B Buitenlandsch Nieuws innenlandsch Nieuws. Onderstaand overzicht geeft een i duidelijk beeld van de ongekend snel- I le wijze, waarop de C.A.O. der Neder- landsche schoenindustrie het tot al gemeen verbindend verklaring heeft weten te brengen: 25 Mei 1937: datum van dagteeke- ning der wet; 27 Juli 1937: voorloopige aanvrage ingezonden; 14 September 1937: publicatie van de voorwaarden, waaraan een verzoek tot algemeen verbindend verklaring moet voldoen; 29 September 1937: indiening der definitieve aanvrage; 1 October 1937de wet treedt in werking; 1 October 1937: publicatie in de Staatscourant van verzoek bedrijfs raad f6 October 1937: sluiting termijn voor indiening bezwaren van outsi ders; 24 November 1937: verhoor Com missie Hoogen Raad van Arbeid; 24 December 1937: de C.A.O. ver bindend verklaard! De gevolgen der algemeen verbindend verklaring. De vraag, welke consequenties de algemeen verbindend verklaring voor de werkgevers en de arbeiders der Nederlandsche schoenindustrie en voor de contractanten der bindend ver klaarde C.A.O., de arbeidersorganisa ties en de Federatie, zal medebrengen, is duidelijk omschreven in artikel 3 der wet, dat luidt: „1. Elk beding tuschen den werk gever en den arbeider, strijdig met verbindend verklaarde bepalingen, is nietig; in plaats van zoodanig be ding gelden de verbindend verklaar- I de bepalingen. 2. De nietigheid kan steeds wor den ingeroepen door den bedrijfs- raad of door rechtspersoonlijkheid bezittende vereenigingen van werk gevers of arbeiders, waarvan leden partij zijn bij een arbeidsovereen komst, waarop de verbindend ver klaarde bepalingen van toepassing zijn. 3. Bij gebreke van bepalingen in een arbeidsovereenkomst omtrent aangelegenheden, geregeld in ver bindend verklaarde bepalingen, gel den die verbindend verklaarde be palingen. 4. De in het tweede lid bedoelde vereenigingen kunnen van werk gevers of arbeiders, die in strijd handelen met verbindend verklaar de bepalingen, vergoeding vorderen van de schade, die zij of hare leden daardoor lijden. Indien deze schade niet op geld waardeerbaar is, zal als schadevergoeding eene som gelds naar billijkheid verschuldigd zijn. 5. De schadevergoeding, bedoeld in het vierde lid, kan, ten behoeve van de in het tweede lid bedoelde vereenigingen, ook worden gevor derd door den bedrijfsraad." De gevolgen van niet-naleving der algemeen verbindend ver klaarde bepalingen. Bij niet naleving der algemeen ver bindend verklaarde bepalingen kun nen door de betrokken arbeiders, door de arbeidersorganisaties en door de Federatie tegen den werkgever de vol gende vorderingen worden ingesteld 1. een vordering tot nabetaling van het te weinig uitgekeerde loon; 2. een vordering wegens te late uitbetaling van het verschuldigde loon als bedoeld in artikel 1638 B.W. (tot een maximum van de helft van 't verschuldigde bedrag) 3. een vordering tot schadever goeding als bedoeld in lid 4 en 5 van het hierboven aangehaalde ar tikel 3 der wet. Het spreekt vanzelf, dat onze Raad, die deze algemeen verbindend verkla ring heeft aangevraagd, zoowel als de Federatie en de arbeidersorganisaties, zich het tot een plicht zullen rekenen om alles in het werk te stellen 0111 een stipte naleving der verbindend ver klaarde bepalingen over de geheele lijn te verkrijgen. Juist de door onzen Raad tesamen met de genoemde organisaties gevoer de actie legt ons zoowel als haar ten deze verplichtingen op ten aanzien van de fabrikanten, die zich correct aan bedoelde bepalingen houden. Het hierboven reeds vermelde recht der organisaties op schadevergoeding stelt haar in staat zonder eenig finan cieel risico in rechte werkgevers, die in gebreke bleven, tot nabetaling aan te spreken. De contróle op de naleving. Te dezen aanzien bepaalt artikel 10 der wet: „Indien de bedrijfsraad het ver moeden gegrond acht, dat in eene onderneming een verbindend ver klaarde bepaling niet wordt nage leefd, kan hij met het oog op het instellen van eene rechtsvordering, als bedoeld in artikel 3, onzen