Binnenlandsch Nieuws. Ned. Katholieke Bond vao Fabrikanten in het Schoenbedriif en aanverwante bedrijven. UW KRANT „De Echo van het Zuiden. Weer klinkt gejuich, weer gaan de armen omhoog. Weenen heeft het plechtige moment beleefd van den in tocht van den Führer. ITALIË AANVAARDT HET GEBEURDE. De Groote Fascistische Raad heeft beraadslaagd over de jongste gebeur tenissen in Oostenrijk. Besloten werd een communiqué uit te geven, dat door minister Alfieri in het Palazzo Venezia aan de binnen- en buitenlandsche jour nalisten voorgelezen werd. De verklaring van den Grooten Fas- cistischen Raad luidt als volgt: ,,De Groote Fascistische Raad, Na kennis te hebben genomen van het rapport van den minister van Bui tenlandsche Zaken omtrent de gebeur tenissen in Oostenrijk, alsmede van de uitvoerige rapporten onzer vertegen woordigers in het buitenland, aan de hand waarvan de Raad dag aan dag de ontwikkeling van de situatie in de nauwkeurigste details heeft kunnen volgen, constateert, dat de Oostenrijksche bondsregeering de regeering van Italië eerst van het onderhoud te Berchtes- gaden en van de daarop gevolgde maat regelen heeft kennis gegeven, toen deze voldongen feiten waren. De regeering van Italië had trouwens om voor de hand liggende redenen besloten, op geenerlei wijze tusschenbeide te komen in de Oostenrijksche politiek en in de ontwikkeling eener nationale beweging, welke tot een tragisch naspel had kun nen leiden. De Groote Fascistische Raad con stateert in het bijzonder, dat de volks stemming, welke geheel onverwacht door bondskanselier Schuschnigg was aangekondigd, door de Italiaansche re geering geenszins was voorgesteld en zelfs was ontraden, zoodra zij daarvan kennis droeg, en dat met het oog zoo wel op het onderwerp als op den vorm van deze volksstemming. De Groote Raad is van oordeel, dat hetgeen in Oostenrijk gebeurd is, slechts de bevestiging beteekent van een bestaand feit en beschouwd moet worden als de duidelijke uitdrukking van den wil en de gevoelens van het Oostenrijksche volk, wat op ondubbel zinnige wijze bevestigd is door de groote volksbetoogingen, waarmede deze gebeurtenissen zijn begroet. ENGELAND BEWAPENT ZICH. Op Duitschlands optreden der laat ste dagen heeft Engeland zijn antwoord gegeven. Het is: opvoering der bewa pening en vermoedelijk een vorm van nationalen dienst voor Engelands bur gers. Deze conclusie valt op te maken uit de rede, die de premier Chamberlain in het Lagerhuis hield, waarvan de slot passage de aankondiging inhield, die in bovenstaande regelen is samengevat. ,,Dit is niet een oogenblik voor haas tige besluiten of voor onoverwogen woorden", aldus besloot de eerste mi nister zijn rede. ,,Wij moeten de nieuwe situatie snel, doch met koele beoordeeling overwe gen. Ik vertrouw dat wij zullen worden gesteund, wanneer wij zullen vragen dat niemand, wat ook zijn vooropgezet te meeningen mogen zijn, zichzelf be schouwen zal als uitgesloten van eeni- gerlei uitbreiding der nationale krachtsinspanning, waartoe wellicht zal moeten worden overgegaan. Wat betreft onze defensie-program- ma's hebben wij het altijd duidelijk ge maakt, dat deze van soepelen aard wa ren en van tijd tot tijd zouden worden herzien, in het licht van de ontwikke ling der internationale situatie. Het zou ijdel zijn om het voor te stellen alsof de jongste gebeurtenissen niet zulk een wijziging inhouden. Dientengevolge hebben wij besloten dit programma te herzien en t.z.t. zullen wij aankondigen, welke verdere stappen genomen die nen te worden." FRANKRIJK BREIDT ZIJN BEWAPENING UIT. De Fransche regeering zal om drin gende goedkeuring verzoeken van sup- pletoire credieten voor de uitbreiding van het bewapeningsprogram en de fa bricage van oorlogsmateriaal bespoe digen. Deze mededeeling is door den pre mier Léon Blum gedaan in een onder houd met het bestuur van het Fransche vakverbond, dat ook werd bijgewoond door den minister van Arbeid Serol. De premier begon met een uiteenzet ting van den ernst van den huidigen toestand en de verplichtingen, die daar uit voor de regeering