Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. „ROQRD BRfiBAflD" Voor 75 cents een tieele mand vol koopjes Ziet onze etalages. Markt Fa. Cunen Kofa-Magazijnen cents Waalwijk ANNE SEPTEMBER-VERKOOP. FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD Steun aan de kleine boeren. ECONOMISCHE INEENSTORTING DREIGT IN DENEMARKEN. ZATERDAG 4 SEPTEMBER 1937. 60e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.'adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag e| Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. In een vorig nummer hebben we gewezen op twee belangrijke beslui, ten van minister Steenberghe n.l. ten opzichte der slagers en der kleine boeren. Wat dit laatste betreft deelden we ook mee dat de beslissing om trent den steun aan de boeren komt in handen van landbouw autoritei ten door den minister in samen werking met een commissie door de gemeente aan te wijzen. Dit is o.i. een zeer belangrijke aangelegenheid en o.i. een zeer toe te juichen maatregel, vooral wan neer deze commissies worden saam- gesteld uit onpartijdige personen misschien in hoofdzaak buiten den kring der boeren personen die op de hoogte zijn met personen en toestanden, die de functies van huis uit kennen en daardoor den noodzakelijken steun en de bedra gen kunnen beoordeelen. Zoo zijn erin iedere plaats genoeg tot oordeelen-bevoegden te vinden, al zijn 't dan misschien al juist geen deskundigen op het terrein van den landbouw en veeteelt. Het gaat hier niet om een uni forme steunregeling, neen ieder geval moet op zichzelf beoordeeld en bekeken worden; met kennis van zaken, zoodat hier meer, daar minder steun gegeven wordt, juist naar de behoefte. Het moeten hoogstaande, tot oordeelen bevoegde commissies zijn, bij wie de belangen van den kleinen boer veilig zijn. Dan zal het besluit van minister Steenberghe van groot belang kun nen zijn voordien kleinen boer, en ook voor de beteekenis van de rationalisatie van den landbouw in 't algemeen. een socialistisch kabinet onder leiding van den grooten socialisti- schen vóórman Stauning, voerde een welvaartspulitiek, zuivere reali- teitspolitiek. In Denemarken was zoo goed als geen werkloosheid. Denemarken, in nog meerdere mate een landbouwland dan het onze, kon zijn overproductie kwijt. Niet alleen tal van Nederlandsche arbeiders kwamen onder den in druk van deze Deensche resultaten- Omtrent de economische vooruit zichten in Denemarken doen som bere berichten en verontrustende voorspellingen de ronde. Langen tijd is ons Scandinavië in het algemeen en Denemarken in het bijzonder dien voorbeeld ge houden Dit land, geregeerd door maar ook vele boeren. Zij mopper den, dat men in Den Haag te laks was. Denemarken kreeg veel hoo- ger boter-uitvoercontingent voor Duitschland toegewezen dan wij bovendien wisten de Denen op de Duitsche markt hoogere prijzen te bedingen. Maar bij óns.... Onze regeering zou te veel oog hebben gehad voor de belangen der indu strie en vooral van de margarine, industrie. Zóó heette het tenminste. Maar thans is het geheim van de Deensche »welvaart« ontsluierd en bekend is, hoe Denemarken met zijn landbouwartikelen zijn bevoor rechte positie op de Duitsche markt verwierf. De schijnwelvaart van het land is ineengestort, het staat op het oogenblik voor een economisch bankroet Om een en ander aan te toonen beschikken we over meerdere bron nen van inlichting, maar om de grootst mogelijke objectiviteit te betrachten zullen we ons voor ons verder betoog houden aan hetgeen we ter zake vonden vermeld in de bladen der Arbeiderspers, d.i. in Het Volk en Volksblad. Het Volks blad op zijn beurt ontleende de gegevens in hoofdzaak aan het orgaan der Noorsche sociaal-demo. craten »Arbeiderbladet«. Vast is komen te staan, ook uit mededeelingen van den Deenschen regeenngsleider Stauning zeiven. dat de economische en linancieele positie van