GESCHIEDENIS DER HERV. KERK TE BES01IEN
I
rfTTTI
Willie's eigen geld.
Zaterdag 5 Maart 1938 No. 19
DeEc ho van het Zuiden
Tweede Blad
1610—1935.
Door
J. van der Hammen Nicz.
.-<•
LXXI1I.
Voordat wij nu de kerkelijke ge
schiedenis van Besoijen verder gaan
vervolgen, zijn wij verplicht onze aan
dacht te wijden aan den staatkundigen
en maatschappelijken toestand hier te
lande vóór en bij het begin van het
gewichtige jaar 1795. Wij hebben ge
zien, dat in 1787 de heftigste Patriot
ten, door tusschenkomst van den ko
ning van Pruisen, het land hadden
moeten verlaten en vluchten naar Bel
gië en Frankrijk, waar de meest ge
goeden eene schuilplaats vonden te
Brussel en de meer behoeftigen te SI.
Omer in Noord-Frankrijk. Daar ge
noten de laatsten een karige onder
steuning van Fransche zijde. Toen
evenwel in 1789 de revolutie in Frank
rijk uitbrak, herleefde de hoop dier
Patriotten en vooral toen Frankrijk
dat onder de leuze. Vrijheid, Ge
lijkheid en Broederschap overal lou
ter geluk beloofde te brengen in
1792 in oorlog geraakte inet Pruisen
en Engeland en ook den oorlog ver
klaarde aan onzen stadhouder prins
Willem V. Hoewel het er toen voor
ons land, wat zijne zelfstandigheid
betrof, allesbehalve rooskleurig uit
zag, duurde het echter nog tot einde
1794 of begin 1795, voordat wij ge
heel afhankelijk van de Franschen
werden. Gelijk bekend is maakte de
Fransche generaal Pichegru in het be
gin van 1795 gebruik van de bevroren
rivieren en stroomen, om ons land
binnen te dringen en de Engelsche en
Oostenrijksche troepen te verdrijven.
Ook Utrecht werd den 16 Januari
1795 bezet en prins Willem V was ge
noodzaakt den 18 Januari het land tc
verlaten en de wijk te nemen naar En
geland, zoodat de Franschen vóór Fe
bruari 1795 meester van ons geheele
land waren. Dat was het droevig einde
van de eens zoo roemrijke Republiek
der Vereenigde Nederlanden, die van
nu af de Bataafsche Republiek werd
genoemd.
Overal in de steden en dorpen
vormden zich zoogenaamde Provisio-
neele Representanten van het Volk.
Ook de Staten van Holland werden
verpatriotschtAllerwegen werden
comité's revolutionnair of comitè's
van waakzaamheid opgericht. Ook de
Staten-Generaal, die bleven bestaan,
werden geheel patriottisch. Den 11
Februari 1795 verscheen een Decreet
van Arrest van de Representanten van
het Fransche volk bij de legers van '1
Noorden en van de Sambre en Maas,
waarbij in beslag werden genomen
alle goederentoebehoorende aan gou
vernementen in oorlog zijnde met de
Fransche republiek of van Fransche
geëmigreerden, als ook die van pries
ters, monniken, leden van kerken of
van geestelijke corporation, geëmi
greerd zijnde uit de overwonnen ge
westen tusschen den Rijn en de Zee.
Tevens verkregen die Nederlanders,
die de Patriottische denkbeelden wa
ren toegedaan en sedert 1787 het land
hadden moeten verlaten, de volle vrij
heid in het land terug te keeren en
werden dienvolgens alle resoluties, op
de verbanning dier Patriotten geno
men, te niet gedaan. En eindelijk wérd
den 16 Mei 1795 het bekende Haag-
sclie Verdrag gesloten tusschen de
Fransche en de Bataafsche Republiek,
hetwelk de volgende punten bevatte:
1. De heide Republieken sluiten een
aanvallend en verdedigend verbond,
in het bijzonder tegen Engeland ge
richt.
2. De Bataafsche Republiek stelt
een aantal oorlogsschepen en de helft
van haar landmacht ter beschikking
van Frankrijk.
3. Frankrijk krijgt Staats-Vlaande-
ren, Maastricht en Venlo.
4. Vlissingen wordt gemeenschap
pelijk bezit met Fransch garnizoen.
5. De Franschen krijgen de vrije
vaart op Rijn, Maas en Schelde.
6. Franrijk ontvangt 100 millioen
gulden voor oorlogskosten.
7. Een Fransch bezettingsleger van
25000 man wordt door onze Republiek
gevoed en gekleed.
