Tot
zuiniger
HEEFT DE VALKERIJ IN ONS LAND NOG TOEKOMST?
r I,
lÊnmaS
PROF. DR. A. E. H. SWAEN VERWACHT GEEN
OPLEVING.
„DE ECHO VANHET ZUIDEN"
If
1
I
Hi
'Fte kunnen zien. Toen de trein daar
1 '|i half elf het met Fransche vlaggen
tooide station binnenreed, steeg er
"n orkaan van jubelkreten op. Dui-
ïden hoeden vlogen in de lucht, de
'Ifarseiliaise" en het Cechoslovaak-
ae volkslied klonken door elkander,
'Irwijl talrijke kinderen met Fran-
he vlaggetjes zwaaiden: kortom, al-
s de speciale verslaggever van Ha-
s: „Het enthousiasme van de ine-
I Igte grensde aan buitensporigheid".
|Te Praag was de geestdrift zoo mo-
lijk nog grooter. Meer dan 200.000
enschen hadden zich opgesteld langs
straten, die van het Wilsonstation
jar de Fransche legatie voeren en
et de Cechoslovaaksche en Fransche
leuren versierd zijn.
Na de gebruikelijke officieele re-
ïptie in de hall van het station reed
nelbos, als het ware in triomftocht,
ïrgezeld van minister Hodza en an-
12re autoriteiten langs de jubelende
i lassa, die niet ophield „Leve Frank-
I jk" te roepen,
)E WERELDTENTOONSTELLING
EN TEKORT VAN FR. 480.000.000.
De Parijsche tentoonstelling 1937
eeft een belangrijk tekort opgele-
erd, zooals alle onpartijdige waarne-
ïers reeds lang verwachtten. De
taat zal niet minder dan 480.200.00
rancs moeten bijpassen op een to-
«al-uitgave van 1.443.900.000 francs
ie de geraamde een milliard verre
vertreft.
JITBREIDING DUITSCHE VLOOT.
Uit het Duitsche marine-jaarboek
•lijkt, dat volgens het vlootbouwpro-
;ram in 1937 oorlogsschepen worden
;ebouwd met een totale tonnage van
35.297 ton tegen 290.540 ton in 1936.
)e specificatie is als volgt: 152.000
on slagschepen, 38.500 zware krui
ers, 52.400 ton lichte kruisers, 36.866
on torpedojagers en 25.531 ton duik
boten.
Twee linieschepen worden te Ham-
mrg gebouwd; zij worden bewapend
net acht kanonnen van 38 centimeter
•n twaalf stukken van vijftien centi-
neter. Te Kiel staan twee vliegtuig-
noederschepen van 19.250 ton op sta-
iel. Verder staan op het program
wee lichte kruisers van zeven duizend
on en vijftien torpedojagers van to-
aal 11.400 ton. Ook aan de duikboot-
cloot wordt krachtig gewerkt. Tien
luikbooten van 500 ton, twee van 712
:on en 24 van 250 ton zijn reeds in
dienst gesteld, zes moeten nog ge
bouwd worden. Verder staan op sta
pel twaalf torpedobooten van te za-
men 9600 ton en twaalf die een water
verplaatsing van 600 ton elk hebben.
DE BURGEROORLOG IN SPANJE.
Uit Hendaye wordt gemeld, dat de
controle aan de Spaansche grens ver
sterkt is. Slechts eenige bevoorrech
ten mochten de internationale brug
vor. De dienst van den Zuid-expres
is niet gestaakt, maar aankomst en
vertrek uit en naar Spanje hangen af
van speciale vergunningen der Spaan
sche militaire autoriteiten. Men be
vestigt, dat deze maatregelen genomen
zijn om te voorkomen, dat vluchtelin
gen tijdens het te verwachten reclit-
sche offensief de grens zouden kun
nen passeeren.
Van Franco's groote offensief,
dat al zoo lang verwacht wordt, kan
voorloopig geen sprake zijn, want
Spanje ligt nu geheel in den greep
van den winter. De communiqué's
van de fronten zwijgen dan ook over
iedere krijgsverrichting; de wegen zijn
besneeuwd en zelfs in Madrid is
sneeuw gevallen, wat in jaren niet ge
beurd is. De drie hoofdwegen over
het Guadarrama-gebergte zijn onbe
gaanbaar; sneeuw ligt ook tot laag in
de Pyreneeën. De Erbo staat zeer
hoog.
DE STRIJD IN HET OOSTEN.
