St Nicolaas en de Nachtwacht Buitenlandsch Nieuws. ABONNEERT U OP DIT BLAD, RECHTZAKEN. GEMENGD NIEUWS ter „De Echo van het Zuiden" Een legende. Peter Genk was de nachtwacht van Lingsel, een klein ommuurd stadje, dat reeds ten tijde van Karei de Groote bestaan moet hebben en waar veel vertier was van handelsvolk, omdat het aan een breede rivier lag. Z^n taak begon 's avonds als de 3 kleine stadspoorten van Lingsel met een zwaren eikenhouten hefboom ge sloten moesten worden en eindigde als bij 't prilste morgenlicht de vroeg ste karrepaarden ongeduldig met de hoeven stampten om weer binnenge laten te worden. Dan hoorde hij zwij gend en zonder iemand aan te zien de verwenschingen aan, die de voerlui hem half in scherts en half ge meend toeriepen, wegens het lange wachten en deed onverstoorbaar op zijn zeven gemakken de poort weer open, juist zoo vlug en juist zoo lang zaam als dat in zijn ondoorgrondelij- ken kop scheen vast te staan. En terwijl de karren met groot ge raas, onder geroep en zweepknallen, het stadje binnenvoeren, ging de nachtwacht naar „De Drij Kolomme- kens" waar hij in een hoek achter 'n groote pul bier verschanst zat, ter sluiks bespied door de blonde herber giersdochter Jenneke, die den vloer zuiverde van alle ongerechtigheden, door de gasten van den vorigen avond daar achtergelaten, en die onder haar werk door een vagen angst voelde voor dit zwijgzame wezen. Wie hem zoo zag zitten met zijn groote paarse neus en zijn zeehonden- snor onder de diep neergetrokken be renmuts, kon er aan twijfelen of de man leefde dan wel stil en zonder iets te zeggen, gestorven was op de plaats zelf. Maar na eenigen tijd kwam er le ven in hem, hij stond óp en ging zwij gend heen, terwijl Jenneke het munt stuk, dat hij op tafel had laten liggen, in haar gordeltasch stak en de pul wegnam. Dan zocht hij zijn woning op, een tamelijk ruim maar somber vertrek aan de Oosterpoort, dat in den volksmond de „gruwelkamer" heette, omdat daar in een grijs verleden mis dadigers en onschuldigen door folte ringen tot bekentenis werden gebracht. Alleen een groote kluister in de zolde ring herinnerde daar nog aan, maar daaraan hing nu een lamp. Was het om deze woonplaats of om zijn zwijgzamen ondoorgrondelijken aard, dat er zulke vreemde verhalen liepen over den nachtwacht? Of was het, omdat hij altijd 's nachts op pad was? Die overdag helder lachte over die koffiepraat, werd stiller als het avond werd, en dacht liever aan iets anders als het eenmaal duister was. Wie wist niet, waarom de mooie jonge weduwe Ella Bergh met den dag wegkwijnde? Het was op 'n nacht gebeurd, niet lang na den dood van haar man: zij werd uit een storm van doodsklokken met de smak van een val wakker, en keek verblind in een helder licht, dat vlak boven haar ge zicht gehouden werd. Toen zei een heesche stem: De dooden komen door geen open deur terug 's nachts; de Dood wel. Hel licht verdween en even lag de vrouw verbijsterd. Toen bedacht zij bij zichzelf, dat toch niemand weten kon, dat zij 's nachts de deur onge- grendeld liet, omdat zij tegen beter weten in zich zelf wilde wijsmaken, dat haar man zou terugkomen. Zij moeial dus gedroomd hebben. Maar toen zij niettemin opstond 0111 naar de kleine wieg te kijken, zag ze hoe op den rand van het dekentje in den rustigen ademgang van haar sla pend kind, een doodshoofdvlinder zat. Dit had haar zoo hevig aangegrepen