De gevolgen van dit verbond waren
voor ons land uiterst funest: a. het
kwam onder Fransch protectoraat; b.
het werd medcgesleept in de oorlogen,
die Frankrijk in de volgende jaren
voerde; c. het zag zijn middelen van
bestaan, zijn koloniën en ten slotte
zijn onafhankelijkheid verloren gaan.
Wat was er nu in deze benarde tij
den te Besoijen gebeurd? Om moge
lijke wraaknemingen der Patriotten
te ontgaan, waren aldaar ecnige der
voornaamste Prinsgezinden, o.a. de
secretaris Adrianus Vermeulen, de
schepenen Peter Dolk en Hendrik Ha
gen en de predikant Mörser, sedert
Augustus of September 1794 tijdelijk
naar elders gevlucht. Als loco-secre
taris trad toen op de bekende patriot
J. A. van Dijk en in plaats van den
prinsgezinden schout Gerardus van de
Werken, die den 24 Augustus 1794
was overleden, was voorloopig opge
treden Jolian Hulst. Het moeten vluch
ten van Ds. Mörser zal voor hem wel
aanleiding geweest zijn hoewel dat
nergens staat aangeteekend om in
dien tusschentijd naar een andere
standplaats uit te zien. In ieder geval
heeft zijn gedwongen vlucht zijn ver
trek uit Besoijen naar Rijsoord eenigs-
zins verhaast, en het lijkt mij toe, dat
hij feitelijk liever te Besoijen, waar
hij zeer bemind was, zou gebleven zijn.
Maar de nood en de kritieke tijdsom
standigheden schijnen hem tot ver
trek gedwongen te hebben.
Hoewel de secretaris Vermeulen
reeds den 31 Januari 1795 te Besoijen
terugkeerde ongeveer tegelijk met
de twee gevluchte schepenen en
zijne ambtsbezigheden hervatte, duur
de zijn secretarisschap echter niet lang
meer. Reeds den 11 October 1794 had
den de toenmalige schepenen Lcendert
Kuijsten, Antonie Kuijsten, Jan Hulst
en Adriaan Konings ernstige pogingen
aangewend, om een nieuwen vasten
schout en een nieuwen secretaris te
verkrijgen. Den 6 Maart 1795 werden
die pogingen met gunstigen uitslag
bekroond, toen door de toenmalige
landsregeering dat waren de Repre
sentanten van het Volk van Holland
te Den Haag met voorbijgaan van
de rechten van den ambachtsheer, tot
schout werd benoemd de te Besoijen
geboren Rooinsch-Katholieke Herrna-
nus Verlcgh en tot secretaris de even
eens Roomsch-Katholieke Jan Fran
cois Dalleu, zoodat Adrianus Vermeus
ten als secretaris moest aftreden. Dit
besluit teekent de toenmalige tijdsom
standigheden. Tot einde 1794 waren
de dorpsautoriteiten (schout, secreta
ris, schepenen, burgemeesters, arm-
meesters) uitsluitend van den Gere
formeerden godsdienst geweest, maar
kort na 1795 toen de Hervormde
kerk als Staatskerk in beginsel werd
afgeschaft kwamen de Roomsch-
Katholieke inwoners van Besoijen en
elders meer en meer op den voorgrond.
Wij kunnen gerust beweren, dat het
jaar 1795 het begin was van de vrij
making van de Roomsche kerk in
Holland en in de Generaliteit en dat
sedert dien tijd de invloed dier kerk
steeds aangroeide en de invloed der
Hervormde kerk gaandeweg vermin
derde. Hierbij deed zich het eigenaar
dige feit voor, dat de Roomschen, die
gedurende 150 jaren onder den voet
waren geloopen en die in den grond
van hun hart een natuurlijken afkeer
hadden van de huns inziens verderfe-
lijke nieuwere Fransche ideeën, het
juist aan de toepassing dier ideeën
hadden te danken, dat zij op kerkelijk
en staatkundig gebied hunne vrijheid
herkregen. Ook het college van sche
penen onderging een geheele wijzi
ging er werden vijf nieuwe Roomsch-
Katholieke schepenen benoemd, n.l.
Adriaan Pieren, Willem Hooymajer,
Willem Brokken, Arnoldus Teuling
en Hermanus Cuijpers, en twee Her
vormde schepenen, n.l. Johan van
Heijst en Wouter Kuijsten. Tot bur
gemeesters werden gekozen de Her
vormde Dirk Wijnen en de Roomsche
Jan v. Es, en tot armmeesters de Her
vormde Hendrik de Graaff en de
Roomsche Gerrit van Es. Besoijen be
zat dus reeds in 1795 het eerste
jaar der „Bataafsche vrijheid" een
overwegend Roomsche dorpsregee-
ring. Toch moet men zich van dat
„overwicht" geen al te overdreven
voorstelling maken: de harmonie om
der de leden was, vooral de eerste ja
ren, voortreffelijk, en de toenmalige
landsregeering te Den Haag zorgde er
wel voor, dat de Roomsche invloed
zich vooralsnog niet al te zeer deed
gelden en er vooreerst geen wrijving
tusschen de twee verschillende eere
diensten ontstond.
