GESCHIEDENIS DEG HEitlf. HEEK TE BESOUEN PUROL rnnnn UW KRANT „De Echo van het Zuiden. Zaterdag 13 November 1937. No. 91. De Echo van het Zuiden Tweede Blad HET AVONTUUR VAN MOEDER SIJS 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. LXVII. Hoe men ook over het gedwongen ontslag van Ds. Leemans als predikant in 1787 moge denken, zeker is het, dat hij toen als slachtoffer zijner politieke overtuiging is gevallen. Onder de 25 predikanten, die sedert 1610 tot heden het Evangelie te Besoijen hebben ver kondigd, is hij de eenige geweest, die wegens begane fouten en vooral dooi zijn patriottisme genoodzaakt w4erd ontslag te nemen. Zijne heilige over tuiging, dat er in zijn tijd aan het lands-, stads- en dorpsbestuur en in het algemeen aan de staatsinstellingen heel wat haperde en door onderschei dene machthebbers en regeerders vele kwade practijken werden bedreven, gevoegd bij zijn vurig en soms heftig temperament, bracht hem vaak in bot sing met overheidspersonen en andere corparaties, die, wars van het patriot tisme, ijverig den Prins aanhingen. Zijne grootste fout daarbij was, dat hij als predikant zich te veel ten koste zijner Evangeliebediening op den voorgrond stelde, aan vele relletjes deelnam en ook openlijk de vergade ringen der politieke genootschappen te Leiden, te Amsterdam en in de Zuid Hollandsche dorpen bezocht, waar hij vaak een hoog woord voerde. Had hij dat niet gedaan, hij zou nimmer zijn ambt verloren hebben en tevens zou hij dan een uitnemend predikant ge weest zijn, want hij bezat de gave des woords en was een geleerd en ontwik» keld man, evenals dat met verschei dene zijner familieleden het geval was. Wij mogen hem zijn overdreven be moeizucht en zijn aanhangen van het patriottisme .evenwel niet al te euvel duiden: velen zijner tijdgenooten, die van aanzienlijker afkomst waren en op de maatschappelijke ladder veel hooger stonden dan hij, gevoed door velerlei achttiende-eeuwsche opwin dende en verderfelijke lectuur, dwaal den in die woelige tijden van den rech ten weg af en verloren vaak het hoofd. Toen hij op het einde van 1787 (1 December) zijnen predikdienst moest vaarwel zeggen, mocht hij, daartoe in staat gesteld door de vergevensgezind heid en mildheid van het Besoijensche dorpsbestuur, nog eenige maanden, n.l. tot 1 Augustus 1788, de pastorie blijven bewonen, die hij gedurende de jaren 1785 en 1786 gedeeld had met zijn zwager den majoor Hendrik Scholt, gehuwd met Franqoise Johan na Leemans, welke laatste vóór haar huwelijk eenige jaren 1772 1780) het kleine huishouden van haar ongehuwden broeder had be stuurd. Zeker is het, dat Ds. Leemans, die tamelijk bemiddeld schijnt te zijn geweest, na 1 Augustus 1788, om de mogelijke wraakneming der Prinsge- zinden te ontgaan, eenigen tijd naar het buitenland is uitgeweken, hoewel het mij niet bekend is, waar en hoe lang hij daar vertoefd heeft. Ook zal hij, toen de felle vijandschap tusschen Prinsgezinden en Patriotten allengs- kens was beginnen te verminderen, wel weer in het vaderland zijn terug gekeerd, en zal hij vermoedelijk meer malen zijnen ouderen broeder Ds. Con- radus Leemans te Baardwijk bezocht hebben, die ongeveer terzelfder tijd dat de jongere broeder het land moest verlaten, aldaar predikant was geworden 17871809). In het na jaar van 1795 na de Omwenteling Hier te lande werd Pieter Willem Leemans door den Besoijenschen ker» keraad, die hem steeds was blijven achten en liefhebben, opnieuw als pre dikant beroepen, ten gevolge waarvan hij, ondanks zijn minder gunsligen gezondheidstoestand te dier tijde, zij nen predikdienst aldaar, na een on derbreking van cfrca 8 jaren, hervatte en