dat zij sindsdien zichtbaar verkwijn de van angst, hoewel haar kindje ge zond en stevig was. En de menschen wisten allen, dat zij niet meer gene zen kon. Dat begrepen ze zoo. En Roemer, de kuiper, wist te ver tellen, dat op den nacht, dat hij bij zijn stervenden vader waakte, hij op zag in het gezicht van Peter Genk, dat akelig groot en verwrongen in 't venster stond tegen het zwart van de duisternis. Ontzet sprong hij overeind maar toen vloog het gezicht uiteen: het was maar spel van het haardvuur dat op de oneffen glasruiten spiegel de. Maar toen de jongeman, in zich zelf lachende om zijn angstige fanta sieën, weer meende neer te knielen, lag zijn vader daar met gebroken oogen. Zoo waren er nog meer verhalen en ze waren allemaal zoo, dat een ver standig mensch gelooven kon wat hij wou over de duistere machten, die 't volk aan de vreemde figuur van Pe ter Genk verbond. Maar één ding voor al is merkwaardig, en wel dat al deze vreemde vertelsels het nog niet zoo heej ver mis hadden met den waren aard van den nachtwacht. Zeker: wij gelooven geen van allen, dat Peter Genk iets anders is, dan een doodgewoon sterveling, die noch de Dood, noch 'n andere macht te vriend heeft, maar in zijn ziel was hij zooals de verhalen die over hem gingen. Hij haatte het geluk der menschen en als hij 's nachts door een vensterruit keek 01 een open deur binnen ging, was zijn haat in hem, al deed hij uiterlijk gewoon wat zijn plicht was. Hem hin derde vreugde en geluk en was er '11 mensch sterker, gezonder, blijer en gelukkiger als anderen, dan was de nachtwacht ongerust en angstig: dan spiedde hij zoolang, tot hij ontdekt had, dat ook dit menschenleven zijn donkere zijden had. Dat maakte hem weer gerust. Zoo werd hij gerust over de bloeiende, schoone Ella liergli, toen zij, gefolterd door angst 0111 haar kind en verdriet om haar mna, al bleeker en zwakker werd. Zoo werd hij ge rust omtrent Roemer, den sterke, die zoo helder zingen en lachen kon, toen diens levensvreugde als weggeslagen scheen door den dood van zijn vader. Zoo was Peter Genk, omdat hij zelf in zijn jeugd meer slagen gehad had, dan hij verdragen kon. Alles waar hij gelukkig en trotsch om was, alles wat hij hoopvol van de toekomst verwacht had, was langzaam weggevloeid of plotseling weggezakt, en toen hij nachtwacht werd, had hij niets meer over dan de angstig gekoesterde over tuiging van eigen grootheid: dat maak te hem ongerust over het geluk van anderen waar hij het ook zag. Zijn grootheidswaanzin vocht ertegen tot hij het gewonnen had en zeggen kon, dat de ander niet was wat hij zoo over moedig scheen te willen zijn. Tot op een St. Nicolaasavond Het was donker en koud en Peter Genk op zijn eenzame wandeling dooi de straten van het rustige stadje, voel de zich vernederd als een geslagen hond door al de intieme vreugde, die hij nu in ieder huisgezin wist. Hij hoorde kinderen zingen, hij wist van jonge geliefden, die met kloppend hart verwachtten, hoe hij of zij het heime lijk gebracht geschenk zou ontvangen, hij had mannen met zilverwit haar, langen baard en bisschoppelijk ge waad, vergezeld van een als Moriaan opgetuigden jongen, naar de buurlui zien gaan 0111 er voor Sinterklaas te spelen. Overal was nu blijheid en de nachtwacht voelde zich arm en uitge- stooten. Dit was een avond, waarop alles hem overwon en hij wist al van vroegere jaren, dat zijn ellende nooit zoo