Gemeenteraad Sprang-Capelle» Ir in de hoogste en souveraine Overheid van Uw Ed. Gr. Mogenden de Staten van denzelven lande, met het Erfstad houder- Gouverneur- Capitein- Admi raalschap- Generaal, erfelijk in het Doorluchtige Huis van Oranje, zoo danig als hetzelve in Uw Ed. Gr. Mo genden resolutiën van den jare 1747 is opgedragen en bij den tegenwoordigen Heer Erfstadhouder in het jaar 1766 aanvaard. Zoo waarlijk helpe mij God Almachtig. Gemeentebegrooting 1938. De voorz. stelt aan de orde vastste ling gemeentebegrooting 1938. In een uitvoerig rapport deelt de commissie van onderozek der begroo ting o.m. het volgende mede. De commissie vindt het beter dat zij ook voortaan zal worden belast met het nazien der rekening van hetzelfde jaar als de begrooting is.- B. en W. hebben hiertegen geen be zwaar. Wat betreft-de salariskwestie is een minderheid der commissie van meening dat de mindere draagkracht der belas tingbetalers eischt dat het salarispeil van de ambtenaren wordt verlaagd. De commissie geeft het gemeentebestuur in overweging bij Ged. Staten een salaris verlaging van 5 voor te stellen. De voorz. zegt dat B. en W. hiervan geen resultaat verwachten en daarom den raad adviseeren niet op dit ver zoek in te gaan. De heer Kraak vraagt op welke ambtenaren dit verzoek betrekking kan hebben. De voorz. zegt dat het hier gaat over de salarissen van Burgemeester, Secre taris, Onfvanger en Veldwachters. Daarover dus zullen Ged. Staten heb ben te beslissen. De heer Michael zegt dat de com missie het in deze onderling niet goed eens was. Na lang praten is men ech ter tot gedeeltelijke overeenstemming gekomen, want niettegenstaande een algemeene tendenz voor salarisverhoo- ging meent de commissie den raad in overweging te moeten geven om B. en W. te verzoeken zich tot Ged. Staten te richten met het verzoek om algehee- le salarisherziening. Het betreft hier dan de salarissen van Burgemeester, Secretaris en Ontvanger, omdat daar ook van afhangt de salarissen van Wethouders en politie. Sprang-Capelle heeft nu nog 4950 inwoners, maar bij 5000 inwoners heeft er een salarisstij ging van de ambtenaren plaats en de belastingbetalers moeten maar voor het geld zorgen of de wereld nu rond of vierkant is. Spr. wenscht het de heeren niet toe, maar meent dat er dat kleine beetje toch wel afkan. De heer Kerst meent, dat daar aan Ged. Staten verzocht wordt de salaris regeling eens onder de loupe te zien er geen percentage had genoemd behoe ven te worden. De heer Verheijden kan met de com missie accoord gaan om bij Ged. Staten er op aan te dringen de salarissen met 5 te verlagen, hoewel deze verla ging geen zoden aan den dijk zal bren gen. Hoognoodig is eene algeheele sa larisherziening, zooals dit oud-Burge meester Zimmerman van Rotterdam te Weenen voor de Oostenrijksche bevol king naar genoegen tot stand bracht, massa's overbodige ambtenaren naar huis zond en de Oostenrijksche Finan ciën gezond maakte. Of men hier te lande van Rechts of Links wordt gere geerd, de ambtenaren gooien elkaar de ballen toe. Sijmen kan betalen. Is het niet ongehoord, dat de salarissen van Amsterdamsche putjesscheppers bijna gelijk staan aan de salarissen van Leer aren Middelbaar Onderwijs in Provin ciesteden of Gereformeerde dominé's ten platte lande. De heer Vos kan zich niet met het voorstel van de commissie vereenigen. Het gaat volgens spr. niet op om de salarissen met 5 te gaan verlagen, terwijl de kosten voor levensonderhoud met 7 a 8 stijgen. Spr. zegt dat er een algemeene tendenz tot salarisver- hooging is, ook bij de regeering, maar deze kan daar vanwege den financiee- len toestand nog niet toe overgaan, an ders zou zij het zeker doen. Spr. is er van overtuigd dat wanneer de gemeen te het verzoek mocht doen, ze een raar figuur zal maken. Men moet den toe stand maar laten zooals ie is, zegt spr. De heer Michaël zegt