Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. PASCHEN ANNE. f FEUILLETON JIOQRDBRABAnD" ABONNEERT U OP DIT BLAD. Accijnsverlaging. Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD. NUMMER 26. ZATERDAG 27 MAART 1937. 60e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag e| Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Het is vaak moeilijk om aan het Le ien te gelooven, want er is zooveel dat ons van den Dood spreekt. Maar er moeten tegenstellingen zijn om waarde te geven aan wat goed, schoon of nuttig is. Rijkdom zou onbestaan baar zijn, wanneer er niet méér en zwarte armoe was. Geen schatten zou den ons gelukkig kunnen maken wan neer ze voor het oprapen zouden zijn als het zand aan de stranden der zee. En zoo ook zou het Leven, de groei ende kracht, de opgang tot het Hooge- re, niet kunnen glorieeren, wanneer het zich niet te ontworstelen had aan de machten van den eergang en wan neer hel in zijn wezen niet werd be dreigd door de woekeringen van het dorre, het doodende, hel zieke en hel slechte. Er wordt vaak gesmaald op de waarde van het Leven, ons door den Verlosser gebracht. Verlossing? zoo wordt gemeesmuild. Overwinning op den Dood? Zie maar naar Abessinië, aldus wijst ons de twijfelaar, waar de christelijke beschaving den bodem drenkte met het bloed van den zwar ten medemensch. Ziet naar Spanje, waar een volk verteert in kommer en ellende en waar de broedermoord tot massabedrijf is geworden. De victorie van hel Kruis? Duizenden kerken werden een smeulende puinhoop in van „De Echo van het Zuiden' Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). John bleef aanhouden, deels omdat het zijn gewoonte niet was, zich met een kluitje in het riet te laten sturen, deels omdat de norsche onwelwillend heid van de vrouw hem van den aan vang af had gehinderd. Waar is het? vroeg hij nogmaals. Het hoort niet bij het huis. Is het hier? Of in de kleedkamer? Is het in de kleedkamer? Haar gezicht veranderde, ze keek verschrikt, toen kwam de onwillige uitdrukking er weer op terug. John liep naar de deur van de kleedkamer en deed die open. Het was een vrij ruim vertrek, maar leek kleiner dan zij in werkelijkheid was door de groo- le meubels, die er stonden. Een enor me mahoniehouten kteerenkast reikte lot aan hel plafond, een breede chif- fonière stond tegen oen muur er te genover, de gebeeldhouwde waschtafel besloeg de derde wand vrijwel geheei. Hij stond op het punt de kamer weer te verlaten toen juffrouw Mossiter vlak bij hem kwam staan en zwaar ademhalend, stiet zij uit; hetzelfde Spanje; duizenden men- schen, die het kruis droegen op de borst, vielen er onder de slagen der godloozen. De triomf van de Waar heid? Neen hel oude heidendom wordt op moderne wijze bezield; Christus wordt verbannen en de symbolen van een afgodencultuur worden hoog ge heven Deze dingen, waarop men wijzen kan, stemmen inderdaad droef. Ze vervullen ons met weemoed, zooals ook de winter het deed, die het leven op de aarde verdorde. Maar het Leven heeft den doodsschijn noodig om te kiemen en te ontwikkelen en te stra len tegen den achtergrond van wat was. Het doodskleed, dat elke winter over de aarde spreidt, levert de stof, "waaruit 't bruidskleed wordt geweven. Twente kan er slechts z ij n, omdat er een winter w a s. Christus heeft Zijn overwinning op den Dood niet gevierd in een sfeer van luister en glorie. Hij had het in Zijn macht om bij Zijn Verrijzenis heel een menschheid te laten staan sidderen van eerbied en ontzag. Hij had het in Zijn macht om legioenen van engelen van den hemel te laten dalen, op ba zuinen en klaroenen hun vreugde uit- schallende en hun ontzag over het geen de Meester had gewrocht. Maar zóó vierde Christus Zijn tri omf niet. Integendeel, toen Hij had verwon- „Het schilderij hoort niet bij het huis cn uw vergunning om hel huis te zien houdt niet in dat u daar iets mee te maken hebt. Het is van Lady Marr het hoort heelemaal niet bij het huis". „Juist", zei John koel. „Als ik me goed herinner, hebt u me dat al eer der meegedeeld, nietwaar?" Hij volgde de richting van haar boozen blik en zag toen dat de lijst van het schilderij een paar centime ter boven de chiffonière uitstak. Het was een vergulde lijst