Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. JOORD BRABAIID" Dames die prijs stellen op een GOED FIGUUR koopen bij „KOFA" een LIJNGEVEND „TWILFIT" of „OLGA"-CORSET. FEUILLETON ANNE V De viessGhvergiftiging. De wegen der beschaving. „De Echo van het Zuiden' Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD NUMMER 67. ZATERDAG 21 AUGUSTUS 1937. 60c JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door ',t geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag ef Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. ^Sociale lasten« noemt men vaak heel het complex van overheidsbe moeiingen met de algemeene volks- hygiëne en de zorgen voor den zieken of ouden dag der Nederlan ders. Ze »drukken op het bedrijf«. Inderdaad. Méar... ze vermoor den het bedrijf niet, zooals stelsel loosheid en zorgeloosheid het zou den doen. Het lot van het bedrijf van den Harenkarspelschen slager Van Duin duidt dat aan. Omdat we de onmiddellijke voor- deelen dier overheidsbemoeiingen niet meer zien, daarom waardeeren we ze onvoldoende. Vroeger, zegt men, toen... Van vroeger plegen we te onthouden, wat goed was en te vergeten, wat niet deugde. Door de zorgen der overheid voor de Volksgezondheid is de t.b.c. grootendeels verdrongen epidemieën van eenigen omvang komen haast niet meer voor. Vroeger... stierven de menschen soms als ratten aan cholera, typhus, pokken enz. Vaak ook aan vleesch. vergiftiging. «Flauwe kul« heeten thans de overheidszorgen in den mond van velen althans voor de waarde der voedingsmiddelen. «Vieze var kens worden niet vet!« Inderdaad, maar niet vieze varkens sterven dikwijls aan zeer besmettelijke ziek ten en wanneer de overheid daar tegen niet waakte, dan zou het vleesch dier dieren in de magen van menschen terecht komen, die daarmee ten kerkhove zouden zijn gedoemd. Het gebeurde te Harenkarspel leerde het ons weer eens. Het is een oude les van »vroeger«. Eén ziek beest, dat geslacht werd en onnauwkeurig werd onderzocht door den rijksveearts, die met het ernstige onderzoek van alle vleeschwaren, voor de handel be stemd, was belast, verwekte para- typhus bij tachtig en meer consu. menten Bij toestanden van »vroeger« zouden zulke feiten zich herhaal delijk voordoen. Laten we daarom dankbaar zijn, dat het in vele opzichten niet meer als vroeger is, maar beter, veiliger. Dank zij de overheidsbemoeiingen met de volksgezondheid, dank zij de «sociale lasten« in hel algemeen, die op de massa werden gelegd om ze te óntlasten van velerlei pestilentie. Wij lezen in de Graafsche Crt.: De mensch spot wel eens met de moderne beschavingsvormen en hij vindt soms inderdaad nog gele genheid om ten deze op scherpe tegenstellingen te wijzen, maar toch naar mijn eerlijke meening we gaan vooruitl Zeker wordt nu en dan een onverlaat voor den rechter gebracht, die de onver laat een kat of hond levend be- groef of een paard tot loopen dwingt door het verbranden van stroo onder den buik van het beest; maar dat zijn dan toch slechts de uit zonderingen, welke met nadruk den algemeenen regel van menschelijk- heid tegenover het dier aanduiden. Beschaving is geen synoniem van dierenbescherming, maar wel is deze laatste een zoodanig wezens kenmerk van het beschaafde ge voelen, dat men de dierenbescher ming in onze maatschappij als een graadmeter volgens de voïksmora- liteit mag aanmerken. Welnu, met de dierenbescherming gaat het nogal goed. Wij hebben niet het oog op sentimenleele ver- weekeling, welke, gepleegd door EEN POLIS LEVENSVERZEKERING sommige propagandisten, het groote publiek soms wars stemt en 'n niet bedoelde anti sympathieke reactie tegen hondenmormeltjes in jasjes, wanproducten van fokkerkunsten, uitlokken maar wij denken aan de algemeen zeer verbeterde tendenz in den omgang met het huisdier, aan het verhoogde respect voor het vogelleven in de vrije natuur en aan de gevoelens van zorg en tee- derheid, waarvan tegenwoordig zelfs de meest onbehouwen menschen- schepsels blijk geven, wanneer ze onverwachts tegenover het zwakke en hulpelooze van het dier komen te staan. Dezer dagen werden wij getroffen door een foto in de krant, voor stellende