GESCHIEDENIS DER HER. KERH TE DESOIIEN DE landlooper: PRACHTIGE OPERETTE TE 01STERW1JK Zaterdag 5 December 1936 No. 97 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Opening Nieuwe Moerdijksche Brug. 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. XLVII. van Een der eerste ambtsbezigheden Ds. Pieter Willem Leemans de geregelde wekelijksche godsdienst oefeningen en het catechiseeren bui ten rekening gelaten was het be zoeken van alle Hervormde huisgezin nen te Besoijen en het opschrijven der aanwezige lidmaten. Dat geschiedde in den loop van het jaar 1772, zoodat hij op 1 Januari 1773 een geheel nieuwe en volledige lijst van lidmaten had geformeerd. Op die lijst, die wij met a zullen aanduiden, komen de volgende 87 namen van lidmaten voor: a. Frangoise Johanna Leemans (zuster des predikants); Antony Kar- pensteinBastiaan de Rooij; Andries Foks; Anna WillemsenAdriana van Baardwijk; Cornelis Dekkers, obüt1); Lena van Baardwijk; Jan Lehman. obüt; Dirk van Boxel, obüt; Kathanna Okkers, obüt; Katharina Mulders, we duwe Kool; Cornelis Hulst, obütJa cobus Kuijsten, obüt; Lammert je van Baardwijk; Peter Emons, obüt; Jo hanna Emons; Willem van Heijst, obüt; Teuntje Haverhals, obüt; Jaco bus van HeijstMaria van Heijst; Christina OlifiersDenijs Koppen Maria Koppen; Adriaan van Baard wijk, obüt; Hcndrina Domme; Jaco bus Colthof f, obüt 1780; Cornelia Colthoff, obüt; Leendert Kuysten; Cornelia van Vuren; Zeger de Graaf f, obüt 1778; Catharina de Groot; Keeltje de Graaf f; Johanna Moetjens; Jan van Heijst; Teuntje van Drimme- len, obüt 1775; Wilemyna van der Linden, vertrokken; Florus Domini- cus van der Putt, -) obüt 1775; Maria van Es11)-, Anna van Heijst, weduwe de Rooij, obüt; Pieter Massignon, obüt; Catharina Massignon; Catharna van Heijst, met attestatie naar Rijs wijk; Dingena Colthof f; Christiaan Glaviman en Cornelia Ophorst, ver trokken; Theodora van Brandwijk, weduwe van Gennip, en Cornelia van Gennip, beide met attestatie naai Waalwijk; A lid a van Gennip, met al testatie naar Waalwijk; Maria de Rooij, weduwe Massignon; Hendrik Massignon, obüt; Catharina Otterdijk, obüt; Maria Otterdijk; Arien Hoeve naar; Aaltje Barnebos, obüt; Maria de Rooij; Maria de Voogt van Frocart, weduwe Moraquyn, met attestatie van Waalwijk; Maria Moraquyn; Adriana Moraquyn; Willemijna van Bergeik, obüt 1775; Willem Hagen; Hendrik Hagen; Jan Hagen; Adriaan de Rooij; Maria Colthoff; Wouter van Baard wijk; Anna Smallegang, obüt; Philip- pus Raatgeep; Pieternella Holsters; Anna Elisabeth van Vessem, obüt; Jan Frederik van der Pol; Laurina Massignon; Antony Kuijsten; Catha rina Kops, weduwe Massignon, obüt; Jan Colthoff; Margo de Rooij; Hen drik Colthoff, obüt; Helena Colthoff; Dirske Bogers, obüt; Rombout Bor- gers; Catharina Borgers, obüt; Elisa beth van Zeist, weduwe Braspenning; Cornelis Vervoort; Arnoldus Ver- vcort, obüt; Catharina Klis; Jacoba Everdina Bardijn; Johanna Eick- horn. Dan maakte Ds. Leemans een lijst op van lidmaten, die zich van 1772 tot 1786 van elders te Besoijen hadden gevestigd, aangeduid met b en bevat tende de volgende 19 namen: b. Maria de Bie, met attestatie van Loon (Loonschendijk)Pieternella van Heijst, met attestatie van Waal wijk; Cornelis van Tueren, obüt, en Hcndrina Reine, beide met attestatie van 's Bosch; Pieternella van Ooster hout, met attestatie van Arnemuyden, obüt; Johannes Lindinger, met