Toegewijd aan Handel; Industrie en Gemeentebelangen.
DE BLIJDE VERWACHTING VERVULD.
DE BLIJDE GEBEURTENIS.
S
1
RQORD BRABAHD
FEUILLETON
VIRGINIA'S KEUZE
SUMMER 10
WOENSDAG 2 FEBRUARI 1938.
61e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever
Abonnementsprijs: per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE:
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag ef
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel;, minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Een van dankbaarheid vervulde
feestjubel davert over ons land en
klinkt op tegen den azuren hemel,
welke onze overzeesche gewesten over
welft.
Oranje leve! De blijde verwachting
van vorstenhuis en volk is vervuld. In
den arm onzer Kroonprinses, van een
jonge moeder, rust het pand van een
gelukkige menschenliefde, het pand
der voortdurende verbondenheid van
een trouw volk aan een Vorstenhuis,
dat rijke zegeningen over de Lage
Landen aan de Noordzee deed en doet
uitgaan. Oranjebloed stroomt door de
aderen van nieuw leven, de bodem,
waarop in de historie zoovele vruchten
van vrijheid, welvaart en geluk zijn
geoogst, heeft zijn periode van .braak"
gehad en belooft uit de hernieuwde
vruchtbaarheid van zijn schoot, leven,
kracht en sterkte.
God lof!
Ja, denken we in dit oogenblik in de
eerste plaats aan Hem, Die het aard-
sche leven schenkt en het op Zijn tijd
tot zich terugneemt. Zwaar zijn de sla
gen, die vorstenhuis en volk de laatste
jaren door den Dood hebben getrof
fen: maar gelukkig waren de geslage-
nen dóór en mét de vertroosting van
hun geloof, welke deed bidden: de
Heer heeft gegeven, de Heer heeft ge
nomen, Zijn Naam zij gebenedijd!
De God der christenen is een Recht
vaardige, den Dood ontkomt geen
onzer, maar Hij is tevens de Algoede,
wat Hij thans weer aan Oranje en Ne
derland heeft bewezen.
Een hartewensch van ons volk, dat
het met Oranje verbonden mag blij
ven, belooft op heden in vervulling te
Naast God danken we dat aan de
warme liefde, de toegewijde trouw van
wie ons uit het oude Vorstenhuis ge
laten waren: in de eerste plaats H.M.
de Koningin, de thans zoo gelukkige
grootmoeder, die in het volle bewust
zijn van de hooge roeping van haar
kind, in het bewustzijn ook van de
kostbaarheid van het bezit voor land
en volk van de eenige jonge spruit aan
den Oranjeboom, aan prinses Juliana
een van alle mogelijke teerdere zorgen
omgeven opvoeding gaf, welke haar
onder Gods zegen geschikt maakte
voor haar hooge taak, maar ook ge
schikt maakte om als mensch te leven
in en uit de liefde, welke voorwaarde
is voor het bekomen van een gezond
geslacht.
De voortduring der verbondenheid
van volk en Oranje danken we echter
in het bijzonder aan onze jonge Kroon
prinses zelf, die zich de zorgen harer
opvoeding waardig heeft betoond,
door den ernst, waarmede ze haar le
ven aan ons, aan haar taak heeft ge
wijd. Ze heeft haar hart ruim open
gezet voor de armen, ze heeft zóó
veel liefde gegeven, dat ze het zich in
alle opzichten waard maakte om deze
ook te ontvangen.
Wij Nederlanders, hebben haar
onze, waarlijk diepe, genegenheid ge
schonken. En het was een jonge prins
uit den vreemde, die de voldoening
van haar hart berstens vol maakte
door zijn persoonlijke liefde, gul en op
recht, de persoonlijke liefde, recht
streeks van mensch tot mensch, van
man tot vrouw, welke de wetten der
natuur, Gods schepping, vereischen
voor de volheid van het aardsche ge
luk.
Het geluk bestraalt Oranje, zooals
de warme zon de aarde bestraalt na
een wintersche bezoeking, de
sneeuw is gesmolten, het jonge groen
steekt blijde zijn armpjes omhoog en
een koor van tsjielpende vogeltjes
zingt dartel een bruilofstlied.
Oranje leeft! Oranje leve!
Laat het klinken langs straten en
over de velden. Laten de klokken het
uitgalmen, laten onze stemmen het zin
gen. Laat wapperen de vlaggen,
verbinden we den wimpel van Oranje
aan het rood, wit en blauw onzer na
tie.
De winter van dreigenden onder
gang is voorbij. De zon van liefde
heeft een ouden, roemrijken stam, be
krachtigd, naast welken, uit de eigen
wortelen, een nieuwe loot is uitgeloo-
pen.
Met liefde en zorg zullen we deze
omringen. Ook deze loot zal een boom
worden en eens een groote kroon van
takken, twijgen en bladeren dragen,
waaronder plaats zal wezen voor heel
ons volk, waar het zich veilig en be
schut zal voelen tegen de tempeesten
van geweld, welke van tijd tot tijd de
aarde bezoeken.