nog een jaar, van 13 September 1795 tot het najaar van 1796, in func tie bleef, waarna hij in October 1796 zijn eervol emeritaat verkreeg, gepen sioneerd werd en dus geen financieel nadeel meer ondervond van zijn staat kundige gevoelens. Hierover echter later en te gelegener tijd meerdere bij zonderheden Gedurende zijn 17-jarig verblijf als predikant te Besoijen heeft Ds. Lee mans aldaar 37 kerkeraadsvergaderin- gen gepresideerd, 115 kinderen ge doopt, veel meer dan 100 lidmaten in geboekt en ruim 40 huwelijken in de kerk voltrokken en ingezegend. Na zijn emeritaat bleef hij nog 7 jaren te Besoijen wonen en vertrok in 1802 naar Den Haag, waar hij den 22 Maart 1819, in den ouderdom van 75 jaren en 6 maanden, in wijk W. 333, als rus tend predikant en vrijgezel, eenzaam en verlaten het stoffelijke met het eeuwige verwisselde. In zijn overlij- densacte wordt van hem gezegd, dat hij 72 jaren oud en geboren was te Rijswijk in Gelderland, en dat zijn ouders onbekend waren. Zoo kan men op overlijdensacten aan, zelfs op Haagsche! Men wist in 1819 te Den Haag niet, dat Rijswijk lag in het land van Altena (N.-Br.), en geen zijner neven noch Dr. Willem Leemans, geneesheer te Zalt-Bommel, noch Ds. Cornelius Abrahamus Leemans, pre dikant te Baardwijk waren tegen woordig om zulke dwaze fouten te herstellen of te voorkomen. In een mijner vroegere opstellen heb ik al iets ten beste gegeven omtrent sommige familieleden van Ds. Pieter Willem Leemans. Het is hier thans de plaais of de geschikste gelegenheid iets meer aangaande die familie mede te deelen. Op het einde der 17de of bij het be gin der 18de eeuw (17001800) woon de te Heusden zekere Conradus Lee mans, die over een tijdvak van meer dan 25 jaren (17081733) nu eens als burgemeester en dan weder als sche pen aldaar voorkomt en dus tot de Heusdensche regenten behoorde. Hij had o.a. de volgende drie kinderen: Petrus, Johannes en Willem Leemans, allen te Heusden geboren iets vóór of iets na het jaar 1700. De eerstgenoem de, n.l. Petrus, werd predikant, was o.a. in 1731 dienaar des Goddelijken Woords op het eiland Blankenburg of Rozenburg in Zuid-Holland en huwde den 30 October 1731 te Heusden met de aldaar eveneens geboren mejuf frouw Debora Walraven. Het nage slacht uit dit huwelijk laten we rusten. De tweede Johannes Leemans, werd doctor in de medicijnen, huwde den 15 Augustus 1.734 met mejuffrouw Franqoise Walraven, een zuster van zijn broeders vrouw, en was eenige jaren schepen van Heusden. Ook dit huwelijk laten we verder rusten. De derde en jongste broeder Wilhelmus Leemans werd predikant te Rijswijk in den lande van Altena en huwde al daar in 1738 met mejuffrouw Josina Slingsbie, geboren te Heusden. Uit het huwelijk van Ds. Wilhelmus Leemans en Josina Slingsbie werden te Rijswijk de volgende 4 kinderen ge boren: Conradus, gedoopt 22 Febru ari 1739, Josina, gedoopt 26 Maart 1741, Petrus Willem, gedoopt 22 Sep tember 1743, en Franqoise Johanna, gedoopt 9 Januari 1746. Het tweede kind Josina huwde met Antonie Heer mans, drossaard van Waalwiik en Baardwijk, secretaris van Waalwijk en schout van Besoijen. Josina Lee mans en haar man werden achtereen volgens den 27 Augustus 1773 en den 5 Januari 1774 in dc Waalwijksche kerk aan de Haven begraven. Het jongste kind Framboise Johanna Lee mans trouwde met den majoor Hen drik Scholt, afkomstig van Sprang, terwijl het derde kind Petrus Willem Leemans onze bekende Besoijensche predikant was, die, gelijk wij boven gezien hebben, in 1819 te 's-Graven- hage ongehuwd overleed. Wat geschiedde er nu met het oud ste kind Conradus LeemansDeze werd, evenals zijn vader, predikant, huwde met de te