attes tatie van Vlissingen; Ary Aryse Stam, met attestatie van Loon-op- Zand, vertrokken naar Capelle; Julia na Elisabeth van Kerkhoven, met at testatie van 's Bosch, vertrokken naar 's Bosch; Adriaan Goedhart3), met altestatie van Sprang; Hendrik Scho't, met attestatie van Sprang; Jan Cordy, met attestatie van Waalwijk; Sara Alida van der Putt, met attestatie van Maastricht; Wilhelmina de Poorter, met attestatie van Meeuwen; Alida Koppen, met attestatie van 'sHage; C. F. Bardijn, met attestatie van Don gen; Agnieta van Seist, met attestatie van 's Bosch; Celia Hellemich, met attestatie van Zevenbergen, vertrok ken naar Waalwijk; Elisabeth van Kampen nu Konings, met attestatie van Capelle 1784; Adrianus Vermeu len, met attestatie van Loon-op-Zand den 13 Februarij 1785. En eindelijk teekende hij de namen op dergenen, die door hem van 1772 tot 1786 door belijdenis des geloofs werden aangenomen, tellende 43 lid maten, aangeduid met c: c. Lambert Vissers (1773); Dirske van Baardwijk (1774), obüt; Johanna Moraquyn; Henrietta Jacoba van dei Putt; Cornelia van der Putt; Peter Kuijsten (11 April 1775); Antony Kuijsten; Meijntje Nultenbok; Hen drik Nultenbok; Maria Smits; Arjaan Nultenbok; Maria van Peer; Rom Kool; Catharina van Waspik; Willem Braspenning; Jenneke Kolsters; Hen drik de RooijElisabeth van Baard wijk; Dirske Hagen; Maria Kuijsten; Pieternella Colthoff; Christina Kie- vits (2 April 1776); Teuntje van Was pik; Klasientje Vissers; Johanna Kop pen; Hendrik de Graaf f (13 April 1778); Wouter Kuijsten; Wouter van Baardwijk; Anna Maria van den Berg; Gerrit van de Pol (16 February 1779); Johannes Dekkers (31 Maart 1779); Maria de Graaf f; Allegonda de Graaf f; Johanna Langeweg; Dirske Kuijsten (29 April 1780); Dirk van Baardwijk (18 April 1783); Arien Pieterse Kool, met attestatie naar Capelle; Johannes van Baardwijk; Pieter Kuijsten; Ar noldus van Baardwijk; Elisabeth van Dijk (18 Maart 1786); Maria Carpen- stein; Willem Braspenning. Hoewel Ds. Leemans in latere jaren, wat het houden van godsdienstoefe ningen, het catechiseeren en andere kerkelijke zaken betreft, wel eens ge faald en zijn plicht eenigermate ver zuimd heeft vooral in de jaren 1786 en 1787 of den Patriottentijd, toen vele overigens weldenkende menschen vaak hun hoofd kwijt waren kan hem toch de lof niet onthouden wor den, dat hij de 10 eerste jaren van zijn verblijf alhier een ijverig en werk zaam predikant is geweest, die alles deed, om den toestan^ van kerk en pastorie, welke gebouwen allengskens zeer in verval waren geraakt, te ver betéren. Ook de belangen der diaco- nie-armen nam hij ten zeerste ter har te. Vooral door zijn toedoen werd in den loop van het jaar 1773 nadat de Synode der Gereformeerde kerk in Juli 1773 te Kuilenburg eene re solutie omtrent de administratie dei- diaconieën c.a. had aangenomen door den Besoijenschen kerkeraad het volgende plaatselijke diaconie-regle ment ontworpen, hetwelk gedurende langen tijd te Besoijen bindend is ge bleven en ook later (1792) door den toenmaligen kerkeraad werd overge nomen: Alzo in de Synode van Zuid-Hol- land, gehouden binnen Kuylenburgh, in de maand Julij 1773 is vastgesteld, dat alle zaken, rakende de admini stratie en bedeeling der diaconie-pen ningen, met gemeen advies en volgens conclusie des gantschen kerkenraads moeten worden afgehandeld, zo is 't dat ingevolge hier