dat in de aan nemerswereld besloten is tot een loons- verhooging van 2 cent per uur, al loo- pen er nog genoeg die op den bond zijn aangewezen. Zoo is het naar spr's mee ning ook in andere bedrijven. Dit heeft spr. in verband met het voorstel maar naar voren willen brengen, alhoewel het met het voorstel van de commissie niets te maken heeft. Spr. zegt dat ze de werkloosheidsuitkeering ook wel met 2 cent per uur hadden kunnen verhoo- gen, als ze in Sept. '36 den gulden maar niet hadden laten kelderen. Die mijn heer daar achter Tilburg vandaan had er daarom ook niet zoo hard op aan moeten dingen, want 't heeft nog meer armoede gebracht. (Instemming van den raad). Spr. vervolgt dan met te zeggen dat iedereen zich aan den gewijzigden le vensstandaard moet aanpassen. Het zal wel niet veel geld in het laatje brengen, maar z.i. moet men ook eens laten hoo- ren dat men nog leeft. De heer Kraak vindt het jammer dat de loonen in sommige bedrijven dalen de zijn. Dit moet men niet bevorderen en men moet daarom niet gaan knab- ayWJvan 4t» ambt*» ren, waardoor er nog meer .paupers in de wereld gebracht zullen worden. Het voorstel van de commissie wordt hierna in stemming gebracht en met 8 tegen 3 stemmen verworpen. Tegen de heeren: Versteeg, J. Vos, v. Willigenburg, Middelkoop, Kraak, Kerst, Timmermans en G. Vos. Vóór stemden de heeren Verheijden, Michaël en v. d. Hoeven. Voorts acht de commissie niet noo- dig dat de toelage van den gemeente bode van 10 op 35 wordt gebracht, zulks wegens zijn werkzaamheden als geldophaler voor de P.N.E.M., welke zeer zijn uitgebreid door uitbreiding van het electrische net. De heer Michaël zegt dat de P.N.E. M. dat dan zelf maar moet betalen. De P.N.E.M. draagt ook de voordeelen van uitbreiding. De Voorzitter zegt dat de gemeente voor iedere aansluiting een zeker be drag van de P.N.E.M. ontvangt. In to taal ontvangt de gemeente nu 600.— en voor elke aansluiting meer, komt ook in de gemeentekas een bedrag meer, zoodat de gemeente er ook wel degelijk profijt van heeft. Het geld ophalen dat de bode steeds doet en dan in regen en wind dikwijls, mag wel eenige vergoe ding meer hebben, temeer door slijtage van kleeding, schoeisel enz. De heer Michaël kan zich daarmeqde niet vereenigen. Ook de heer Kraak is tegen het voor stel van B. en W. Het voorstel van de commissie wordt dan in stemming gebracht en met 7 te gen 4 stemmen verworpen. Vóór stemden de heeren v. d. Hoe ven, Michaël, Kraak en Kerst. Tegen stemden de heeren Verheij den, Versteeg, J. Vos, v. Willigenburg, Middelkoop, Timmermans en G. Vos. Voorts stelt de commissie voor de toelage van 25.— voor kastekorten van de begrooting af te voeren. De commissie is namelijk van oordeel dat hij voldoende acuratesse geen kastekor ten behoeven te ontstaan en dat de bo de die dan, wanneer ze eventueel toch mochten voorkomen, zelf maar aan moet zuiveren. De heer Verheijden kan in deze niet met het voorstel van de commissie mee gaan, om den gemeentebode 25. jaarlijks te onthouden. Spr. zegt dat zij die gewoon zijn dagelijks kleine bedra gen over de toonbank uit te betalen, weten dat zeer kleine kastekorten niet te voorkomen zijn. Men moet maar re gelmatig met publiek omgaan, zegt spr., om de mentaliteit te leeren kennen. Om dezelfde redenen kon spr-. niet accoord gaan om het bedrag van 35 voor kleeding terug te brengen op 10. De heer Kraak zegt dat er geen te korten behoeven te ontstaan. Hij int zelf ongeveer 500 kleine bedragen per week en komt nooit tekort. De Voorzitter brengt vervolgens het voorstel van de commissie in stemming dat met 7 tegen 4 stemmen wordt ver worpen. Vóór stemden de heeren Versteeg Michaël, Kraak en Kerst. Tegen stemden de heeren Verheij den, J. Vos, v. Willigenburg, Middel koop, Timmermans, G. Vos en van der Hoeven. Bij het hoofdstuk Volkshuisvesting komt tegelijk aan de orde de regeling