Den Bosch geboren Dirkske Wijgaers, dochter van Cornc- lis Wijgaers en Maria Elisabeth Tim mer, was eerst predikant te Jaarsveld in Utrecht en daarna te Baardwijk. Te Jaarsveld werden van hem en zijn vrouw de volgende drie kinderen ge boren: a. Maria Elisabeth (Miebeth), gedoopt den 28 Maart 1773; b. Willem, gedoopt den 6 Maart 1774, en c. Cor nelius Abrahamus Leemans, gedoopt 27 Juli 1777. Deze laatstgenoemde Cornelius Abrahamus was eerst pre dikant te Erigelen en werd in 1809, toen zijn vader te B. was overleden, in diens plaats predikant te Baardwijk, waar hij den 25 April 1821, op 43-ja- rigen leeftijd, ongehuwd overleed. Zijn vader Conradus had het Evan gelie te Baardwijk meer dan 20 jaren, van 1787 tot 1809, verkondigd, ter wijl zijne moeder Dirkske Wijgaers den 9 Maart 1818 Waalwijk het tijde lijke met het eeuwige verwisselde. Het middelste kind, de onder b ge noemde Willem Leemans, in Maart 1774 te Jaarsveld geboren, werd ge neesheer, was een bekwaam medicus en meer dan 15 jaren dokter te Zalt- Bommel, waar hij 'n sympathieke per soonlijkheid was en ook in de omstre ken buitengewoon populair. Bij zijn vrouw Gonne Ganderheijden, eene fijn- beschaafde en ontwikkelde vrouw, verwekte hij o.a. een zoon, Conradus Leemans, den 28 April 1809 te Zalt- Bommel geboren, die in den loop dei 19-de eeuw een der bekendste en be roemdste Nederlandsche oudheidken ners of archeologen zou worden. Ten einde Conradus meer in de gelegen heid te stellen zijne studiën te vol tooien, vertrok het gezin van Dr. Wil lem Leemans in 1821 van Zalt-Bom mel naar Leiden en ging aldaar op de Hooigracht wonen. Te Leiden kwam de familie Leemans al spoedig in aan raking met Professor Reuvens, hoog leeraar in de letteren aan de Leidsche nuiversiteit en tevens blakende van liefde voor oudheidkundige nasporin gen en studiën. Ingeschreven als stu dent, kwam onze Conradus onder de voortreffelijke leiding van genoemden professor, met wien hij de liefde tot de archeologie deelde. Samen deden zij oudheidkundige nasporingen in hef binnen- en buitenland. Er werden op gravingen gedaan naar Romeinsche oudheden (munten, penningen e.a.) op het landgoed Arentsburg onder Voorburg bij Den Haag en de gevon den voorwerpen beschreven en afge staan aan het Leidsche museum. Sa men bezochten zij Parijs en Londen en maakten waardevolle aanteekeningen in de musea Karei X en het Louvre en het Britsche museum. Den 28 April 1835 promoveerde Leemans aan de Mooie, Gezonde Huid Leidsche universiteit tot doctor in de letteren en de oudheidkunde op een uitvoerig en prachtig oudheidkundig werk vol platen, dat thans nog voor den archeoloog onmisbaar is. In het zelfde jaar 1835 werd hij benoemd tot Directeur van het Rijksmuseum van Oudheden te Leiden, welke betrekking hij meer dan 50 jaren op voortreffe lijke wijze heeft vervuld. In 1891, op 82-jarigen ouderdom, werd hem op ue meest eervolle wijze ontslag uit die betrekking verleend, terwijl hij het Leidsche Oudheidkundig Museum in schitterenden toestand aan zijn op volger naliet. Gedurende zijne lange oudheidkun dige loopbaan heeft Conradus Lee mans onderscheidene voortreffelijke werken op archeologisch gebied ge schreven, o.a. „Catologus van Romein sche, Egyptische, Amerikaansche en Aziatische monumenten in het Leid sche museum"; „Opgravingen te Maastricht en Nijmegen"; „Nasporin gen van Romeinsche oudheden te Rossum"; „Het doopvont der St. Maartenskerk te Zalt-Bommel"; enz. enz. Bij zijne echtgenoote Cornelia Maria De Virieu, met wie hij den lij Juni 1840 in het huwelijksbootje was ge stapt, verwekte hij o.a. een zoon, Wi7- helm F. Leemans,, die later, als hoofd inspecteur bij