door en door leeren kennen, maar heeft met onze gemeente al die jaren lief en leed gedeeld en troost en vreugde gebracht in tal van huisgezinnen. Gaarne wenschen wij, dat hij nog vele jaren te midden der zijnen een welverdiende rust moge genieten. Jam mer is het dat hij juist nu in een zieken huis moet verblijven en voor zijn toe stand zelfs het ergste moet worden ge vreesd. Laten wij God bidden voor een spoedig en algeheel herstel. De heer van Halder wijst er op dat toevallig Dr. v. Seters juist vandaag weer is thuisgekomen. b. benoeming van een nieuwen ge meentegeneesheer. Hiervoor stellen B. en W. voor dr. G. C. Akkermans, die ook naar deze vacature gesolliciteerd heeft. De heer de Wijs vraagt of het niet mogelijk zal zijn dr. Akkermans bij ac clamatie te benoemen, als blijk van waardeering voor Dr. v. Seters, die hem heeft aanbevolen. De Voorzitter zegt echter dat de wet voorschrijft dat de stemming over per sonen schriftelijk moet plaats hebben, doch via de pers zullen de woorden van den heer de Wijs, alsook de uit slag der stemming aan Dr. v. Seters duidelijk het gevoelen van den raad vertolken. Na stemming bleek dat Dr. Akker mans met algemeene stemmen was be noemd en de voorzitter meent dat hij de gemeente wel kan gelukwenschen met dergelijke keuze, want hij twijfelt er niet aan of de gemeente zal in Dr. Akkermans een zeer bekwaam genees heer hebben. 3. Voorstel, zulks ter bekoming van Rijkssteun voor de begrooting '37, tot: a. wijziging van de Hondenbelas ting, verhooging van de belas ting van bedrijfshonden van 1.50 tot 2.50; De Voorzitter zegt dat men nu he laas met dit voorstel moet komen. Het vorig jaar is het nog gelukt om zonder tot verhooging over te gaan nog Rijks- steun te krijgen, doch dit is nu niet meer mogelijk. Het lid de Wijs zegt bang te zijn dat er nu veel honden opgeruimd zul len worden en dat er daardoor zelfs nog een mindere opbrengst zijn zal. Op vele plaatsen, zegt spr:, heeft men een belasting op de brandassurantiepremiën ingevoerd. Deze belasting komt dan voornamelijk ten laste van de huis eigenaren, die toch wel over het alge meen betalen kunnen. De Voorzitter zegt nu nog geen ad vies te kunnen geven. De gevolgen van dit voorstel zijn volgens spr. nu nog niet te overzien. Maar wel is hij er bang voor, dat wanneer er nog een brandassurantiebelasting bij moet ko men, de hondenbelasting toch nog ver hoogd zal moeten worden. Spr. is er van overtuigd dat uiteindelijk minstens 25—40 van het aantal honden in deze gemeente, door die bepaling zul len verdwijnen. Maar er is niets aan te doen, de minister wil het nu een maal. De heer v. d. Wiel vraagt of er dan bij de vermogensbelasting nog niet wat bij kan. De Voorzitter zegt echter dat hierop slechts 50 opcenten mogen worden ge heven, en hiervan heft de gemeente 40 en het rijk 10 zoodat hier niet meer aan te tornen valt; trouwens aan geen één belasting is hier nog iets te doen. De heer van Drunen vraagt of er geen uitzondering kan gemaakt wor den voor de honden van hen die ach teraf wonen en van alle politietoezicht verstoken zijn. De Voorzitter zegt dat hij wel wil probeeren om deze bepaling alsnog op te nemen, maar het groote bezwaar is. dat men dan weer een heele tijd moet wachten voor de begrooting wordt goedgekeurd. Besloten wordt om aan den minister te vragen vrijstelling van belasting of handhaving van de oude belasting voor waakhonden van boerderijen die niet aan een harden weg zijn gelegen. b. wijziging van het vergunnings recht, verhooging van het recht met 2.— per 50.— huur waarde; De Voorzitter zegt dat deze wijzi ging voor de gemeente niets beteekent daar ze slechts 24.