Denemarken ellendigis, Terwijl het Deensche invoer- overschot in 1935 al 63 millioen kronen bedroeg (invoerover- schot is het kapitaal, dat méér aan goederen het land werd ingevoerd dan uitgevoerd), steeg dit in 1936 tot 104 millioen en in '37 tot reeds 95.2 millioen, alleen in hel eerste halfjaar Deze laatste sterke stijging wordt vooral veroorzaakt door het feit, dat in dezen landbouwstaat een nijpend tekort was ontstaan aan graan en voedingsmiddelen, welke daarop uit het buitenland moesten worden ingevoerd. Dit tekort aan graan- en andere voedingsmiddelen was slechts ten deele een gevolg van misoogst; in hoofdzaak ontstond het tekort door te grooten uitvoer van land bouw- en zuivelproducten naar Duitschland I De Denen hebben met geweld hun overproductie aan landbouw- en zuivelproducten op de Duitsche markt willen brengen. Daarvan heeft Berlijn gebruik gemaakt om den Denen de economische duimschroe ven aan te draaien. Zij moesten als tegenprestatie voor een waarde aan afgewerkte Duitsche industrie-arti kelen koopen, welke de eigen uit" Voor deze reclame hebben wij beslag weten te leggen op groote partijen goederen voor alle afdeelingan, welke alleen tegen een eenheidsprijs van 75 cents zullen verkocht worden. van „De Echo van het Zuiden' Naar het Engelsch bewerkt door J. VAN DER SLUYS. (Nadruk verboden). 49) Dat kun je niet. Natuurlijk kan ik dat wel. Het is zoo eenvoudig als wat. Anne keek hem nu voor het eerst recht en strak in de oogen. Je bedoelt dat jij hel mij zoudt geven Ik bedoel wat ik zeg: dat het uit de opbrengst van het landgoed zou komen. Dat wil zeggen van jou. Even was het stil. Het is maar hoe je het opvat. Het is de zuivere waarheid ik noem het kind bij den naam. Kom Anne, ben je nu zoo idioot trotsch dat je een uitkeering uit de opbrengst van je eigen vaders bezit tingen niet wilt accepteeren? Alle kleur verdween uit haar gezicht. Ik wil geen stuiver accepteeren, die m'n vader me niet nagelaten heeft. John voelde een steek van haar pijn, zooals hij nog nooit een wond in zijn eigen hart had gevoeld. Anne toe Het is immers zooals ik gezegd heb. Hij zag, dat ze vocht om haar zelf- beheersching te bewaren; hij stond op en wandelde enkele meters weg, om haar tijd te geven, weer tot kalmte te komen. Als hij nu bleef waar hij was, zou hij haar aanraken, zijn hand op haar arm leggen of ies van dien aard, en als hij haar aanraakte, wist hij niet, wat er zou kunnen gebeuren. Dus was het heter zich van haar te verwijderen. Hij kwam terug en inmiddels was Anne ook opgestaan. Ik kan het heusch niet doen, zei ze, toen hij weer bij haar kwam. Je moet het mij niet kwalijk ne men, maar werkelijk, ik kan niet. Waarom toch niet? Het is me absoluut onmogelijk! Maar je. je moet vooral niet den ken, dat ik ondankbaar ben. En ik wil ook niet dat. dat je verkeerd over Jenny denkt. Er kwam een harde trek in zijn gezicht en hij beroerde even haar arm. Heusch, dat mag je niet doen. Je begrijpt me niet en ik.... ik kan het niet uitleggen. Jenny, Jen ny heeft me de helft aangeboden. Deze woorden kwamen er zoo zielig uit, dat John's hart ineenkromp. Jen ny moest zich schamen, om dat arme kind zoo te laten lijden. Maar de dag zou komen, die Jenny den laatsten penny van haar schuld zou laten be talen. Hij legde zijn hand met een bruus ke beweging op de hare Zoo, bood Jenny je de helft aan? En accepteer je dat? Hij voelde een krampachtige tril ling in de kleine, zachte meisjeshand. Neen. Dat kan ik ook niet aan nemen. Laat alsjeblieft mijn hand los. Hij voldeed aan haar verlangen, niet wetend wat hij verder zeggen zou. Alles wat hij zei, deed haar pijn. Hoe kon hij vermijden haar te kwetsen. Ze was als een vogel in een kooi, wild heen-en-weer fladderend en zich zelf verwondend aan de handen, die be vrijding wilden brengen. Wat moest je in zoo'n geval doen. Het hulpelooze dier in de kooi