GESCHIEDENIS DEK HERV. HERE TE RESOIIEN DE OCEAANVLUCHT Zaterdag 19 Maart 1938 No. 23 De Echo van het Zuiden Tweede^Blad fitrcf&fiijri m Êzi&sfityn,„MIJNHAJHDTjtS" 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. LXX1V. Heeds meermalen waren in den boe zem der Hervormde gemeente te Be- soijen stemmen opgegaan, om haren oud-predikant Ds. Picter Willem Lee mans, die gedurende een 7-tal jaren als balling en als slachtoffer zijner patriottische beginselen in België of Frankrijk had rondgezworven, weder als predikant terug te roepen, waar voor het thans, nu de gemeente vacant was geworden en de landsregeering in pattriottischen zin was „om" gegaan de beste lijd was. Ook de kerkeraad scheen daartoe niet ongenegen. Inte gendeel: in de kerkeraadsvergadering van den 17 Juli 1795, waar tegenwoor dig waren de consulent Ds. Pickè, de ouderlingen Johan van Heijst en Hen drik Hagen en de diakenen Johannes Dekkers en Hendrik de Graaff, stelde de president-ouderling Johan van Heijst voor eene missive aan Ds. Lee mans te richten en hem stellig af te vragen of hijbij zijne komst hier te lande, zijn ambt als herder en leeraar van Besoijen wederom zoude aanvaar den. Hiermede namen de overige ker- keraadsleden volkomen genoegen en dienvolgens werd den consulent op dracht gegeven de bewuste missive op te maken. Zij was van den volgenden inhoud M ede-Burger Wij leden des kerkeraads van Be soijen. in de noodzaak zijnde om in de thans alhier vaceerende predikants plaats te voorzien, ten einde deze ge meente niet langer herderloos blijve, hebben uit aanmerking der vernieti ging van alle politieke resolutiën, sen tentiën enz, onder hel vorig bestuur in den jare 1787 onder anderen tegen sommige predikanten en ook bijzonder omtrent U genomeneenparig beslo ten aan IJ deze onze missive te doen toekomen en door dezelve U stellig af te vragen of gij voornemens zijt eer- lang herwaarts over te komen en bij Uwe overkomst Uw vorigen post te aanvaarden, in welk geval wij Uwe komst met verlangen tegemoet zien. Doch zoo gij dit niet zoudt verkiezen en van alle aanspraak op Uwen post wildet afzien, zouden wij haast maken om over te gaan tot de beroeping van eenen anderen leeraar; in welke beide gevallen echter wij Uw beslissend ant woord uiterlijk binnen 14 dagen ver wachten. Na toebidding van Gods ge nadig en zegen blijven wij met achting, namens den kerkenraad van Besoijen: P. Pickè, V.D.M.in Sprang, consu lent. Aan Johan van Heijst werd verzocht dit schrijven aan het juiste adres te bezorgen, maar het lijkt mij toe, dat het juiste verblijf van Ds. Leemans niet zoo dadelijk te vinden was, want pas ongeveer twee maanden later, n.l. den 13 September, kwam zijn ant woord binnen. Hij deelde daarin mede, dat hij het sympathieke voorstel van den Besoijenschen kerkeraad aannam en dus van nu af bezit nam van zijn predikantsambt, maar dat hij, wegens lichaamsongesteldheid, nog niet in staat was zijnen kerkelijken dienst in persoon te vervullen en derhalve aan de ringpredikanten zou verzoeken eenige liefdebeurten voor hem waar te nemen. Hiermede nam de kerke raad genoegen en aldus betrok Ds. Leemans wederom de pastorie. Hel duurde evenwel niet lang of hij wend de zich nog in den loop van Sep tember tot de hooge regeering te Den Haag, met dringend verzoek hem eervol ontslag te verleenen en hem dus emeritus te verklaren. Hierop ont ving hij den 1 October 1795 het vol gende antwoord De Provisioneele Representanten van het Volk van Holland, de reques- te van Pieter Willem Leemans tot in den jare 1787 geweest zijnde predi kant te Besoijen en sedert 13 Septem ber dezes jaars wederom van zijn ambt bezit genomen hebbende, om