van de financieele verhouding met de woningbouwvereeniging te Capelle. De commissie doet hier het voorstel het woningbouwcomplex van de ver- eeniging te Capelle te verkoopen en daarbij te probeeren of het, rijk in de verliezen wil bijdragen. De Voorzitter zegt dat als gevolg van huurderving gedurende een lange reeks van jaren bij de Woningbouw vereeniging te Capelle een groote ach terstand is ontstaan in de betaling van annuïteiten aan de gemeente. De schuld bedraagt thans zelfs 13.500.Daar in deze een oplossing gevonden moest worden, hebben B. en W. deze aange legenheid met de Bouwvereeniging be sproken en daarbij getracht een oplos sing te vinden. B. en W. doen dan nu het voorstel: a. Dat de gemeente aan de Wo- ningbouwvereen. een hypotheek ver strekt van 13500.—. b. Door huurverlaging te trachten het exploitatietekort te verminderen. c. De 13500.- voor de hypotheek benoodigd willen B. en W. dan bij een geldgever leenen en deze op de zelfde voorwaarden als de geldgever van de gemeente eischt als hypotheek geven aan de Bouwver. Bij gunstige ex„ ploitatie zal de Bouwver. dan tot af lossing moeten overgaan. B. en W. overwegen dan de huur voor de woningen van 3.50 met 0.50 te verlagen en de woningen van 3.00 met 0.25. Dit zou de gemeente 364.per jaar kosten, doch men kan redelijk ver wachten dat daardoor een grooter be drag bij de Bouwver. binnenkomt van ongeveer 900. Dit zal dus een voordeel opleveren. reid om met deze voorstellen zoo maar voor den dag te komen. De Voorzitter is daarom eerst persoonlijk naar den minister geweest en heeft hem gevraagd of, wanneer B. en W. accoord gaan met de plannen, het Rijk in de verliezen zal bijdragen. Hiertegen bleek geen be zwaar te bestaan en de Voorzitter zegt dat men er dan ook zeker van kan zijn dat het Rijk van het verlies zal dra gen. B. en W. durven daarom thans voor te stellen dat de raad aan deze huurver laging zal meewerken en ook tot de geldleening voor het verleenen van de hypotheek zal overgaan. Dat zal dus zijn 13500.— a V/2 provisie Weth. v. Willigenburg is in prin cipe tegen regelmatige huurverlaging, omdat particulieren daardoor met de stroppen blijven zitten. Maar aangezien het hier een rekensommetje wordt, wil spr. er toe overgaan. Het gaat hier om 8 woningen van 3.50 die regelmatig leeg staan en die misschien door huur verlaging weder bevolkt worden. Spr. vindt het evenwel onrechtvaardig dit alleen te doen voor Capelle en niet voor Sprang. Hij kan er daarom alleen mee accoord gaan, wanneer voor Sprang een huurverlaging van 0.25 wordt toegepast. De heer Michaël zou de woningen willen verkoopen. Spr. zegt dat wan neer men de Bouwver. eerst weer 13500 cadeau geeft, zij weer voor rente en aflossing zal komen te staan. Dit drukt dan weer de exploitatiekos ten en de gemeente bereikt er niets an ders mee, dan dat weer groote onkosten gemaakt worden. Spr. wil echter alleen maar naar voren brengen dat het een ontzettende concurrentie is en daarbij een vuile concurrentie van de gemeente ten opzichte van particulieren, die ook woningen verhuren en maar moeten zien hoe zij hun eigen stroppen dekken. Spr. zegt dat de Bouwver. door huur verlaging de exploitatiekosten tracht te verminderen, maar spr. wil garandee ren dat ondanks huurverlaging de wo ningen toch leeg blijven. Dat is dan nog een strop meer voor de gemeente en de belastingbetalers en men begaat er een schromelijke achterstelling mee van de particuliere woningverhuurders. Spr. handhaaft daarom het voorstel om de woningen te verkoopen en te trach ten zooveel mogelijk van het rijk terug te krijgen. De heer Kraak vraagt zich met ver wondering af, wie de commissie is die met dergelijke voorstellen durft te ko men. Wat betreft de opmerkingen van den heer Michael over particuliere wo ningverhuurders, zegt spr. dat in den tijd dat de gemeente de woningen bouwde, van particuliere