dochter van Balthasar Casteleyn en Anna van Lith. c. 26 April 1753. De heer Jacobus Gravelaar, vaandrig ten dienste dezer landen, met mejuffrouw Arendina Jo hanna van Vreninghde bruidegom geb. te Zeist, de bruid te Utrecht. d. 28 April 1758. Jan Aelbert hoeynk, geb. te Westerwijk in Gelder land, met Clazina Massignon, geb. te Heukelom. c. 28 April 1758. Laurens Massief non, geb. te Drave in het keurvorsten dom Trier, met Maria Andrea Massig non, geb. te Heukelom. 1 October 1766. De Eerw. heei Johannes Henricus van der Hoepen. predikant te Nieuw-Beijerland, geb. te Den Haag, met mejuffrouw Elisabeth van Gennep, geb. te Eethcn. Bovendien werden te Besoijen nog den 9 December 1746 en den 23 Fe bruari 1758 een tweetal gemengde of ongelijke huwelijken voltrokken, n.l. 1Tusschen Johannes Reijnen, geb. te Bergen-op-Zoom, Roomsch-Katholiek, en Geertruij van Heijst, geb. te Besoij en, Gereformeerd, en 2: Tusschen Jan Baptist Kaarels, geb. te Venlo, Roomsch-Katholiek. karabinier bij het 'ijl-regiment van Zijne Hoogheid on der de compagnie van den majoor Paaps, en Willemijna Massignon, geb. te Besoijen, Gereformeerd. Deze hu welijken mochten, volgens de toen «*el- 'onde wetsbepalingen, slechts onder deze voorwaarden gesloten worden: a. de beide Roomsche bruidegoms had den vóór den ondertrouw, ten over staan van den predikant, één ouder- ling en één diaken, een schriftelijke verklaring moeten afleggen en onder- tcekenen. dat zij den Roomsehen gods dienst zouden verlaten en de Gerefor meerde leer aannemen; b. eveneens Daniël dreigde haar met de vinger- «Vrouwtje!Vrouwtje! zei hij schelms. «Maar, ik zal het L eerlijk zeggen juffrouwtje, ik zie het wel graag, dat jullie vrouwen een beetje nieuws gierig zijn!» Hij zuchtte, maar glim lachte er toch meteen hij: «Mijn Lina was 't ook flui derde hij haar bijna in bet oor. Rika moest zich haast een beetje schamen. Ze streek zich over het hoge voorhoofd. Daniël deed, alsof hij niets merkte maar liep vlug naar een muurkastje, waar hij kopjes en lepeltjes uithaalde Toen nam hij de koffie van de kachel en schonk zich en zijn huisgenote in. »En hier is suiker!» zei hij. »be dient U zichzelf maar, juffrouw. Ja, ja, U hebt gelijk, het is vandaag een vreugdedag. Ik heb een brief van m'n Frits Zondei zijn koffie te proeven nam hij de open op tafel liggende brief en wilde beginnen voor te lezen. Och, daar moest hij lachen! Daar had hij in zijn grote blijdschap ver geten, zijn bril erbij op te zetten Dat was gauw verholpen. Nu luister de juffrouw Therebint vol belang stelling naar het nieuws uit het verre land, terwijl ze mei een sierlijke vinger haar kopje weer op 'het schoteltje zette. Vol spanning luister de ze, wanneer het komen zou, wat ze verwachtte Maar dat viel haar mee. Frits schreef immers, dat zijn terugkomst nog twee jaar zou duren Ineens was het, of haar belangstelling begon te verminderen. Ze schraapte zich de keel en Daniël keek haar aan »Voell U zich niet lekker, juffrouw?» vroeg hij vol belangstelling, »uw ogen staan net, of u verdriet hebt!» Daarop keek juffrouw Rika hem bedroefd aan »Ach, beste meneer Donkers, dan hoef ik zeker m'n kamertje en Uw huis nog niet te verlaten Meteen zuchtte ze zó, dat het er gans stil van in de kamer werd. Daniël wist niet, wat hij hoorde. Daar had hij nog geen seconde over gedacht! Hij hield zich echter be daard. Als het eens zoover kwam, dan was er immers altijd nog het een schriftelijke verklaring teekenen, waarbij zij zich verbonden de uil hun ne huwelijken te verwekken kindereij te zullen