- opbrengt. Slechts 3 café's worden er door getroffen, zoo dat die aan een huurwaarde van 200 komen. Dit zou dan voor hen een be drag van 8.uitmaken. We hebben dit ook aan den minister bericht, doch deze zegt dat de bepaling moet door gevoerd worden. De heer v. Herpt vraagt of die huur waarde geschat wordt door een Com missie. De Voorzitter antwoordt dat die huurwaarde niet door een commissie, maar door B. en W. wordt geschat; deze zijn daarbij heel soepel geweest. De wijziging wordt hierna z.h.st. vastgesteld. c. vaststelling verordening op be smettelijke ziektengelden; Ged. Staten, aldus de voorzitter, heb ben reeds herhaaldelijk aangedrongen op vaststelling van bovenstaande ver ordening. Deze geldt voor het geval er maat regelen genomen worden om uitbrei ding van besmettelijke ziekten te voor komen. De kosten die deze maatrege len voor de gemeente meebrengen, wer den vroeger op het Rijk verhaald. Nu komen de kosten echter voortaan voor rekening van de gemeente, die dan een gedeelte hiervan weer op de be trokkene kan verhalen, naar verhou ding van het inkomen van die persoon. Zoo is iemand met een inkomen van minder dan 1000.— hiervan vrijge steld, terwijl iemand met een inkomen van 4100.— het geheele bedrag moet betalen. De heer v. Drunen vraagt of de kin deraftrek er dan al af is. De Voorzitter zegt, dat men deze kosten gewoon berekent naar de ge mengde hoofdsom, waarbij met kinder aftrek reeds is rekening gehouden. Deze verordening wordt z.h.st. vast gesteld. d. wijziging (verhooging) van de schoolgeldverordening. Het vorig jaar heeft de raad in Au gustus een nieuwe schoolgeldregeliny vastgesteld, zegt de voorz., en naar zijn meening zelfs een zeer goede; de kos ten die op de groote gezinnen drukken waren zooveel mogelijk verlaagd. Doch nu moet volgens lastgeving van Ged. Staten deze schoolgeldregeling weer geheel veranderd worden, volgens een schema door den minister vastgesteld, zoodat nu nog slechts eenmaal kinder aftrek kan worden toegepast. Voor iemand met een inkomen van 800— 1200 is deze belasting ongeveer ge lijk gebleven, doch bij inkomens van boven 1600.— loopt ze nogal vrij sterk op. Deze verhooging brengt een op brengst mee van ongeveer 800. vorig jaar 600.—, zoodat een voor deel is bereikt van ongeveer 200.—. Wat de kinderaftrek betreft, d;e werd vorige maal twee keer toegepast, n.l. voor alle kinderen uit het gezin en bovendien voor de schoolgaande kin deren. B. en W. hebben gemeend de kinderaftrek nu toe te passen voor de kinderen die de school bezoeken, daar dit voor de ouders de gunstigste rege- linq zal zijn. De heer van Drunen vraagt of deze bepaling ook slaat op de gezinnen ten Oosten van Drunen, waar kinderen ook in Nieuwkuijk naar school gaan. De Voorzitter zegt dat dit geenerlei invloed heeft op de schoolgeldregeling. De heer van der Wiel vraagt waar om de regeering nu speciaal altijd op het schoolgeld te werk gaat. De Voorzitter zegt dat dit hier niet het geval is, ook de hondenbelasting, het. vergunningsrecht, de verordening op besmettelijke ziektegelden worden veranderd. Het lid van de Wiel zegt dat de mi nister destijds de voorgaande school geldregeling toch goedgekeurd heeft en nu gaat hij er zelf aan veranderen, ter wijl hier de gezinnen er toch zwaar door getroffen worden. De Voorzitter merkt op dat de mi nister nu eenmaal heeft vastgesteld dat de kinderaftrek slechts eenmaal mag worden toegepast en daar is niets aan te veranderen. De heer v. d. Wiel merkt sarcastisch op dat de minister erg voor groote ge zinnen gestreden is. De Voorzitter meent dat de school geldregeling zooals ze nu is voor ver schillende groote gezinnen voordeeliger is, dan zooals ze hiervoor was. De wijziging wordt hierna z.h.st. vastgesteld. 