voortvloeien. In overleg met den minister van Defensie is besloten, supletoire credieten te vra gen, terwijl den arbeiders wordt ver zocht mede te werken bij de bespoe diging van de wapenfabricage. Het bestuur van het vakverbond heeft geantwoord, dat de arbeiders klasse bereid is mede te werken, wan neer de toegestane rechten en waarbor gen geëerbiedigd worden en wanneer niet alleen van de arbeiders medewer king wordt gevraagd. Dinsdagochtend heeft in tegenwoor digheid van den minister van Defensie, een nieuwe bespreking bij den premier plaats gehad, welke ook bijgewoond werd door delegaties van de betrokken vakvereenigingen, vertegenwoordigers van de metaalindustrie en van de ar beiders bij de arsenalen. Ook met de vertegenwoordigers der industrieën, welke voor de nationale verdediging werken, zal een bespreking plaats heb ben ter bespoediging van den aanmaak van oorlogsmateriaal. ACHTTIEN DOODVONNISSEN TE MOSKOU. Het gerechtshof te Moskou heeft Zondagochtend vroeg over de 21 „rechtschen en Trotskiïsten" het von nis geveld. Achttien verdachten zijn ter dood veroordeeld, één tot 25 jaar, één tot 20 jaar en één tot vijftien jaar ge vangenisstraf. Het doodvonnis is uitgesproken over Boecharin, Rykof, Jagoda, Krestinski, Rosengolz, Iwanof, Tsjernof, Grinko, Zeieski, Ikramof, Chodzjajef, Sjaran- gowitsj, Soebaref, Boelanof, Levin, Kazakof, Maximof-Dikofski en Kroetsj- kof. Zij zullen worden doodgeschoten: al hun goederen worden verbeurd ver klaard. Prof. Pletnjef krijgt 25 jaar gevange nisstraf, Rakofski 20 jaar, Bessonof 15 jaar. Zij zullen eerst vijf jaar na afloop van hun straf hun burgerrechten her krijgen. Hooger beroep is den veroordeelden onmogelijk. Slechts kan het presidium van den Hoogsten Sovjet nog gratie verleenen. Wordt het gratieverzoek binnen 24 uur afgewezen of onbeant woord gelaten, dan zullen de vonnissen onmiddellijk daarna voltrokken worden. De motiveering van het in den aan hef vermelde vonnis komt overeen met hetgeen de procureur-generaal, Wis- jinski, dezer dagen in zijn requisitoir vermeldde. ,,Het militaire college van het Hoog gerechtshof, aldus de president, heeft geconstateerd, dat alle verdachten schuldig zijn aan het feit, dat zij actie ve deelnemers waren van een samen zwering van het rechtsche en Trotski- istische blok, dat op instructies van een buitenlandschen spionnagedienst han delde, ten einde een overval van bui tenlandsche mogendheden op Sovjet- Rusland uit te lokken, de regeering om ver te werpen en het kapitalisme in de Sovjet-Unie te herstellen." POOLSCH—LITAUSCHE SPANNING. De Poolsche Minister van Buiten landsche Zaken, kolonel Beck, die zich na zijn officieel bezoek naar Zuid-Ita- lië had begeven, ten einde daar eenige dagen rust te nemen, heeft, naar Havas meldt, zijn verblijf aldaar afgebroken en moest onverwijld naar Warschau terugkeeren. Deze plotselinge terug keer houdt zonder eenigen twijfel met den internationalen toestand verband. In goed ingelichte kringen der Pool sche hoofdstad verzekert men, dat de minister van Buitenlandsche Zaken zijn verlof bekort heeft wegens de spanning, die sinds verscheidene dagen in de Poolsch Litausche betrekkingen aan den dag treedt en die een gevolg is van het incident van 11 Maart, waarbij een soldaat der Poolsche grenswacht werd gedood. Te Warschau heeft het gerucht geloopen van een Litausche troepen concentratie aan de Poolsche grens. Deze incidenten hebben een zekere opwinding onder de bevolking van het dicht bij de grens gelegen gebied van Wilna veroorzaakt. Tijdens een giste ren te Wilna gegeven concert, dat door de radio werd uitgezonden, werden door het publiek anti-Litausche kreten, die uiteraard in heel Polen konden wor den gehoord, geuit. „Wij willen oprukken tegen Litau en", werd geroepen. ,,Wij willen Me mel hebben. Maarschalk Smigly-Rydz zal ons van Litauen bevrijden!" Naar men weet, werden de diploma tieke betrekkingen tusschen Polen en Litauen in 1920, nadat generaal Zeli- gowsky zich van Wilna had meester gemaakt, verbroken en zijn zij sinds dien niet hervat. De prijs der spoorweg