Naar Reuter uit Sjanghai meldt,
verwacht men algemeen, dat Zuid-
China thans het terrein van de vijan
delijkheden tusschen China en Japan
wordt. 50.000 man Japansche troepen
uit Sjanghai en Nanking zouden zich
reeds gereed maken naar het Zuiden
te trekken en de provincie Kwang-
toeng binnen te vallen.
De Nitsji Nitsji Sjimboen meldt, dat
maarschalk Tsjiang-Kai-sjek een le
ger verzamelt van meer dan driehon
derdduizend man. Volgens het blad
zal de tegenstand van China eindigen
met de bezetting van Kanton door de
Japansche troepen.
In Nanking wordt nog gevochten.
De woordvoerder van het Japan
sche leger te Sjanghai geeft toe, dat
hier en daar in Nanking nog gevoch
ten wordt door kleine op zichzelf
staande troepjes Chineezen. Dit ge
schiedt vooral in het Noord-Oosten
van de stad en nog een dag of twee,
drie zullen er noodig zijn om de zui
vering van Nanking te voltooien.
De Chineesche troepen, afkomstig
uil Nanking verzamelen zich blijkens
een Reuterbericht uit Tokio, dichtbij
Nanking en te Pengpoe. Voorts is te
Tokio bericht ontvangen, dat de Chi
neezen het plan hebben een krachtige
verdedigingslinie op te werpen, met
Nanking als centrum. Nanking is, naar
men weet, gelegen aan den Noordelij
ken oever van de Jangtse, een eind-
weegs bovenstrooms van Woehoe. De
Chineesche linie zou uitgestrekt zijn
en doorloopen lot ver in de provincies
Kiangsi en Tsjekiang.
Tusschen Nanking en Kioekiang
worden in de rivier op verschillende
plaatsen versperringen en mijnen ge
plaatst.
Het aantal gesneuvelde Chineezen
te Nanking wordt van Japansche zijde
op zeventigduizend geschat. Officieele
gegevens zijn niet verkrijgbaar.
HET INCIDENT MET DE
„PANAY".
Uit de houding van het Japansche
volk blijkt duidelijk, dat men het nood
zakelijk acht de Amerikanen schadeloos
te stellen voor het als gevolg van het
misverstand geleden verlies. Zoo is er
een beweging gaande om de inschrij
ving open te stellen voor een fonds,
waaruit de bouw van een nieuwe ka
nonneerboot bekostigd zou kunnen
worden, die men dan aan de Vereenig-
de Staten zou aanbieden.
ENGELSCH' PROTEST.
Naar aanleiding van een vraag van
Attlee heeft Eden in het lagerhuis de
Japansche nota aan Engeland voorgele
zen, waarin Japan zijn verontschuldi
gingen aanbiedt voor de incidenten,
waarbij de Britsche schepen betrokken
waren, en op zich neemt, onmiddellijk
stappen te nemen, om herhaling te
voorkomen en de verantwoordelijken te
straffen, alsmede schadevergoeding
aanbiedt.
De Britsche regeering merkt echter
op, dat in deze nota geen melding ge
maakt wordt van aanvallen op de Brit
sche koopvaardijschepen en vraagt der
halve de verzekering, dat al hetgeen in
de nota gezegd is, gelijkelijk van toe
passing geacht zal worden op deze aan
vallen.
In het bijzonder neemt de Britsche
regeering nota van de verklaring, dat
op passende wijze zal worden opgetre
den tegen hen, die verantwoordelijk
zijn voor de speciale aanvallen, waar
het Mians over gaat.
Een voldoende bestraffing van hen,
die verantwoordelijk zijn voor de thans
behandelde aanvallen, lijkt inderdaad
de Britsche regeering de eenige metho
de toe, waardoor verdere gewelddaden
kunnen worden voorkomen.
NIEUWE AMERIKAANSCHE
PROTESTEN TE TOKIO.
Staatssecretaris Huil heeft bekend
gemaakt, dat officieele rapporten be
vestigd hebben, dat Japansche vaartui
gen de ,,Panay" onder machinegeweer
vuur hebben genomen, nadat het schip
door de Japansche vliegtuigen gebom
bardeerd was. Deze berichten zijn ge
zonden aan den Amerikaanschen am
bassadeur te Tokio, die ze ter kennis
zal brengen van het Japansche departe
ment van buitenlandsche zaken in den
vorm van protesten ter aanvulling van
het vertoog over de reeds bekende fei
ten, dat in een formeele protestnota
over het bombardement was ingediend.