den Waterstaat, algc- meene bekendheid heeft verkregen, vooral door zijne werken: a. „Sluiting der overlaten in Noord-Brabant", en b. „Ontwerp voor de heropening van het Oude Maasje en de scheiding van Maas en Waal". Conradus Leemans overleed te Lei den den 14 Oct. 1893 en werd in den familie-grafkelder te Warmond be graven. Ook de heer J. F. Leemans, die in 1795 als secretaris van het „Comité van Algemeen Welzijn van Holland" te Den Haag voortkomt, was van het zelfde geslacht als de bovengenoemde Leemansen. MOET Z IJ N Waalwijksche en Langstraatsche Courant. DOOR IET HOOGERS. II. Stel je voor dat ik nu eens zei: Lot tie en Adri, jullie mogen niet meer in de tuin spelen, geen boodschappen meer doen in het dorp, niet meer wan delen met vader en moeder, jullie moe ten altijd in de serre zitten, bij mooi en bij lelijk weer, altijd. Dat zouden jullie toch ook niet willen." „Neen, o nee. riepen de beide kinderen tegelijk. „Nou dan zetten we ook geen vogeltje in een kooitje, want dat vindt het ook niet prettig." zei moeder. „Ja, maar.... begon Lottie weer en ze zette al een pr uilgezicht je. Maar toen kwam de tuinman er aan; hij had het sijsje in een zakdoek ge daan en moeder Sijs vond dat tenmin ste al wat prettiger dan in die be nauwde hand, maar ze was zo bang, ze durfde de ogen haast niet open te doen. Nu vertelde van Dorp, hoe hij het vogeltje gepakt had en dat hij dacht dat het niet goed kon vliegen. „Ja", zei moeder, maar van een vogel in een kooi houd ik helemaal niet, dat diertje hoort in de vrijheid en je moet het maar weer gauw los laten." „Ja, mevrouw" zei van Dorp, „maar l ik dacht misschien kunnen we het eerst een poosje vasthouden, want ah het zoo blijft rondfladderen, krijgt de kat het vast en zeker." „O, ja moe der!" Lottie gilde haast van schrik bij het idee, dat de kat het vogeltje zou opeten en ook van plezier om dat ze het nu misschien toch mocht houden. Moeder glimlachte. „Dat is waar. Nou ga maar op zolder kijken, daar hebben we nog een oude kanariekooi en als Karei dan uit school komt, moet die maar eens kijken wat dat diertje scheelt en of het niet kan vliegen. Zet de kooi maar op het balkon. Even la ter dacht moeder Sijs dat ze vrij werd gelaten, maar dat viel tegen. Toen ze weg wou vliegen botste ze dadelijk weer tegen iets aan en aan alle kanten waren die nare harde dingen, waar zo telkens tegen aan vloog. Lottie stond er naar te kijken, maar ze vond het toch wel een naar gezicht dat het vo geltje zo onrustig fladderde en ze was zo bang dat het zich nog meer zou be- zeren. Ze deed de balkondeuren dicht en ging stil naar beneden. Nee, zo was het niet leuk om een vogeltje in een kooi te hebben! Moeder Sijs was doodmoe en zat hijgend van alle angst en schrik en inspanning op het stokje. Ze was bui ten en toch ook niet en ze wou zoo graag vrij. Treurig keek ze voor zich uit en dan begon ze weer opnieuw rond te fladderen in de kooi tegen de tralies aan, zodat de veertjes soms rondstoven. „Hoe gaat het met het sijsje?" vroeg moeder, toen ze Lottie zo stil door de tuin zag dwalen. „Het wil uit de kooi, het vliegt tegen de tralies aan", zei Lottie verlegen. „Ja, zie je wel, dat zouden jullie ook doen, denk ik," zei moeder. „Heb je nu geen medelijden met het diertje?". „Ja!" knikte Lottie. „Nou Karei heeft wel verstand van vogels, als die denkt dat het weer kan vliegen, dan laten we het gauw vrij, hè kind, en dan zul je eens zien hoe blij het is." Even later ging Moeder eens even boven kijken en wat zag ze door de ruiten? Vader Sijs had net zo lang ge zocht tot hij zijn vrouw vond en zat nu op de rand van het balkon te pie pen. Hij had het nu zo