Hoe rijk aan zegen zijn we op he
den
We hebben nu niet alleen een „ko
ninklijke familie", maar ook een „prin
selijk gezin Het gedije in mensche-
lijke liefde, in verbondenheid met het
volk, in voorspoed en geluk.
Oranje leeft! Oranje leve!
DE LAATSTE UREN VAN SPAN
NING EN HET BEKEND WOR
DEN DER BLIJDE MARE TE
SOESTDIJK.
„Precies te 9.47 uur heeft H. K. H.
„Prinses Juliana het leven ge
schonken aan een flinke dochter.
„De toestand van Moeder en Kind
„is zeer bevredigend".
Nu eindelijk door bovenstaande of-
ficieele mededeeling de wekenlange
spanning van ons geheele volk is ver
broken, is het wel interessant te ver
nemen hoe de heugelijke tijding bekend
werd te Soestdijk, waar de journalisten
en de militaire autoriteiten reeds zoo
vele dagen de wacht hielden om met
behulp van de telex in enkele seconden
de blijde mare wereldkundig te kun
nen maken.
Reeds des Zondagsavonds waren er
verschillende aanwijzigingen voor de
persmenschen. Men had o.m. Dr. de
Jongh uit Amsterdam aan het paleis
zien arriveeren, evenals de nachtver
pleegster van de prinses, zuster Romke
Vermeer, terwijl het paleis 's avonds
en ook gedurende den nacht meer dan
gebruikelijk verlicht was.
Langzaam verstreek uur na uur.
De conversatie stokte, slechts een
enkele opmerking werd gemaakt, doch
eenieder beleefde in zich zelf te sterk
de historische beteekenis van dezen
nacht, om zijn gevoelens in enkele
nietszeggende zinnen tot uitdrukking te
brengen.
Langzaam gleden de uren voort. De
nacht maakte plaats voor de ochtend
schemering en toen omstreeks 7 uur
het daglicht in de kamer scheen, was
er nog geen verandering gekomen. De
stemming werd gedrukt. Waarom
duurde het zoo lang? Zouden er bijzon
dere moeilijkheden zijn?
Geen enkel contact was mogelijk met
het paleis in de nachtelijke uren. In
volkomen passiviteit zaten de officieren
en de A.N.P.-menschen rond het paleis
toestel en de telex.
Afwachten..., afwachten...
Een nacht was voorbijgegaan en nog
was het teere geheim niet ontsluierd.
Tusschen kwart over negen en half
tien: de paleis-telefoon belt.
De particuliere secretaris van Prins
Bernhard, jhr. mr. Dedel, meldt aan de
vertegenwoordigers van het departe
ment van defensie, dat het oogenblik
gekomen is om de batterijen de gereed-
stelling te doen innemen.
Kapitein Steenhauer neemt de mede
deeling in ontvangst en onmiddellijk
daarna vliegen de ordonnancen met de
telegrammen van de legerautoriteiten
het hotel uit.
Thans weten wij, dat de ontknoo
ping spoedig zal volgen.
Hoe lang nog?
Eenige uren, schatten wij.
Elke schatting bergt echter gevaren
in zich, want zoo lang als het wachten
geduurd heeft, zoo snel is nu de ont
knooping. Enkele minuten voor tienen
rinkelt weer de bel van de paleis-lijn.
De spanning heeft nu haar hoogte
punt bereikt.
De passiviteit is omgezet in de groot
ste activiteit.
Een lid van de A.N.P.-redactie en
van „De Echo van het Zuiden'
Naar het Amerikaansch van
TEMPLE BAILEY.
(Nadruk verboden).
20)
Wat kon zij anders doen dan hem
vergeven? En toen hij haar en Rickey
den avond voor hun vertrek ten eten
noodigde nam zij het aan.
Rickey was erg in zijn nopjes met
de invitatie.
Bleecker is een reuze aardige
knul, zei hij en hij heeft massa's geld.
Ik wou, dat hij dat niet had zei
Virginia:
Waarom?
O, dat zou de dingen heel een
voudiger maken.
Ik begrijp niet wat je bedoelt.
Wij kunnen ons geen rijke vrien
den veroorloven! Rickey.
Ik zie het zoo niet, Jinny.
Zij glimlachte.
Misschien heb je wel gelijk.
Anthony Bleecker was in ieder ge
val beter gezelschap voor Rickey dan
Lute Carney, dus waarom zou zij zich
ongerust maken?
Virginia had een paar inkoopen ge
daan in Baltimore en voor zichzelf
een bruin tweed mantelpakje voor de
reis gekocht. Het was eenvoudig en
niet duur maar de kleur en het bont
op den kraag flatteerden haar. Zij had
ook een klein bruin hoedje gekocht,
dat als een helm over haar bruin-
roode lokken sloot.
Hoe vind je me, Rickey? vroeg
zij haar broer.
Je ziet er leuker uit dan ik ooit
van je verwacht had, was het broeder
lijk antwoord. Die witte zijden blouse
en dat bruin van het jasje staan je
uitstekend.
O Rickey, later wil ik heel mooie
dingen hebben, een rose tafzijden
avondjurk met goud kant en satijnen
schoentjes op een gouden waaier.