BRITSCH PROTEST TE TOKIO
INGEDIEND.
De belofte van Japan de personen,
die verantwoordelijk zijn voor het in
cident met de Amerikaansche kanon
neerboot „Panay" op den Jangtse te
zullen straffen, heeft geleid tot de te
rugroeping van schout-bij-nacht Teizo
Mitsoenami, den leider van de lucht-
operaties. Naar verluid zou de schout
bij-nacht van zijn functie ontheven
worden.
EEN RADIO-MANIFEST VAN
TSJANG-KAI-SJEK.
Maarschalk Tsjang-Kai-Sjek heeft
via de radio een manifest gericht tot
het Chineesche volk, waarin hij o.m.
het volgende heeft gezegd:
„Sedert den aanvang der vijandelijk
heden zijn de verliezen van het Chinee
sche leger gestegen tot boven 300 000
man. Zoolang ik leef, wil ik tot het
uiterste mijn bekwaamheid in het werk
stellen, om weerstand te bieden tot het
bittere einde en de uiteindelijke over
winning voor de natie te verzekeren.
GEEN EXCUSES VAN DEN
MIKADO.
Naar thans bekend wordt, wordt in
de door den ambassadeur van de Ver-
eenigde Staten, Grew, aan de Japan
sche regeering overhandigde nota be
treffende het Panay-incident, de naam
van den Japanschen keizer niet ge
noemd. Men acht het evenwel moge
lijk, dat Rooseveldt's wensch, dat de
mikado van de nota in kennis zal wor
den gesteld, door den Japanschen am
bassadeur Saito van Washington naar
Tokio is doorgegeven. Zekerheid is
hieromtrent evenwel niet te krijgen.
DEVIEZENBEPALINGEN
VERZACHT.
De leider van het Rijksbureau voor
deviezentoewijzingen heeft een nieuwe
verordening uitgevaardigd, volgens
welke van 10 Januari 1938 af de bepa
lingen over den in- en uitvoer van be
talingsmiddelen door buitenlanders in
het reisverkeer worden verzacht.
(Met toestemming der redactie overgenomen uit de „Prov. Bossche Cou
rant", die ons welwillend ook de cliché's verschafte.).
Een edelvrouwe, fier te
paard gezeten, rijdt aan het
hoofd van een stoet ruiters.
Op haar, met een leeren
handschoen beschermde,
vuist rust een valk. Zoo da
delijk zal Jacoba van Beie
ren, die vaak op de valken
jacht ging, haar valk den
kap afnemen en de vogel
opwerpen in de richting,
waarin reiger of korhoen
vliegtWie kent niet
deze afbeelding van vrouwe
Jacoba?
Een ander historisch tafe
reel, door Melis Stoke in
zijn „Rijmkroniek" (4de
boek, vers 481 en volgende)
bezongen. We schrijven
1296Graaf Floris V is
uitgereden, om in het Gooi
met zijn vogels te jagen.
Juist als hij druk bezig is met
den sperwer, die op zijn
vuist rust, nadert een troep
edelen. Het is Aernout van
Benschop, die zich voor den
Graaf opstelt en zegt:
bi gode ghi sijt,
Ic moet nu op dese tijt
Uwen sconen sperwaer
draghen
U te lachteren ende
Uwen maghen,
Den sperwaer hi doe
gheprant
Ende namen van der hant.
De havik „Wenda", een van de beste
jachtvogels uit Ortelsburg
(Duitschland).
Eerst ontnam men den Graaf zijn
sperwer (sperwaer), daarna werd hij
naar het Muiderslot gebracht: een ge
vangene
Eens trokken Nederlandsche valke
niers, wijd en zijd beroemd om hun be
kwaamheid in het temmen van roofvo
gels voor de jacht, de wereld in. Aan
vele vreemde hoven werden zij met
open armen ontvangen. Zij bleven daar
als trouwe dienaren en als in hoog aan
zien staande leermeesters...
Zoo was het vroeger. En nu? Hoe
staat het met de valkerij op dit oogen-
blik in ons land? Prof. dr. A. E. H.
Swaen, emeritus-hoogleeraar in het
Engelsch aan de universiteit van Am
sterdam, en schrijver van het pas ver
schenen boek „De Valkerij in de Ne
derlanden", herhaalt de vraag. Dan
zegt hij, hoofdschuddend: Rooskleurig
kan ik de toekomst niet inzien. Er zijn
vrij veel bezwaren te overwinnen. Wel
ke? In de eerste plaats is er in ons land
een te kort aan ruimte, aan ruime ter
reinen, in de tweede plaats is het jagen
met roofvogels vrij kostbaar, ten derde
is ons volk nu eenmaal geen specifiek
jagersvolk en ten vierde ontbreekt het
hun, die zich op deze jacht zouden wil
len toeleggen, aan den noodigen tijd...
