Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
K
en
es
ROORDBRABAIID
3
Benauwd
borst?
N
IN ALLE AFDEELINGEN
HONDERDEN KOOPJES
FEUILLETON
ANNE
en
ipe
op de
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
[kerij
elen.
DE TOESTAND
IN DE BEDRIJVEN.
HET FIETSPLAATJE,
BESCHAVINGS-UITINGEN,
Wentel dien last van U af door
intijds Abdijsiroop te nemen.
Per flacon 90 cent en f. 1.50
CENTS
ZIE ONZE ETALAGES! ZIE ONZE ETALAGES!
'in-
2._
3 25
R S
/IJ K. f"
>R
K.
uraau
eu r
ien
3EEN
i IJIVL/rt\J H OU/JT I DIVIDl^lV I7J/
öüëJAARG7VNG7
sraal
2.-
ar
van het Zuiden,
WaaUyksche en Langstraatsche Courant,
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs, per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag e|
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
:r de
atho-
'ijgen
>1491
nden
telt n
alle
wij
Mogen wij de statistieken gelooven,
en er is natuurlijk geen reden voor 't
tegendeel, dan heeft zich de opleving
in de bedrijven in het 2e kwartaal over
't algemeen gehandhaafd. Speciaal is
dit 't geval in de metaal-nijverheid, de
scheepsbouw, gloeilampenindustrie, de
katoen- en ook de wolindustrie, terwijl
ook in de bouwnijverheid grooter druk
te te constateeren valt.
In tegenstelling hiermee is de toe
stand in de leder- en schoenindustrie,
den lederhandel, slechter geworden, we
zouden haast durven zeggen slechter
dan ooit.
En al kan er dan over 't algemeen
een betere tendenz te constateeren val
len, goed is 't nog geenszins, zeker niet
in deze streek.
In onze industriën hebben we vooral
noodig export, beteugeling der onge
zonde en dwaze concurrentie en voor
al ordening in de bedrijven, waarvoor
helaas voor een paar jaar de eerste po
gingen overboord werden of moesten
worden geworpen.
Er zal voor onze bedrijven export
moeten komen, of anders zullen de bui-
tenlandsche artikelen geweerd moeten
worden: er zal ordening moeten komen
in den huidigen chaos, wil men niet dat
een der meest vooruitstrevende indus
triën, die aan zoovele duizenden werk
verschaft, ten gronde gaat.
De regeering, vooral de minister
van economische zaken, staat hier voor
een dringend vraagstuk; men zal niet
langer werkeloos mogen toezien, wan
neer men werkelijk rampen wil voorko
men.
Ook de verlichting der lasten op de
bedrijven en op de bevolking zal een
punt van ernstige actie moeten zijn om
de zaken te steunen en de koopkracht
der massa te bevorderen.
Het wordt dan ook hoog tijd, dat van
de organisaties en officieele instanties
in deze een krachtige drang op de re
geering wordt uitgeoefend: de toestand
dringt en lijdt geen uitstel.
In dit verband leze men de nood
kreet van de schoenfabrikanten uit
Oisterwijk, die men onder Plaatselijk
Nieuws vindt en die wij ontvingen na
dat t bovenstaande gezet was.
Er is een groot dagblad, dat op het
^ogenblik in eigen stijl, dus óók
„groot", een campagne voert tegen het
ietsplaatje. Het is wel handig om aldus
akelijk te profiteeren van een algemee-
.e ontstemming.
Is de nijd tegen ,,het fietsplaatje"
chter wel zoo écht, als hij lijkt? Zit bij
elen niet de gedachte voor: als ze
maar een ander systeem van belasting
op de fiets hadden, dan zou ik wel kans
zien om er aan te ontkomen? Zeker, er
worden fietsplaatjes gegapt, zooals er
van alles wordt gegapt, wat waarde
heeft. Heele fietsen worden gegapt.
Hoe gering echter zou het percentage
gestolen fietsplaatjes, gesteld dat we. 't
aantal te weten konden komen, niet
Hijken te zijn van het totaal! Maar in
derdaad, er worden 'r gegapt.
Waarschijnlijk meerendeels door
igen schuld. Wie z'n plaatje in een
ehoorlijken houder stevig op z'n rijwiel
rat bevestigen, beloopt uiterst weinig
ans door diefstal van het belasting-
ïerk te worden benadeeld.