Mi nister verzoeken 'n onderzoek daar naar te doen instellen. Onze Minis ter kan het onderzoek opdragen aan de arbeidsinspectie. Ten aan zien van de ambtenaren der arbeids inspectie, die het onderzoek instel len, vindt het bepaalde in artikel 85, eerste, derde en vierde lid, der Arbeidswet 1919 overeenkomstige toepassing. De directeur-generaal van den arbeid brengt aan Onzen Minister verslag uit van hetgeen bij het onderzoek gebleken is. Onze Minister licht daarop den bedrijfs raad in'f. Het lijkt ons gewenscht in dit ver- band te wijzen op het zeer groote be lang van een deugdelijke loonadmini stratie. De in den loop van het laatste jaar door de arbeidersorganisaties ten aanzien van de C.A.O. der Federatie opgedane ervaring heeft n.l. geleerd, dat het den van overtreding dier C.A. O. betichten werkgevers vaak tenge volge van de gebrekkigheid hunner loonadministratie niet mogelijk is aan te toonen de juistheid van hetgeen zij tot verweer aanvoeren. Onze Raad kan den Nederland sche schoenfabrikanten daarom niet genoeg aanraden gebruig te maken van de door de Federatie samengestelde loonkaarten, welke, mits goed bijge houden, zeer deugdelijk zijn gebleken. De u>et op de richtige verdee ling van den beschikbaren ar beid. Door tegenstanders van de alge meen verbindend verklaring is be- betoogd, dat deze algemeen verbin dend verklaring zou leiden tot vervan ging van oudere door jongere en van mannelijke personen door vrouwe lijke. Om dit inderdaad niet denkbeeldige gevaar te voorkomen,, heeft onze Raad met groote klem bij den Minister aangedrongen op onverwijlde toepas sing voor de schoenindustrie van bo- Z. H. DE PAUS EN DE KERK VERVOLGING IN DUITSCHLAND Z. H. de Paus heeft 1.1. Vrijdag bij de ontvangst der Kardinalen o.m. t volgende gezegd: „Wij voelen Ons gedrongen voor de geheele wereld plechtige en nauwkeu rige woorden te spreken over een feit en over een beginsel. Het eerste bestaat in het vaststellen, dat er in Duitschland een werkelijke geloofsvervolging bestaat, niettegen staande sommigen het tegendeel bewe ren. Het woord over het beginsel bestaat in de ontkenning van de beschuldiging, welke door sommigen tegen de kerk wordt geuit, dat zij zich niet bezig houdt met den godsdienst, doch met de politiek. Wij protesteeren krachtig te gen deze beschuldiging, en bevestigen, dat de actie van de kerk geen politieke actie is, dat zij niets met politiek te ma ken heeft en uitsluitend godsdienstig is. Er bestaat in Duitschland een ver volging, een vervolging, zooals er nog zelden is geweest, zoo verschrikkelijk zoo ernstig en zoo vruchtbaar in haar kwade gevolgen. Er is een vervolging en het is treurig te moeten zeggen, dat hierbij noch geweld, noch hinderlaag en leugen ontbreken. Wij willen voor de geheele wereld herhalen en protesteeren: Wij doen niet aan politiek. Integendeel, wij kunnen de woorden van Christus herhalen: „In dien dit zoo was, dan zouden zij, die met ons zijn, ons te hulp komen". Over al ter wereld zijn de onzen, hebben wij toegewijde zonen, geloovigen die God aanbidden. Niemand van hen gelooft, dat wij ons bezig houden met politiek, want allen kunnen zien, dat wij ons bezig houden met godsdienst en niets anders. PLAN VOOR EEN NIEUWEN VOLKENBOND? Bij de Britsche regeering zouden plannen bestaan om in het begin van het volgende jaar bij andere mogendheden inlichtingen in te winnen aangaande de mogelijkheid van de oprichting van een nieuwen volkenbond. In de hoogste Britsche regeerings- kringen zou men een dergelijk plan mo gelijk achten. Wel echter meent men met stelligheid, dat een nieuwe volken bond los moet staan van het verdrag van Versailles en minder vérstrekken de bevoegdheden moet hebben, in het bijzonder wat betreft de kwestie der sancties. Zoowel Chamberlain als Churchill schijnen voorstanders te zijn van dit plan. De grondslag van den nieuwen bond zou moeten zijn de eer bied van de leden voor elkanders rechten. venvermelde wet. Naar het zich laat aanzien zijn ten deze op zeer korten termijn