abonnementen. Op vragen van het Kamerlid dr. Vos betreffende verlaging van den prijs der spoorweg-abonnementen in verband met de inkrimping van bet spoorwegnet en de opheffing van een aantal stations, heeft de minister van waterstaat geantwoord Tot staking van den dienst op spoorwegbaanvakken met te geringe opbrengsten en sluiting voor reizi- gersvervoer van stations, gelegen aan lijnen, waarvan de exploitatie overigens in stand wordt gehouden, wordt eerst besloten, wanneer bet vervoer tot minimum is gedaald. Hieruit mag worden afgeleid, dat het aantal houders van algemeene abonnementskaarten, dat van dezen maatregel nadeel ondervindt, niet groot is. Anderzijds dient in aan merking te worden genomen, dat de waarde van de abonnements kaarten de laatste jaren is gestegen door uitbreiding van vervoergele- genheden op de in exploitatte ge bleven lijnen en door verhooging van de snelheid. Het mindere gebruik, dat bepaalde houders van de abonnementskaar ten kunnen maken, wettigt niet algemeene verlaging van den in vergelijking met elders niet hoogen prijs dier kaarten, en zoodanige maatregel ligt voorhands niet in de bedoeling van de spoorwegdirectie. De minister kan geen vrijheid vinden daarop aan te dringen. Zooveel mogelijk zal worden bevorderd, dat de internationale autcbusdiensten, die in plaats van de spoorwegen het streekvervoer gaan verzorgen, aan houders van abonnementskaarten n.s. vrachtvermindering toestaan. Daar een aantal reizigerstrein geen lste klasse meer heeft, welk aantal bij de 15 Mei ingaande dienstrege ling aanzienlijk zal worden uitge breid, ligt het in de bedoeling, de algemeene abonnementskaarten lste klasse eenigszins te verlagen. Arbeid van Nederlanders in België. De minister van Sociale Zaken heeft aan de gemeentebesturen mede gedeeld dat zijn aandacht er op gevestigd is dat het herhaaldelijk voorkomt, dat gemeenten en arm besturen werklooze arbeiders flnan- cieel in staat stellen op goed geluk in België werk te zoeken. Op zich zelf verdient 't streven der arbeiders om werk te vinden in het buiten land, alle waardeering. Er dient echter voor te worden gewaakt, dat deze trek naar België niet ontaardt in een afschuiving van werkloozen. Met name ontmoet men 't bezwaar, dat reisgeld wordt verstrekt aan arbeiders, van wie op grond van hun politieke overtuiging of op grond van vroeger begane vergrijpen van ernstigen aard, welke hen met de justitie in Nederland in aanraking hebben gebracht, mag worden aan genomen dat zij na korten of lan- geren tijd uit België zullen worden gewezen. Het lijkt den minister verder on juist van gemeentewege te bevorde ren dat gehuwde arbeiders hun gezin meenemen of laten overkomen naar België, zoolang zij in België nog geen vast werk hebb'en gevonden. De heer van Vessem wil de grenzen sluiten. Hel Eerste-Kamerlid de heer van Vessem heeft de volgende vragen gesteld aan de minister van buiten landsche zaken, van justitie en van sociale zaken 1 Heeft de regeering kennis ge. nomen van de persberichten volgens welke verschillende staten naar aanleiding der ineenstorting van het Schuschnigg-regiem in Oosten rijk hun grenzen voor emigranten uit Oostenrijk gesloten hebben '2 Is de regeering bereid tot wering van staatsgevaarlijke elementen en tot voorkoming van toeneming der werkloosheid onder het Nederland- sche volk en in het algemeen om herhaling te voorkomen van onge wenschte imigratie als in 1933 na de Duitsche systeemverandering heeft plaats gevonden, hier te lande onverwijld doeltreffende maat regelen te nemen Oostenrijksche gezant te Den Haag gaat heen. Naar wij vernemen heeft de Oostenrijksche gezant, de heer Alexich, een bezoek gebracht aan den minister van Buitenlandsche Zaken en den heer Patijn medege deeld, dat hij uit Weenen opdracht had ontvangen, de Oostenrijksche legatie ter beschikking van het Duitsche gezantschap te stellen. De belangen van de hier te lande woonachtige Oostenrijkers zullen voortaan door het Duitsche gezant schap worden behartigd. De heer Alexich vertrekt naar Brussel en Luxemburg om aan de Belgische en