zijde nog wei nig gebouwd werd, daar de kosten te hoog waren. Het kostte daardoor de ge meente meer geld dan de particulieren die later goedkooper bouwden. Spr. blijft daarom op zijn standpunt dat de woningen alleen tegen lagere huur gun_ stig te exploiteeren zijn. De heer Kerst wil de zaak zuiver be schouwen als een gemeentebelang. Spr. zegt dan dat de betrokken woningen gebouwd werden in een tijd van hoog conjunctuur en dat men nu in een tijd van crisis zit. Feit is, zegt spr., dat de eerste jaren geen enkele onderverhu ring voorkwam tot 1933 toe. Tot 1932 had men een huurderving van slechts 35 en in de laatste 5 ja ren zelfs 5500.Wat de heer Mi chaël opmerkte hoe die schuld van 13500 is ontstaan, kan spr. meedee- len dat dit is geschied voornamelijk door huurderving, maar ook door al lerlei onkosten. Bovendien wordt de Bouwvereen. hier niets cadeau gege ven, want het rijk met tusschenkomst van de gemeente exploiteert feitelijk de woningen, want wat kan de Bouwver. zelf doen met een kapitaal van enkele aandeeltjes van 10.-. Spr. vindt de Woningbouwver. zuiver een sociale in stelling, wanneer hier een cadeau ge geven wordt, geeft de gemeente het aan zichzelf. Wanneer de huurverlaging doorgaat behoeven nog niet alle woningen ver huurd te worden. Maar een woning brengt reeds een bedrag van 150 op. Desnoods kunnen er dus nog eenige leeg blijven zonder direct verder na deel. Deze huurverlaging zal naar het be stuur vermoedt de woningen weer be volken en tegenhouden dat de wonin gen worden ontvolkt. Dat is een voor deel dat men niet mag onderschatten. Betreffende de huurverlaging van de woningen in Sprang is spr. het niet met den heer v. Willigenburg eens. Het is hier z.i. geen kwestie van weldoen voor een bepaalde groep, maar het gaat hier over commercieele oogpunten, te meer daar de woningen in Capelle minder waard zijn dan die in Sprang. Spreker kan zich geheel met het voorstel van B. en W. vereenigen. De heer Verheijden zegt dat toen die woningen gebouwd moesten worden, hij er een groote tegenstander van was, dat men ze bij elkaar zette. Dit was z.i. ook de reden dat hij toen bij de eerstvolgende verkiezingen bui ten den raad werd gezet. Spr. had toen voorgesteld om in de Heistraat, de Nieuwe Vaart, in Capelle en in de Mo- lensteeg een dubbele woning te zetten en wanneer dat gebeurd was, zegt spr., had men nooit die groote stroppen ge- loopen. Spr. zegt dat die zaak toen ge- Vrijhoeve en in Capelle. Spr. heeft dit ook gezegd toen tegen den burgemeester en den wethouder, maar zij waren daar niet van gediend, want de plannen waren in Sprang en ook in Capelle een heel complex te bou wen. De groote invloed van burge meester Meijer op den raad van Sprang is toen de aanleiding geweest dat de acht woningen bij elkaar gezet zijn. Met het voorstel van den heer van Willigenburg om ook in Sprang de huur te verlagen, kan spr. zich niet ver eenigen, omdat z.i. de woningen in Sprang veel gunstiger gelegen zijn. Wat de heer Michaël opmerkt is al lemaal mooi en wel, zegt spr., maar de een belegt zijn geld in effecten, de an dere in landerijen en een derde weer in huizen. Men heeft nu gezien, zegt spr., dat men van woningen een kolosale rente heeft gekregen en ook behouden, terwijl daarentegen de rente van Staatsleeningen daalde van 6 op 3 Kapitaal is er genoeg, maar het brengt geen rente meer op. Spr. kan zich vereenigen met het voorstel van B. en W., alhoewel hij er noodgedwon gen mee accoord gaat, want hij heeft er een broertje aan dood om hypotheek te geven. Spr. vindt het evenwel nog gelukkig dat de gemeente hier als geld- verstrekker optreedt en geen particu lieren, want dezen zou men bij een eventueele executie de kaart van deze in-treurige geschiedenis in handen spe len. Spr. meent dat het D. B. gemak kelijk geld op deze woningen zal kun nen leenen, omdat deze woningen niet op