4. Vaststelling instructies voor ge meentegeneesheer en gemeente vroedvrouw. Wat betreft deze instructies heeft het lid van der Wiel tegen twee punten eenige aanmerkingen. Ten eerste dat van het salaris van den dokter, nu toch ook een verlos kundige voor de armenpraktijk door de gemeente is aangesteld, wel een paar honderd gulden af kan. Ten tweede dat de gemeenteambte naren de dokterskosten voortaan zelf moeten betalen. Zoo is het in Den Bosch reeds zoo lang geregeld, en de ambtenaren hebben over het algemeen zoo'n goed salaris dat dit er best af kan. De Voorzitter zegt dat het salaris van den gemeente-geneesheer 1140 bedraagt en hij bovendien nog 300.- vergoeding krijgt voor de kosten van geneesmiddelen aan armlastigen. Uw opmerking betreffende het salaris van den dokter komt misschien omdat dit verhoogd is in verband met de aan sluiting van Elshout, maar dan kan ik U mededeelen dat deze verhooging niet is geschiedt in verhouding tot de uit breiding van den werkkring van den dokter. Wij meenden te kunnen vol staan, met toen het salaris van den dok ter van 1000 op 1140 te brengen, en de vergoeding voor kostelooze ge neesmiddelen niet te verhoogen, alhoe wel die toch ook in Elshout moesten worden verstrekt. Op uw opmerking betreffende de ge meente-ambtenaren kan ik U mede deelen, dat er momenteel slechts drie ambtenaren zijn, die van deze regeling profiteeren, dit zijn n.l. de twee ge meente-veldwachters en de gemeente voorwerker, die dus krachtens hun be roep gemakkelijk verwondingen of ziekten kunnen oploopen. Ik zou het jammer vinden dat de raad deze bepa ling moest laten vervallen, daar deze mannen toch door hun ambt gevaar loopen. De heer v. d. Wiel zegt dat deze re gelingen ten tijde van dr. v. Seters wel goed konden werken, daar hij zooals bekend is, vele armen gratis heeft ge holpen, maar zal dit in de toekomst het zelfde blijven? De Voorzitter merkt op dat de be paling zooals ze hier staat ook vroeger reeds in de verordening stond, maar hij twijfelt er toch niet aan dat de tegen woordige geneesheer niet anders zal handelen dan Dr. van Seters vroeger gedaan heeft. Het lid v. d. Wiel stelt voor het to tale salaris van den dokter op 1200 te brengen. In stemming gebracht blijkt de oude regeling met 8 tegen 1 stem te zijn be houden (een salaris van 1200 min 5 en een vergoeding van 300). Alleen het lid v. d. Wiel stemde te gen, terwijl dhr. v. Oers buiten stem ming bleef. Wat de jaarwedde der vroedvrouw betreft, zegt de voorzitter dat deze 1282.50 bedraagt. De heer van Drunen zegt tegen ver scheidene artikelen der instructie voor de vroedvrouw bezwaren te hebben. Hij wenscht n.l. in art. 2 opgenomen te zien, dat de vroedvrouw tegen be taling verplicht is aan iedereen die zulks verlangd, verloskundige hulp te verschaffen'. De Voorzitter zegt dat dit niet op gaat, daar de vroedvrouw een door de wet beschermd vrij beroep heeft, doch daarnaast belast wordt met de armen praktijk. Wij kunnen terzake het vrije beroep der vroedvrouw, aldus de voor zitter, haar geen nadere verplichtingen opleggen. Zij is echter evengoed als een dokter steeds wettelijk verplicht hulp te verleenen als die ingeroepen wordt. Wat betreft art. 4 vraagt de heer v. Drunen, hoe de pensioenskwestie ge regeld is en of zij de pensioensbijdrage zelf moet betalen. De Voorzitter zegt dat de pensioens kwestie bij de wet geregeld is en de vroedvrouw zelf haar pensioensbijdra ge betalen moet, welke 10 van het loon bedraagt. Het lid v. Drunen vraagt verder of het juist is dat de vroedvrouw 25.