Hoe was het nu gesteld in den boe
zem der Gereformeerde kerk te Be
soijen? Ik moet dan beginnen te ver
melden, dat de vacature, ontstaan
door het vertrek van Ds. Mörser naar
Rijsoord, niet heel lang duurde, slechts
van 1 Januari tot 13 September 1795.
Consulenten waren toen Ds. Theodo-
rus Ilijmans, predikant van Capelle,
en Ds. P. Pické, predikant te Sprang,
de eerste van 1 Januari tot 8 Juni en
de tweede van Juni tot 13 September.
Gedurende die vacature werden dooi
den kerkeraad, onder presidium van
genoemde consulenten, een zes- 5 ze-
vental vergaderingen gehouden, o.a.
den 2 Januari 1795, toen aan Ds. Mör
ser acte van demissie werü verleend;
den 5 Februari, toen een lijst werü op
gemaakt van aie predikanten uit den
overwuterschen ring, aie te Besoijen
moesten komen preuiken; den 1U Fe
bruari, als wanneer de administree-
rende diaken Jan Hagen rekening en
verantwoording deed van zyn beneer
over 1794, waarbij de ontvangsten be
droegen 1U88 guluen en 4 stuivers en
ue uugaven loot) gulden, 18 stuivers
en 14 penningen, zoouat er een batig
slot was van ól gulden, 5 stuivers en
2 penningen. Een der volgende kerke-
raadsvergaderingen, n.l. op 3 Juni,
was daarom zoo merkwaardig, wijl
daaruit blijkt, dat toen te Besoijen,
ondanks de door Frankrijk beloojde
gouaen bergen, zoo onizetiend veel ar
moede werd geleden. Die vergadering
was belegd met het oog op het uitvoe
rige adres, dat het Comité van waak
zaamheid te Besoijen, bestaande uit
de leden Jan Franc ois Dalleu, Jan
Janse Baas en Dirk Canooy (Duques-
noij), den 5 Juni had gericht aan den
(^2) Borende kiespijn?
Dcvn'n„ TtlyriAa/vdfye"
kerkeraad. Het comité gaf daarbij te
kennen, dat bij de vele armen het ge
schreeuw om brood algemeen was, dat
die droevige kreet dagelijks in de
ooren schuifelt, dat zuigelingen en an
dere jonge kinderen langs de straalI
kruipen, roependO, moeder geef
ons broodMet allerlei bijbelteksten
en verzuchtingen verzocht het comité
0111 hulp en bijstand uit de diaconie-
kas en schroomt daarbij niet openlijk
te vermelden, dat met de dorpsarmen
te Besoijen vreemd wordt omgespron
gen en de armmeestersrekening over
1794 den toets der zuiverheid en eer%
lijkheid niet kan doorstaan.... Op
dat request werd door de kerkeraads-
leden ongeveer het volgende geant-
antwoord„dat zoo veel het hunne
„relatie en omstandigheden mede
brachten, zij op dit oogenblik niet
„anders konden zeggen, dan dat zij
„als burgers, volgens de verplichtin
gen, die op hen lagen, gaarne alles
„wilden helpen doen, wat ter noodige
„verbetering van het bestuur van de
„goederen der dorpsarmen en ter ver
pachting van het lot der noodlijden-
DOOR IET HOOGERS.
Ik heb fijn een kwartje gekregen
van Opa en Oma!' riep Willie en ze
hinkte van blijdschap op één heen
door de kamer. „Ooh!" riep Gerda,
haar zusje, „laat es zien!" Trots haal
de Willie het kwartje te voorschijn
en vertoonde het op haar vlakke hand,
alsof het een heel zeldzaam voorwerp
was.
„Waarom heb je dat gekregen?"
vroeg Gerda nieuwsgierig. „Nou, voor
m'n rapport, een dubbeltje voor elke
negen en een stuivertje voor 'n acht".