van, conform deze resolutie van het Hoog Eerwaarde Synodus van Zuid-Holland, de kerken raad heeft goedgedagt eenige artikelen te ontwerpen ter bewaring van goede orde, waar naar zig de regerende dia kenen bij het aanvaarden van hunne bedieningen gedurende den tijd der zeiver gedragen zullen. Artikel 1. renden diaken aan den predikant een lijst van die giften en aan wie ze uyt- gedeeld zijn zal moeten worden over geleverd, opdat daar uyt blyke, dat gee- ne andere verborgene liefdegiften zijn gegeven dan met zijn overleg en toe stemming; en by gebreke van dien zul len de verborgene liefdegiften, in zo verre buiten onderling overleg en toe stemming van den predikant mogten werden uytgedeeld, aan den rege- renden diaken niet werden goedgedaan. Deze verborgene aal- moessen zullen egter alleenlijk aan ledematen binnensdorps mogen wor den uytgedeeld. Artikel 4. Aan landloopers zullen geene aal- moessen door den diaken mogen ge geven worden; alleenlijk aan diege nen welke men ziet dat in den uyter- sten nood zijn, wanneer ze egter niet zullen vermogen op zijn hoogst meer dan zes stuyvers aan zoo iemand uyt te delen en zo de nood van zulke arme passanten meer mogt schijnen te ver- eischen zullen ze met onderling over leg en toestemming van den predikant aan dezelve, naar bevind van zaken, ruimere giften mogen doen. Artikel 5. Alles wat de bekende armen betreft, rakende derzelver onderhoud, eenige giften, kledinge, hout, turf en wal dies meer zij, zal door den regeerenden diaken voor den kerkenraad gebragt en dan met meerderheid van stemmen worden uytgeweezen. Artikel 6. De diakenen zullen verpligt zijn van al hunne uytgaven en aan wie ze ge daan zijn met name aanteekeninge te houden, opdat bij het doen van de re kening blijken moge aan welke per- soonen en hoeveel aan elk, 't zij in brood, kleding, turf, hout, geld of an- dersinds is uytgedeeld. Artikel 7. Verder is by deze gelegendheyd dooi den Eerwaarden kerkenraad geresol veerd, dat voortaan alles, 't geen tot kleding, etc. van den arme nodig is, niet buy ten de plaats, maar tot voordeel van de eigene ingezetenen in de winkels t e B e s o ij e n zal moeten g e- kogt worden; dog ingeval som mige noodzakelijke benodigde goede ren tot kleding, etc. in deze plaats niet te krijgen waren, dan zullen dezelve buyten de plaats mogen gekogt wor den. Dit bovenstaande is geresolveerd bij de ondergetekende leden des kerken raads op den 1 January 1774. (Getee- kend): P. W. Leemans, predikant, B. H. de Rooij, ouderling, Cornelis Dekkers, ouderling, 11. Massingjon, diaken, H. Hagen, diaken). 99 Wat nu betreft de „verborgen" liefdegaven, waarvan sprake is in ar tikel 3 van bovenaangehaald regle ment, kan ik verklaren, dat het mij bij het inzien van de tien diaconie rekeningen over 1765 tot 1774 geble ken is, dat die giften haast ieder jaar werden geschonken en over genoemde tien jaren een bedrag van eenige hon derden guldens uitmaakten. Alleen over het jaar 1774 vormden die lief degiften een bedrag van honderd een gulden 15 stuivers en 8 penningen. En wat verder het 7-de of laatste artikel aangaat, waarin diakenen ge houden waren alle voor de armen be stemde benoodigdheden van winkel waren, kleederen, schoenen, klompen enz., uitsluitend bij Besoijensche win keliers te betrekken, kan ik lot mijne voldoening constateeren, dat daar bij ook de Roomsch-Katholieke inwo- Het gezelschap komt