GESCHIEDENIS DER HERV. KERK TE BESOIIEN
Kunst en Letteren.
Zaterdag 23 October 1937 No. 85.
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
1610—1935.
Door
J. van der Hammen Nicz.
LXVI.
Den 15 October 1787 werd door de
volgende 39 Besoijensche ingezetenen,
meest hoofden van gezinnen, waar
onder 12 Roomsch-Katholiekcn, een
request gezonden aan de Staten van
Holland en West-Friesland: F. C. van
der Putt, Jan Hagen, de weduwe van
der Putt, M. C. van der Putt geboren
Moraquyn, Jacobus van Hcijst, Wille-
mijna van He ijst geboren de Poorter,
Pieternella van Heijst, J. F. van de
Poll, L. van de Poll geboren Massig-
non, de huisvrouw van den schepen
Antonie Kuijsten, Arie Hoevenaar, Ma
ria van der Hoeven, Anna Doch, Eli
sabeth Hagen, C„ Cordy geboren Mas-
signon, Johannes van den Berselaar,
de weduwe van den Berselaar, Gijs-
bert Sersie, Antonie van den Hout,
Wouter van Baardwijk, de weduwe
van Peter Verlegh, Maria Hagen gebo
ren van de Nieuwegiesen, A. Hagen,
Anna Brands, Gerrit Brands, Elisa
beth van Kampen, Maria Johanna van
der Pot, Jocobus Iiuijmans, de wedu»
we van Jacobus van Balkom, Jan
Kolen, Albert Langermans, de wedu
we Pot, mejuffrouw Clasina Ganse-
wijk, Helena Hulst, Antonie Borgers,
Jan Klis, Bom Burgers, de weduwe
van Arnoldus Vervoort en Elisabeth
van Heijst. Het repuest, waarbij aan
de Staten van Holland, onder het aan
voeren van verschillende redenen,
werd verzocht aan Ds. Pieter Willem
Leemans, die toen Besoijen reeds 16
jaren had gediend, ontslag als predi
kant te geven was van dezen in
houd
Geven met allen schuldigen eerbied
te kennen de ondergeteekenden, allen
inwoonders en geërfdens of, en wel
voor 't grootste gedeelte, leden van de
Gereformeerde kerk der heerlijkheid
Besoijen;
Dat de supplianten tot hun innerlijk
leedwezen hebben moeten ondervin
den, dat Pieter Willem Leemans, pre
dikant dezer gemelde heerlijkheid, al
sedert lange aan zijn plicht als predi
kant gemanqueerd en geensints eene
voor zijne gemeente en inwoonders
stichtelijke en vredelievende conduite
heeft gehouden;
Terwijl hij domenie Leemans al se
dert lange geleden zich heeft beginnen
te bemoeijen met zaken geensints zij
nen predikdienst rakende, maar juist
geschikt en door hem uitgedacht en
bevonden zijn, om burgers tegen bur
gers en burgers tegen hunne regenten
en regenten tegen hunne burgers bin
nen dezen dorpe op te stoken en aan te
hitsen, zoodanig dat sedert eenigen
tijd onder dezelve reëele twist en twee
dracht in Besoijen is ontstaan en ver
oorzaakt geworden, en waarvan reeds
eenige ter deliberatie van Uw Ed.
Groot Mogenden en hun Ed. Mog.