gealle- gcerde redenen verzoekende, dat het onze goede geliefte zijn mochte hem suppliant te verklaren Emeritus salvo honore et stipendio -) bij ons geëx amineerd en op het voorschreven ver> zoek behoorlijk reflectie gemaakt zijn de, hebben wij na ingenomen conside ratie en advies van ons Comité van Al gemeen Welzijn, genegen wezende voor het verzoek van den suppliant, goedgevonden denzelvc te verklaren, zooals wij hem verklaren bij deze Eme ritus, met behoud van eer en van zijn trade ment, in te gaan met den dag der bevestiging van zijn successeur, mits dat hij gehouden zal zijn den dienst tot dien dag waar te nemen of ten zijnen koste te laten waarnemen\ en te blijven wonen binnen deze pro vincie, op poene van het effect van deze door ons verleende gunste te zul len verliezen. Gedaan in den Hage on der het cachet van den Lande den eersten October het eerste jaar der Ba taaf sche Vrijheid (1795). Ter ordon nantie van dezelve: Dirk de Weille. Ruim een jaar, van 13 September 1795 tot 30 October 1796 toen zijn opvolger Ds. Johannes Slotemaker zijne intrede deed heeft Ds. Lee mans nog den herderlijken dienst te Besoijen, zoo goed en kwaad als hem dat met het oog op zijn minder gun- t stigen gezondheidstoestand mogelijk was, waargenomen. Dat korte tijdstip van één jaar was, vooral ook op ker kelijk gebied, niet onbelangrijk. In de eerste plaats moet dan vermeld worden, dat de Besoijensche diaconie als onderdeel van den kerkeraad over de jaren 1794 en 1795 in fi nancieel opzicht een vrij moeilijken tijd meemaakte. Door de armoedige omstandigheden, waarin vele bewo ners van Besoijen en elders verkeer den, en ook door herhaalde innunda- ties harer binnen- en buitenlanderijen, was het der diaconie uiterst moeilijk hare pachtpenningen binnen te krij gen. Zij bezat destijds ongeveer 100 honden of 14 bunders land, meest hooiland, die verpacht waren aan Jan van den Besselaar, Adriaan Konings en J. Uijthoven, aan den eerstgenoem de 52 honden, over de twee jaren 1794 en 1795 moetende opbrengen 2 X zijne vergadering van 11 Januari 1796 een perceel mooi weiland, groot 10 honden en gelegen achter de huizinge van de weduwe van der Pluijm te Waalwijk, publiek te doen verkoopen en met de opbrengst daarvan de schul den der diaconie te voldoen. De ver koop geschiedde den 18 Januari 1796 ten overstaan van schepenen van Waalwijk, en de kooper was de heer Johan Ulrich Cursteiner, kapitein van een compagnie ruiters en luitenant kolonel bij de Armee van den Staat, die voor een bedrag van 1160 guldens eigenaar van 't perceel weiland werd. Bij het transporteeren van het land, hetwelk geschiedde den 7 Maart 1796, werd dat bedrag overhandigd aan den administreerenden diaken Johannes Dekkers, die nu in staat was de schul den der diaconie af te doen en de obli gatie van 400 gulden af te lossen. Gelijk ik hiervoor reeds met 'n paar woorden heb medegedeeld, werd in noemde ambachtsheeren alle regalia landsheerlijke rechten), welker ge mis hun geen wezenlijk nadeel toe brengt, en als strijdig met de rechten van den mensch en burger, moeten lyeschouwd worden ontnomen te zijn. Tevens werd in die vergadering door een der tegenwoordig zijnde lidmaten, n.l. Dirk Wijnen, het denkbeeld geop perd, om den ouderling Hendrik Ha gen, die in 1787 als prinsgezinde had medegewerkt om Ds. Leemans te Bo soijen weg te krijgen, te verbieden aan de beroeping van een predikant deel te nemen en wel op grond van een dei- artikelen van de landspublicatie van 12 December 1795. Hierover zou men echter later beslissen. Op Zondag 20 Maart, na de morgen godsdienstoefening, werd door den kerkeraad bepaald, dat den volgenden dag, Maandag 21 Maart, de