Wanneer zou je ze aantrekken,
als je ze had?
Ik wil een huis hebben waar ik
ze dragen kan. Rickey.
Hij stond met zijn handen in zijn
zakken tegen een oude kast geleund.
Heb je er ooit over gedacht, Jin
ny, zei hij, dat Anthony Bleecker je
een huis zou kunnen geven, waar je
ze in zou kunnen dragen?
Virginia staarde hem aan en zei
toen langzaam:
Waarom niet?
O, ik zou nooit van hem kunnen
houden.
Als ik een meisje was, zou ik
mezelf geluk wenschen
Zij hief afwerend haar hand op.
Schei alsjeblieft uit, Rickey.
Hij was uit zijn humeur.
Ik begrijp niet, waarom je zoo
raar doet. De meeste meisjes zouden
dadelijk snappen wat haar kans was...
Dit is mijn kans niet, zei ze hef
tig. Niet Tony Bleecker.
Maar wat heb je tegen hem, Jin
ny?
Niets. Maar jij maakt van een
mug een olifant.
Dat was het laatste wat er over deze
kwestie werd gezegd.
Anthony bracht hem naar een oud
buitenverblijf bij Marlborough, dat
door twee deftige, maar verarmde
oude dames werd geëxploiteerd als
hotel-restaurant. Zij hadden de atmos
feer van het huis goed weten te bewa
ren. Het diner werd geserveerd in de
groote eetkamer met antieke, maho
niehouten meubelen en oude schilde
rijen aan den muur. Er knapperde 'n
houtvuurtje in den haard en hooge
witte kaarsen verlichtten de keurige
tafel.
Virginia's houding tegenover An
thony was een tikje koel.
U hebt het mij nog niet vergeven,
zei hij, toen Rickey hem een oogenblik
verliet.
Er is niets te vergeven, zei ze
zacht. Het was mijn schuld. Ik kende
u nog niet lang genoeg, om u te ver
oorloven, dat u zulke dingen tegen
mij zei.
Hij vond haar naïveteit verrukke
lijk.
Hoelang moet ik 11 dan kennen,
vóór ik ze mag zeggen?
Voordat zij kon antwoorden kwam
Rickey binnen en met hun drieën
gingen zij samen den koelen avond in.
De maan hing als een gouden sikkel
in de purperen lucht. De wind zong
in hun ooren, terwijl de auto voort-
vloog.
Morgenavond, zei Tony, toen zij
de brug gepasseerd waren en Anna
polis binnenreden, morgenavond zijn
jullie in New York en zal deze oude
stad leeg zijn.
Virginia antwoordde niet. Zij dacht
niet aan de oude stad die zij verlaten
moest, zij dacht aan Michael. Hij was
daar in de groote stad. Zelfs al zag zij
hem niet, dan zou ze toch altijd de
zekerheid hebven dat hij er was.
IX.
HET NIEUWE BEGIN.
Mary Lee Logan kwam hen op het
station verwelkomen. Zij had inter
communaal opgebeld om te weten,
liiet welken trein zij kwamen en haar
autotje wachtte buiten.
Ik dank den hemel, dat jullie er
eindelijk zijn, zuchtte ze, met Virgi
nia's hand in de hare, maar zij keek
naar Rickey. Ik heb mij zoo ontzet
tend eenzaam gevoeld. Ik woon vlak
bij jullie. Is het niet heerlijk?
Virginia, verward door al de herrie
om haar heen, zei:
Het is erg lief van je, nu is ten
minste niet alles zoo vreemd.
Rickey lachte opgewonden.
Ik geloof, dat Jinny een beetje
bang is, maar ik. ik vind het heer
lijk.
Niet? Marie Lee was even opge
wonden als hij. Alles is zoo opwek
kend, alsof de lucht, die je inademt
een elixer is. Je zult hier groote din
gen kunnen doen, Rickey?
Dat weet ikZijn toon klonk
zelfbewust.
Virginia was stil, toen zij door de
verlichte straten reden. Zij had niet
gedacht, dat New York zoo zou zijn....
overweldigend, dreigend, met zijn
schitterende, reusachtige lichtrecla-
ine's, de zwarte, bewegende menschen-
massa's, het doffe gedreun van de on-
dergrondsche treinen, de schrille fluit
jes van de verkeersagenten, het la
waai van den luchtspoorweg. Pas toen
zij Fifth Aveneu hadden bereikt,
kreeg de betovering van de stad vat op
haar. Er was een vreemde, fantasti
sche schoonheid in de duizenden ver
lichte etalage's, de oneindige rijen au
to's, die als een slingerende lichtpro
cessie over het asphalt gleden, de
zwermen menschen, die voortjachtten
naar een onbekend doel.
(Wordt vervolgd).
Wailw(jksclie en Lingstrutsrke ('tirant,
gaan.
IWI»
Zich verzekeren bij een
goede maatschappij Is een
wijze voorzorgsmaatregel
WIST U DAT EEN HALF MILLIOEN
PERSONEN BIJ DE
k"
II
VERZEKERD ZIJN
De „NOORD-BRABAND" betaalde In 1937
circa f 1.500.000 uit aan hare verzekerden