groot was als in deze uren van huiselijke vreugde alom. Hij borg zijn hoofd zoo diep moge lijk in de hoog opgeslagen kraag van zijn pelsjas en doofde zijn lantaarn. Wie hem nu had kunnen zien, zooals hij eenzaam een pikdonkere hoek op zocht, had gemerkt, dat de stugge zwij ger weende als een verdwaald en hul peloos kind. Hij liep dicht langs de huizen en hoorde opeens vlak bij zich een deur klapperen. Die had men blijkbaar opengelaten. Peter Genk trad behoed zaam naar binnen. Hij ging een klein portaal in en stond toen voor een trap. Boven brak licht door een kier. Pe ter Genk hoorde het jammeren van 'n jonge vrouwenstem, dat eindigde in een hiulbui. Hij luisterde toe en be greep dat hij hier bij moeder Arding was, die met de handen in het haar zat over den uitzet, dien zij haar doch ter moest geven, nu haar een zeer voornaam man gevraagd had. Al ja ren leefden moeder en dochter in groote, zorgvuldig verborgen armoe de, hoewel zij eens de rijkste vrouw van Lingsel genoemd werd. Nu wist zij, dat haar armoede aan het licht zou komen en haar dochter wilde dit maar liever bekennen aan haar aanstaande, maar kon het toch niet over zich verkrijgen, omdat zij vreesde, haar moeder ongelukkig te maken. Zij had het zwaar, vooral als zij telkens en telkens weer met haar moeder overlegde en weer overlegde, en merkte, dat zij tegen een blinden muur vocht en dat het gold, ol haar moeder te schande te maken, óf zich zelf ongelukkig te maken, door van het huwelijk af te zien. En wat haar aanstaande zou zeggen, als hij wist, dat zij arm was en hem tot nu toe op dat punt bedrogen had? Hoe meer zij dacht en overlegde, hoe zwaarder het voor haar werd! Zij zag er geen gat meer in. Peter Genk was een êindweegs de trap opgegaan en luisterde naar het opgewonden gesprek van de wanho pige dochter met haar moeder. Het is nu St. Nicolaas-avond; vroeger als kind werd mij verteld, hoe Sint Nicolaas heimelijk geld neerlegde op de trap bij meisjes, die om hun uitzet verlegen zaten. Maar hier in Lingsel loopt 's nachts alleen Peter Genk rond, die de menschen gezond heid en geluk uit het lichaam zuigt. En die zou hier vanavond kunnen bin nenkomen om ons „zijn gaven uit te deelen!", riep het meisje bitter. Hoor je dat, Peter Genk? Ga naar binnen en leg het geld, dat je in je hand hebt, op tafel! Vol ontzetting staarde de nacht wacht naar de lichte gestalte van een eerwaardige grijsaard in bisschoppe lijk ornaat, die plotseling naast hem verrees. In zijn eerste verbijstering stiet hij gedwee de deur open en stond in het heldere lampelicht van de kamer, met in zijn hand een buidel geld. Hij voel de zich hulpeloos en diep vernederd, maar toen hij eenmaal in de kamer was, wist hij niet meer, hoe eruit te komen. De moeder voer over eind, de dochter, die lijkbleek was, durfde zich niet te verroeren; zij wist dat Peter Genk haar woorden van zoo- even waar kwam maken en haar voor goed ongelukkig maken zou. Er verliepen eenige oogenblikken waarin niemand iets zei. Toen lei Pe ter Genk de buidel op tafel. Zij viel opzij en er rolden goudstukken uit. Toen gebeurde er met hem, wat sinds jaren niet meer gebeurd was: hij zag hoe moeder en dochter plotseling als het ware van wezen veranderden, zoo groot was hun geluk en Petei Genk had het gevoel, alsof er een groote last van hem werd afgenomen en alsof hij eindelijk gedaan had, wat hij altijd had moeten doen al