Het tekort aan ruimte en aan tijd
zijn wel de twee factoren, die den bloei
der valkerij het meest in den weg staan.
Er zijn dan ook in ons land slechts en
kelen, die deze eerlijke sport, waarbij
men gebruik maakt van de instincten
van de roofvogels, beoefenen. Neen,
zelf heb ik nooit actief aan zoo'n jacht
deelgenomen. Maar ik heb er vele bij
gewoond, vooral in Engeland, waar
o.m. „The British Falconer's Club" ze
telt. Van deze club ben ik eerelid. Het
is wel typisch, dat men in Engeland
momenteel ook met een tekort aan
ruimte kampt. Zoo is het jachtterrein
bij Avebry van de Club voor militaire
doeleinden in beslag genomen.
In Duitschland daarentegen leeft de
jacht weer sterk op, dank zij het feit,
dat de regeering haar sterk steunt. Renz
Waller, een bekend kunstschilder, was
daar een der weinigen, die er regelma
tig met een valk, havik of sperwer op
uittrok. Thans zijn het er velen, die op
deze manier jagen. Alleen gaat er in
Duitschland alle romantiek uit. Wel
ziet men er het herstel van een oud-
Germaansch gebruik in, maar ik heb
een tijdschrift, waarin een foto is afge
drukt, waarop men de valken met een
vrachtauto ziet vervoeren.
In ons land heeft de valkerij, dat is
het jagen met roofvogels, zooals valk,
havik en sperwer, geen historische tra
ditie. Zeker er werd vroeger veel ge
jaagd. Maar iets specifiek Neder-
landsch was en is het niet. Zoo werd
in het midden der vorige eeuw, op ini
tiatief van Engelsche jagers „The Loo
Hawking Club" opgericht. Heel erg
lang heeft deze echter niet bestaan.
Historie is wel door de valkeniers
uit Valkenswaard gemaakt. Enkele ja
ren .geleden is Karei Mollen, de laatste
der Mohicanen, overleden. Nog in 1925
ving deze valken om ze af te richten.
Waren ze eenmaal geschikt voor de
jacht in het vrije veld, dan verkocht hij
ze naar het buitenland. Over het alge
meen is de belangstelling daar altijd
grooter geweest dan in ons land. Dit
blijkt b.v. uit het aantal publicaties.
Een halve eeuw geleden waren er in
Engeland ongeveer 80 boeken en in
Duitschland ruim 50 uitgegeven. In
1937 bestaan er in ons land, mijn boek
inbegrepen, vier! Daaruit mag gecon
cludeerd worden, dat een opleving van
deze sport in ons land niet te verwach
ten is. Te weinig belangstelling en...
te veel bezwaren. Er zal heel wat voor
noodig zijn om deze remmende facto
ren te overwinnen...!"
Een enthousiast valkenjager: zoo
mag men den heer R. Klinkhamer, uit
Waalwijk, stellig noemen, ook al ont
breekt hem momenteel den tijd om er
op uit te trekken. Deze leerling van
den valkenier Mollen, hij heeft zeer
veel van den laatste geleerd, nam
enkele jaren geleden het initiatief tot de
oprichting van „De Nederlandsche
Valkeniersorde". Bovendien zal nie
mand het meer dan hij toejuichen, in
dien de belangstelling voor de valken
jacht toeneemt.
„Toen ik nog in Ede woonde, waar,
in de richting van Arnhem, nog behoor
lijke terreinen waren, ben ik er vaak
op uitgetrokken. Van Mollen had ik
veel geleerd en veel uitrustingstukken
gekregen. Met behulp van Duitsche
leerboeken en heel veel geduld ben ik
eerst begonnen met het africhten van
een valk. Men kan met een oude of
jonge valk beginnen. In beide gevallen
wordt de vogel eerst in een donkere
kamer opgesloten, om tot rust te ko
men. En dan moet zij wennen aan haar
meester, d.w.z. per dag moet zij enkele
uren gezelschap hebben. Ik nam altijd
een stukje vleesch mede en dat hield
ik den vogel net zoo lang voor tot ze
het accepteerde. Zoodra het eten regel
matig ging, werd de valk op een stoel
leuning gezet en dan hield ik het stukje
vleesch van steeds grooteren afstand
voor. De valk had dan al zoogenaamde
schoentjes aan, twee leeren riempjes,
om eiken klauw een, welke aan een ko
per ringetje bevestigd waren. Daardoor
werd het in elkaar draaien voorkomen.