— rijwieltoelage ontvangt, en of deze toe lage vast is, ook wanneer zij b.v. tot aanschaffing van een auto of motor over zou gaan. De Voorzitter antwoordt hierop dat die 25.— rijwieltoelage vaststaan, het staat zelfs te bezien dat wanneer zij een auto of motor aanschafte deze toe lage nog zou ontvangen, of het mocht misschien noodzakelijk blijken te zijn met het oog op verre afstanden b.v. De raad heeft hierin steeds te beslissen. De heer v. Drunen vraagt hoeveel vacantiedagen er onder art. 5 bedoeld zijn? 'De Voorzitter zegt dat de vroed vrouw over een vacantie kan beschik ken van 14 werkdagen. De heer van Drunen zegt dan dat artikel 6 niet voorziet in de moeilijkhe den die konden ontstaan, wanneer men de vroedvrouw noodig heeft en deze dan afwezig is. Zou het niet wensche- lijk zijn de bepaling in te lasschen dat zij een boodschap achter laat, waar zij te bereiken is of dat er dan een plaats vervangster voor haar is? De Voorzitter zegt dat het niet mo gelijk is de vroedvrouw in haar vrij heid te beperken. Stel b.v. voor dat ze voor verloskundige hulp langen tijd op een afgelegen plaats moet zijn, dan is het toch practisch onmogelijk om de juffrouw te laten komen en zij kan dat niet voorzien en een plaatsvervangster aanstellen. Doch in zoo'n geval zal ze zelf wel een boodschap, achterlaten waar ze te bereiken is, voor het geval men haar hulp dringend noodig heeft. We kunnen toch niet in een verorde ning gaan opnemen wat een vroed vrouw moet doen en wat niet. In ieder geval zijn er, wanneer zij haar taak niet naar behooren mocht vervullen maatregelen toe te passen, en de ver ordening geeft daar B. en W. en de raad voldoende bevoegdheden voor, bijv. waarschuwing, schorsing en zelfs ontslag. Wat betreft art. 7 wil de heer van Drunen weten of het juist is dat inge val van schorsing het salaris van de vroedvrouw toch doorgaat. Verder zegt spr. nog dat er met veel moeite en kosten in Den Bosch 3 meisjes hun op leiding genieten voor gediplomeerd kraamverzorgster, t.w. twee uit Els hout en één uit Drunen. Daarbij heb ben zij toen de instructie gekregen dat zij minstens tienmaal met de vroed vrouw mee moeten, om practisch werk zaam te zijn. Nu is gebleken dat deze meisjes hun toevlucht hebben moeten zoeken, één in Kaatsheuvel, één in Vlijmen en één in Waalwijk, want de vroedvrouw hier heeft aanvankelijk hen daartoe geen gelegenheid gegeven. Het Wit-Gele Kruis in Elshout en ver schillende personen hebben door hun bijdragen met geld het «mogelijk ge maakt dat die meisjes in Den Bosch 't diploma van kraamverzorgster konden halen, de zaak zou nu bijna nog door de vroedvrouw hier in duigen geval len zijn. Ten slotte is de vroedvrouw er toch voor gezwicht en heeft ze de meisjes enkele malen mee willen nemen. De Voorzitter vraagt dan aan den heer van Drunen, of het de bedoeling is dat hij in de verordening wenscht opgenomen te zien, dat de vroedvrouw verplicht wordt minstens tienmaal de baaksters bij patiëntenbe2oek te moe ten meenemen. U begrijpt toch wel dat dit niet' opgaat, daar er toch zeker vele patiënten zouden zijn, die hier tegen op zouden komen. De heer v. d. Wiel zegt dan dat hij het geen mooie daad van den heer v. Drunen vindt om de verloskundige zoo in den grond te booren. Iedereen is vol lof en waardeering over haar werk, en dat het toch nergens op lijkt dat een raadslid van Drunen dit meisje zoo heeft neergehaald. Er is geen enkel mensch die over het werk van juffr. Meeuwese niet met waardeering spreekt, uitgezonderd dan de bewoners van de hei, omdat daar de heer v. Dru nen haar zoo tegenwerkt, die mis schien de menschen liever naar de Vlij- mensche zuster stuurt. Het meisje waar de heer