Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. nOORD BRABARD" BIJ KOFA SLECHTS 8 DAGEN! OP ALLE HOLTAP- AXMINSTER WIL TON-EN HAARVELOURS-KARPETTEN FEUILLETON ANNE „Natuurlijk gaan wij door." Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD DE WERELD-JAMBOREE. NUMMER 63. ZATERDAG 7 AUGUSTUS 1937. 60c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs: per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag et Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bézit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Waarom moeten de vrienden van thans, straks eikaars vijanden zijn Wat kunnen die jongelui van alle nationaliteiten het opperbest met elkaar vinden. Dat is den indruk die men krijgt, wanneer men het drukke gedoe, tijdens de Jamboree eens goed gade slaat. Doch dien indruk wekt ook verschillende gemengde gevoelens in ons op. Met dertigduizend zijn ze op een klein plekje bijeen, gekomen uit veertig verschillende landen, en ze verdragen elkaar uitstekend, ze zijn vrienden. En de groote men- schen, in volkeren verspreid over de wereld, waar voor ieder ruimte genoeg en over is, doen niet anders dan kibbelen met elkaar en ze vechten om een stukje méér grond. Kan de wereld niet een groote jamboree zijn Je zoudt toch zeggen, dat over enkele tientallen jaren als de huidige jamboree-gasten vol wassenen zijn geworden, die de economie en de politiek van hun landen beheerschen dat dén de vrede hecht zal zijn gefundeerd. Helaas echter leert de ervaring, dat zulke verwachtingen niet in ver vulling gaan. Reeds een halve eeuw en langer klinkt de leuze: wie de jeugd heeft heeft de toekomst. Eilacie, de jeugd schijnt nog steeds in verkeerde han. den te zijn gevallen, want van de verwezenlijkingder wereld vrede* idee zijn we verder verwijderd dan ooit. Lord Baden Powell, de Chief van alle padvinders, is een oude man, die een jong geloof in de mogelijk, heid van volkerenverbroedering in zijn hart heeft weten te bewaren. Hij meent, dat de padvindersbewe ging zijn ideaal zal kunnen verwe zenlijken. Hij vergelijkt haar met de kinderkruistochten uit de middel eeuwen. De kinderen, zegt hij, die daaraan deelnamen, streefden naar een groot doel, nadat hun vaders hadden gefaald. Maar deze kinderen zijn niet geslaagd. Na den grooten oorlog hebben wederom vele duizenden kinderen een poging gedaan, de fouten van hun vaders te verbeteren. Zij heb ben gestreefd naar een wereld vrede, die twintig jaar na den oorlog door de volwassenen nog niet kan worden bereikt. De jon geren strijden voor goodwill en vriendschap. In deze woorden sprak de idealist zich uit. Maar Baden Powell blijkt ook realist te zijn op z'n tijd. »Waar aan herkent u den besten padvin der?» vroeg een journalist hem te Vogelenzang. En toen antwoordde de Chief: »Aan het aantal vrienden, dat hij maakt en behoudt». Leg, lezer, nadruk op de laatste twee woorden, »en b e h o u d t«. Het niet behouden van onze gees telijke vriendschappen, onze idealen dus, en van de persoonlijke vriend schappen, is oorzaak, dat wie de jeugd heeft, daarmee nog geenszins de toekomst in zijn hand omsloten kan achten. De jeugd is spontaan, gul, vol goed geloof en vertrouwen, onbaatzuch tig. Maar naarmate de jonge mensch ouder wordt, ontwikkeld zich zijn egoïsme. Hij stoot vrienden af door EEN POLIS LEVENSVERZEKERING zijn wantrouwen of verliest ze door zijn baatzucht of die van anderen. Hij, die in zijn jeugd gemakkelijk geloofde in zijn medemensch, wordt geleidelijk-aan een criticaster, on verdraagzaam voor zijn omgeving Wie in zijn jeugd slechts lette op wat hem verbond met andere jeugdigen, gaat later breed de prin cipes en karaktereigenschappen uit meten, welke hem van anderen, en zijn volk van andere volkeren, onderscheiden. Als de jeugd haar idealen en vriendschappen wist te behouden, ja, dan zouden we vertrouwen kunnen hebben in de toekomst en in den uiteindelijken wereldvrede. Maar we doen anders. Zoo gauw we ons zelistandig en »groot« beginnen te voelen, zoeken we een zeef en