erfpachtsgronden gebouwd zijn. Hij is grooten tegenstander van publieken verkoop, zooals een minderheidslid uit de commissie wenschte. Tot slot geeft spr. B. en W. in over weging om bij eventueele geldleening alsnog te trachten ab te dingen. Weth. van Willigenburg zegt dat de Woningbouw-vereeniging regelmatig om huurverlaging gevraagd heeft. Z.i. het hier een gevoelsargument. De een krijgt wat, de ander moet ook wat hebben. De heer Michaël kan aan het betoog van den heer Kerst geen touw vast- knoopen. Spr. vraagt wanneer er in 1932 een huurderving was van maar 35. hoe er in 1937 een schuld kan zijn van 13500. Spr. zegt dat wan neer het rijk en de gemeente moeten bijpassen, alles weer ten laste van den belastingbetaler komt. Wanneer men nu, zegt spr., de huur verlaagt tot 2.75 wordt het een arme menschen woning. De heer J. Vos kan zich met huur verlaging vereenigen. De heer Kerst zegt betreffende de opmerking van dhr. Michael slechts enkele cijfers genoemd te hebben en spr. heeft daarbij geen winst- en ver liesrekening naar voren gebracht. Huurverlaging in deze is een finan cieel gemeentebelang en daarbij ook van sociale beteekenis. De heer Timmermans kan zich alleen om redenen van gemeentebelang ver eenigen met de huurverlaging der wo ningen in Capelle, De Voorzitter wil den heer Michaël opmerken dat men hier zit in het be lang van de gemeente en niet in het belang van een zekere categorie van personen. Spr. zegt dat er jaarlijks een groot tekort is door onverhuurde wo ningen, maar bij huurverlaging zullen z.i. alle woningen wel weer verhuurd worden, hetgeen voor de gemeente wel weer voordeel op zal brengen. Spr. vraagt zich af waar het met de belastingbetalers heen moet wanneer de strop voor de gemeente nog groo ter wordt. Spr. zegt te zullen trachten de leening zoo voordeelig mogelijk te plaatsen. Verder deelt spr. mede dat de Wo ningbouwver. ook een adres aan den minister gericht heeft, waarin op huur verlaging van deze woningen wordt aangedrongen. Weth. van Willigenburg doet dan 't voorstel om ook in Sprang de huur te verlagen en wel met 0.25. De heer Timmermans zegt dat wan neer dergelijke voorstellen gedaan kun nen worden, de bouwvereeniging niets meer te zeggen heeft. De Voorzitter vindt dit ook wel een eigenaardige toestand. De heer v. Willigenburg zegt dat een dergelijke huurverlaging de Bouwver. geen geld zal kosten, daar men dan veel zekerder is van de huurders. De heer J. Vos achtte het beter om het voorstel van Weth. v. Willigen burg aan te houden. Weth. v. Willigenburg komt daar niet van in. Spr. zegt dat de Voorzitter van de Bouwvereeniging het recht heeft hem ter verantwoording te roe pen. De heer Michaël wil de zaak nog wat ingewikkelder maken, en hij zou namens een 30-tal huurders aan den minister willen vragen, om iederen huurder 0.25 bij te geven. Daar het voorstel van Weth. van Willigenburg gesteund wordt door de heeren G. Vos en Versteeg, wordt het in omvraag gebracht en met 6 tegen 5 stemmen aangenomen. Vóór de heeren v. d. Hoeven, Ver steeg, J. Vos, v. Willigenburg, Kraak en G. Vos. Tegen de heeren Verheijden, Mi chaël, Middelkoop, Kerst, Timmer mans. .if 3 Hierna wordt ook het voorstel van B. en W. in stemming gebracht en aangenomen, met alleen de heer Mi chaël tegen. Door de commissie wordt voorts ge vraagd, waarom de uitkeering aan de gemeente van de Motorrijtuigenbelas ting telkenjare zoo verschillend is. De Voorzitter zegt dat dit van ve lerlei factoren afhangt, o.a. de lengte en toestand van het gemeentelijk we gennet. Een minderheid van de commissie doet het voorstel dat de raad er bij de regeering op aan zal dringen om tot wetswijziging over te gaan, zoodat geen uitkeering uit de gemeentekas behoeft te worden gegeven voor personen die elders een school bezoeken. De Voorzitter zegt dat B. en W. van een dergelijk verzoek geen resultaat verwachten, omdat