maatrege len te verwachten, zoodat de werk gevers, die thans in de algemeen ver- nindend verklaring aanleiding zouden vinden in hun personeel mutaties als bovenbedoeld aan te brengen, daar van al zeer spoedig spijt zouden krij gen. Tengevolge van die komende maat regelen toch tot terugname van hun „duurder" personeel gedwongen, zul len zij daarbij moeilijkheden ondervin den tengevolge van de dan aanwezige, plotseling zeer groote, vraag naar mannelijke arbeiders in het algemeen en naar volwassen mannelijke arbei ders in het bijzonder. Slotmededeeling. Voor de goede orde zij U er op ge wezen, dat aan het niet ontvangen of gelezen hebben van deze circulaire van onzen Raad nimmer het recht ont leend kan worden zich te beschouwen als staande buiten de vigueur van de algemeen verbindend verklaring der C.A.O. Deze algemeene verbindend verkla ring richt zich tot alle Nederlandsche schoenfabrikanten zonder één uitzon dering; deze allen zijn daaraan on voorwaardelijk gebonden en ook hier geldt het adagium, dat ieder geacht wordt de wet te kennen. Mochten U infusschen collega's be kend zijn, die deze circulaire niet van ons ontvingen, zoo vernemen wij gaar ne van U derzelver namen en adres sen, opdat wij ook hun nog een ex emplaar kunnen toezenden. De Bedrijfsraad voor de Schoenindustrie. Voorzitter-Werkgever CL. RAMING. Secretaris-Werkgever Mr. B. J. M. v. SPAENDONCK. Voorzitter-Werknemer. C. ROESTENBERG. Secretaris-Werknemer. M. J. KUNST. Er vallen nog geen voorspellingen te doen, of de Vereenigde Staten, Japan, Duitschland en Italië tot toetreding be reid zullen blijken. Chamberlain schijnt van meening te zijn, dat de nieuwe volkenbond een po litiek van verzoening, langs de gebrui kelijke diplomatieke kanalen kan voe ren. Men meent te weten dat hij ver wacht, dat het denkbeeld algemeen weerklank zal vinden. DE JAPANNERS RUKKEN SJANTOENG BINNEN. Hoewel er niet veel berichten zijn van de gevechtsterreinen, is er wel be langrijk nieuws, n.l. dat de Japanners de provincie Sjantoeng zijn binnenge drongen. Ze zijn n.l. bij Tsinau de Gele Rivier overgestoken en hebben thans vasten voet op den Zuidelijken oever. Nopens de gevechten op het front Woehoe-Hangtsjou meldt Havas uit Sjanghai, dat de Japansche troepen in Tsjekiang Wanghoe hebben bezet. Daarentegen zouden de Chineezen in Hopei Nonlo en Tauring bezet hebben. Van Chineeschen kant ontkent men uitdrukkelijk, dat de Japanners Hangts- jou zouden hebben genomen. De Japanners rukken thans langs het Keizerkanaal en den spoorweg Poekou- Tientsin benoorden de Jangtse op in Noordelijke richting, terwijl zij thans ook van Tsinau Zuidwaarts dringen, waaruit men de conclusie zou kunnen trekken, dat het hun er om te doen is een verbinding tusschen hun legers in Noord-China en die in het gebied van Nanking tot stand te brengen en tevens het kustgebied van de provincies Ki- angsoe en Sjantoeng in hun bezit te brengen. Dit is wel een uitgebreide taak, maar gezien de huidige verdeeling der legers zullen zij vermoedelijk alleen in het Noorden in Sjantoeng op verzet stuiten. Door echter snel uit het Zuiden op te rukken, zouden zij het leger van Sjantoeng dwingen aan twee fronten te strijden en hoewel dat leger goed moet zijn uitgerust, zal het daartoe ver moedelijk wel niet in staat blijken. Ondernemen zij inderdaad deze ope ratie, dan zal men vermoedelijk voor- loopig geen verderen opmarsch zien langs de Jangtse en in Tsjikiang, d.w.z. in Z.W. en Z. richting van hun hui dige front Woehoe-Hangtsjou. Dat een aanval op Sjantoeng thans hun eerste doel zal zijn, schijnt men ook te mogen opmaken uit een bericht van het Duitsche Nieuwsbureau, dat de meeste Japansche oorlogsschepen, die voor de kust van Kwangtoeng (Zuid- China) lagen, naar het Noorden, ver moedelijk naar Sjantoeng, zijn opge- stoomd. Onder deze schepen bevinden zich een vliegtuigmoederschip en twee kruisers. VELDSLAG IN NOORD-PALESTINA. De strijd, die in Noord-Palestina ge voerd wordt tusschen geregelde troe pen en terroristische benden, neemt