Een andere zaak is, dat heel deze
effing zoo gauw dient te vervallen als
e rijksmiddelen, welke thans veel rui-
ïer worden, zulks veroorloven. De
etsbelasting is onpopulair en wordt
ls een onrecht aangevoeld, omdat ze
het algemeen den kleinen man zwaar
en té zwaar treft.
En ook de harteloosheid, waarmee de
controle op deze belasting wordt ge
voerd, wekt grooten weerzin. Al kan
men aantoonen, dat de belasting is be
taald, b.v. door het plaatje uit den zak
te halen, dan nóg moeten de ambtena
ren boete vorderen en zoo noodig het
rijwiel in beslag nemen.
Op geen enkele andere belasting is
de controle zóó streng en onbarmhar
tig. Voor geen enkele belasting geldt
de bepaling, dat boete verschuldigd is,
wanneer de kwitantie niet op voorge
schreven zichtbare wijze wordt gedra
gen.
Alles bij elkaar: zoolang deze belas
ting wordt geheven, komt ons het sy
steem niet zoo verwerpelijk voor. Er
kome echter in de allereerste plaats
meer soepelheid bij de controle. In Rot
terdam b.v. geeft de politie bij de con
stateering van welke kleine overtreding
ook, éérst 'n waarschuwing. Deze
waarschuwingen worden geboekt en
pas bij herhaling der overtreding volgt
een proces-verbaal.
WIST
Zich vorzekeran bi) «en
goade maatschappij la aan
wl|za voorzorgsmaatregel
U DAT EEN HALF MILLIOEN
PERSON EN BIJ DE
M
VERZEKERD ZIJN
De ..NOORD-BRABAND" betaalde In 1936
circa f 1.500.000 uit aan hare verzekerden
Onze tijd gaat prat op z'n bescha
ving.
En toch presenteeren zich dagelijks
zooveel uitwassen op 't terrein der be
schaving, dat men zou gaan spreken
van schijn-cultuur, schijn-wetenschap,
schijn-beschaving op veelzijdig gebied.
Uit de gewone couranten-berichten
knippen we een paar voorbeelden.
Zoo zien we b.v. de onnutte waag
halzerij, waarbij eigen leven en dat van
anderen als inzet geldt.
Twee jongelieden gingen per eigen
gemaakte kano dezer dagen van Zand-
voort naar Engeland. Waarschuwin
gen hielpen niet, ze gingen. Des avonds
werden ze door een storm overvallen,
ze zaten tot den nek in 't water en kon
den nog juist bijtijds door een Duitsche
stoomboot gered worden.
Heeft deze onderneming eenige prac-
tische waarde of beteekenis? Is dat
moed, energie? Neen sensatie! Hebben
zij kampioens-aspiraties in iets nuttigs?
Neen, beroemd en gevierd of dood en
vergeten
Neem het sport-evenement Louis-t-
Farr. Lees in de beschrijvingen hoe de
laatste vocht en ranselde, ofschoon z'n
oogen bloedend dichtgeslagen waren.
En 't publiek gnuift van deze nobele
sport. Niet voor de kracht, voor de
sport, maar de sensatie't bloed
misschien.
Een ander bericht uit de bladen meldt
dat men in een Utrechtsch dorp de Ko
ninginnedag „vierde", met het grijpen
naar zes jonge varkens met vaseline
ingesmeerd. Men gaf dit feest een lief
dadig karakter door dit experiment te
doen verrichten door de zes armste
vrouwtjes uit de plaats.
En 't publiek genoot van de „stom
me lol" om zes oude arme medemensch-
jes te zien hollen achter zes opgejaagde,
gekwelde, ingesmeerde varkentjes!
Bah, wat een beschaving!