van Drunen over spreekt is niet uit de Hei. Juffrouw Meeuwese heeft geheel naar het inzicht van het Wit-Gele Kruis gehandeld. De Voorzitter zegt dan dat datgene wat de heer v. d. Wiel daar zegt, voor hem het meest aanvaardbare is. Want, aldus spr., ik hoor iedereen met waar deering over de juffrouw spreken en ik wil niet aannemen dat zij haar plich ten niet goed vervult. De heer v. Drunen zegt tegen dhr. v. d. Wiel dat hij spreekt over een meisje van de hei, maar ook de twee meisjes uit Elshout werden niet door de vroedvrouw geholpen. Ook Dr. Ak kermans die toch in het bestuur van het Wit-Gele Kruis zit, wist er niets van, dat het anders zou zijn. De Voorzitter zegt er van over tuigd te zijn, dat deze kwestie op een misverstand moet berusten en zou deze aangelegenheid verder maar laten rus ten daar zij sterk persoonlijk gaat wor den. Spr. zegt nogmaals er van over tuigd te zijn dat, wanneer de omstan digheden redelijk zijn en er geen be zwaar van de kant der patiënten is, ze de meisjes met plezier zal meenemen, maar we kunnen een verplichting daar toe niet in de verordening vastleggen. De heer van Drunen zegt dit zoo niet te kunnen goedkeuren, maar wil toch tegen het gezegde van den heer v. d. Wiel, dat hij iets tegen die vroedvrouw heeft, met kracht protesteeren. Als men op de hei liever een andere verloskun dige heeft, is dat hun zaak. Spr. informeert verder wanneer de verloskundige den pensioensgerechtig den leeftijd heeft bereikt. Hij meende dat deze na 55 jaar nog enkele jaren verlengd kan worden. Doch men mag, aldus spr., toch niet aannemen, dat zij op den leeftijd van zeg maar eens 60 jaar, nog ten volle in staat zal zijn haar plichten te vervullen. Ik vindt dat er geen verlenging van den pensioens gerechtigden leeftijd mocht plaats vin den. De Voorzitter zegt dat wanneer de heer van Drunen goed had geïnfor meerd en de zaak beter had onder zocht, hem had moeten blijken dat er zoo iets nergens in de verordening staat en ook nooit gestaan heeft. Er is niets in veranderd en op 55-jarigen leef tijd wordt aan haar pensioen verleend. De heer v. Drunen vraagt dan of er ook aan gedacht wordt de inspecteur van Volksgezondheid de instructies te doen goedkeuren. De Voorzitter zegt dat dit niet noo dig is, maar dat B. en W. ze toch aan den inspecteur hebben voorgelegd en misschien zullen Ged. Staten dat ook nog wel doen alvorens ze goed te keu ren. De heer v. d. Wiel zegt dat wat dhr. v. Drunen zei betreffende de vroed vrouw wel degelijk een persoonlijke kwestie was. Hij vindt het echter wel jammer dat er bepaald is, dat men voor kostelooze hulp eerst een bewijs van het armbestuur noodig heeft. Hij heeft ook bezwaar tegen de rijwieltoelage. Wanneer de verordening in stem ming wordt gebracht wordt zij aange nomen met als tegenstemmer de heer van Drunen, die zich niet met de ver ordening kan vereenigen en met aan- teekening dat de heer v. d. Wiel tegen de rijwieltoelage is. 5. a. vaststelling en verleening voor schotten Bijzondere scholen '37; Vastgesteld wordt met algemeene stemmen een voorschot te verleenen van 80 van een bedrag van 6.16 per leerling. b. vaststelling vergoeding Bijzon dere scholen over 1936. De Voorzitter zegt dat hier nog geen bescheiden van zijn binnengekomen, zoodat dit punt wordt aangehouden. 