ver moedelijk naar Waalwijk. Op uitnoodiging van den Wel- Eerw heer kapelaan Rovers, den volijveiigen Kunstkring-Moderator, begaven wij ons Zondagnamiddag naar het idyllische O sterwijk om daar getuigen te zijn van de derde opvoering van Ziehrer's Operette »De Landloopers«, welke voor het voetlicht werd gebracht door de in den Kunstkring bestaande Operette vereeniging N. V. A. (Nil volentibus arduum.) Succesvol is deze operette iederen keer als ze wordt opgevoerd. En dat is begrijpelijk, wanneer men weel, dat de heer (iaspeele, de eerste regisseur van de Antwerpsche Opera, de algemeene leiding heeft over het geheel uit dilettanten bestaande ge zelschap, dat de decors ontworpen werden doorden hekenden Lambert Laureijs en dat de muziek verzorgd wo dt door het Oisterwijksche sym- phonie orkest onder leiding van den heer Biemans. Deze fleurige operette verhaalt van een landloopend echtpaar, dat eerst met de justitie in aanraking komt, uit de gevangenis ontvlucht, zich in gestolen deftige kleeren steekt en gedwongen wordt zich als stammend van vorstelijken bloede uit te geven. Wanneer de beide, ondanks al hun hachelijke omstandigheden, toch vroolijke vagebonden echter met de hooge personen, wier naam zij voeren, in aanraking komen, moeten ze weer ijlings vluchten, ditmaal in het uniform van twee luitenants, die ook in het hotel logeerden. Dan zien we de landloopers terug in Turksche kleederen als toovenaars en hun »hocus pocus« heeft zooveel succes, dat alles tot een goed einde komt. Zooals bij de meeste operettes vormt ook de inhoud van »De Landloopers« een onbelangrijk on derdeel van dit zang- en voordracht- spel met zijn opgewekte muziek, levendige actie, gulle vroolijkheid en boute kleuren, welke goede eigen schappen het publiek van goeden smaak blijven trekken. Daar is vooreerst de muziek solo zang, verschillende mooie duetten, en prachtige koren met goeden samenzang. Voorts het in alle onderdeelen voortreffelijke spel van de vele per sonen, die in dit muziekfestijn op treden met hun vlotte en voor het publiek dankbare vertolking, vol gezonden humor, der meest uiteen loopende menschentypen. Allen zijn gekleed in keurige costuums, welke met zorg en fijnen smaak werden ..De diakenen zullen zig in alles, wat I./jers van Besoijen niet vergeten wer- in en onder hunne bedieninge voor valt, aan 't oordeel van den gantschen kerkenraad of de meerderheid der zei ver moeten onderwerpen. Artikel 2. In de uytdelingen zullen zy niet ver mogen op eigen auctoriteit iemand met weeklijkse of jaarlijkse giften van brood, waren, geld of anderssins te be- deelen, zonder alvoorens het oordeel van den kerkenraad daar over af te vragen en dan zal zulks naar de meer derheid van stemmen worden uytge weezen. Artikel 3. Egter zal het den regerenden dia ken vrystaan mot onderling overleg en toestemming van den predikant eenige extraordinaire giften te doen aan de zodanigen, welke niet voor ar men bekend staan, maar door het een of ander ongelukkig toeval in nood geraken, welke giften of uytdelingen op de jaarlijkse verantwoording van rekening niet behoeven' uytgedrukt te worden aan wie ze gegeven zijn; maar alleenlijk met den naam van verborgene liefdegiften; dog waar van egter dan jaarlijks by het doen van de rekening door den rege- den. Peter Teulings, Herman Dam mers, Johan Robben, Jacobus van Balcum, Peter van lersel, Frans