kerkc- raadsleden zouden samenkomen om tot de nominatie van eenige predikan- 274 gulden of 548 gulden, aan den tweede 38 honden, eene opbrengst ge vende van 2 X 246 gulden of 492 gul den, en aan den derde 9 honden, op leverende 2 X 36 gulden of 72 gulden, te samen 1112 gulden. Het van die hooilanden opgebrachte hooi hadden genoemde pachters, door tusschen- komst van de municipaliteit3) van Be soijen, aan het Rijk geleverd; maar wijl het Rijk bleef dralen met de be hoorlijke betaling van dat hooi, waren die pachters in gebreke gebleven de diaconie te voldoen, zoodat deze ge- ruimen tijd zonder eenig kasgeld zat te kijken. Herhaalde aanmaningen dei- diaconie waren tot nog toe vruchte loos geweest. Op aanraden van het dorpsbestuur besloten diakenen op 't totale bedrag van 1112 gulden een aanzienlijk bedrag, n.l. 20U gulden, te doen vallen, en dit met het oog op de hevige o verst rooming, die veel hooi had doen verloren gaan. Tevens stelde de municipaliteit voor, een obligatie, ter grootte van het verschuldigde be drag, ten behoeve der diaconie en ten laste van het dorp, aan diakenen af te geven, maar wijl het meerendeel dei ingelanden zich daartegen verzette, kwam van dat voornemen niets. Zoo moest dan de diaconie, bij gebrek aan contanten, in gebreke blijven hare ei gene leveranciers cii schuldeischers, die ten behoeve der armen brood, wol, linnen enz. hadden geleverd, op be hoorlijken tijd te voldoen. Daarbij kwam nog, dat juffr. Apollonia v. Vel- zen, die een obligatie van 400 gulden ten laste der diaconie bezat, eerst toe behoord hebbende aan de weduwe Schimmelpenninck, dringend ver zocht die schuldbekentenis met den verloopen interest af te lossen. Ten einde raad besloot de kerkeraad irv 1795 de Gerefoimeerde kerk als Staatskerk in beginsel afgeschaft en tevens werden van nu af ook vele po gingen in het werk gesteld, om de al- geheele scheiding tusschen Kerk en Staat te bevorderen en een betere re geling der kerkelijke zaken te verkrij gen. Vóór 1795 werden de kerkereke- ningen e.a. steeds gedaan ten over staan van den ambachlsheer, die ook om de twee jaren de kerkmeesters aanstelde. Een publicatie of resolutie van de Representanten van het Volk van Holland van 5 October 1795 bracht daarin een heele verandering teweeg. Daarbij was n.l. bepaald, dat voortaan die rekeningen moesten ge daan worden ten overstaan cener ker kelijke commissie, gekozen uit de Her vormde gemeente en buiten de muni- ci paleit en dat de kerkmeesters in den vervolge moesten gekozen worden uit en door de stemgerechtigde lidmaten dier kerk. Alzoo werd in de kerke raadsvergadering van 7 Maart 1796 besloten die verkiezingen te doen hou den op Dinsdag 15 Maart 's namid dags drie ure in de kerk. Alstoen wer den bij meerderheid van stemmen tot commissieleden benoemd de burgers Johan Colthoff, Pieter Willem Lee mans en Adriaan Goedhart en tot kerkmeesters de burgers Dirk van Baardwijk en Wouter Knijsten. In die zelfde vergadering van 15 Maart 1796 werd ook besloten zoo spoedig moge lijk een predikant te beroepen en dan niet meer handopening daarvoor en approbatie daarop aan den ambachts heer te verzoeken, gelijk vroeger moest geschieden, maar rechtstreeks te be roepen overeenkomstig de publicatiën van de Representanten van het Volk van Holland van 31 Januari en 6 Maart 1795, waarbij aan de zooge- ten over te gaan. Voordat men echter op dien Maandag overging tot het be- roepingswerk van een nieuwen predi kant, werd opnieuw het bezwaar te gen den ouderling Hendrik Hagen te berde gebracht en dezen verzocht zich bij de deliberation over den te beroe- />en predikant te absenteeren. Hierop verliet Hogen de vergadering, zeggen de, dat hij dan hier niet meer noodig had. Daarna werd door den kerkeraad, bijgestaan door Ds. Leemans en de consulenten Ds. Pickè, predikant te Sprang en Ds. Schemkes, predikant te Capelle, en na gedane aanroeping van Gods naam om een zegen voor dit ge wichtige werk, de volgende nominatie van zes predikanten opgemaakt: 1. Ds. van Durselen, predikant te Oirschot. 