die ja ren, dat hij met het ongeluk van an deren zijn ziel in slaap hield: hij was blij en gelukkig. Toen viel hem in, hoe wonderlijk dit alles was, en hij zag 0111 naar den grijzen bisschop. Maar die was er niet meer. MajAhet geld, dat alg er toch! Maar dat \lsl zijn eigen buidel met jaar-in- jaar-uit gespaard en opgepot geld! Langzaam drong hel tot zijn herin nering door, hoe hij zoo straks zijn geldbuidel meegenomen had en ge dacht had: „Ik zal het in het water gooien vannacht. Laat de menschen ttreugde hebben: mij zal 't een vreug de zijn te weten, dat daar een schat goud begraven ligt, die nooit meer iemand tot nut kan zijn!" Met deze krankzinnige vernietigings- lust had hij zich willen verdedigen tegen het geluk van anderen en 1111 was het zoo anders geloopen: het lag hier op tafel en gaf twee menschen nieuw leven. Peter Genk weende als de verloren zoon, die eindelijk zijn tehuis gevon den heeft. Toen de jonge vrouw huwde, stoot ten de menschen elkaar met een spot lach aan: Peter Genk stond achter in de kerk! Satan wordt driest, dat hij zelfs al kerken binnengaat!, zei er een. Maar de nachtwacht heeft heime lijk nog dikwijls iemand nieuwe le vensvreugde kunnen geven; hij kreeg er plezier in als een jongen, die een streek uithaalt. Maar zijn schoonste streken bewaarde hij voor St. Nico laas-avond. Want een nachtwacht ziet en hoort veel, al is het nacht TOM BROUNS. DUITSCHLAND SCHAFT DE NEU TRALE ZONE AF. De rijksminister van Oorlog, gene raal von Blomberg, heeft een decreet uitgevaardigd, krachtens hetwelk de neutrale zone van 5 kilometer voor militairen, die Duitschland aan de grenzen van Frankrijk en België inge steld had, afgeschaft is. Tot de instelling van deze neutrale zones ging Berlijn op 7 Maart j.l. over toen de Duitsche troepen in strijd met de bepalingen van het verdrag van Versailles het Rijnland binnenrukten. Een op dien dag uitgevaardigd decreet verbood aan leden der gewapende macht zich in uniform binnen de grensstrook van 5 K.M. te vertoonen. BELGIE'S defensie. In de Belgische Kamer heeft minis ter-president van Zeeland verklaard accoord te kunnen gaan met het door de regeeringspartijen voorgestelde amendement, volgens hetwelk de diensttijd van een deel van het contin gent gedurende de periode van 1937 tot 1941 op 17 maanden wordt vastge steld, terwijl de rest 12 maanden dienst doet. Ten aanzien van de Locarno-accoor- den zeide Van Zeeland, dat België Frankrijk en Duitschland de verzeke ring wil geven, dat het bereid is de consequenties daarvan te aanvaarden. „Wij bewapenen tegen niemand, maar wij moeten sterk zijn om te voorkomen dat een naburige mogendheid een ge makkelijke overwinning op ons denkt te behalen. Wij weten dat wij niet al leen staan, dat wij trouwe vrienden hebben. Ter vermijding van een cata strofe is het goed, dat landen als En geland en Frankrijk een tegenwicht vormen tegen invloeden, die fataal kunnen zijn." FRANKRIJK ZAL ENGELAND STEUNEN. De Fransche minister van buiten- landsche zaken, Delbos, heeft in de Kamer medegedeeld, dat Frankrijk zich verplicht Engeland te hulp te ko men, indien dit land het slachtoffer wordt van een niet uitgelokten aanval. MISLUKTE OPSTAND IN GRIEKENLAND. De autoriteiten hebben te Athene een strenge censuur ingevoerd. Men zegt, dat een aantal oud-ministers ge arresteerd en naar den Egeeschen ar chipel verbannen zijn. Zij zouden teza men met