Voorts leerde de vogel om op de vuist
te zitten. Aangezien zijn klauwen fel
waren, gebruikte ik, evenals andere
temmers, een dikken leeren hand
schoen. Nu kwam ook de loer er aan
te pas. Dit is niets anders dan een stuk
leer, waarop een paar duivenvleugels
bevestigd zijn. Hier legde ik dan het
vleesch op, net zoo lang tot de valk
geleerd had, zoodra de loer te voor
schijn kwam er op af te vliegen.
Soms duurde het weken, soms maan
den eer het zoo ver was. Maar dan kon
de proef op de som ook genomen wor
den: de valk ging mede in het vrije veld
op jacht. Ik had de gewoonte om altijd
zonder kap te jagen, al zei men, dat dit
niet ging. Het is dan echter zaak om
het vrij schuwe beest niet te laten
schrikken, want dan hebben ze neiging
om er vandoor te gaan. Daarom ge
bruikte ik een leeren riem, den lang
veter, bevestigd aan hetzelfde ringetje,
waaraan de schoenen zaten. Vloog de
valk dan onverwacht op, dan kon ik
haar altijd terughalen. In Ede had ik
geen ruimte genoeg om op echt wild te
jagen. Meestal nam ik dan ook iemand
mede, die op een sein van mij het wild
losliet. Dat was altijd een zenuwsloo-
pend iets, want miste de valk, dan ging
zij er in 9 van de 10 gevallen van door.
Slechts bij hooge uitzondering kwam zij
dan nog terug, een niet onaanzienlijk
verlies. Een goed afgerichte valk
brengt zoo ongeveer twee- a driehon
derd gulden op. Valkeniers, die zoo'n
beest wel eens kwijt raakten, boekten
dus een aardig verlies.
Of er nog valkenjagers in ons land
zijn? Niet meer dan hoogstens 4, waar
van er één op het oogenblik geen mi
nuut tijd over heeft en één slechts af en
toe er op uittrekt. Dat is alles. Het zou
heusch niet onmogelijk zijn om meer
belangstelling te wekken. Zij, die voor
deze jacht iets voelen, zouden zich b.v.
aaneen moeten sluiten, een tijdlang con
tributie storten en dan een Duitschen
valkenier, die den tijd daarvoor heeft,
naar ons land moeten laten komen. Het
zou dan diens taak zijn om aan landge-
nooten, die genoeg tijd en geld heb
ben, de valkenjacht van den grond af
bij te brengen. Dat zie ik als de eenige
mogelijkheid om de jacht in ons land
tot nieuw leven te wekken
De heer Klinkhamer staat op. Zijn
tijd is zoo beperkt, dat zelfs de inter
viewer gerantsoeneerd is. „Tja, als ik
tijd had, dan nam ik 10 valken". De
verzuchting, als slot aan dit gesprek
toegevoegd, wordt met een lachend ge
zicht gezegd. Maar de man, die alles
heeft om goed toegerust 't vrije veld in
te trekken, meent het. Trouwens het
feit, dat hij alles bewaard heeft, schoe
nen, loer, tasch, slagnet (om valken te
vangen), langveter en handschoen, de
laatste in een toestand, die aangeeft
hoe vaak zij gebruikt is, wijst er op, dat
de hoop, er nog eens op uit te kunnen
trekken, niet geheel verdwenen is.
„Neen", zegt prof. Swaen, „ik zie te
veel bezwaren!" De onvervalschte val
kenjager zelf, ofschoon hij de bezwaren
onderschrijft, zegt: ,,'t Wordt mis
schien toch nog wat beter!"
De heer R. KLINKHAMER, toen hij
in Ede nog regelmatig met zijn valk
„Renz" er op uittrok
Wilt ge op de hoogte zijn
en blijven van 't geen er leef!
en te koop is in Waalwijk, de
Langstraat en Omgeving,
abonneert U dan op
VI
I i
i1
i
i
I
i
is de Philips' ^Bi-Arlita"-
lamp. En niet voor ééns,
maur avond aan avond.
Lont het daarom Philips'
„Bi-Arlita"-lumpen zijn,
die eiken avond tcelda-
dig, zuinig licht in Uw
kamer verspreiden!
HHTMIHIIIIUI WHS III