de Heeren Gecommitteerde Ra
den gebracht en nog hangende zijn;
Terwijl hij domenie P. W. Leemans
mede al sedert langen tijd heeft kun-
goedvinden verscheiden maien ln 't
jaar naar buiten, als naar 's Hage en
elders te reizen, weken lang, dikwijls
twee a drie, ja, somtijds vier weken
lang van zijne standplaats uit te blij
ven, waardoor de godsdienst menig-
malen heeft moeten stilstaan, immers
dikwijls gebrekkelijk is waargenomen
geworden, ja, ten tijde des Zondags,
wanneer alreeds één a twee malen was
opgeluid, de godsdienst nog wierd op
gezegd en daardoor aan de gemeente
van dezen dorpe de ocasie zelfs wierd
benomen, om op een naburige plaats
de godsdienst te kunnen waarnemen en
bijwonen;
Terwijl hij predikant Leemans ver
der sedert eenige jaren heeft verzuimd
de jeugd behoorlijk op zijn tijd te ca-
techiseeren, huisbezoeking te doen en
ook weinig of geene zieken eenige
troost of bezoeking van hem predikant
hebben kunnen erlangen;
Dat al dikwijls 't Bondzegel (de
doop en 't H. Avondmaal) niet op zijn
tijd bediend is geworden of ten minste
niet behoorlijk afgekondigd of voor-
bereidinge gedaan, ja zelfs door na
burige predikanten, als 't al eens was
afgekondigd, op eene zeer ongewone
wijze des achtermiddags is bediend ge
worden;
Dat de voornoemde onze predikant
Leemans al mede sedert eenige jaren
nooit op zijn tijd de kerkenraad heeft
veranderd, daar bevorens alhier al
toos de bevestiging van dien op
Nieuwjaarsdag placht te geschieden;
Dat hij domenie Leemans eindelijk
in deze criticque en tumultueuse tijds
omstandigheden, (om niet verder aan
te halen alle aanhitsingen en opstoke-
rijen in deze laatste tijden door hem
zoo zeer in 't gemeen gepleegd) nu
zich sedert circa zes weken geleden
op eene clandestine wijze van deze
zijne standplaats heeft geabsenteerd,
zonder dat men nog weet, waar hij
zich thans bevindt en sedert dien
tijd de godsdienst al wederom heeft
stilgestaan en dap ook al wel eens des
Zondags gebrekkelijk is waargenomen,
alles tot nadeel van kerk en armen,
doch in 't geheel wordt de jeugd nu
niet gecatechiseerd, geene zieken be
zocht en daardoor dus nu de gods
dienst, den arme, de kerk en de ge
meente, zoowel als de jeugd sterk be
nadeeld wordt, waarin de supplianten
vermeenen dat ten allerspoedigste
diende te worden voorzien;
Dat de supplianten, om redenen hier
voren gemeld en omdat sedert de ab
sentie van den voornoemden domenie
Leemans de gemoederen onder de in
woonders dezer plaats zijn aan t be
daren geraakt, ja vele differenten on
der malkanderen geassopieerd (ge
stild), en beducht zijnde dat de rust en
vrede onder dezelve inwoonders al
hier door de terugkomst van gemelden
predikant weder gestoord zullen wor
den, hebben gekregen een afkeer
zoodanig dat dezelve vermeenen van
hem als predikant niet meer te kun
nen gesticht, maar veel eer onsticht
worden en daarom met geen genoegen
meer hem voor deze plaats en heerlijk
heid kunnen admitteeren, veel minder
respecteeren, maar gaarne zijne plaats
door een anderen predikant zoude zien
vervullen;
Zoo nemen de supplianten de vrij
heid zich te keeren tot Uw Ed. Groot
Mogenden, ootmoedigst verzoekende,
dat Uw Ed. Groot Mog. het goedgun
stig behagen moge, (dat in considera
tie van de hier voren geallegeerde re
denen en slechte conduites van P. W.
Leemans, predikant dezer heerlijkheid
Besoijen,) de predikantsplaats dezer
gemelde heerlijkheid te verklaren voor
vacant en de predikant P. W. Leemans
daarvan vervallen te zijn, met last op
de magistraat en kerkenraad alhier,
naar wetten dezer landen en gebruik
dezer plaatse, ten spoedigste een ander
predikant binnen deze heerlijkheid te
beroepen of zoodanige andere voor-
zieninge te doen, als Uw Ed. Groot
Mogenden zullen bevinden te behoo-
ren. (Volgen de handteekeningen).
Voordat het verzoekschrift dier 39
Besoijensche ingezetenen waaron
der eenige officieren waren aan de
Staten van Holland werd toegezonden,
werd het eerst ter lezing en beoordee
ling aangeboden aan schout en sche
penen van Besoijen, die het niet alleen
goedkeurden, maar 't zelfs door een
afzonderlijke aangehechte vedklaring
van instemming in de hoogste mate
steunden en versterkten. (Alleen de
beide schepenen Dadiaan de Rooij en
Ad liaan Goedhart weigerden die ver
klaring te teekenen).