Kuij- pers, Jan de Beer, Simon van Es, Cor nelis de Greeff, Jan Verwiel e.a., allen Roomsche inwoners, leverden tame lijk geregeld, als winkelier, smid, kleermaker, schoenmaker of arbeider, hunne goederen aan de diaconie. Ware dat anders geweest, dan zou dat als een grove onrechtvaardigheid zijn be schouwd geworden, want de verhou ding van het zielental tusschen Roomsch en Onroomsch bedroeg 2 1 en de Roomsch-Katholieken moesten, evengoed als de Hervormden, hunne zware belastingen, soms kerkelijke belastingen (kerkerechten bij begra ven, onderhoud der pastorie), opbren gen, die hun weinig voordeel afwier pen. Aanteekeningen' 1. Waar obüt bij staat wordt bedoeld, dat die personen kort na 1773 zijn over leden. 2. Florus Dominions van der Putt, gehuwd met Maria van Es, was een der voorouders van het tegenwoordige Tweede-Kamer-lid van der Puit uit Eind hoven. 3. Adriaan Goedhart was één mijner betovergrootvaders van moederszijde. gekozen, hetgeen prachtig tot uiting komt in de gracieuze en stijlvolle balletten en massa-scènes, welke een feest zijn voor het oog, mede door de feeërieke belichting. We denken aan de kleurrijke en charmante dansen van jongens en meisjes, en aan de echte Tiroler- dansen door vroolijke »Burschen« met hun kwieke Tiroler pakjes Alles verraadt stijl, karakter en distinctie. En een dergelijke artistieke ope rette tegen een achtergrond, welke aan kunstzinnigheid niet onderdoet 1 Bij het tweede bedrijf kijkt min in een mooi berglandschap met piach- tig perspectief en wanneer de avond va t en de blauwe schemering over het wijde meer neervalt, dan aan schouwt men op de hooge bergen het roode »Alpenglühen«. De derde acte toont een lusthof met een goud glanzende fontein en lichtende bogen van groen en bloemen. Dit alles is het bewonderenswaar dige werk van den reeds eerder genoemden Laureijs. Wanneer we nogmaals in de ge legenheid zouden zijn dit kijkspel te bewonderen, we zouden ei wederom gaarne gebruik van maken. En die kans bestaat, niet alleen voor ons, maar voor heel Waalwijk, want het operette-gezelschap komt vermoe delijk in Januari naar onze plaats. Wij wagen het als onze overtuiging uit te spreken, dat »De Landloopers« ook hier »gaan« zal en voor een uitverkochte zaal kan worden op. gevoerd. Is het immers niet met een zeker heimwee, dat men terugdenkt aan de succesvolle operettes, welke eertijds door onze Waalwijkers werden gebracht, doch waai mede enkel om tinancieele redenen moest worden gestaakt? De interesse was er, doch is thans in slaap gewiegd door den langen tijd. Het is de opzet van deze bespreking de be langstelling voor de goede en be schaafde opeiette wederom wakker te schudden. Zijn we hierin geslaagd, dan twijfelen we er niet aan of Waalwijk zal het Oisterwijksche gezelschap met open armen ontvan gen. Zoo gauw de plannen van »Ni) Volentibus Arduum« vaslen vorm hebben aangenomen, zullen we ons haasten onzen lezers daarvan mede- deeling te doen. De Waalwijkers mogen daadwer kelijk toonen, dat zij een kunstzin- nigen smaak bezitten en ten zeeiste waardeeren, dat zij een artistieke opvoering in hun woonplaats zelf- meer op prijs stellen dan gebeur tenissen, waarvoor hun belangsb 1, ling gevraagd wordt, in den vreemde Op 12 December zal H.M. de Ko ningin de nieuwe Moerdijksche brug openen! Dat is bekend, zooals het ook bekend is, dat op dien feestelijken dag, op dien dag die Noord