6. Instelling van een Commissie tot wering van Schoolverzuim voor de geheele gemeente en benoeming van deszelfs leden. De Wet schrijft voor dat er in een gemeente slechts een commissie tot we ring van schoolverzuim mag zijn. Tot nu toe was er een in Drunen, terwijl er in Elshout geen was, doch door de an nexatie is het noodig dat er ook voor Elshout een komt. Daar er echter slechts een commissie mag zijn, zal er nu een algemeene benoemd worden. De vroegere die bestond uit de heeren J. P. de Rooij, Fransina v. d. Zanden, C. v. Delft, M. v. Dommelen en M. Veltman, vervalt dus, terwijl B. en W. voor de nieuwe commissie voorstellen de heeren L P. v. Rooij, A. Willems, Fra. v. d. Zanden, C. v. Delft, M. v. Dommelen, A. v. Lochten en M. J. Veltman. Deze commissie werd ook met meer derheid van stemmen door den raad ge kozen. 7. Voorstel tot aanvulling van de al gemeene Politieverordening ter zake van het voorkomen van ver ontreinigen van straten, pleinen en huizen bij de komende verkiezin gen. Dit voorstel werd met algemeene stemmen aangenomen. 8. Aanwijzing nieuw stemlokaal in stemdistrict II. De Voorzitter zegt dat vroeger het schoollokaal in den Wolfshoek als stemlokaal II diende, doch daar deze school is opgeheven, moest naar een nieuw lokaal worden uitgezien. B. en W. hebben nu beslag kunnen leggen op de eerste en tweede klas wachtkamer van het Station der Ned. Spoorwegen, waarvan tegen een ver goeding van 5.voor licht en warm te, gebruik kan worden gemaakt, het geen z.h.st. wordt goedgekeurd. 9. Schrijven van Gedeputeerde Sta ten, houdende aanbeveling alsnog medewerking te verleenen aan het Borgstellingsfonds voor den Mid denstand. De Voorzitter zegt dat Ged. Staten er nogmaals op aangedrongen hebben om Drunen bij dit fonds te doen aan sluiten. De bijdrage is verlaagd van 3 op 2 cent per inwoner jaarlijks. B. en W. bevelen nogmaals aan ge noemde bijdrage te verleenen. De heer v. d. Wiel merkt op dat de werkman toch al voor zoo'n zware last zit, en zoo weinig geholpen wordt, en als hij bovendien nu hier nog voor bij moet dragen, wordt het toch wel wat erg. De Voorzitter zegt dat de minister zich op het standpunt stelt dat er voor de werkloozen ook reeds zeer veel wordt gedaan, doch dat ook de mid denstand dringend behoefte heeft aan hulp. Daarom is deze kleine bijdrage in het belang van den middenstand alles zins redelijk. De heer v. Drunen kan er ook het nut niet van inzien en wil er zijn stem niet aan geven, daar de plattelands gemeenten hier toch over het algemeen niet aan mee gedaan hebben. De Voorzitter merkt echter op dat in het district van de K. v. K. voor de Langstraat o.a. de volgende gemeenten hebben meegewerkt. Waspik, Made, Heusden, Dussen, dat toch ook platte landsgemeenten zijn. De heer de Wijs zegt er vroeger op tegen geweest te zijn, maar wil er nu zijn stem niet meer aan onthouden daar hij het voor Drunen noodig acht dat de middenstand zal worden gehol pen. De heer Klerkx vraagt of de mid denstander die geholpen wordt een borg moet stellen. De Voorzitter zegt dat wanneer dit mogelijk is hij hiertoe verplicht is, doch wanneer hij geen borg stellen kan, kan hij toch geholpen worden. De heer v. d. Wiel, merkt den voor zitter, die zoo juist zeide dat er veel voor den werkman wordt gedaan, op, dat de steun voor een gezin met kin deren toch zeker niet veel is. Men kan er niet van leven. Dezen winter is hier een paar maal geprobeerd een midden- standsvereeniging op te richten. Maar men kan ze maar niet georganiseerd krijgen. Ze moeten eerst zelf maar eens pro beeren of ze onderling niets bereiken kunnen, dan kunnen wij nog zien. De heer v. Halder is van meening dat de middenstand geholpen moet worden. Nadat het voorstel in stemming was gebracht bleek het met 5 tegen 4 stem men te zijn verworpen. Tegen stemden de heeren de Baaij, Vugts, v. Drunen, v. d. Wiel en van Herpt, terwijl dhr. v. Oers buiten stem ming bleef. 10. Voorstel om de veldwachters tele-

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 6