GESCHIEDENIS DER HERV. KERK TE DESOIIEN CA. 1 Zaterdag 21 Mei 1938 No. 41 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Buitenland. Een matte ot gebruinde teint staat altijd charmant 1610—1935. Door J. van der Hammen Nicz. L XXVII. In dezelfde kelkeraadsvergadering, in welke Ds. Slotemaker kennis gaf, dat hij voor het beroep naar Sprang had bedankt, n.l. den 14 Februari 1797, deelde hij -aan de kerkeraads- leden ook mede, dat hem eene missive was geworden van de municipaliteit van Besoijen, waarbij deze, namens 't „Comité provinciaal", verzocht eene opgave te doen van den oorsprong en tegenwoordigen staat van alle goede ren en inkomsten der diaconie en wel ke gezindte daaruit bedeeld werd en levens een lijst van de leeraren der voorheen bevoorrechte kerk met op gave hunner tractementen. Hoewel door den kerkeraad beslo ten werd, om op de best mogelijke wijze aan dat verzoek te voldoen, heb ik nergens een nader antwoord daarop kunnen vinden en vermoed ik dus, dat de kerkeraad eenigszins wantrou wend geworden met het oog op de in grijpende veranderingen in kerk en staat, die te wachten stonden voor alsnog in gebreke is gebleven op hel verzoek van de Besoijensche munici paliteit in te gaan. Men bedenke bo vendien, dat toen reeds plannen bij de Nationale Vergadering te Den Haag bestonden, om een onderzoek in te stellen naar de eigendommen van de Hervormde kerkgebouwen en pasto rieën, van welke indertijd vele oor spronkelijk aan de Roomsch-Katho- lieken hadden toebehoord en door hen waren gesticht. Bij dc aanstaande Staatsregeling van 1798 zou men dien aangaande nadere en meer vaste be palingen dienen te maken. Het spreekt vanzelf, dat, zoodra die plannen der Regeering in 1796 en 1797 ruchtbaar waren geworden, de verschillende Hervormde kerkbestu ren, met het oog op de velerlei op til zijnde veranderingen, op hunne hoede begonnen te zijn en ernstige pogingen in het werk stelden, om mogelijke fu neste gevolgen dier plannen te verijde len. Dientengevolge ontving de Be soijensche kerkeraad op het einde van September of in het begin van October 1797 een schrijven van eene commissie uit de Classis van Zuid-Holland, bij welk schrijven er op aangedrongen werd, dat de hoofden der huisgezin nen, allen bclworende tot hei gods dienstig genootschap der Hervorm den, een request zouden presenteeren aan de Nationale Vergadering in Den Haag, ten einde er bij het aanstaande plan van Constitutie geen schikkingen zullen worden voorgedragen, waar door het Hervormde kerkgenootschap gevaar zou loopen het noodig onder houd en de gelegenheid voor zijne godsdienstoefeningen te verliezen, of dat aan de toekomende wetgevende vergadering worde aanbevolen daar* omtrent niet te dis poneeren dan na dc Hervormden voor hunnen com pet en ten rechter in hunne defensie gehoord te hebben. In de kerkeraadsvergadering van 5 October 1797 werden de predikant en één der ouderlingen gemachtigd, om bij de aanstaande huisbezoeking een in dien geest door Ds. Slotemaker op gemaakt verzoekschrift aan de hoof den der Hervormde gezinnen te pre senteeren en te doen teekenen. Dat had een vlot verloop en zoo werd het bedoelde request reeds vóór het einde van 1797 naar Den Haag verzonden. Gelijk men weet was het concept ontwerp van Staatsregeling, ontwor pen door de constitueerende vergade ring, het Bataafsche Volk vertegen woordigende, den 17 Maart 1798 na lang wikken en wegen gereed geko men. Alleen ontbrak er nog aan de be krachtiging door het gansche Neder- landsche volk, en die bekrachtiging moest