het schilderij stond met den voorkant tegen de ach terzijde van de ladcnkast. Hij liep er heen en toen hij zijn hand erop legde, bespeurde hij zoowel ontsteltenis als wilde drift in juffrouw Mossiter's stem. „U hebt het recht niet er aan te ko men. Het hoort niet bij het huis, het is van lady Marr". Toen zei ze niets meer, er was iets in de manier waar op John keek, dat haar deed zwijgen. Hij trok het schilderij achter de chiffonière weg, zonder dat de huis bewaarster verdere pogingen deed om zich te verzetten. Het stuk stelde een heel jong meisje voor, dat zich in een antieken spiegel stond te bekijken. Dat was de eerste indruk een meis je in 't wit met kort blond haar. Haar hoofd was een beetje voorover gebo gen, het licht viel juist op haar fijn profiel. Maar het gezicht dat schijn baar door de spiegel teruggekaatst werd, was omlijst door lange, donkere krullen en John herinnerde zich die... De dubbele beeltenis deed hem schrikken en tegelijkertijd was hij er nen en de menschheid had verlost, was de Liefde, welke Hij had gepre dikt, meer zoek dan ooit; de schijn van overwinning was aan Zijn ver\v>«- gers; de twijfel had het hart beslopen van wie Hem hadden gevolgd. Tegen dezen achtergrond stond Zijn zegepraal, hét verloste Leven. De overwinning van Christus werd slechts eerbiedig-fluisterend gesproken tegenover de enkele vrouwen, die in ootmoed waren gekomen tot Jezus4 graf. Tot haar werd het gezegd: De Heer is waarlijk verrezen! En zij gingen heen, getroost en ge zaligd, deelhebbende aan de Overwin ning, aan de Verlossing, aan 't Leven. Het bloed van onschuldigen, dat in onze dagen de aarde nog drenkt, is 't EEN POLIS LEVENSVERZEKERING door bekoord. Hij herinnerde zich niet dat hij over dit schilderij had hooren spreken als een van de meesterstuk ken van Amory. Hij staarde als ge boeid naar de twee gezichten en las toen wat het zwarte plaatje, dat op de vergulde lijst bevestigd was, ver meldde: „Jenifer en Anne Bedinda, tweelingdochters van Sir An thony Waveney". II. EEN ONVERWACHT WEERZIEN. - Als een advocatenkantoor meer dan vijftig jaar bestaat, kan het voor komen dat de namen op de koperen deurknop niet kloppen met die dei- tegenwoordige firmanten. Het was het kantoor van de heeren Garden. Longhope en Mortimer, waar van Jonh Maurice de mededeeling had ontvangen dat de titel en het grondbezit der Waveney's hem ten deel gevallen waren; maar de wel willende oude heer, die hem bij zijn terugkomst uit Engeland te woord had gestaan, droeg den naam Car- ruthers en deze had verklaard, dat indien Sir Jonh Waveney in den loop van de volgende maand hulp of in lichtingen noodig had, Mr. Smith, zijn neef en associté, tot zijn dienst was. Mr. Carrutthers zelf was van plan een korte vacantie te nemen. Blijkbaar was er dus geen Long- hope, geen Mortimer en ook geen Garden meer in de firma en toen John ten tweede male een bezoek bracht bloed van Christus. Wie dat doen ver gieten, zijn Zijn vervolgers. Wie het Evangelie verdedigen tegen de valsche profeten onzer dagen, zetten den strijd van Christus voort tegen de Schrif- tuurvervalschers, die Jezus op Zijn tocht over de aarde overal omringden. Wie thans geweld gebruiken om het onrecht te doen zegevieren, klinken voort aan de nagelen van Christus' Kruis. Zij ijveren voor de zegepraal van den Dood. Christus lijdt nog steeds onder ons, om ons te verlossen. Daartoe moeten Zijn kinderen met Hem mede lijden. Overal kunnen we in onze dagen en zoo zal het wel blijven op de we reld hei graf van Christus vinden. Maar als we het benaderen in oot moed, zooals ééns de vrouwen uit het Evangelie het deden, dan zullen we het leeg zien, want Christus is opge staan voor hen, die Hem zochten en ze zullen Hem weervinden daar, waar heen Hij is gegaan om Zijn kinderen een plaats te bereiden. Voor hel Le ven, dat niet meer zal einden. De wereld is der menschen winter. Daar zal de neergang zijn en blijven van onrecht en boosheid. Die wereld hebben we noodig om er het graf te zoeken van Hem, Die ons verloste. Als we het gevonden hebben, dan zal het juichen in ons binnenste. We zullen vrij zijn, ondanks de banden, waarin de menschen ons willen boei en. Onze ziel zal het Hallelujah zin gen. De zon