den vorm aan van een waren veldslag. Om twee uur gisteren waren reeds 22 rebel len gedood. De autoriteiten hebben be sloten de grens tusschen Syrië en Pa lestina te sluiten. Verder worden nog steeds aanvallen op touw gezet, vooral tegen politiepos ten in het gebied van Toelkaram, Tibe rias en Caiffa. De telefoondraden tus schen Jeruzalem en Jaffa zijn op ver scheidene plaatsen doorgesneden. JAPAN'S ANTWOORD AAN AMERIKA. Hirota, de Japansche minister van buitenlandsche zaken, heeft naar Do mei meldt, den Amerikaanschen ambas sadeur het antwoord van Japan over handigd op de nota nopens het inci dent met de Panay. Hirota zegt: Wat betreft de omstan digheden, welke het huidige ongeluk kige incident betreffen, wensch ik te verklaren, dat weliswaar in de nota van de Ver. Staten verklaard wordt, dat het incident voortvloeide uit de minachting van de Amerikaansche rechten door de gewapende Japansche strijdkrachten, doch dat het geheel te wijten was aan een misvatting, gelijk uiteengezet in mijn bovengenoemde nota. Wat betreft de verzekering, dat der gelijke incidenten in de toekomst voor komen zullen worden, wensch ik Uwe excellentie mede te deelen, dat de Ja pansche vloot strenge orders heeft ge kregen de grootste voorzichtigheid te betrachten in ieder gebied waar zich oorlogschepen of andere schepen van Amerikaansche nationaliteit of van an dere derde mogendheden bevinden, ten einde dergelijke vergissingen ook met prijsgeving van strategische voordeelen in den aanval op Chineesche krachten, te voorkomen. DE KINDERBIJSLAG. VERZEKERING. Minister Romme heeft bij den Hoo gen Raad van Arbeid een wetsontwerp met toelichting ingezonden inzake een kinderbijslagverzekering voor loontrek- kenden. In de Memorie van Toelichting zegt de minister, dat hij om redenen van practischen aard de regeling voor- loopig wilde beperken tot de loontrek- kenden. De kosten van alle in een bepaalden tijdsduur verschuldigde kinderbijslagen zullen worden aangeslagen over alle werkgevers naar evenredigheid van 't loon door hen aan hun arbeiders uitbe taalde loon. De bijslag voor elk in aanmerking komend kind zal 3 pCt. van het dag loon van den arbeider bedragen. In de uitvoering van de verzekering wordt voorzien door kinderbijslag fondsen van Bedrijfsraden, kinderbij slagfondsen van erkende Bedrijfsver- eenigingen en een Rijkskinderbijslag- fonds. WEER GEMEENTERAADSGE- HEIMEN IN DE KRANT. De gemeenten Zuid-Scharwoude, Broek op Longendijk, Noord-Schar- woude, Oud-Karspel en St. Pancras hebben gezamenlijk een lichtbedrijf. Dit bedrijf zal waarschijnlijk worden overgedragen aan het P.E.N. De voor waarden van overdracht zijn door de burgemeesters Dinsdag, onder geheim houding, aan de raadsleden meege deeld. Woensdag en Donderdag wer den deze voorwaarden in verschillende bladen gepubliceerd. In de Donderdagavond gehouden ge meenteraadsvergaderingen van Zuid- Scharwoude en Broek op Langendijk hebben de burgemeesters en wethou ders aan de raadsleden de vraag ge steld, of zij van deze stukken aan den betrokken correspondent mededeeling hadden gedaan. Allen hebben daarop ontkennend geantwoord, waarop is medegedeeld, dat de justitie de zaak verder zal onderzoeken. In Noord-Scharwoude, Oud-Karspel en St. Pancras moet nog gemeenteraad worden gehouden en men kan ver wachten, dat daar door de burgemees ters dezelfde vragen zullen worden ge steld. DE VACCINATIE WET. Blijkens het afdeelingsverslag der Eerste Kamer over het ontwerp van wet tot verlenging van den geldigheids duur van tijdelijke bepalingen betreffen de de vaccinatie, verklaarden verschei dene leden te betreuren, dat een voor stel tot nieuwe regeling van den vacci natieplicht nog steeds uitblijft. Zij spraken de hoop uit, dat althans in den loop van het aanstaande kalen derjaar die regeling tot stand zou ko- Voorts zijn orders gegeven aan alle autoriteiten van leger, vloot en ministe rie van buitenlandsche zaken de meer dere malen gegeven aanwijzingen om trent het eerbiedigen van rechten en belangen van