daarin schudden we alles en allen uit vroeger dagennaar mate we nog grooter en ouder en eigenzin niger worden, schudden we harder. En als we eindelijk heel oud zijn, staan we alleen op de wereld, ver bitterd ons laatste restje idealisme hebben we uitgeschudwe zijn zonder vrienden en kennen nog slechts tegenstanders. Gelukkig, op dezen »regel« zijn tal van uitzonderingen. Lord Baden Powell is er één van. De wereld kan een massale jam boree worden, als we in idealisme, in kinderlijk geloof en vertrouwen, in aanhankelijkheid aan den mede mensch, onze jeugd trouw blijven. We dienen er van doordrongen te geraken, dat het veel erger is om éénmaal onrecht te begaan door- misplaatst wantrouwen dan honderd] maal slachtoffer te worden van te] goed geloof. Niet wie de jeugd hebben, bouwen' een toekomst, maar wel degenen, die de jeugd tot wasdom en rijpheid weten te voeren met behoud van haar geloof en haar idealen, haar onschuld en broederschapszin. Het is duidelijk, dat de luchtvaart, welke betrekkelijk nog in haar kin derschoenen staat, niet ontkomen is en ook in de toekomst niet ont komen zal aan de tegenslagen, die aan geen enkele groote onderne ming worden onthouden en zeker niet aan moderne verkeersonderne mingen. Zonder de K.L.M. daar mee tekorten in haar beleid aan te wrij ven, mag men constateeren, dat haar verlieslijst, de namen van omgeko men passagiers en personeelsleden bevattende, tot een schrikbarende lengte is gegroeid. Daarom past bescheidenheid ten aanzien van wat men kan en durft te presteeren. Het is bepaald jam mer, dat na elke groote ramp, welke de K.L.M. treft, de bravourstemming boven die van de rouw uitkomt. Nog waren de lijken der bij Brussel omgekomen passagiers niet geïden tificeerd, of de na de ramp gebrui kelijke berichten verschenen in de bladen, meldende: en tóch blijven alle vliegtuigen volgeboekt en ons personeel versaagt niet. ZIE ONZE ETALAGES ZIE ONZE ETALAGES van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 41) Ik hoop, dat de koffie niet koud is geworden, mopperde Mrs. Fossick Yates. Ze gaf hem een kopje, Mijn man heeft geen idee van tijd'. Maar vrouwtje. Absoluut niet. Ze proefde de kof fie en zette het kopje weer neer, har der dan noodig en nuttig was voor het welzijn van duur porcelijn. Ze is hee- lemaal koud. Maar dat geeft toch niets, vond Miss Webster. !t is zoo'n zalig warme avond. Mrs. Fossick Yates maakte een ge luid, dat meestal overgebracht wordt in schrift als „Phoe"en wierp het hoofd in den nek. Ik zou ze wel kunnen laten warm maken, maar ik vind dat in hooge ma te onpaedagogisch tegenover het dienstpersoneel en bovendien onbillijk. Het is tenslotte onze schuld, dat ze koud is geworden. En wij mogen geen noodelooze eischen stellen aan de meisjes we moeten ze als menschen beschouwen en behandelen. Daarbij, we moeten het'goede voorbeeld geven onnadenkendheid is een der ergste kwalen van dezen tijd, onnadenkend heid en gemis aan zin voor orde. Dit met een bestraffenden blik op haar echtgenoot. En daarop tot den gast Vindt U dat ook niet, Sir John? John nam een stoel en ging naast haar zitten. Hij moest erachter zien te komen of Anne hier in vasten dienst was of alleen maar een hulp voor dien eenen avond. Stel je voor, dat ze hem nu weer ontglipte. Dat ze zou weggaan en verder voor hem verborgen blijven. Wist ze wie hij was? Zou ze hem her kennen als ze hem in het volle licht zag? Hij dacht van niet, maar zeker was hij er niet van. Hij begon met misschien de meest tactlooze vraag, die hij bij mogelijk heid had kunnen stellen: Kunt U Uw dienstmeisjes nogal lang houden, Mrs. Fossick Yates? Even ijzige stilte toen pauze waren een zeldzaamheid in Mrs. Fossisk Yates' gesprekken. John begon juist te vreezen, dat zijn vraag misschien niet erg gelukkig was geweest, toen zijn gastvrouw antwoordde: Eigenlijk behoorden de meisjes wel lang bij me te blijven. Maar och, je begint er zoo langzamerhand aan te wennen, dat je in deze wereld niet op dankbaarheid moet rekenen, Sir John. Ja, dat is