door stemming uitgemaakt wor den: er voor of er tegen\ Het geheele land werd verdeeld in 94 districten, elk van 20000 zielen, en elk district in 40 grondvergaderingen, elk van 500 zielen. Elke grondvergadering stelde ëën kiezer en de 40 kiezers van elk district vaardigden één lid af naar het Vertegenwoordigend Lichaam. Er waren dus 94 afgevaardigden. Stem gerechtigd was hij, die 20 jaren oud was en den 22 Januari 1798 de eeds formule had onderteekend, waarbij hij verklaarde een afkeer te hebben van het Stadhouderschap, den adel enz. De stemming moest gehouden worden in de maand April 1798. Te Besoijen geschiedde die stem ming den 23 April in de Hervormde kerk ten overstaan eener commissie, bestaande uit de heeren Ds. Johannes Slotemaker, Johan van Heijsl, Adri- aan Pieren, Jan Francois Dalleu en Hermanns Verlegh. Uitgebracht wer den daar 77 stemmen, 74 stemmen voor en 3 tegen het ontwerp. Over het geheele land werd de Staatsregeling met groote meerderheid van stemmen aangenomen. De hoofdinhoud dier Staatsregeling komt op het volgende neer. De so.uve- reine en wetgevende macht berust bij het Vertegenwoordigend Lichaam, dat permanent is, uil twee kamers bestaat en vijf directeuren kiest, met het uil- voerend, gezag bekleed. Het grondge bied der Republiek wordt verdeeld in acht departementen: Eems, Oude Usel, Ilijn, Amstel, Tessel, Delf, Dom mel en Schelde en Maas. De departe mentale en plaatselijke besturen heb ben slechts te beheer en. Hunne leden, evenals die van het Vertegenwoordi gend Lichaam, worden gekozen door kiezers, aangewezen door de grond vergaderingen en hiervoor reeds ge meld. De geldmiddelen van den staal staan onder één beheer. In elk depar tement zullen één gerechtshof en eenige rechtbanken zijn; in iedere aan zienlijke gemeente een vrederechter de pijnbank wordt afgeschaft, 'kien den en alle andere heerlijke rechten worden opgeheven, adellijke titels en ook de gilden verdwijnen. Vrijheid van godsdienst en drukpers worden gewaarborgd. De kerk wordt van den Staat gescheiden, maar nog drie jaren behouden de Hervormde predikanten eene bezoldiging uit 's lands kas, op dat de gemeenten inmiddels de noodi- ge schikkingen kunnen maken om er zelve in te voorzien. De kerkelijke of geestelijke goederen, uit welker op brengst de predikanten vroeger be zoldigd werden, worden nationaal ei gendom geseculariseerden strekken na drie jaren ter bekostiging van de nationale opvoeding. Het spreekt vanzelf, dat al die ver anderingen in kerk en staat zoo maar niet in eens geschiedden. Verre van dien. Sommige kerkelijke veranderin gen o.a. hebben meer dan tien jaren geduurd. Een der gevolgen van de staatsrege ling van 1798 was o.a. eene Publicatie van het Uitvoerend Bewind van 12 Juli 1798, waarbij alle gemeenten werden aangespoord en bevolen plan nen te formeeren ten einde tussclien alle kerkgenootschappen een vergelijk te treffen omtrent de naasting der, voormaals heerschende kerk en der pastoriehuizingen. Dientengevolge zond de municipaliteit van Besoijen den 8 September 1798 eene missive KOEN LIJKT WEL EEN MEISJE. door Violet Carr. De laatste dagen lieten de jongens in de klas zich allerlei spottende op merkingen ontvallen, vooral als Koen in hun omgeving was. Twee jongens waren er toevalig achter gekomen, dat Koen thuis allerlei huiswerk deed, dat eigenlijk meisjeswerk was en zij had den natuurlijk niets beters te doen dan hun wetenschap zo gauw moge lijk aan de hele klas te vertellen. „Weet je, wat hij gedaan heeft? Hij heeft aardappelen geschild." De beide jongens, die Koen bij dit werkje betrapt hadden, toen zij over de tuinmuur gluurden, schudden van het k\chen. „Maar dat is nog niet alles, 's Mid dags heeft hij nu, wat denk je?" Dat was moeilijk te raden. „Vertel het dan!" drongen de anderen aan. vormde gemeente zijn. 2. De grond, waarop de kerk en de pastorie zijn gehouwd, heeft de Gere formeerde gemeente van Besoijen in dertijd, n.l. in 1610, gekocht van den toenmaligen ambachtsheer. 