En tenslotte zou men dat kunnen zeg
gen van degenen en de persorganen,
die het tooneelstuk en de film „Grazige
weiden" zoo gunstig beoordeelen,
waarin n.l. God, speciaal God de Va-
Wilt Ge verlichting in den kortst mogelij
ken tijd? Wilt Ge dat benauwde gevoel, dat
overmatige fluimen doen ophouden, pleeg
dan geen verzuim door Ie wachten en Uw
hoest te laten ontaarden in een of andere
gevreesde kwaal. Nog zijn Uw organen ge
zond, laat ze niet ziek worden door het met
ziektekiemen beladen slijm. Weer op na
tuurlijke wijze de ziekteaanval af. Zorp dat
die taaie slijm die U het ademen bemoeilijkt,
wordt verwijderd. Neem Abdijsiroop, die
stopt den hoest, maakt Uw ademhalings
organen gezond, geeft Uw borst de weer
stand die deze noodig heeft en zal U
weer vrij, ruim en diep doen ademhalen.
der, voorgesteld wordt als een oude
neger in gekleede jas en alle bijfigu
ren, als engelen en aarts-engelen uitge
doste negers zijn,-
De schrijver van het boek, dat voor
tooneel en film verwerkt is, heeft z.g.
willen uitbeelden, welke voorstelling
eenvoudige negerkinderen zich in hun
brein vormen omtrent God en Zijn en
gelen.
Zelfs de film-deskundige van „De
l ijd' verdedigt de vertooning, welke
hij „prachtig" noemt, „soms verrukke
lijk".
„Wie in deze film oneerbiedighe
den ontdekken kan, zoo zegt hij
heeft sinds lang verleerd, wat het
zeggen wil, te zijn als de kinderen,
om aldus het Rijk der hemelen bin
nen te gaan".
Ook de „Kath. UI." is er enthousiast
KOFA 75
WEEK
en
islen
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch bewerkt door
J. VAN DER SLUYS.
(Nadri^ verboden).
jcht. 51)
Den volgenden Zaterdag ontving Anne
een pakje. Het bevatte een blocnote, en
veloppen, een vulpotlood, een vulpen,
voor vijf shillings aan postzegels en
een brief van John Waveney.
Beste Miss Jones,
Ik geloof, dal 't het beste zal zijn
me te oefenen om je Miss Jones te
noemen. Maar dat zal me toch niet
makkelijk afgaan. Ga jij je nu oefenen
om me als Sir John te betitelen. Of
zal ik ook den familienaam Jones
nemen. Als jou dat liever is, mij kan
het niet schelen. Maar John Jones
klinkt niet erg, hé? Je zou me dan
met Mr. Jones kunnen aanspreken,
als je daar erg op gesteld bent. Denk
er maar eens over en deel me Zon
dag je besluit mee; dezen Zondag
ben je toch vrij, niet waar? Om half
drie zal ik op de bekende plaats op
je wachten. Hierbij zend ik je wat
schrijfmateriaal, omdat je me nog
niet' geschreven hebt; ik dacht, dat
je mischien geen blocnota had en
niet uit kon om er een te koopen.
Voor zoover ik kan nagaan, ben je
me nog vijf brieven schuldig. Wil
je het lijstje opmaken van de kleercn
die je noodig hebt, en het me Zon
dag geven?
Je J. M. W. alias Jones.
Anne staarde hulpeloos naar het epis
tel. Ze kon hem eenvoudig nief afschepen
zijn vasthoudendheid spotte met ie
dere poging daartoe. Ze pleitte voor de
rechtbank van haar geweten, dat ze eer
lijk had getracht hem van 't lijf te houden,
maar als hij nu met alle geweld den om
gang met haar wilde voortzetten, lieve
hemel, wat kon ze er dan tegen doen?
Maar de stem van dat geweten gaf met
gestrengen ernst onmiddellijk een ant
woord Je kunt toch je ontmoetingen
met hem staken en zijn brieven onge
opend terugsturen.
Maar dat zou toch vreeseliik on
hebbelijk zijn, voerde Anne hier tegen
aan.
Ga morgen niet met hem uit, ver
maande de onplezierige-gestrenge stern.
Ja, maar ik wil zoo dolgraag!
Je behoort het niet graag te willen!
Anne schudde energiek het hoofd.
Ik ben niet van plan me op die ma
nier de wet te laten voorschrijven.
XXVII.
JENNY TOONT BELANGSTELLING.
Het mooie weer hield aan. Zondags
was het even heerlijk als het Donderdags
was geweest, alleen nog een paar graden
warmer. Er was een zacht trillend waas
in de lucht en het goud van de zon dans
te over het diepe groen van hoornen en
hagen.
Waarom heb je mfj briefpapier ge
stuurd? vroeg Anne.
Ik heb je geschreven waarom. Heb
je die lijst meegebracht?
Ik heb Nanna geschreven. Ik weet
niet waar mijn dingen zijn.