verschrikkelijk druk, hij wou wel graag, dat zijn vrouw gauw weer kwam 0111 mee tc helpen bij het voeren van de kinderen. En daar vond hij haar opgeslotene Vader en moeder Sijs keken naar el kaar door de tralies en konden niet bij elkaar komen! „Lottie" reip Moe der, „kom eens kijken, het mannetje zoekt zijn vrouwtje, het zit hier ook!" Lottie en Adri kwamen zachtjes dich terbij en zagen het vogelpaartje. „Zullen we nu maar niet gauw zeil proberen of het vrouwtje vrij kan?" vroeg moeder. „Zullen we maar dade lijk het kooitje open zetten?" Lottie moest even slikken. Ze was toch wel erg blij geweest dat ze een vogeltje hadden en misschien werd het wel rustig als het was gewendMaar daar begon moeder Sijs weer met alle macht tegen de tralies te fladderen, het kopje botste tegen de spijlen en de veertjes vielen op de grond. „Ja", zei Lottie dapper, ik zal zelf het kooitje open zetten." Ja, kooitje open zetten." zei Adri ook, die er niet veel van begreep. Roets, weg vloog vader Sijs, toen de deuren opengingen. Maar op de rand van het dak bleef hij zitten. Het deur tje werd opengezet en toen gingen ze allemaal weer naar binnen en bleven kijken achter de ramen. Moeder Sijs keek eerst wantrouwend naar 't deur tje, wipte toen voorzichtig in de ope ning, keek nog eens om zich heen en toen zzzzjt weg whs ze. „Ze kan vliegen, heel goed vliegen!" juichte Lottie en ze was echt blij voor de vogeltjes dat ze weer bij elkaar waren. En vader en moeder Sijs gin gen hard aan het werk om de verloren tijd weer in te halen, want de bekjes van de kinderen stonden nu alle vier zo ver opengesperd en ze maakten zo'n lawaai of ze half verhongerd wa ren. OPLOSSINGEN. 1). Belet, Taal, Rood, Onderdaan, Niet. Beter laat dan nooit. 2). Schitteren, Arglistig, Schaat sen, Graat, Uil. Stilstaan is achteruitgaan. 3). Zakenman, Leeraar, Andere, Keurig, Benzine, Keeren. Ledige beurzen maken kranke zin nen. 4). Onder, Feestlied, Nooit, Deur. Oude liefde roest niet. RAADSEL. 5). Spreekwoord van 5 woorden of 27 letters. 9 2 5 6 20 12 19 3 15 26, dikwijls voorkomend. 22 19 8 25 1 24 6, vlerk of wiek. 26 4 23 5 13 21 6 27, gedurig. 17 15 8 10, niet daar. 14 18 7 11 23 16, schuldigen. 6). Spreekwoord van 9 woorden of 36 letters. 18 0 30 33 2 25 14 29 4 8, vlug fietsen. 16 13 21 7 2 1 23 10 17 25 29, ge waar worden. 8 15 34 2 36 24 22 9 6, zijn wind streken. 27 35 20 31 5, dwalen. I 2 23 12 26 4 28 32, gezellin. 24 22 3 1 19 2, schoon, niet vuil. 7). Spreekwoord van 5 woorden of 30 letters. 16 10 15 30 4 5, kordaat flink. II 15 23 2 18 14 21 13, handelaar. 7 24 11 17 14, schuier, veger. I 12 4 3 26 22 5, toezicht, bestuur. 19 1' 8 26 28, niet groot. 25 9 4 13 26 5, spaarzaam. 20 6 5 29 27, natuurverschijnsel. 8). Spreekwoord van 9 woorden of 32 letters. II 9 27 16 5 20 15 7, slecht van gezicht. 1 30 14 25 8 24 10 29 4 6, verder sturen. 16 22 18 2 12 15 21 21 23, werkelijk. 3 21 15 26 25 19 28, tegemoet ko men. 12 31 13 17, mooie bloem. DE GROOTSTE STER. De allergrootste ster, tot nu toe aan het firmament waargenomen, is 400 maal zoo groot als onze zon. Toch is men er van overtuigd, dat er, wan neer de nieuwe reusachtige verrekij ker, die in Amerika wordt gemaakt, klaar is, nog grotere sterren zullen worden ontdekt. DE EERSTE SPIEGELS. In de 11e eeuw heeft men voor het eerst onze glazen spiegels gebruikt. Daarvóór nam men heel glad gepolijs te metalen platen om in te kijken, die ook nu weer in de mode komen als spiegel. Alle ruwheid en roodheid, pukkeltjes en uitslag, worden weggenomen door GEEL 8*lde In doozen van 30-60, Tub* 45 et. Bij Apoth. en Drog. MIJNHARD?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 5