laten, uit angst haar te kwellen. Of maar doorgaan met pijn doen? Ik heb de boel bedorven! riep hij hardop, mistroostig. Dat heb je niet. Ik heb de boel bedorven, ik wist trouwens wel vooruit, dat ik dat zou doen. Toe Anne, laten we in vredes naam opnieuw beginnen. We zijn neef en nicht en ik wil niets liever dan goede vrienden met je zijn. Droin- mel-nog-aan-toe, zie je dan zelf niet in, dat je onmogelijk bij dat verfoei lijke mensch kan blijven? Anne wist niet wat ze verwacht had maar zeker niet dat het gesprek een wending zou maken in de rich ting van haar meesteres. De beste tak- tiek was, zich snel verschuilen. Waarom hel) je zoo'n intensen hekel aan die arme Mrs. Fossick Ya tes? Arm? Nonsens, hoor. Ze is een arrogant, opschepperig, vinnig man wijf. Voor geen geld ter wereld zo,u ik de kleine Fossick Yates willen zijn. Ik ook niet! Maar, hij kan zijn dienst niet opzeggen. Ik hen van plan er 6 maanden te blijven om een goed getuigschrift te hebben en dan zal het wel niet moeilijk zijn om een behoorlij ke betrekking te krijgen. Anne's stem stierf weg bij de laat ste woorden. Wat had ze gezegd? Wat had ze hem verteld? Hoeveel wist hij? Hij had haar, verwijtend te verstaan gegeven, dat ze hem als een vreemde beschouwde. Maar het vervelende was, dat ze hem juist niet kon beschouwen als een vreemde. Ze betrapte zich er op dat ze kameraadschappelijk en on bevangen met hem praatte zonder elk woord van wat ze zei te wikken en te wegen. Wat had ze nu gezegd? Met een blik van verwarring en ont steltenis die hem door de ziel ging, bracht ze nog een paar rampzalige zin nen uit. Toen viel John haar in de rede. Jc kunt liet daar onmogelijk 6 maanden .uithouden. Anne werd er stil van. Een dag, nu dat ging, maar een maand heeft dertig en sommigen zelfs een en dertig. Zes maal dertig en nog een paar dagen er bij was ongeveer honderd drie en tach tig dagen. Ze zag zich al honderd drie en tachtig nachten doorworstelen in het kleine, benauwde kamertje; met juffrouw Brownling zwaar ademend naast haar in een bed, dal iederen keer kraakte als de slaapster zich omdraai de; honderd drie en tachtig keer ont bijten met juffrouw Brownling in de morsige, rommelige keuken; honderd drie en tachtig maal avondeten; brood met margarine en bij uitzondering 'r. hompje stokoude kaas; honderd drie en tachtig dagen en avondeten met een weerzinwekkend vertoon van eer bied „ja mevrouw" en „neen me vrouw" en „goed mevrouw" moeten zeggen tegen Mrs. Fossick Yates. Ik kan het, ja, ik kan het, hield ze zichzelf voor. Ze keek John aan met een opgericht hoofd en een scha duw van een lachje om haar mond. Tob er maar niet langer over, wendde ze zich daarop tot hem. Je begrijpt het niet. Je zei daarnet, dat we neef en nicht zijn. Dat zijn we niet. Anne Waveney is dood. Die was je nicht. Ik ben Annie Jones en die staat in geen enkele relatie tot je. Ik behoor niet tot de Waveney's en geen van de Waveney's draagt ook maar de minste verantwoordelijkheid voor mij. Ik ben Annie Jones, verdien mijn eigen brood en ben vast van plan dat te blijven dóen ook. Je zei, dat je goede vrienden met me wilde zijn. Maar we kunnen geen vrienden zijn, jij kunt geen vrien den zijn met Annie Jones en Annie Jones kan geen vrienden hebben bui ten haar eigen stand. Ze zweeg, en haar ademhaling ging gejaagd. Is dat alles wat je me te zeggen hebt? Ja. Heb je er dan bezwaar tegen An ne Belinda te zijn tot we terug zijn? Ik bedoel, voor het geval, dat je het ongepast van mij vind oin met Annie Jones uit te zijn? (Wordt vervolgd). De Echo v Watlwyksehe en Laixslralseke Courant* Zich verzekertn bl] «en goede maatschappll Is een wllze voorzorgsmaatregel WIST U DAT EEN HALF MILLIOEN PERSONEN BIJ DE VERZEKEIiO ZIJN De ..NOORD-BRABAND" betaalde In 1936 circa f 1.500.OOO uit aan hare verzekerden KOF A WEEK

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 1