derde mogendheden, in de toekomst nog in meerdere mate strikt op te volgen. Amerika aanvaardt de Ja pansche verontschuldigin gen, doch waarschuwt te gen herhalingen. De regeering der Vereenigde Staten heeft besloten de Japansche veront schuldigingen in verband met den on dergang der „Panay" te aanvaarden. Zij waarschuwt echter krachtig te gen herhalingen. DE BURGEROORLOG IN SPANJE. Een officieele mededeeling van het ministerie van nationale verdediging te Barcelona meldt, dat de regeeringstroe- pen gisteren onafgebroken voortgingen met de vijandelijke haarden van tegen stand te verzwakken, zoodat deze thans nog slechts tot eenige gebouwen zijn beperkt. Drie-vierde deel der bevolking van Teruel heeft de stad reeds verlaten. Aan het front buiten de stad hebben vijandelijke versterkingen den rechter vleugel der regeeringstroepen aange vallen, maar zij konden gemakkelijk verdreven worden. Van de andere fronten valt niets te melden. Van den anderen kant wordt ge meld, dat aan het front van Teruel de opmarsch van Franco's troepen voort duurt, hoewel bemoeilijkt door een dich ten mist. Als een bewijs voor den wer- kelijken toestand bij Teruel, aldus het bericht, valt te vermelden, dat 't plaat selijke radio-station in een des middags uitgezonden bericht zeide: „Weest ge rust. De rooden zijn niet binnen en zul len niet binnenkomen. Weest ervan overtuigd, dat de berichten der rooden in hun communiqué van gisteren vol slagen valsch zijn." men. Sommige andere leden drongen even eens op een spoedige oplossing aan, on der verwijzing naar het verontrustend aantal niet-gevaccineerden ten onzent, dat de 2.000.000 nadert. Ettelijke leden keurden het voorne men der regeering, een staatscommissie in te stellen ter bestudeering van het vaccinatievraagstuk af. Zij zagen daar in opnieuw uitstel van een zoo dringend noodzakelijke definitieve oplossing van dat vraagstuk. Vele leden verklaarden, dat het standpunt door den minister te dezer zake ingenomen, te deelen. Verscheidene leden verklaarden, dat het nog steeds niet ongevaarlijk is, kin deren tegen pokziekte te laten inenten. Eencephalitis blijft mogelijk. Deswege bleven zij gekant tegen wederinvoering van den indirecten dwang. NEDERLAND EN ITALIë. Op de schriftelijke vragen van den heer Wijnkoop in verband met de stap pen, door de Nederlandsche regeering ondernomen, in zake erkenning van de Italiaansche souvereiniteit over Abessy- nië, heeft de minister van buitenland sche zaken, mr. J. A. N. Patijn, als volgt geantwoord: De Italiaansche bezetting is een feit. Met dit feit te erkennen, wordt niets prijsgegeven van het standpunt, door de regeering ten opzichte van den oor log tegen Abessynië destijds ingeno men. Door het niet erkennen wordt de verhouding ten aanzien van Italië, waar Nederland nog steeds niet door een gezant is vertegenwoordigd, geschaad. Op het oogenblik, dat de vraag aan de andere Oslo-staten gedaan werd, had Italië zijn lidmaatschap van den Vol kenbond nog niet opgezegd en koester de de regeering de hoop, dat een erken ning, als bedoeld, Italië wellicht naar Genève zou doen terugkeeren. Eenmaal zal, naar moet worden aan genomen, het voldongen feit toch moe ten worden aanvaard. In tegenstelling met de gedachte, welke aan de gestelde vraag schijnt ten grondslag te liggen, is de regeering niet van meening, dat hiermede moet worden gewacht tot de groote mogendheden het voorbeeld hebben gegeven, doch acht zij dit in tegendeel minder bevorderlijk voor de nationale waardigheid. Evenmin kan de regeering toegeven, dat haar optreden de onafhankelijkheid van kleine staten in gevaar zou bren gen. Dit laatste is geschied door de ver overing zelf, welke de Volkenbond niet heeft kunnen beletten. De regeering kan niet inzien, dat de aanvaarding van het feit der verovering, voor welk feit blijkens de opheffing van de sancties, ook de Volkenbond zich heeft moeten buigen, voor andere staten nadeelige gevolgen zou hebben.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1937 | | pagina 2