een feit, beaamde Miss Webster. John pijnigde zijn hersens om iets anders te bedenken. Allerlei vragen omtrent Anne brandden hem op de tong, maar hij kwam tijdig tot de over tuiging dat het nu het geschikte oogenblik niet was, om er mee voor den dag te komen. Waarschijnlijk zou hij ook weinig kans gekregen hebben, want als Mrs. Fossick Yates een nieuw onderwerp hadHet dienstboden- vraagstuk, daarover raakte ze begrij pelijkerwijze niet zoo spoedig uitge put, te meer daar ze het grondig be handelde en niet verzuimde problemen als de hooge loonen, bontjassen, zij heid, de zucht tot uitgaan, de bioscoop de kousen, de algemeene ontevreden en nog meer aan te roeren. John liet den stortvloed eenigszins verdwaasd over zich heen gaan en toen de spreekster op het hoogtepunt van haar vlammend betoog was, kwam Anne binnen, nam het koffieblad op en ging weer weg. John durfde haar maar even vluch tig aan te kijken, maar het was toch lang genoeg om te zien, dat ze heel bleek was en donkere kringen onder de oogen had. De storing had Mrs. Fossiele Yates afgeleid en toen de deur zich achter Anne gesloten had, maakte John van de onderbreking gebruik voor een voorzichtige opmerking. U schijnt het vraagstuk, wat Uw eigen huishouding betreft nogal be vredigend te hebben opgelost. O, Mrs. Fossick Yates is zoo bui tengewoon! kweelde Miss Webster. Och, ik hoop, dat ze een goede hulp zal blijken te zijn, zei de gast vrouw bescheiden na de lof van haar vriendin. Ik hoop het, maar 't valt dikwijls anders uit, dan ik verwacht. Maar ik zal me toch niet laten al- schrikken, door hun ondankbaarheid of gebrek aan waardeering. Hoe vaak ik ook teleurgesteld werd, ik zal voort gaan hen te helpen, die mijn steun noodig hebben. Komt deze ook van „De Nieuwe Kans?" informeerde Miss Webster. John had haar wel kunnen omhel zen voor die vraag. Ja, daar heb ik ze altijd vandaan. Een pracht-instelling, Sir John, en het doel wordt door den naam zoo uitste kend uitgedrukt. Wat is het doel dan? John hoop te, dat zijn stem onverschillig zou klin ken. Mrs. Fossick Yates gaf hem een zeer minzame uitlegging. Ze geven ontslagen gevangenen een nieuwe kans zoeken betrekkin gen voor ze en zoo. Het meisje, dat ons aan tafel bediende is mij door die vereeniging bezorgd en ik moet zeg gen, dat ik, zooals het nu is, de beste verwachtingen van haar heb. Het is ongeloofelijk, zoo vriende lijk en hartelijk als je voor ze bent, prees Miss Webster weer. Ja, maar ik houd de teugels toch ook altijd flink strak. Dat is naar mijn meening de eenig juiste methode om met dergelijke meisjes om te gaan. Je moet er niet omheen draaien; je moet eerlijk tegenover ze staan. Ik heb te gen dit meisje hetzelfde gezegd, als tegen de anderen. Och, ze heeft toch zoo'n kolossa len tact, murmelde haar vriendin. Ik zei: Annie Jones, ik geef je een nieuwe kans men moet ieder een, die verkeerd deed een nieuwe kans geven. Ik kan je die alleen maar aanbieden, 't Is aan jou om het goede gebruik er van te maken, of haar voor bij te laten gaan en nog verder in de modder te zinken. Ze zweeg en John werd zich met schrik bewust van het feit, dat zijn gastvrouw verwachtte, dat hij iets zou zeggen. Enbracht hij ongearticuleerd uit. i Natuurlijk hen ik bij alle vrien delijkheid erg streng, dat moet je nu eenmaal zijn, maar ik tracht paedago- gisch te werk te gaan. Ik acht het verkeerd mijn kasten af te sluiten. Dat brengt hen alleen maar in verleiding. Ik zeg hen onomwonden: hier is een lijst van het zilver en hier een van mijn juweelen. De tapijten, bronzen en an dere kunstvoorwerpen hebben groote waarde; de collectie van mijnheer daarentegen niet. Ik weet altijd tot op een penny hoeveel geld ik in m'n beurs heb. Mocht er iets ontbreken, dan bel ik onmiddellijk de politie op. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, Waalwyiisclie en Langstraatsche Courant* GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE- KOMST VAN U EN DE UWEN. 15°n KORTING

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1