een dergelijke wij ziging voor eene groep van gemeente voordeel en voor een andere groep na deel zou beteekenen. De heer Michael dringt er op aan om het antwoord van B. en W. op het rapport van de commissie voortaan te verstrekken voor de vergadering ge houden wordt, zoodat men zich beter kan prepareeren. De Voorzitter zegt dat dit komt om dat de raad nu eerder bijeengeroepen is. Had de raadsvergadering zooals ge woonlijk op Vrijdag kunnen plaats heb ben, dan zou het antwoord klaar ge weest zijn. Voorts geeft de commissie B. en W. in overweging in den raad er op aan te dringen dat pogingen in het werk kun nen worden gesteld dat de verplegings- kosten, voor behoeftige zieken, die ten laste komen van het Armbestuur ver laagd kunnen worden. B. en W. zijn van meening dat dit moeilijk zal gaan daar de doktoren de al of niet noodzakelijkheid van verple ging onderzoeken. De Voorzitter zegt dat hij persoon lijk daarover reeds bij een der doktoren heeft aangedrongen. Spreker zegt dat in Capelle de kosten voor ziekenhuis- verpleging gering zijn, maar z.i. zijn deze voor Sprang veel te hoog. Bij den betrokken geneesheer heeft spreker er op aangiedrongen de kosten voor Sprang meer in overeenstemming te brengen met die van Capelle, maar ten slotte staat men toch machteloos zegt spreker. De Voorzitter wil vanaf deze plaats de verwachting uitspreken dat de be trokken arts in de toekomst met de ge dane verzoeken wil rekening houden in het belang van de gemeente. Wethouder v. Willigenburg zegt dat ook van de zijde van het Armbestuur herhaaldelijk getracht is in deze wat te doen. De Voorzitter wil nogmaals pogin gen in het werk stellen de verplegings- kosten te verminderen. Daar de commissie zich overigens met de begrooting kan vereenigen stelt zij voor deze voorloopig vast te stellen. Z.h.st. wordt dit goedgekeurd. Z.h.st. wordt het voorstel van B. en W. om toe te treden tot de steunrege ling voor kleine boeren goedgekeurd. De Voorzitter deelt dan mede dat de collecte voor het Kleeding, Dekking en Schoeiselfonds 237.heeft opge bracht. De heer Kraak zegt dat wanneer de meeste ingezetenen geweten hadden dat de opbrengst niet aan de spaarders üi deze gemeente ten goede zou komen ae opbrengst zoo groot niet geweest was. De Voorzitter zegt dat slecht 25% de gemeente ten goede komt en de ove rige 75% naar Den Haag gaan, van waar uit een gelijkelijke verdeeling over het geheele land volgt. Voorts deelt de Voorzitter nog mede dat vandaag in werkverschaffing met de verbetering van den Eikendijk be gonnen is. Nog is ingekomen een verzoek van het Kerkbestuur in Capelle om aldaar 'n aan te leggen begraafplaats in werk verschaffing te doen uitvoeren. De raad gaat hiermee accoord, al hoewel de heer Verheijden het jammer vindt dat de begraafplaats van zoo'n beperkten omvang is. Rondvraag. De heer Verheijden vraagt wanneer de huurverlaging, waartoe straks beslo ten was zal ingaan. De Voorzitter zegt dat dit kan ge beuren als het raadsbesluit door den minister is goedgekeurd. De heer Kraak vestigt er de aandacht op dat de weg in de Zandschel die in dertijd door de gemeente vernieuwd is over een afstand van 4050 Meter onder water staat bij slecht weer. Spr. zegt dat er niets meer aan gedaan wordt en vraagt of de gemeente-wer ker niet een paar watergeulen in den berm kan graven. De Voorzitter zegt dat de gemeente hier niet aan kan beginnen daar deze weg van den polder is, zoodat de ge meente, wanneer ze eenmaal iets aan dien weg gedaan heeft, genoodzaakt kan worden hem voortaan steeds bij te houden. Daar verder niemand meer het woord verlangt sluit de voorzitter om elf uur deze lijvige vergadering. Wie prijs stelt op een uitgebreid, M'.- onpartijdig RAADSVERSLAG op uitvoerige berichten zijner geemente, abonneert zich op DIT blad. I 1 1 I I 1 I Kc>- is

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 6