3. De kerk en pastorie zijn in 1610 en 1611 gebouwd door de Hervormde inwoners van Besoijen, geldelijk bij gestaan door verschillende Holland- sche steden, die giften verstrekten, en door een subsidie van 770 gulden, die de Staten van Holland en West Fries land den 19 November 1611 verleen den. 4. Die gebouwen zijn dus het eigen dom der Hervormde gemeente, ge staafd door voorhanden zijnde bewij zen. 5. Er worden wel een aanzienlijk getal Roomsch-Katholieken te Be soijen gevonden, maar die hebben al daar nimmer een eigen kerkgebouw bezeten en zijn steeds leden geweest van de Roomsche kerk te Waalwijk, enz. Het verwondert mij wel eenigszins, dat de Besoijensche kerkeraad niet Van kerkerenten 21. Van begraven en luiden 30.— Van huur 6 hond land voor de helft 20. Van den kerke-akker 40. Eindelijk de collecten in de kerk en het banken- en stoelengeld 1) (niet ingevuld). Aanteekening. 1. I)e collecten en het banken- en stoe lengeld waren zeer ongelijk. In 1787 brachten de collecten op 46 gulden 18 stuiver 14 penningen, en de zit plaatsen 17. UITROEIING VAN VRIJGEZELLEN IN ITALIë. Den 15en Mei j.l. is in Italië een zeer belangrijke wet van kracht ge worden, krachtens welke voortaan geen ongehuwd man of kinderlooze weduwnaar de functie van burgemees- Ier of plaatsvervangend burgemeester meer bekleeden mag. Na het in wer king treden van deze wet moeten bin- Amilda-crême, die tevens zoo goed is voor de huid, is verkrijgbaar in deze twee begeerde tenten.. Maten Bruin. Doos 50 en 25 ct. aan den kerkeraad der Hervormde ge meente en ook aan de Roomsch-Ka- tholieke gemeente aldaar (dus aan den Waalwijkschen pastoor) van den volgenden inhoud: Aan den kerkeraad der Her vormde gemeente te Besoijen, Medeburgers, Ingevolge de publicatie van het in termediair Uitvoerend Bewind van den 12 Juli, het vierde jaar der Ba taafsche Vrijheid, zijn wij gelast van U lieden te requireeren, gelijk wij doen bij dezen, om aan ons binnen de eerstkomende veertien dagen op te geven het getal der leden tot U lieder kerkgenootschap behoorende zijn, als mede binnen gemelden tijd aan ons op te geven de jaarlijksche der ge wone reparatiën van de kerk en pas- toriehuizinge (buiten de kosten van den toren en de klok), en die te reke nen over de tien laatste jaren, alsme de hoeveel baten, lasten en schulden de kerk en pastorie heeft of tot de zelve behoort. Wij twijfelen geens zins of gij luiden zult binnen den ge stelden tijd aan onze requisitie vol doen en noemen ons: Uw heilwenscneiide medeburgers, De Municipaliteit: A. Pieren J. F. Dalleu. D 21 September 1798 gaf de Be soijensche kerkeraad op bovenstaand schrijven een zeer uitvoerig en merk waardig antwoord, hetwelk echter, wegens zijne uitgebreidheid het be vat vele dicht ineen geschreven blad zijden hier niet kan afgeschreven worden. Ik moet dus volstaan hier den -voornaamsten inhoud er van mede te deelen. Het antwoord was eigenlijk eene weigering, om aan het verlangen der municipaliteit te voldoen. De ker- keraadsleden grondden hunne weige ring, om de gevraagde opgaven te doen, op de volgende punten: 