't Zag er dus in de toekomst voor
Ds. Leemans niet al te best uil. Maar
had deze un te Besoijen en elders geen
vrienden, die hem in den nood hunnen
bijstand verleenden? Wel zeker! Hel
moet tot lof en eer van de toenmalige
kerkeraadsleden Denis Koppen en Jo-
han van Heijst, ouderlingen, en Leen-
dert Kuijsten en Johannes Dekkers,
diaken, gezegd worden, dat zij hunnen
herder en leeraar, ondanks zijn vele
fouten, niet in den steek lieten, maar
alle pogingen in hel werk stelden, om
hem te redden. Zoodra hun de moge
lijke gedwongen afstand van den pre
dikant helder en dreigend voor de
oogen kwam te staan, zonden zij op
het laatst van October 1787 een tegen-
request aan de Staten van Holland,
waarin het volgende ik gebruik
veelal de eigen woorden der suppli
anten werd naar voren gebracht
a. dal dominé Leemans reeds op
den 11 September 1787 en dus vóór
den inmarsch der Pruisische troepen
genoodzaakt is geweest eenigen tijd
van huis te blijvenb. dat zijn Eer
waarde intusschcn daarvan bij mis-
sieve aan de supplianten behoorlijke
heeft kennis gegevenc. dat de sup
plianten die missive op tie vriendelijk
ste wijze hebben beantwoord en hem
hebben aangeraden zich niet in gevaar
te begeven; d. dat zijn Eerwaarde
zich altoos in het waarnemen van al
de bijzondere deelen van zijnen dienst
naar behooren en gis een liefderijk en
ijverig leeraar heeft gedragen; e. dat
zij met reikhalzend verlangen zijne
overkomst hebben tegemoet gezien;
f. dat hij thans weder geretourneerd
is en op Zondag 28 October voor een
groote schare Gereformeerde toehoor
ders den predikdienst heeft verricht;
g. dat de supplianten desniettemin
met de uiterste ontroering zijn ge
ïnformeerd geworden, dat door eeni
ge personen die een pik op den predi
kant schijnen te hebben, een request
aan de Edel. Mog. Heeren Staten van
Holland hebben gepresenteerd, waar
in zij, om vele gefingeerde pretexten,
verzoeken hun geliefden herder, dien
zij noode zouden willen missen, te
ontslaan; h. redenen waarom de
supplianten eerbiedig verzoeken ook
hun bezwaren te willen hooren en
hun leeraar te sparen, enz.
Ondanks het feit, dat te Besoijen
nog heel wat harten warm voor hem
klopten en nog eenige uiterste pogin
gen werden gedaan om zijn ontslag
te voorkomen, was het lot over Ds.
Leemans beslist. Den 29 November
1787 namen de Staten van Holland en
West-Friesland de volgende resolutie:
Donderdag, den 29 November 1787.
Is gehoord het advies van de heeren
Gecommitteerde Raden van den 28
dezer, hebbende, ingevolge en ter vol-
doenning aan hun Edel Groot Mogen
den appointemersi van den 17 October
laatstleden, geëxamineerd de requeste
van een groot aantal inwoonders en
geërfdens, of en wel voor het grootste
gedeelte leden van de Gereformeerde
kerk der heerlijkheid Besoijen, om de
daarbij, geallegeerde redenen verzoe
kende, dat het hun Ed. Groot Mogen
den mochte behagen, uit consideratie
van dezelve redenen en slechte condui
tes van F. W. Leemans, predikant der
voorschreven heerlijkheid, de predi
kantsplaats in dezelve te verklaren
vacant en den gemelden predikant
Leemans daarvan vervallen te zijn,
met last op den magistraat en kerken
raad aldaar naar wetten en gebruik in
dezelve heerlijkheid plaat3 hebbende
ten spoedigste een ander predikant te
beroepen of zoodanige andere voor
zieningen te doen, als hun Ed. Groot
Mogenden bevinden zullen te behoo
ren. En nog tot voldoening aan hun
Ed. Groot Mogenden appointement van
den eersten dezer geëxamineerd heb
bende den requeste van de ouderlin
gen te Besoijen voorschreven Denis
Koppen en Johan van Heijst benevens
de diaconen Leendert Kuijsten en Jo
hannes Dekkers, behalve den gemel
den predikant uitmakende den gehee-
len kerkenraad aldaar, om de daarbij
geallegeerde redenen verzoekende, dat
hun Ed. Groot Mogenden het eerst ge
melde request, alvorens daarop te dis-
poneeren, geliefden te stellen in han
den der supplianten, ten einde daarop
derzelver belang en dat van verre het
grootste, gedeelte der voorschreven
gemeente werde gehoord:
Waarop gedilibereerd zijnde is goed
gevonden en verstaan de prediknnts-
plaats te Besoijen bij dezen te verkla-
ïen vacant en den gemelden Ds. Lee
mans daarvan vervallen te zijn, met
authorisatie en last op de magistraat
en kerkenraad aldaar, om naar de wet
ten dezer landen en gebruiken der ge
melde plaats ten spoedigste een ander
predikant in deszelfs plaats te beroe
pen; wordende het verzoek van de
tweede supplianten algeslagen en ge
wezen van de hand. (Geteekend C.