officieren een complot heb ben gesmeed om de regeering omver te werpen. DE BURGEROORLOG IN SPANJE. Toenemende interventie. De rooden doen herhaaldelijk uitvalspoqingen. De toe stand te Madrid. Van Duitsche zijde is het sensatio neel bericht verspreid, dat er een ge heim verdrag gesloten zou zijn tus- schen het hoofd van de Spaansche Volksfront-regeering Largo Caballero, en den Sovjet-Russischen ambassa- De bruintjes. Onder de rij van harde meesters ?)m)n van hun respectievelijke paarden6 moesten terecht staan M. V. te Udenhout, A. v. B., te Sprang. Gapelle en M. B. te Vlijmen. Zij allen hadden de paarden, die gewone waren, arbeid doen verrichten. w Zij werden ieder veroordeeld tot 'J j' flO boele. «f Wéér en ernstige botsing. uuiek lm te H. V. te Drunen stond terecht |USscl wegens schuld aan een auto ongeluk, 0t sta dat veroorzaakt werd omdat ver !en be dachte links reed en den doorgangveric niet vrij liet. egenst De aanrijding geschiedde aan d<,nd# h Grootestraat te Waalwijk. Verdachteendde bestuurde een autobus Er werden twee getuigen ge hoord. Wegens gebrek aan schuldbewij eischte het O. M vrijspraak. roolsc in de en. !m en ce kui De verdediger Mr. Gerrits Den de Bosch, behoefde dus niet te pleiten en kon volstaan met zich te refe reeren aan het oordeel van 't O.M DRAISMA-van-VALKENBURG cT-ZACHT VAN SMAAK-PRUS 70el»'. deur, Moses Rosenberg. Door dit verdrag zou Moskou zich uitdrukkelijk er toe verplicht hebben de volksfront-troepen in Madrid en Ca- talonië te voorzien van wapens, muni tie, pantserwagens, vliegtu'gen en che mische producten en bovendien een internationale communistische armee voor Spanje uit te rusten. Caballero zou van zijn kant zich er toe verplicht hebben, vijfhonderd mil- lioen peseta ter beschikking van den Sovjet-ambassadeur te stellen. Een aantal buitenlandsche bladen heeft de bewering gepubliceerd, dat in Spanje Duitsche troepentransporten zijn geland. Het Duitsche contingent zou duizenden manschappen sterk zijn en de troepen zouden gekleed zijn in de uniform der Spaansche nationalis ten. Sommigen spreken van 2000, an deren van 10.000 Duitschers. Duitschland heeft zich natuurlijk gehaast deze beschuldiging als valsch te brandmerken. Men wijst er op dat, indien er werkelijk in de Spaansche gelederen Duitschers strijden, dan kunnen dat alleen vrijwilligers zijn, n.l. Duitschers, die in Spanje wonen, en zich daar, evenals vrijwilligers van andere landen, ter beschikking stellen van de nationale regeering. Woensdag zijn de wijken Noorden en Noord-Westen van Madrid opnieuw gebombardeerd. Men telde een veertig tal buitengewoon zware explosies. Hoewel het bombardement nauwe lijks een kwartier duurde, is het aan tal slachtoffers en ook de aangerichte schade aanzienlijk. Tegen den avond werd de grootste slag beëindigd, welke sinds het beleg van Madrid is geleverd. De strijd begon met een hevig vuur van de artillerie der regeeringstroepen op de stellingen der belegeraars ten Noord-Westen van Madrid. Het ge- heele terrein tusschen Pozuelo, Casa del Campo en de Manzanares lag on der geschut- en mitrailleur vuur. Plotseling sprongen de roode mili tietroepen uit hun stellingen te voor schijn, om een stormloop te onderne men op de loopgraven der nationalis ten. Hier stuitten ze echter op zulk een tegenstand, dat zij, onder dekking van hun artillerie, ijlings terug moesten trekken. Ook hierna zijn nog