2. Ds. van den llQuvel, idem te Tilburg. 3. Ds. Kuiper, iedem te Giessen Oudkerk. 4. Ds. de Kruijff, idem te Hurne. 5. Ds. Slotemaker, idem te Mid- delharnis. 6. Ds. Keer, idem te Vrouwenpol der. Daaruit werd met meerderheid van stemmen gekozen Ds. van Durselen, predikant te Oirschot, aan wien be sloten werd een brief te zenden met 't bericht, dat men hem had beroepen, dat men hoopte, dat hij aan het ver langen der gemeente zou voldoen en tevens met kennisgeving, dat hij in de verplichting zal zijn de kosten van los making en transport zelf te dragen. De schoolmeester Tennis de Jong werd belast dien brief aan het juiste adres te bezorgen en tegelijkertijd aan de-consulenten verzocht een request te formeeren ten einde het zelve bij het Provinciaal Bestuur van Holland in te een of meer passagiers hebben, maai ondanks alle prachtige reclame kwam er zich niemand melden. Zelfs geen brief werd meegegeven, de mensen DOOR IET HOOGERS. In 1873 woonde er in Philadelphia een zekere meneer John Wise, die zelf een luchtballon had gebouwd, waar mee hij al 180 mijlen ver was gevlo gen. Hij was daar zo trots op, dat hij er over ging denken, een tocht te ma ken, van Amerika naar Europa. Hij dacht vast en zeker dat, als hij een maal op een hoogte van 2000 m. was, daar een sterke wind zou zijn, die hem naar het Oosten zou drijven, zodat hij er vanzelf kwam. Hij wilde nu graag tochtgenoten hebben en het duurde niet lang of hij vond iemand, die wel mee wou. Mr. Donaldson uit Pennsyl- vanië, die wel hield van waaghalze rijen, was vast besloten 0111 ook in de ballon naar Europa te reizen. Maar voor die tocht moest een heel nieuwe ballon worden gebouwd en daar was veel geld voor nodig. John Wise ging toen naar New York om te zien, dat hij het geld bij elkaar kreeg en daar leerde hij Mr. Goodfell kennen, de uit gever van een krant, de Daily Graphic geheten. Die wilde wel eens reclame maken voor zijn blad en dit leek hem wel een goede gelegenheid, dus hij be taalde het bo,uwen van een nieuwe ballon en alles wat daarbij kwam. Op 27 Juni 1873 stond er in de Dai ly Graphic met grote letters te lezen „Mr. Goodfell, de uitgever van de Dai ly Graphic, bouwt op aanwijzingen van de heren Wise en Donaldson een luchtballon, waarmee deze een reis naar Europa zullen maken. De ballon, de grootste, die er ooit is geweest, zal een gondel hebben, waarin 8 tot 10 personen kunnen plaats vinden. Te gen betaling van 1 dollar zal hij ook post meevoeren. Later wil de Daily Graphic een geregelde dienst op Euro pa invoeren!" Dat was kolossaal! Heel New York sprak er over. Dagelijks kwamen er meer abonné's bij de Daily Graphic. De ballon was 40 M. hoog en 30 M. in doorsnee en had een overdekte gon del. Er zouden postduiven meegaan, die telkens berichten zouden over brengen van de ballon naar Amerika. Dwars over een der grootste straten van New York, de Broadway, was een reclamedoek gespannen en vanaf het gebouw van de Daily Graphic bliezen herauten op horens, waarna een neger toespraken hield. N,u wilden ze nog hadden toch nog niet zo erg veel ver trouwen in de onderneming. In Brooklyn zou het opstijgen plaats hebben. Mr. Goodfell gaf tenslotte vrije-overtocht aan ieder, die meeging, maar er kwam nog niemand. Toen kwam de grote dag van het vertrek; de ballon zou opstijgen uit