1. Die opgaven moeten alleen en uit sluitend gegeven wprden, indien hel kerkgebouw en de pastoriehuizing niet volstrekt het eigendom der Her kon besluiten de vragen van de mu nicipaliteit aangaande het aantal Her vormde zielen en de baten en schulden der kerk behoorlijk te beantwoorden. Het beantwoorden dier vragen was toch een wettelijk voorschrift en de weigering daarvan hoewel mis schien niet kwaad bedoeld moest natuurlijkerwijze wel eenig wantrou wen zaaien tusschen de Hervormde gemeente en het dorpsbestuur, dat toen ineerendeels Roomsch-Katholiek was. Het schijnt, dat bij de Hervorm den te Besoijen de vrees heeft voorge zeten, dat zij hunne kerk- en pastorie gebouwen wel eens zouden kunnen verliezen. Daarvoor was echter geen nood, al baarden de toenmalige on zekere tijdsomstandigheden wel eeni ge zorg. Van de weigering van den kerke raad gaf de Besoijensche municipa liteit natuurlijk kennis aan het uit voerend bewind der Bataafsche Repu bliek. Dientengevolge werd het kerk bestuur door dat bewind den 17 Octo ber 1798 gedwongen dadelijk en zon der verwijl de vragen van het dorps bestuur van 8 September te beant woorden. Dat' antwoord, geteekend door Ds. Slotemaker, J. van Heijst, J. Colt hoff en H. de Graaff, werd den 3 November 1798 gegeven en bevatte o.a. de volgende opgaven: Jaarlijksche kosten der kerk: Aan timmerman, metselaar, verver, steenkooper, dekker, ongeveer 100. Aan verponding (belas ting) 9.7 st. Aan schoonmaken en schoonhouden der kerk 10.10 st. Aan den predikant 48. Schulden aan de diaconie- kas ƒ410, interest daarvan 12.6 st. Aan F. Couwenberg 600, interest 18. Aan timmerman Drosfers, over 1796 167.8 st. Aan den predikant over 1797 31.— Gemelde kerk heeft baten: ncn zestig dagen alle ongehuwde amb tenaren van genoemde categorie plaats gemaakt hebben voor personen die getrouwd zijn of weduwnaar met kinderen. SOVJET-VAKBONDEN NIET IN I.V.V. Nadat het hoofdbestuur van het In ternationaal Vakverbond met 16 tegen 4 stemmen de door de Sovjet-vakver- eenigingen gestelde voorwaarden tot toetreding tot het I.V.V. van de hand had gewezen, werd op voorstel van Nederland, Zwitserland, de Verjenig- de Staten, België en Polen met 14 tegen 7 stemmen besloten de bespre kingen met de Sovjet-vakvéreenigin- gen niet voort te zetten. De minder heid stemde voor het Fransche voor stel, waarin voortzetting der bespre kingen geëischt werd. Z.AFRIKA'S REGEERING HEEFT REEDS RUIME MEERDERHEID. Meer en meer blijkt, dat de Zuid- Afrikaansche regeering een volkomen overwinning heeft behaald bij de ver kiezingen voor het Zuid-Afrikaansche parlement. I Uit 103 van de 150 districten zijn tol dusver de uitslagen bekend. De Vereenigde Partij (regeering) verover de hier 85 zetels, de Dominion-partij 8, de- nationalisten van dr. Malan 6, de arbeiderspartij 3 en dc socialisten 1. DE JAPANNERS RUKKEN HSUTSJAU BINNEN. Om negen uur (plaatselijken tijd) Donderdagmorgen hebben de Japan ners zich van de Westelijke voorste den van Hsu-Tsjau weten meester te maken. Tengevolge van den hevigen tegen stand der Chineezcn kunnen zij slechts voet voor voet naar het centrum der stad oprukken. Zoo bloedig is de strijd, dat Hsu-Tsjau thans op een groot, van bloed druipend slachthuis lijkt. Honderden menschen liggen met ha, ha kou- „Kousen gestopt sen!" Alle jongens hadden gebruld van het lachen, want zo iets hadden zij nog nooit gehoord. Aardappelen schil len en kousen stoppen! „Dan moet hij thuis zeker de bed den ook opmaken!" riep er een. ,.En de scheuren in zijn broek ma ken!" „En zijn