een zwaluw, zijn jongen voerende op een nest, dat gebouwd was op de kap van een lamp, welke in een soldatenbarak van het mili taire kamp te Waalsdorp bij den Haag hangt. Den heelen dag loopen de soldaten in en uit en zwaar dreunen hun voetstappen; maar deze robuste jonge kerels ontzien op alle mogelijke wijzen het zwa- luwenpaar en met belangstelling slaan ze de voedering der jongen gade. Waar zulke gevoelens zich open baren in breeden volkskring, kan men toch moeilijk ontkennen, dat de beschaving tot aan de stoep van het ideëele is voortgeschreden. Edoch, het schijnt dat de wegen der beschaving gebaand liggen in een dwaaltuin als we denken »er« haast te zijn, zien we ons plots geplaatst voor een onoverkomelijke hindernis erger nog, soms vinden we ons zelf weer onverwachts aan het punt van uitgang terug. Dat bedachten wij, toen de meest moderne volks-»beweging«, welke ons land kent van «haar bescha vingspeil® liet blijken bij het ver nemen van den ramp met het vlieg tuig van de K.L.M. «de Flamingos In de kringhuizen n l. der N.S.B. te Amsterdam, bevindt zich een bord, waarop »mededeelingen« wor den geschreven. Toen de »Flamir>go« omkwam, stond daarop te lezen «Vreeselijk ongeluk bij de K.L.M. Veertien dooden en een jood«. Deze laatste toevoeging doelde op het omkomen van den heer Nathans, bestuurder van de moderne vakbe weging, een Israëliet. De beschaving, welke was gevor derd tot het ontzien van jonge vo gelleventjes in brievenbussen en soldatenbarakken, ziet zich plotse ling afgeleid door ten bordje in den dwaaltuin der menschheid, waarop geschreven staat: de weg van haat en nijd welke naar de macht voert. En daarmee kwam de beschaving aan haar punt van uitgang terecht, waar het geschonden 1 ij k van Abel nog ligt, door zijn broeder Kaïn vermoord. Het blijkt maar al te waar, dat ze het skelet van hun vleeschlooze politiek hullen in het varkensvel van bluf en hoon. Bah Wilt ge op de hoogte zijn en blijven van 't geen er leeft en te koop is in Waalwijk, de Langstraat en Omgeving, abonneert U dan op van „De Echo van het Zuiden' Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. 45) (Nadruk verboden) Wanneer heb je me dan voor het eerst teruggezien? Ik geloof, dat ik beter doe, je dat niet te vertellen. Je hebt mü toen niet gezien. Anne werd zoo bleek, dat John schrok. Wat dacht ze? Wat meende ze in vredes- naam, dat hij bedoelde? Misschien is het verstandiger, het toch maar te zeggen, ging hij voort. Het was op Waterdene. Je was nogal van streek en zag me niet. Anne herinnerde het zich nu vaag: ze was duizelig en suf geweest, blind; ze had zich aan iemand vastgegrepen en gezegdLaten ze me niet zien, of iets dergelijks. Was jij dat? Het rumoer van de straat ging ruste loos door, toen ze daar op den hoek stonden. Als alles en iedereen haast heeft en slechts aandacht voor eigen belang en doel, dan kunnen twee menschen tus- schen dat gewoel heel alleen zijn. Ja, maar daar moet je niet meer over tobben. Je mag my niet. Ik wilde je het ook niet zeggen maar ik kreeg een idee, dat je misschien dacht dacht Dank je, zei Anne zacht. Ze haalde diep adem. Dat dat was heel vriende lijk van je. Dus hij had haar niet in de beklaagden bank gezien, zooals het een oogenblik in feilen schrik bij haar opge komen was. En het gaf haar een warm gevoel, dat hij haar snelle angstige ge dachte geraden moest hebben en haar- zoo kiesch gerustgesteld had. Er volgde een zwijgen. Onwillekeurig liepen ze verder en kwamen in het druk ste gedeelte van High Street. Weet jy den weg? Neen, maar ik zal het wel eens vra gen. Ze schoot op een vrouw met een kin derwagen af. We moeten oversteken. Het post kantoor is aan den overkant, waar die tram stopt. Ik héb het land aan overste ken op drukke kruispunten. Een jaar van stilte tusschen hooge mu ren maakt iemand gevoelig voor geluid en beweging. Anne stapte van het trot toir af en kon haast den drang om zoo hard mogelijk te loopen, niet bedwingen. De trams kwamen alle zoo plotseling op duiken en dan het lawaai dat ze maakten! Het waren onmeedoogende, liefdelooze stukken machinerie en Anne haatte machines. Eens was ze in een groote