Luxemburgsche regeeringen, waarbij hij eveneens is geaccredi. teerd, mededeeling van het besluit van zijn regeering te doen. De gezant heeft opdracht ver volgens naar Weenen te gaan, ten einde daar nadere instructies in ontvangst te nemen. MOET Z IJ N Waalwijksche en Langstraatsche Courant. In een der zalen van de „Looiers- beurs", te Tilburg, werd Zaterdag middag een goed bezochte vergadering gehouden van den R.K. Bond van Middenstands-schoenfabrikanten. De voorzitter van het voorloopig bestuur, dhr. van Loon uit Dongen, heette allen hartelijk welkom in 't bij zonder den heer Drs. Janssen, hoofd bestuurslid van de Hanze, en den heer J. Melhado, als vertegenwoordiger van de vakpers. De Secretaris van hel voorloopig bestuur, de heer H. Bergmans te Waalwijk, las hierna de notulen voor van de vorige vergadering, die onver anderd werden vastgesteld. Uit deze notulen bleek ons dat de bond momenteel 45 leden telt. Bestuursverkiezi n g. De voorzitter zegt dat er zeven can- didaten gesteld zijn en daar het be stuur uit zeven leden bestaat, zijn deze dus automatisch gekozen. Het zijn de heeren: M. Swaans en M. Vesters uit KaatsheuvelL. van Drunen uit Drunen; F. v. Wildenberg en H. v. Loon uit Dongen en C. Slaats en H. Bergmans uit Waalwijk. Daar de voorloopige voorzitter, dhr. H. v. Loon uit Dongen, niet voor deze functie meer in aanmerking wil ko men, moet een nieuwe voorzitter be noemd worden. Met groote meerderheid werd ver volgens tot voorzitter benoemd de heer H. Bergmans, die zeide zijn bes te krachten aan den bond te zullen wijden. De heer F. v. Wildenberg zal de functie van secretaris op zich nemen. Besprekingen nan de C.A.O. Hierna werd de C.A.O. besproken en meer speciaal die artikelen die voor de klein-bedrijven van belang zijn. Bij deze bespreking waren eveneens te genwoordig de heeren Hendriks, Torn en Asselbergs, de laatste hoofdinspec teur, de twee anderen inspecteurs van den Arbeid. In een voorbeschouwing wijst de voorzitter, de heer H. Bergmans er op dat, wil de C.A.O. aan het gestelde doel beantwoorden, zij voor allen ge lijk moet worden toegepast, dus voor groot- en kleinfabrikant. Hieraan mankeert evenwel nog het een en an der en daarom moeten die veranderin gen worden aangebracht, die de C.A.O. ook voor de klein-fabrikanten drage lijk maken. Er zijn op het moment in de C.A.O. veel maatregelen die zoo ongelijk drukken dat de kleinere schoenfabri kanten zeer ver achterstaan bij de grootbedrijven en die scherpe tegen stellingen moeten worden opgeheven. Eveneens zal getracht worden voor de maatregelen welke de C.A.O. bevat, welke op den duur voor vele kleinere bedrijven absoluut onoverkomelijk zijn en daardoor voor velen tot dén ondergang zullen leiden, opheffing te krijgen. Hierna werd overgegaan tot behan deling van die artikelen, welke naai de meening van het voorloopig Be stuur verandering behoeven. Normale arbeiders. Artikel 11, waarin bepaald staat welke loonen voor normale arbeiders gelden, behoeft verandering, daar ei- een instelling moet zijn, welke uit moet maken, wanneer een arbeider al of niet volwaardig of normaal is. Het Voorloopig Bestuur stelt voor de volgende alinea toe te voegen: „De beoordeeling over al of niet volwaardigheid van een arbeider berust bij een Arbitrage-commissie, gevormd door leden van het Dag. Best. van de Fed. van Ned. Schoen- fabr., den Ned. R.K. Bond van Fabr. in het Schoenbedrijf en aanverw. bedrijven en de Arbeidersorganisa tie". Wordt zonder noemenswaardige discussie met algemeene instemming van de vergadering goedgekeurd. Klasse indeeling der werknemers. Dit betreft artikel 12, waarin ver schillende functies genoemd worden, welke in twee klassen voorkomen, zooals le en 2e aflapper, zwikker enz. Dit artikel schept voor grootbedrij ven, welke werken met meerdere hoofdarbeiders, de gelegenheid om di verse van die eerste klas krachten met 2e klasse loon uit te betalen, ter wijl een kleiner bedrijf met b.v. een zwikker enz. deze kracht ook werke lijk eerste klasse loon moet uitbetalen, alhoewel deze niet een heele week eerste klas werk te