kleine zusje in slaap zin gen!" „En vaten wassen!" Er kwam geen eind aan het gelach en aan de uitroepen. Maar opeens hielden ze stil, toen Koen de klas bin nenkwam. Hij was een beetje laat, zijn gezicht was rood van het hollen om op tijd op school te zijn. Vlug liep hij naar zijn plaats, gelukkig net op tijd, daar kwam meneer al hinnen. In het speelkwartier begon het ge fluister en gelach opnieuw. Eerst merkte Koen er niets van, maar zijn schoolvrienden deden zo eigenaardig en hij zag, dat zij spottend naar hem keken; hij hegreep niet waar het om ging. Toen het hem verveelde, greep hij een van de jongens beet, en vroeg wat er aan de hand was. maar nu zweeg de jongen en kleurde, want zo oog om oog, tand om tand, durf den de jongens het niet tegen hem op te nemen, omdat, al bleek het dan, dat Koen wel een meisje leek, iedereen wist, dat hij heel sterk was, en ijze ren vuisten bezat. En geen van de jongens had zin in een flink pak slaag. Die middag besloten de jongens hem heimelijk over de tuinmuur gade te slaan, want zij wilden er wel meer van weten. En werkelijk, het plan werd uitge voerd. Zij kropen om drie uur als Indianen langs de muur en keken er voorzichtig overheen. Wat zij zagen overtrof hun verwachtingen, want Koen was met de grote was bezig. Als, hij de stukken op het wasbord had gewreven, spoelde hij ze in schoon water na en na ze uitgewrongen te hebben, hing hij alles zorgvuldig aan de lijn, waar hij het goed met was knijpers vastmaakte. En om te zor gen, dat zijn kleren niet nat werden, had hij een schort van zijn moeder aan. De jongens keken steeds weer op nieuw totdat er een zich niet meer kon inhouden en even lachte. Verschrikt keek Koen op en zag juist de verdwij nende hoofden. Dat de jongens er de volgende dag over gesproken hadden, begreep hij onmiddelijk toen hij op school kwam. Niemand vond het erg hem openlijk te bespotten. „Koen, wil je mijn kousen ook eens stóppen?" „Zeg, je hebt toch niets gebroken bij het afwassen?" „Waarom laat je je haar niet groeien en doe je een rok aan?" Even hield Koen zich in, maar toen werd het hem toch te bont. Hij vloog naar de laatste spreker toe en spoedig zag men op de binnenplaats niets meer dan een vechtende kluwen. De leraar, die dit zag, riep, dat zij moesten ophouden en in de klas ge komen, vroeg hij, wat dat voor een vechtpartij was geweest. Alle jongens zwegen. Hij riep Koen voor de klas en zei: „Koen, waarom heb jij zo gevochten?" Maar Koen, die helemaal geen klik spaan was, zweeg. Toen zei een van de kleinere jon gens, met iets spottends in zijn stem: „Koen lijkt wel een meisje". En op bevel van den leraar vertelde hij, wat de jongens gezien hadden. Meneer liet den jongen rustig uit spreken, maar zijn gezicht werd steeds ernstiger. Tenslotte ging hij naar Koen toe, legde zijn arm om diens schouder en zei: „Deze jongen is de beste van jullie allemaal. Sinds een paar weken is zijn moeder heel erg ziek en nu rust op hem de zorg van de hele huishou ding ja zelfs de zorg voor zijn klein zusje. Dapper heeft hij al het werk gedaan, voor zover hij het kon, en wat hij niet kon, heeft hij geleerd! Zonder één klacht deed hij het! Jul lie moesten je schamen! Zo Koen, ga maar weer zitten, we beginnen!" De jongens schaamden zich erg voor hun laffe handelwijze en toen de school uitging, was de ergste spotter het eerst bij Koen om hem de hand te reiken, die zonder wrok werd aan genomen. „Koenzei hij, „ik kom je van middag helpen strijken!" -. sïW/K M

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5