opbrengen in de Gereformeer de leer. Daarenboven waren Jan Bap- iisi Raarels en Willemijna Massignon - krachtens het pas in werking getreden placaat van de Staten van Holland en West-Friesland van den 25 Januari 1758 verplicht eene attestatie van den magistraat over te leggen, waaruit blijken moest, dat zij meer dan 25 ja ren oud waren, en tevens een monde linge of schriftelijke verklaring hun ner ouders te vertoonen, waarbij deze hunne volle toestemming tot hun hu welijk gaven. Met de verklaring van Kaarels, dat hij noch ouders noch grootouders meer had, werd genoe gen genomen, en ten behoeve van W/7- lemijna Massignon compareerde hare moeder Willemina den Adel, weduwe van Ni col a a Massignon, die hare volle toestemming verleende. Eindelijk moest Jan Baptist Kaarels nog de vol gende acte onderteekenen: Ik onder- geteekende, Jan Baptist Kaarels, ver- klare dat het mijn opregt en ernstig voornemen is, omme van nu voortaan my selve te oeffenen en doen onderwij- sen in de gronden van de Gerefor meerde godsdienst, versoekende ten dien eynde het onderwijs van Ds. H. Casteleyn te mogen hebben, als sijnde voornemens van deselve godsdienst nadat ik van dezelve genoeasame ken nis. nodig tot het lidmaatschap, sal verkregen hebben, belydenis te sul len doen, en dezelve met alle ernst en trouwe te sullen aankleven. Al de bovengenoemde acten en verklaringen aangaande sommige ge mengde huwelijken zijn door Ds. Cas- tdeyn zorgvuldig in bet Besoijenscho predikantstrouwboek over de 18-de eeuw ingeschreven, en waren gedeelte lijk een gevolg van het bewuste niet- malsche placaat van 25 Januari 1758, en dit placaat dankte zijn ontstaan aan bet eitdat in Holland, vooral tusschen 1730 en 1750, zooveel „ongelijke" hu welijken werden gesloten, waaruit im mers reeds ten tijde van Ds. Hoffman in 1738 gelijk de lezer uit een mij ner vorige opstellen heeft kunnen zien groote „onheilen" voortsproten. Met die ..onheilen" wordt dan bedoeld, dat de kinderen uit die gemengde hu welijken gesproten ten deele Roomsch- Katholiek en ten deele Hervormd wer den, wat in één en hetzelfde huisge zin vaak tot hevige godsdiensttwisten aanleiding gaf en het familieleven ver bitterde en verwoestte. Alleen te Be- kamertje van den knecht. Hij vatte haar hand «Nee, nee lieve juffrouw, m'n Frits zal U niet verdringen. Hij is een heel bescheiden jongen, 'n lieve zoon van z'n goeie moeder! U zult beslist genoegen met hem beleven. Ach was het maai zover. Don zou hel in huis weer vrolijk en gezellig worden. Dan groeien in de tuin weer erwten en bonen en bloemc En Turkse tarwe verbouwt hijnet als vroeger, toen. z'n moeder nog... leefde!» Op het glaat van de juffrouw kwam weer een glimlach. Ze dronken hun koffie en lazen de brief tot het eind. Toen juffrouw Therebint eindelijk weg ging, vroeg ze Daniël voor het volgend voorjaar twee bedden in de tuin voor zichzelf te mogen gebrui ken. Daarop wilde ze soepgroente telen voor haar en voor meneer Donkers. Dat vond de oude man natuurlijk dadelijk uitstekend. Daniël ging daarna terstond naar den barbier aan de overkant wan delde even later, glad geschoren, naar het Tehuis, om de oude zuster Hermina de brief uit Amerika voor te lezen. Ze zat in haar leunstoel en Daniël vlak naast haar. De handen van broer en zuster rustten in el kander. De hele tijd bleef ze op gewekt en wakker. Hun beider vreugde was grenzeloos. Alleen zo nu en dan zei ze »I)ie jongen toch Die jongen toch Die kan watEn dót in Amerika 's Avonds thuis gekomen, besloot Daniël de goudvink het versje nog verder voor