der genade zal ons be stralen. We zullen zijn opgestaan in en door Hem, ondanks den valschen schijn, aan het ouderwetsche huis waarin het kantoor gevestigd was, vroeg hij dan ook, zooals hem gezegd was, naar Mr. Smith, Na even gewacht te hebben werd hij binnengelaten in een ruim, hoog vertrek met lange smalle ramen, het type van de werkkamer van een Londensch advocaat met groote, aan zienlijke practijk. Buiten was de hemel donker, een bureaulamp brand de op de schrijftafel van Mr. Smith, Toen John binnentrad viel het licht op een gebogen hoofd, maar toen de rechtsgeleerde opkeek, bescheen het een gezicht met scherpe trekken en een paar verraste blauwe oogen erin. Met een sprong, die de lamp en de stoel deed wankelen, was Lewis Smith overeind. Maurice! Hallo! Hoe kom jij zoo ineens uit de lucht vallen? John liet zijn hoed, dien hij in de hand had vallen. Alle menschen het is Lulu? Maar jij hoe is het in vredes naam mogelijk... Ik... je bent toch niet... Waar is dat kaartje? Je bent toch Waveney niet Je wilt me toch niet wijsmaken, dat jij Sir John Wa veney bent John Maurice Waveney. Ik liet den naam Waveney weg, toen ik dienst nam. Ik had er op dat moment natuurlijk geen idee van dat ik later juist bij Tom Waveney's compagnon zou terechtwomen De tweede zoon van Sir An thony? Ja een heel geschikte kerel gevallen bij Loos. welke over de aarde ligt gespreid. Onze vrijmaking ligt niet in handen van menschelijke verwaat'nen, maar in de handen van Hem, Die den win ter liet komen om daaruit de Lente geboren te laten worden; den Dood macht gaf om te toonen, dat het Le ven sterker is; het onrecht toelaat om het recht te laten zegepralen; de be zoeking over ons zond om de zuiver heid van het Loon. De accijns op het gedistilleerd moet worden verlaagd, want de opbrengst vermindert, omdat deze belasting te hoog is. En de moreele gevolgen z\jn nog erger. De ami-revolutionaire Rotterdam nier zei bet dezer dagen weer eens kort en krachtig: De volgende feiten zijn in confes- so: de eerlijke fabrikanten en han delaars en de schatkist lyden scha de; de wetsontduikers en smokke laars worden rijk; de knoeiers on dermijnen de volksgezondheid en kweeken spiritusdrinkers; even over de grenzen bouwt men foezel paleizen en rijke eslaminets, waar dronkenschap cn onzedelijkheid hand aan hand gaan. Er zijn over deze zij het indirecte maar zeke re gevolgen van een overdreven accijnsheffing statistieken, cijfers cn feiten gepubliceerd, welke elke verbeelding tarten. Minister mr. Oud denkt aan geen vermindering, sinds hem de compen satie niet werd toegestaan. Het ko mende kabinet begrijpe hier spoedig zijn taak. Er viel even een stilte, zoo'n oogen blik van zwijgen, die men vaak heeft als menschen, die veel gemeenschap pelijke herinneringen hebben, elkaar na langen tijd weer ontmoeten; vooral wanneer het gesprek komt op oude kameraden, die er niet meer z'in. Maar lang duurde deze pauze niet het leven is nu eenmaal machtiger dan de dood Lewis Smith begon opeens te lachen en klopte John hartelijk op den schou der. Het kan raar loopen in de wereld jij bent wel de laatste dien ik ge dacht had vanochtend in levende lijve voor me te zien en dan nog wel als Sir Waveney! Maar waar heb je al dien tijd gezeten, kerel? Waarom ben je al niet een jaar geleden gekomen, direct na den dood van Sir Anthonie? John zette zich op de leuning van den fauteuil, die voor de bezoekers bestemd was en keek even peinzend voor zich uit. Toen hij weer begon te spreken, beantwoordde hij eerst de laatste vraag van zijn ouden vriend. Ik kwam niet terug omdat ik niet wist wat ik moest aanvangen met een landgoed, zonder geld om het be hoorlijk te bewonen. Bovendien zat ik tot over mijn oren in het werk met hel boek van Peterson. Lewis Smith nam weer in zijn bureaustoel plaats, sloeg zijn lange beenen over elkaar en vroeg: Peterson? Ja, Rudolf Peterson. Je hebt toch wel eens van Rudolf Peterson gehoord? Peterson van de slangen. Een eerste-klas beroemdheid op zijn gebied (Wordt vervolgd). I De Echo van het Zuiden, Wulf(jksrhr cn Langstraatscbe Courant GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE- KOMST VAN U EN DE UWEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1