fabriek geweest, maar ze was er bleek en bevend uitgekomen. Ze had nog geen twee stappen gedaan, of ze voelde John's hand onder haar elleboog. Zoo vlot en vroolijk bracht hij haar aan den overkant, dat ze onmoge lijk boos kon zijn. Hij moest wel gezien hebben hoe onhandig ze deed. Als ze ook maar een greintje geestkracht beze ten had, zou ze boos op hem geweest zijn Ze besliste, dat haar geestkracht ver dwenen was en keek hem lachend aan. Goede herder! dankte ze hem, een tikje ondeugend en verdween met het pakje in het postkantoor. Toen ze terugkwam keek ze erg ver schrikt. Het is al vreeselyk laat. We moeten voortmaken. Ik bedoel, ik moet voort maken. Het is beter, dat jy maar niet meegaat. Hij antwoordde niet, maar loodste haar zwijgend de straat over. Het was toch eigenlijk een prettige gewaarwording om zoo geholpen te worden by het over steken, flitste het door Anne's hersens. Het was net als vroeger als in den tyd, dat haar broers haar altijd overal mee heen namen. Op het trottoir aan de overzijde keerde ze zich naar hem toe en wilde afscheid nemen. Ik loop met je mee tot onder aan den heuvel. Neen, doe dat nu niet. Ik ben nog lang niet klaar met alles wat ik je te zeggen hebwel be schouwd ben ik nog niet eens begonnen. Wanneer ga je uit? Ik bedoel echt uit, een heefen vrijen middag, niet zoo maar even naar de post, of iets van dien aard? We hebben geweldig gehold, hè? Gevlogen maar luister, wanneer ga je uit? Donderdags, geloof ik. Het is vandaag Donderdag. Ja, maar de eerste week, dat je pas in een betrekking bent, heb je nog geen' uitgaansdag. Den volgenden Donderdag wel. Vervelend! En Zondags? Ik weet zeker, dat binnenmeisjes op Zondag vrij hebben; ik at Zondags altijd bij mijn •nichtje Letitia Ramsbotham en die zei altydZondags hebben we geen hulp, dus moeten we ons zelf maar bedienen. En ze had twee stuks personeel de eene was binnenmeisje. Anne schaterde het uit. Wat ben jij goed op de hoogte! Ja, ik ben iederen Zondagmiddag en avond vrij, te beginnen met Zondag over een week. En Donderdagmiddag hoe laat ben je dan vry? O, na de lunch, als ik afgenomen heb en klaar ben met wasschen. Om twee uur? O, hemel neen. Tegen drieën. Om half drie zal ik op je 'wachten aan den voet van den heuvel. Zeg, je loopt zoo hard, ik kan je haast niet bij houden. Anne deed alsof ze het niet hoorde. Toen zei ze: Je zult wel moeten wachten. En blozend voegde ze er bijHet is heusch beter om het niet te doen. Ja, dat kan wel, maar ik doe het toch. Het is werkelijk verstandiger van niet, voor ons allebei. Ik hen niet langer Anne Waveney ik ben nu Annie Jones. Goed, dan zal ik wachten op Annie Jones. Anne had gesproken zonder hem aan te zien, maar nu wendde ze het hoofd een weinig en in haar oogen lichtte de dageraad van een glimlach. Annie Jones zal haar betrekking kwyt raken, als ze gezien wordt met een ondeugenden baronet, die er de gewoon te op na houdt om dienstmeisjes op straat aan te spreken. Als jij Annie Jones bent, hen ik An nie Jones' neef. Een meisje mag toch wel met haar neef wandelen, nietwaar? In elk geval moeten we elkaar weer ont- 'en ik heb heel veel met je te be spreken. Ze waren nu weer op Ossington Road. Ik moet nu heusch weg, zei Anne een beetje gejaagd. Maar hoor eens Ze aarzelde. Wat is er? moedigde John aan. Je zult toch Weer maakte ze den zin niet af. Toe zeg het maar gerust. Je zult toch aan niemand vertellen, dat ik hier ben? Beloof me, dat je het aan niemand vertellen zult. John keek haar een oogenblik ernstig en beslist aan. Dan zul je mij van jouw kant ook iets moeten beloven. Ik zal het aan nie mand vertellen, als je mij je woord wilt geven, dat je me niet weer zult ontloopen. Ik verlang je niet te ontloopen. Beloof me dan, dat je het niet zult doen. Neen, ik zal het niet doen..tot na Donderdag. John nam haar hand in de zijne. Die was te mager, veel te mager. Ik beloof je, dat ik het aan .nie mand zal vertellentot na Donderdag, zei hy^' (Wordt vervolgd). De Echo v Waahvpsclie en Langstraatsehe Courant, GESLOTEN BIJ DE GEEFT ZEKERHEID VOOR DE TOE KOMST VAN U EN DE UWEN.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1