„Oh", zei Gerda weer, die nog maar in
de eerste klas zat en nog geen rapport
kreeg. „Moeder, Willie heeft een
kwartje!" gilde Gerda Moeder tege
moet, die juist binnen kwam. „Van
Opa en Oma gekregen voor mijn rap
port!" juichte Willie zelf. „Kind, wat
fijn," zei Moeder, „doe dat maar gauw
in je spaarpot." Willie's gezichtje be
trok. „Hè, nee, Moes, niet in mijn
spaarpot!" „Maar wat wou je er dan
mee, Willeke?" Even keek Willie ver
legen voor zich, toen zei ze zacht„Ik
wou zo heel graag eens alleen iets
kopen, helemaal voor mezelf, zelf uit
zoeken, voor m'n eigen geld."
Moeder lachte. „Nu, dat zullen we
dan eerst eens aan Vader vragen, zo
maar iets kopen, voor een kwartje, ik
weet niet of Vader dat goed vindt!"
Maar Vader vond het voor deze ene
keer wel goed. Omdat Willie het
kwartje zelf eerlijk had verdiend met
haar mooie rapport. Ze mocht zelf
helemaal weten wat ze er mee wou
wou doen. Woensdagmiddag, over
morgen, zou ze er op uit trekken en
bij alle winkels kijken wat je allemaal
kon krijgen voor een kwartje en het
allermooiste uitkiezen. Gerda mocht
mee, dat beloofde ze dadelijk in haar
blijdschap.
Maar Woensdag was Gerda ziek. Ze
werd wakker met keelpijn en moest
in bed blijven. En toen Willie 0111 12
uur uit school kwam, zag ze Lena, t
dienstmeisje al aan de deur staan en
die zei dadelijk dat ze heel stil moest
wezen, want Gerda was erg ziek en
de dokter was met haar bezig. Hele
maal alleen zat Willie aan de koffie
tafel en at langzaam haar botérham
op. Gerda erg ziekHoe kon dat nou
opeens! Vanmorgen had ze er wel
vreemd uitgezien, vond Willie, maar
ze was toch blij geweest, toen ze had
gezegd, dat ze nog niets zou kopen
voor hel kwartje, maar zou wachten
tot Gerda mee kon gaan. En nou was
het zo erg, dat ze heel stil moest zijn
en niets eens even naar haar toe mocht
gaan. Moeder kwam heel even bene
den, ze had gehuild, dat zag Willie
wel. Ze gaf Moeder gauw een kus en
Moes zei dat ze vanmiddag alleen
moest spelen en erg rustig wezen.
Thuis was het zo akelig, Willie wist
helemaal niet wat ze moest doen. Toen
bedacht ze dat ze vast langs de winkels
kon gaan kijken, alleen maar kijken
en als Gerda beter was, dan pas iets
kopen. Maar misschien kon ze nu vast
iets bedenken. Zoo dwaalde Willie
door de winkelstraten, keek bij speel
goedwinkels, lekkerswinkels, boek-
winkels, maar ze voelde zich wel erg
eenzaam. Het kwartje had ze maar
vast meegenomen, dat hoorde er toch
hij, vond ze, dan was het wat aardi
ger. Zou ze die badkuip kopen voor
het kleine poppetje of die bal daar
ginds? En daar was een klok voor de
poppenkamer, die kostte ook maar
een kwartje. Dat zou Gerda vast mooi
vinden. Of zou ze liever die poppen-
schemerlamp nemen? Gerda speelde
het meest met de poppenkamer, die
had daar het meest aan. Maar er wa
ren ook enige inktlappen voor een
kwartje, in die andere winkel, als ze
die op school gebruikte, zouden ze er
vast pret mee hebben. En doosjes
kleurkrijtjes hadden ze daar ook.
Maar daar had helemaal niets aant
Nou, ja. maar het was toch ook haar
eigen kwartje.... Maar Gerda was
zo ziekAls ze eens iets kocht voor
Gerda, niet voor haarzelf, maar alleen
voor Gerda! Maar haar eigen kwar
tje! En wat moest ze voor Gerda ko
pen? Ze had nu niets aan een pop-
penbad of een schemerlamp, nee, het
moest iets anders zijn. Zou ze het
doen? Nee, ze ging eerst maar naar
huis.
Die avond at ze alleen met Vader
en die zei helemaal niets. Moeder bleef
boven bij Gerda. Het was nog heel erg
zei Vader. Had ze nu maar wat ge
kocht voor haar zusje, waarom eigen
lijk niet? Omdat ze zelf haar kwartje
zo graag wo,u houden? En misschien
kon ze er Gerda wel een heel groot
plezier mee doen!
Ze waren gauw klaar met het eten
en het was nog licht, toen Willie de
tuin inliep.