verrichten heeft. De volgende wijziging wordt voor gesteld: Het Klein-bedrijf en de C A. O. Veranderingen noodzakelijk. „Onder klasse I vervallen alle bij voegingen „eerste" le. Onder klasse II vervallen ale func ties welke daarin voorkomen, met de bijvoeging tweede. Zoodoende blijven er dus niets an. ders over dan: Overledersnijders, Zwikkers, Stanzers enz., welke werknemers allen in de lste klasse komen te vallen en allen gelijke be looning moeten ontvangen, onver schillig 't aantal van elke functie in een bedrijf aanwezig. Verders wil len we onder klasse II bijgevoegd zien de functie voeringsnijder, wel ke er tot dusverre nog niet in voor komt en onder klasse III nog schrappen de functie: Hulpgladder. Goedgekeurd. Het is het Voorl. Bestuur verder op gevallen dat er in de heele C.A.O. met geen enkel woord gerept wordt over de boeteregeling. Het ontbreken van voorschriften of bindende bepalingen daaromtrent moet leiden tot alle mogelijke ontdui kingen van de bepalingen der C.A.O. en niet minder tol toestanden welke niet door den beugel kunnen, omdat er vaak boeten geheven worden welke dezen naam nog dragen, doch niet anders zijn dan werkelijke loonkor- tingen. Het Voorloopig Bestuur meent dan ook jle volgende bepaling in de C.A.O. te moeten doen opnemen, om aan bo venstaande wantoestanden een einde te maken. „De instantie aangewezen voor de controle op de naleving der C.A. O. zal streng toezien dat het geven van boeten aan arbeiders geen zoo danige vormen aanneemt dat ge sproken kan worden van een per manente loonkortiiig. Het herhaal delijk geven van hooge boeten zal dus streng gecontroleerd moeten worden en bij gebleken onbillijkheid van de gegeven boeten zal dit straf baar worden gesteld". De heer v. Riel, Kaatsheuvel, is het met bovenstaande geheel en al eens. Er worden veel boeten geheven van 2.a 3.die in feite, niet an ders zijn dan loonkorlingen. In de grootbedrijven gebeurt dit regelmatig. Aan slecht werk kan dit niet te wijten zijn, daar men iemand die iedere week voor een drie gulden verprutst wel de laan uitzet. De heer Slaats, Waalwijk, vraagt zich af wanneer de boeten overdreven zijn. Naar zijn meening moet men de grenzen wat scherper stellen. De heer v. Riel zegt dat de controle zeer moeilijk is, daar de arbeider zelf niet mee durft werken. De voorzitter zegt dat dit de taak is van de arbeidsinspectie. De heer Asselbergs deelt mede dal de controle op de naleving der bepa lingen der C.A.O. niet bij de arbeids inspectie berust maar bij den Bedrijfs- raad. Meent deze een ontduiking op het spoor te zijn, dan kan hij zich wenden tot den minister, die dan de arbeidsinspectie opdraagt een nader onderzoek in te stellen. De voorzitter zegt dat een afdoende controle bij ongeorganiseerden nage noeg onmogelijk is, daar de Bedrijfs- raad niet voldoende bevoegdheden be zit een diepgaand onderzoek in te stellen. De Asselbergs meent dat men van plan is de bevoegdheden van den Be- drijfsraad uit te breiden. De voorzitter zegt dat déze dan tenminste misschien ook de beschei den op kon eischen van verdachte be drijven. De heer de Wijs, Rijen, is er van overtuigd dat wanneer er maar een arbeider was die durfde spreken, de niet naleving van de C.A.O. wel op zo,u houden, tenminste wanneer de fabrikant dan een flinke boete kreeg. De arbeiders zijn evenwel bang op straat gezet te worden. De heer Swaans, Kaatheuvel, zou dan zoo'n arbeider een uitkeering wil len geven als uitgeslotene. Dit zou velen weerhouden niet te spreken, wanneer hen onrecht is aangedaan. De heer Slaats zou een maximum boete vast willen stellen, waarboven niet gegaan mag worden. De voorzitter stelt voor dit geval in overleg met de Federatie en de Arbei dersorganisatie nog eens nader te be zien. Wordt goedgekeurd. Wachtgeldregeling. De voorzitter noemt dit de groote struikelblok van de geheele C.A.O. Een bepaling die binnenkort tijdsbe stek aan zeer veel fabrikanten, vooral aan kleinere, zoodanig nadeel zal be rokkenen, dat de instandhouding van De boeteregeling.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 2