en Zuid inniger aan el kaar verbindt, duizenden auto's, motor rijwielen, fietsen, in een langen, enorm langen stoet over de brug, dat wonder van dappere vaderlandsche ingenieurs kunst, zullen komen. Bekend is ook dat in Dordrecht en in Breda grootsche feesten de vreugde, die in deze steden over het totstand ko men van den grootschen schakel in den verkeersweg van Noord naar Zuid, heerscht, zullen vertolken. Echter, wat nog niet zoo algemeen bekend is, is de wijze, waarop in Dordrecht feest zal worden gevierd. Wel is waar is daar te hooi en te gras een en ander over medegedeeld en heeft men reeds den indruk kunnen ont vangen dat in Dordrecht een volle week wat, neen veel te doen is, doch een volledig overzicht van alles, wat Dordt doet om de belangrijkheid van de opening der brug te accentueeren, hebben wij nog niet gepubliceerd. En dat is toch noodig, om ieder te kunnen overtuigen van het feit, dat de stad aan Maas en Merwe een volle week 'n centrum van feestvreugde zal zijn. Als we dan eenige bijzonderheden omtrent het Dordtsche brugfeest gaan verstrekken, dan vermelden wij om te beginnen, dat het oude Dordt van Vrij dag 11 tot en met Zaterdag 19 De cember feestelijk verlicht zal zijn: de machtige Groote Kerk zal in floodlight baden, diverse pleinen zullen versierd en verlicht zijn en dank zij het werk van buurtcommissies, zal in vrijwel geen enkele belangrijke straat een feest- of lichttooi ontbreken. Bovendien wordt in die dagen 'n formidabele winkelweek met uitstallingswedstrijd gehouden, zoodat in de versierde straten veel en veel bewonderd zal kunnen worden. Echter behalve 't licht en de versierin gen, behalve de D.W.W. (de Dordt sche Winkelweek) en de D.U.W. (de Dordtsche Uitstallingswedstrijd), bezit Dordrecht tijdens zijn brugweek nog andere buitengewone attracties. De be langrijkste daarvan is de VETEMO. de opzienbarende Verkeerstentoonstel- ling met Lunapark, die in Kunstmin gehouden wordt, 'n tentoonstelling die een prachtig overzicht van den groei van het verkeer gaat bieden en wier lunapark en cabaret voor plezierige af wisseling zorgen. In belangrijkheid, ten minste wat het prettige gedeelte betreft, volgt de feesttent, die bij het Beverwijcksplein wordt opgeslagen. In deze feesttent namelijk worden de vroo lijkheid en de jolijt van een Ober-Bay- ern gebracht. Er speelt daar een echte Beiersche kapel, het bier zal er schui men en de leut, de gepaste feestvreug de, wordt er zekerlijk zeer groot. Het Dordtsche Ober-Bayern, we voorspel len dit met een gerust gemoed, zal een middelpunt der feesten vormen. Min der vroolijk, maar gewis zeer interes sant, wordt de tentoonstelling van schilderijen en andere werken van beel dende kunst, die de Bredasche Kunst kring en het teekengenootschap Pictura in het gebouw van dit laatste college aan de Voorstraat, houden. Zooals men uit deze vermelding van de, een volle week durende attracties in de verlichte en versierde stad, waar door eiken avond verschillende muziek korpsen trekken, kan opmaken, zeggen de Dordtenaren niet ten onrechte dat hun woonplaats een week lang een oord van beschaafd, interessant vermaak is en een stad van licht en belangwekken de exposities zal zijn. Doch er is nog meer! Dat zijn de afzonderlijke feesten, die Vrijdag 11 December beginnen. Op dien dag komen de duizenden sterrit-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 5