Toen opeens kwam er een plan bij
haar op, nee, maar, dat was prachtig,
nu wist ze hetWillie holde naar bin
nen, pakte vlug haar portemonnaietje
met het kwartje en vloog de straat op.
Twee straten verder, op de hoek van
die winkelstraat had ze hem zien staan
den bloemenman, met een hele mand
vol viooltjes. En als er iets was, waar
Gerda van hield dan waren het bloe-
was ook niet nodig. Willie kon wel
huilen en lachen, zo blij was ze. Ze
had het gevoel nog nooit in haar leven
zo blij te zijn geweest.
9. Totaal, Aangesloten, Mededee-
ling, Zeeland, Zestien, Schaaf, Zweef
toestel.
Een ezel stoot zich geen tweemaal
aan dezelfde steen.
10. Fietser, Waardeeren, Autobus,
Schimmel, Inhouden, Hansworst,
IJdelheid.
Huilen met de wolf waarmee hij in
het bosch is.
men. Dat ze daar niet eerder aan had
gedacht! Als hij er nu nog maar stond.
Ja, hoor, hijgend stond ze voor den
bloemenman. Twintig cent een bosje,
vijf cent kreeg ze weer terug. Toen
gauw ermee naar huis. Wat een zach
te viooltjes, wat een mooie kleur en ze
roken zo heerlijk!
Thuis kwam ze Moeder in de gang
tegen. „Jij moet vanavond maar al
leen naar bed gaan, kindje, je bedje
staat op de logeerkamer. Slaap maar
lekker, Willeke", zei Moeder en ze gaf
haar een zoen. „Ja, Moeder", zei Wil
lie. Moeder zag niet eens dat ze die
mooie bloemen had. Stil en bedrukt
sloop Willie naar boven. De viooltjes
zette ze in een wastafelglas, heel diep
in het water en verdrietig kleedde zij
zich uit. Zo graag had ze de bloemen
aan Gerda gebracht, maar daar viel
niet aan te denken, dat zag ze wel aan
Moeders verdrietige gezicht.
De volgende morgen, toen ze wak
ker werd, wist ze helemaal niet, hoe
laat of het was. Gauw even kijken op
de gang. Maar daar kwam Vader aan,
al helemaal aangekleed. Hij trok Wil
lie naar zich toe, tilde haar op, keek
haar heel blij aan en zei
„N,u is je zusje een boel beter, nu
mogen we haar behouden". „Heus?"
vroeg Willie. „Mag ik...." „Ja, sst",
fluisterde Vader, „als je erg stil bent
mag je heel, heel even bij haar." Wil
lie haalde vlug haar bloemen uit het
glas en toen, aan vaders hand ging ze
de kamer binnen.
„Gerrie", fluisterde ze, „ik ben blij
dat je weer beterder bent. Hier, die
zijn voor jou, van het kwartje." Gerda
keek haar aan, ze glimlachte en streel
de even over de viooltjes, die op haar
deken lagen. Ze zei niets, maar dat
RAADSELS.
«v
1 Welke mantel is het warmste
in den winter?
2 Wat is er noodig 0111 een deur
te openen?
3 Wie beklaagd zich nooit als hij
geslagen wordt?
EEN SCHEEPJE DAT VAN ZELF
BEWEEGT.
Wanneer we kleine scheepjes ma
ken van papier of van hout .en deze
laten drijven in een teil, zou het aar
dig zijn als die scheepjes van zelf
konden bewegen, zonder dat je er tel
kens een duwtje tegen hoeft te geven,
vind je niet? Dat kun je heel gemak
kelijk klaar krijgen. Je hoeft niet an
ders te doen dan wat kamfer op een
van de beide kanten van het scheepje
te leggen. Het zal dan van zelf heen
en weer varen, net zolang tot de kam-
fervoorraad uitgeput is.
DE SCHOK PLANT ZICH VOORT.
Leg een niet te klein aantal geld
stukken ongeveer zeven of acht
op een rij, zodat de munten tegen el
kaar aan liggen zonder tussenruimte.
Nu leg je nog een geldstuk in dezelf
de rij, maar zo ongeveer twee centi
meter van de buitenste munt af. Als
je dit geldstuk nu met een vaart over
de tafel laat schuiven zodat het tegen
het buitenste geldstuk van de rij aan
stoot, dan zal de schok zich voort
planten door alle munten heen en het
laatste geldstuk zal uit de rij losraken
en een eindje opschieten. Nog merk
waardiger is het kunstje als je twee
geldstukken tegelijk tegen de buiten
ste aanstoot, want dan zullen zich ook
aan het andere einde twee munten
verplaatsen.
Dié helpen goed. 12 cachets 50 ct. 2 stuks 10 ct.