Zij zal het wel weten, antwoordde
John opgewekt. Vertel eens Anne, hoe
veel geld bezit je?
Anne lachte.
Hè, wat vraag je dat verschrikkelijk
op de man af!
Ja, dat weet ik. Ik heb nu eenmaal
geen tact. Ik heb er het land aan om de
dingen heen te draaien. Het is heuseh
veel beter met de deur in huis te vallen
en het spaart je een heeleboel narigheid.
Dus: hoeveel geld bezit je?
Sixpence, deelde Anne mee.
Ze liepen door een klein bosch. In het
midden was een vijver. De weerspiege
ling van het overhangende loof in den
vijver was van de diepste nuance groen,
die Anne ooit had gezien. Het leek of er
groene vlammen in speelden. John keek
met booze oogen naar al de schoonheid
om hem heen.
Bespottelijk! sputterde hij
Waarom bespottelijk?
Het is eenvoudig krankzinnig. Six
pence!
Het hezit van niet meer dan sixpen
ce is een buitengewoon waardevolle zede
lijke les, meende Anne en welgemoed:
het oefent je in de kunst om de strikste
zuinigheid te betrachten.
Wanneer krijg je meer?
O, nog in een heele tijd niet.
Waarom niet? barstte John uit.
Anne vond dat hfj er net uitzag als een
schooljongen in een dwarse hui. Omdat
ik geen behoorlijk dienstboden-tenue
had en mevrouw Fossick Yates dat voor
mij koopen moest. Ik heb uitgerekend,
dat ik er nog drie maanden voor moet
werken.
John kreeg zijn opgewektheid terug
hij de overweging dat deze verplichting
Anne weerhouden zou om weg te loopen.
De rest van den middag kwam er geen
boos woord of onaangenaam woord
meer over zijn lippen; hij putte zich uit
in vriendelijkheid tegen haar.
Ze waren haast terug toen Anne op
heslisten toon zei
Je mag mij niet schrijven.
Was ik dan van plan om je te
schrijven?
Ik weet het niet. Maar ik had toch
liever dat je het niet deed.
Waarom niet?
Ze kijkt naar den poststempel.
Stil laten kijken.
En ze zegt dat ik zooveel brieven
krijg.
Krijg je zooveel brieven?
Alleen van jou ik geloof niet dat
het haar aanstaat.
Vertel haar, dat ze van een neef zijn,
van een heele nette jongen.
Ze gelooft niet dat er één jongen
bestaat, die net is. Zul je dus niet meer
schrijven?
Wacht maar kalmpjes af.
's Maandags kwam er niets. Het was
heelemaal niet prettig om zoo aan je
woord gehouden te worden! Dinsdags
was er een dikke brief, over juffrouw
Jones, Anne's kleeren en plannen voor
Donderdags. Speel je golf? Dat vergat ik
le vragen. Antwoord omgaand. Als je
het schoone spel beoefent, breng ik stok
ken mee en dan gaan we hier of daar
spelen. Ik ben er dol op en speel gruwe
lijk slecht.
's Woensdags kwam Anne's koffer.
Alles waar ze om gevraagd had was er
hij en ook allerlei, waar ze zich niet her
innerde om gevraagd te hebben. Op en
kele van haar bezittingen stonden haar
naam of haar initialen. Ze vernietigde
al deze kenteekenen van haar indentiteit
en voelde een vreemde pijn terwijl ze
het deed. Het was alsof van nu af Anne
Waveney tot de naamlooze en vergeten
dingen ging behooren. Hier waren de
zakdoekjes, die Jenny haar met Kerstmis
gegeven had kleine niemendalletjes
van het ragfijne linnen met een sierlijk
geborduurde A in den hoek. Die „A"
kon blijven, maar mevrouw Fossick Ya
tes zou zeker wat te beweren hebben,
als haar binnenmeisje zakdoeken ge
bruikte, die van aanmerkelijk fijner kwa
liteit waren dan de hare. Dan was er
de avondjapon van blauw met zilver, die
ze gedragen had op het jachtbal. Ronny
Carstavis had haar half gevraagd dien
avond, nadat hij haar verteld had dat ze
er uitzag als een blauwe bloem op een
zilveren steel. Een paar maanden tevoren
was Ronny's eerste dunne bundeltje ver
zen verschenen, dus wat hij zei behoefde
niet au serieux genomen te worden.