te fluiten. Wat zou Frits een ogen opzetten,als hij over twee jaar het vogeltje zó hoorde zingen Dat was een feestdag geweest in iet leven van den ouden Daniël, maar zó één kwam er niet voor de tweede keer. De winter kwam, maar géén brief van Frits. Hoe verder de tijd verliep, hoe zwakker iet vreugdevuur brandde in Daniël's hart. Het werd steeds donkerder rondom en in den eenzamen, ouden vader (Wordt vervolgd.) van gelaat, hals en armen, óók bij geen zon, door AM1LDA zonnebruincrême. Voorkomt tevens zonnebrand. I lacon 90 ct. Tube 60 ct. Doos 50 en 25 ct. soijen (ook een Hollandsche plaats) •werden tusschen 1730 en 1740 of daar omtrent wat mij uit een nader on derzoek in de Synodale archieven te Den Haag is gebleken een tiental gemengde huwelijksverbintenissen aangegaan, die dan moeten gesloten zijn voor schepenen van Besoijen (sche pentrouwboeken), want in het predi kantstrouwboek komen die namen niet voor. Die verbintenissen betroffen de volgende personen: a. Adriaan Nultenbok (G) en Wou- terke Nieuwenhuysen (R). b. Arend Musters (R) en Jacoba Broeshart (G). c. Gerrit van Kuyk (G) en Hester Boom (R). d. Ruth van den Berselaar (R) en Maria van den Hout (G). e. Hendrik Kerpensteyn (G) en An- tonetta van Erve (R). f. Jan de Rooy (R) en Anneke van Heijst (G). g. Alexander Everard (R) en Johan na Ffangoyse Hendriksdorp iGj. g. Een paar ongenoemden. Ol het placaat van 25 Januari 1758 aan het doel, n.l. de gemengde huwe lijken tegen te gaan of te doen vermin deren, heeft beantwoord, kan ik niet precies opgeven: daarvoor ontbreken nu.) de noodige gegevens. Ik verzuimde hiervoor nog te vermelden, dat volgens genoemd placaat de huwelijksprocla- matien by gemengde huwelijken moes- n gegeven worden van zes tot zes weken. Dat de Gereformeerde kerk om streeks het midden der 18-de eeuw een groote macht in Holland (en na tuurlijk ook in de Generaliteitslanden) ontwikkelde en uitoefende, bewijst zekere resolutie van schout en sche penen van Besoijen van den 28 Fe bruari 1748, waarbij, op verzoek en aandrang van den Besoijenschen ker- keraad, door den magistraat alhier verboden werd, voortaan op den pu- leken straatweg openbare s/zelen te houden. Met het afschrijven dier re- solutie besluit ik mijn artikel van heden. Zij luidde aldus: Alsoo schout en schepenen van Be- soyen in ervaring comen, dat soo in- wonnderen als buytenluyden hen niet ontsien, omme des Zondags onder de pred.cal ie met het schieten van hou- öpfottj'"gen raadsels vorige week 1 Wildervank. 2 Andel. 3 Loon op Zand. 4 Mil. 5 Best. 6 Riel. 7 Rotte. 8 Hoendiep. 9 Moezel. 10 Raam. 11 Neer. RAADSELS. Verborgen rivieren. 1 Ze hebben het er nog zo maar aardig bij laten liggen. 2 Schei nu uit met spelen Emma asjeblief, en eerst je werk doen J Ach ge weet toch niet wat ge er aan hebt. 4 O, ik heb diezelfde al meeree- zien. 5 l oen ze bij me kwam stelde ik dit haar ook dadelijk voor. 6 IIij heeft daar een goede oplei ding genoten. 7 Hij is een domme, lelijke luie vent. 8 Ge weet wel dat er zoveel nodig is in ons klooster zodat Uw aal moes altijd welkom is. 9 Ik heb eerst met hem daarover gesproken. Wie kan dit lezen 10 Door de beginletters van de synoniemen der onderstaande woorden van boven naar beneden te lezen, vormen deze denaam van één, in de Langstraat en Omgeving goede bekende. Niet verlicht Slot Keukengerief Middelpunt Huisdier Niet jong Snel Reging Boomvrucht Lichaamsdeel Zwemvogel Niet voor Edel metaal Nachtvogel Rente. Wapen Stekelig dier Familielid. DOOR

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 11