Clotterbooken).
DE VONDEL-HERDENKING
TE 's HERTOGENBOSCH.
Regisseur Kees Spierings over de
a.s. Gijsbrecht-opvoering.
Nu ook 's Hertogenbosch zijn
Vondelherdenking weldra gaat vie
ren met de opvoering van »Gijs-
brecght van Amstel» en de belang
stelling voor deze opvoering zoo
groot is dat reeds nu de gala-op-
voering voor 28 October a s. en de
jeugduitvoering van 27 October zijn
uitverkocht, terwijl ook voor een
tweede jeugduitvoering nauwelijks
een plaats meer beschikbaar is, zijn
wij den regisseur Kees Spierings eens
gaan opzoeken, om van hem het
een en ander te vernemen over zijn
opvattingen en de verwezenlijking
daarvan.
U zult liet merkwaardig vinden
aldus den heer Spierings, dat Den
Bosch Vondel gaat herdenken met
een specieliek Amslerdamsch stuk,
geschreven voor de opening van den
Amslerdamschen schouwburg en
ook dat dit spel voor het voetlich
wordt gebracht door amateurs.
Toch is de keuze van dit stuk
alleszins gerechtvaardigd,niet alleen
omdat het zelf jubileert, maar vooral
ook om het vele aantrekkelijke, dat
het juist voor onzen tijd heeft. Uit
de Gijsbreght-figuur spreekt het deel
zijn van den mensch aan de ge
meenschap waarin hij geplaatst is
en die geleid wordt door de historie,
de historie die geen erbarmen met
de menschen kent en zijn ramspoed
stort over Amsterdrm, om allen te
treffen, schuldigen en onschuldigen.
Dit waarlijk tragische element, bijna
DE BEVROREN MELODIE.
Een fantastisch verhaal van vorst en
winterkoude.
De Zuidelijke volkeren hadden,
voordat zij met de Europeanen in aan
raking waren geweest, dus in de grij
ze oudheid, in het geheel geen begrip
van het klimaat van het hoge Noor
den. De enkeling, die reisde en zelfs
tot aan de Alpen kwam, ver
telde de vreselijkste geschiedenissen
over zijn avonturen in de koude. De
Maas en de Waal, hielden zij voor ri
vieren uit de Poolstreek en zij dach-
ten, dat de Noordzee aan de Noord
pool lag. 't Feit alleen, dat de Germa
nen en de Russen toentertijd reeds
beenbekleding droegen versterkte de
Griekse geleerden in hun geloof, dat
deze landen door de koude eigenlijk
onbewoonbaar waren.
Zo vertelde Herodotus, een van de
eerste reizigers die tot Zuid-Rusland
zijn doorgedrongen, dat dit land al
tijd met sneeuw bedekt was en dat er
alleen 's zomers iets minder sneeuw
viel dan in dë winter. Doch wij be
hoeven niet eens zo ver weg terug te
gaan om de vreselijkste verhalen van
de koude te lezen.
Qmstreeks 1500 vertelde eens een
reiziger een merkwaardig verhaal, dat
de geleerden van het land onmiddel
lijk hebben opgeschreven. De reiziger
werd onderweg op zijn paard, waar
mede hij de reis maakte vastgevroren.
Toen hij eindelijk op de plaats van
bestemming was gekomen, moest men
hem met het zadel en al van 't paard
tillen en in een warm vertrek brengen,
waarna het ijs van het zadel langzaam
ontdooide, zodat hij zich daarvan los
kon maken.
Nog merkwaardiger is het verhaal
van een reiziger, die een eeuw later
een reis door W.-Europa maakte. Een
postiljon probeerde tevergeefs in de
grimmige koude een melodie aan zijn
posthoorn te ontlokken. Aan het eind
punt van zijn ril gekomen hing hij zijn
hoorn boven de kachel in de uitspan
ning, waar hij even ging uitrusten.