soortgelijke stormloopen door de rooden onderno men. De nationalisten maakten vele tanks buit. Aan de zijde der regee ringstroepen vielen 20.000 dooden en gewonden te betreuren. De toestand in de Spaansche hoofd stad is hopeloos. De bomvrije kelders zijn volgepropt met menschen, die een schuilplaats zoeken tegen de lucht bombardementen. DE RAMP DER SCH. 179. Op het Zuiderstrand te IJmuiden i een lijk aangespoeld, dat door de fa mi lie is herkend als te zijn van D. Bal oud 32 jaar, gewoond hebbende ti Den Haag, een der opvarenden vai'^ee^ den verongelukten logger „Sch. 179" DE ONHEILBRENGENDE STORM. Omtrent de vernielingen, welke d Noord-Westerstorm heeft aangericht wordt nog gemeld, dat de visschers hoot T 58 te De Cocksdorp van de ket tingen sloeg en wegdreef. Het water in de Merwede stuwd, zoo hoog op, dat de Spieringpolder Werkendam onderliep Te Oostvoorne werd de duinenrij ge deeltelijk vernield. Bij den Spijkerplaat te Bresken liep de Deensche driemaster Fuglei aan den grond. Men verwacht nie dat het schip vlot zal komen. datgei irs laa vele f men z ten kf alzc atgene ste 1 oopbe opge jodin f de be* het t toeg en d nood dial woi en d< 1 mer e ver een St. da toonei kespe goed noch e dicl ken zi n sp rtepi de vei en is de eeldr: kt w eatm Wilt ere op de hoogte zijn en blijven van 't geen er leeft en te koop is in Waalwijk, de Langstraat en Omgeving, abonneert U dan op ke de Bij Norderney liep een IJmuide !n visschersvaartuig op 'n rif. De uit koppen bestaande bemanning koi z worden gered. a* »Voo BEJAARDE MAN VERMOORD. s mij De alleenwonende 67-jarige C. Hl0n(^ei Reyntjes, die in het dorp Leek. biyei et Groningen, een klein boerderijtjRer 1 heeft, is vermoord op zijn bed gevonas vo r o peare den. 1 Sh De oude heer was niet meer iials staat zelf iets te doen, zoodat de buPmm ren op zich hadden genomen, dagemaal liiks de koeien te melken. Deze kwaB^nS( men tot de ontdekking, dat er bi Ue c Reyntjes was ingebroken en dat alle .,oen. in het huis overhoop was gehaaldlk» Kasten en kisten waren opengehrokeeen dekens en kussens van het bed lagei8en,a op den vloer verspreid. In de keukenoes vond men Reynt jes dood op het ledi al va kant liggen. Om het hoofd was ee'over kussen gebonden, zoodat de man ge stikt moet zijn. Overigens waren geei sporen van geweld waar te nemen. Men vermoedt, dat de inbreker door de schuur het huis zijn binnen gedrongen. Het is hun waarschijnlij! hekend geweest, dat Revn'jes eerOveree bedrag van 200 had ontvangen, ken w Het parket uit Groningen steld>i2,j|a een onderzoek in, waaruit bleek dav. d. er tusschen R. en zijn belager tocljkssch moet zijn gevochten. Een Woemprjhoenn lag kapot op den vloer van het keumerkt kentje. Een paar tegels van de kachelNjeuei plaat waren vernield' en de kleeren va irifteli het slachtoffer lagen over den gro»ngen| verspreid. oemsti De dieven hebben met een pa% sleutels de winkellade geopend en d n(eri enkele centen, die er in lagen, meegfakscho nomen. Het bedrag van 200, dat Vrlinge ontvangen had van iemand uit Grcj tyjj ningen, die een stuk land van hem \iarne huur had, had hij in zijn binnenza! geborgen. Daarvan zijn enkele perst nen getuigen geweest. Of hij het late heeft weggeborgen, weet men nidjWij R Het bedrag is nog niet gevonden. 0 n iriek 3ft u neele oede 1 scnip viut Atu nunicu. 1

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1936 | | pagina 8