een om heinde ruimte, waar men tegen een entreeprijs binnen kon komen. Alle nieuwsgierige mensen, en dat waren er heel wat, gingen daar naar toe. Maar op het laatste moment kwam John Wise plotseling vertellen, dat hij toch niet meeging. Mr. Goodfell had geen goed materiaal laten gebruiken voor de ballon, zei hij, en daarom ging hij niet. Nog voor iemand iets had kunnen zeggen, was John Wise verdwenen. Dus ging Donaldson alleen in de gon del. Hij werd stormachtig toegejuicht en toen de ballon werd gevuld en lang zaam opzwol, ging er een hoera op. Mr. Donaldson wuifde ten afscheid, toen de ballon begon te stijgen en de mensen waren een en al geestdrift. Maar lang duurde het niet. Toen de ballon drie meter van de grond af was, hoorde men een geweldige knal, het hele gevaarte zakte in elkaar en kwam naar beneden. Donaldson werd bewusteloos opgegraven, maar hij was niet gewond. De mensen eisten hun entreegeld terug, want om dat te zien, waren ze niet gekomen. Maar Mr. Goodfell gaf het niet op. Hij liet een nieuwe ballon bouwen, die ook naar Europa zou reizen. Op 6 October was alles weer klaar voor het opstijgen. Ditmaal zou alleen Donaldson als lei der gaan, maar de uitgever stuurde drie journalisten mee als passagiers die moesten of ze wilden of niet. Hel waren de ongetrouwde journalisten, die hij had uitgekozen, maar een van hen was verloofd en die trouwde toen maar gauw om niet mee te hoeven. De twee anderen, Lund en Fort, moes ten in de gondel. En nu verscheen er werkelijk ook een vrijwillige passa gier; hij wilde weten of ze wel „echt" in Europa zouden komen en toen hem werd gezegd, dat dat zeker het plan was, betaalde hij zijn kaartje en wilde instappen. Maar op dat ogenblik kwam de politie en nam hem gevan gen, want het was een ontvluchte mis dadiger. Zo begon de tweede grote luchtreis. Het opstijgen ging nu goed, maar in plaats van over zee te vliegen, bleef liet gevaarte steeds boven land, eerst boven Brooklyn, daarna naar 't Noor den. je hoger. Maar het bleef regenen en de ballon draaide als een ton in het rond. Toen we weer daalden zei Do naldson: „Laten we er maar uitsprin gen, dat is het beste". De bomen kwa men steeds dichterbij en op een gun stig moment sprongen we. Het was een sprong van zes meter, maar de grond was gelukkig week". Na dit artikel te hebben geschreven, nom Fort zijn ontslag bij de Daily Graphic, dat baantje was hem op den duur toch te gevaarlijk. Toen Fort en Donaldson naar beneden waren ge sprongen, schoot de ballon weer om hoog, daalde na een poosje weer en kwam terecht in de top van een boom. Dat was de redding van Lund. Hij kwam ook gauw zijn ontslag indienen bij Mr. Goodfell. De ballon die het eigenlijk goed had gemeend met zijn passagiers, ver beeld je dat hij naar zee was gevlogen werd later geheel vernield gevon den. Voor een derde maal hebben ze het niet weer geprobeerd. Fort beschreef later wat er gebeur de als volgt: „We hadden bepaald pech. Eerst vlogen we over een berg. In het dal begon het te stormen en te regenen. Wij wierpen de ballast over boord en kwamen toen weer een eind- Oplossingen. 11. Zeker, Boer, Winst, Keeren, Winter, Noteeren, Hert, Meten. Wie iets beweert moet het zeker weten. 12. Schrede, Bijt, Nietig. Schijn bedriegt. 13. Garage, Aandenken, Werklie den, Vuurhaard, Gissen. Een kinderhand is gauw gevuld. 14. Mistig, Eens, Ziek, Schoen, Rente. Niet geschoten is zeker mis. 3 Houten. 4 Bennebroek. 5 Acht. 6 Loenen. RAADSELS. 1. Welk verschil bestaat er tussen een vloo en een olifant? 2. Wat wordt kleiner met groeien? 3. Wiens huisvrouw is geboren en niet gestorven of begraven?

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5