Het ijs in de hoorn begon te smelten
en al de tonen, die de postiljon in de
koude in de hoorn had geblazen, kwa
men nu te voorschijn, zonder dat de
postiljon zelf de hoorn aan zijn mond
behoefde te zetten.
De Griekse schrijver Plutarchus
vertelde, dat Antiphanus eens in een
Noordelijke stad was. geweest, waar
het zo koud was, dat alle woorden, die
de mensen tegen elkaar spraken be-
;n"wm
vroren. Men bewaarde deze ijswoor-
den en bracht ze in den zomer weer te
voorschijn, waar men dan kon ver
staan, hetgeen men 's winters gezegd
had.
Ook de verhalen der oude zeelie
den, die reizen naar de Noordpool
hebben meegemaakt, kan men niet
helemaal voor honderd procent gelo
ven. Een oude matroos vertelde eens,
dat het daar zó koud was, dat de groc,
die gloeiend uit de ketel kwam onder
het schenken in ijspijpen veranderde
en dat men deze pijpjes met de bijl in
kleine stukjes moest hakken, wilde
men van de groc genieten.
Nog een fantastisch verhaal over de
koude komt uit Canada. Hier wordt
verteld, hoe men in het Noorden van
Canada op hazenjacht gaat. Men gaat
's nachts naar buiten en zet op het
veld een brandende lantaarn op de
grond. Onmiddéllijk komen de hazen
aangesprongen en kijken verwonderd
naar het brandende ding. Zij gaan
rond de lantaarn zitten en kijken strak
naar het licht, waardoor hun ogen
gaan tranen, deze tranen bevriezen on
middellijk en de jager heeft de vol
gende dag niets anders te doen, dan
de hazen, die door hun tranen vast
gevroren zijn, los te maken en mee te
nemen
WAT IS ROEM?
In Weenen beleefde men eens een
ware Beethoven-periode. Overal sprak
men over den beroemden componist
en ook aan tafel van een bekende fa
milie kwam Beethoven ter sprake.
Koertje luisterde aandachtig, doch be
greep niet veel van het gesprek. Ten
slotte vroeg hij:
„Moeder, wie is dat Beethoven?"
„Dat is een componist," verklaarde
de moeder hem.
„En wat is een componist?"
vroeg hij verder.
"Dat is 'n man, die muziek maakt!"
Enkele dagen later komt er een
straatorgel de straat indraaien en
Koertje luistert naar de vroolijke mu
ziek. Opeens roept hij vol geestdrift
naar zijn moeder
„Moeder, kom eens gauw, Beetho
ven staat beneden."
Oplossingen.
8. Trachten, Achter, Maan, Dak,
Mat.
Eendracht maakt macht.
9. Uurwerk, Hagedis, In, Aanvang,
Nederland.
Een kinderhand is gauw gevuld.
RAADSELS.
10.
Spreekwoord van 8 woorden, 37
letters.
33 3 25 17 9 31 23 10 19, banier,
vaandel.
1 7 14 27 23 15 11 6 1 12 4 27, soort
gehalte kwaliteit.
18 16 5 34 8 19 36, wintervermaak.
3 11 30 13 28 37 30 23 32, hout
bewerker.
22 35 29 2 20 24 11 6 4 21 6, ge
zelschap.
26 31 19 8 36 34, schade.
H.
Spreekwoord van 6 woorden, 26
letters.
1 22 16 9 11 26, Eenzaam.
8 23 13 17 25 3, schuitje varen.
4 18 6 15 2 12, afgeloopen, klaar
gekomen.
10 5 21 14, klein stadje in Zeeland.
8 2 12 20 17 11 19, muziekonder
wijs.
6 13 26 7 6 15 24, dag der week.
12.
Spreekwoord van 5 woorden, 2;>
letters.
1 8 23 22 3, muziekinstrument*
24 18 7 5 25 9 8 16 20, schets, be
stek.
12 13*20 4 21, niet vet.
14 6 2 10 21 12 13 5 15 21, tailleur.
19 17 20 25 11, getal.
I.
Welk gezegde beteekent dit:
BAAS.
BAAS.
2.
Waarom draagt je vader een hoed?
3. Wat is erger als een gat in je
kous?
4. Wat wordt er van je genomen
eer ge het krijgt?
5. Wat wordt men het eerst gewaar
als men in het water valt?
6. Wat moet men houden als ge hel
aan iemand gegeven hebt?
7. Welke vijgen vallen bij geen en
kel kind in de smaak?