Binnenlandsch Nieuws. Op de drempel van Afrika WEEKPRAATJE Hoofdpijn - Kiespijn - Gevatte koude Zaterdag 11 Juni 1938 No. 47 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Bij het zwemmen verdronken. Ik ben gewoon om de «dingen van den dag» tot onderwerp van mijn arti keltjes te nemen en aldus beland ik elk jaar ook op de zwemkunst. Onwil lekeurig grijpt het den mensch aan, wanneer hij in het begin van 't zomer seizoen bij de lezing van zijn krant keer op keer stuit op de ongelukken- berichten, welke melding maken van al die jonge levens, welke afgesneden werden «bij het zwemmen». Als de zon hóóg staat en warm straalt, dan werpt de mensch zijn klee ding weg en hij duikt in levensovermoed eens lekker-diep het water in hij zwemt «naar den overkant*, maar halver wege bemerkt hij. dat hij zijn kracht heeft overschat. Een onzichtbare hand trekt hem omlaag, onweerstaanbaar; het slachtoffer voelt z'n strot in een wurgende greep, hij stikt en staat aan den overkant. Niet aan den over kant van het water, maar aan den overkant van het leven Als men een geliefde naar 't zieken huis brengt, wéét men dikwijls wat te verwachten is. Maar als een jongen vol levenslust uit school naar binnen stormt, vragende «Moe, mag ik gaan zwem men en je zegt dan «Zeker, jongen, maar zul je oppassen en er belt dan een uurtje later een politieagent aan je deur om je er op voor te bereiden dat ze straks je jongen zullen thuisbrengen liggende op een draagbaar, met een laken over zijn gezicht, zijn voor eeuwig gesloten oogen en zijn benauwd- open mond heen, dan God, o God. wat moet 'n mensch dan sterk wezen om het eigen leven op te houden, dat hij voelt wegzinken uit het lichaam en om de stem van het geweten tot zwij gen te brengen, welke èlsmaar klaagt en vraagt, óf we dien jongen wel had den mogen laten gaan. Die vraag moeten we onzen jon gen, ons meiske toestaan om te gaan zwemmen ze is inderdaad een hoogst ernstige en eischt een wèl-over' wogen antwoord. Zeker is, dat ons land een buiten gewonen rijkdom heeft aan water en de verdrinkingskans er dus boven het normale ligt. Daartegenover staat, dat slechts betrekkelijk weinigen den ver drinkingsdood vinden, doordat ze on bedoeld te water geraken, Wanneer niemand poogde te zwemmen, dan zou het aantal verdrinkingsgevallen met veel meer dan de helft verminderen. Echter: als niemand in een auto gaat zitten, gebeuren er ook geen auto - ongelukken meer en wie niet op ;n fiets klautert, kan er ook niet aftuimelen. Zwemmen is een gezonde sport, een hygiënisch bedrijf, het uitbuiten van een gunst, welke de natuur ons biedt; kortom, baden en zwemmen is een behoefte voor den gezonden mensch. Maar baden en zwemmen bieden groote extra gevaren en van deze blij ken lang niet alle ouders voldoende doordrongen, om over de moreele ge varen thans nog niet te spreken. Als een kind vraagt of het mag gaan zwemmen, dan hebben we tot plicht om het keer op keer op die gevaren te wijzen. Het mag ons niet onverschillig wezen, waar het gaat zwemmen en hoe het zwemmen leert. Slechts in goede speciale inrichtingen bestaat het noodige toezicht. Openbare wateren verbergen buiten de algemeen bekende, altijd óók nog eigene, onbe kende gevaren. Een speciaal gevaar is bovendien het »uit zich zelf» of «van elkaar» laten keren van de zwemkunst. Ik kan daarvan uit eigen ondervin ding meepraten. Ik spartel al van miin achtste jaar in het water en ik «zwem» al van mijn negende. D.w.z. ik zie kans om met hevige armzwaaien en heftig bewegen van mijn beenen door 't water naar voren te komen, den afstand van centimeter tot centimeter veroverende, em dan na vijf meter te besluiten, dat het hoog tijd wordt om grond onder mijn voeten te zoeken en me zeiven hijgende en blazende te bekennen, dat ik het .echte" zwemmen nooit zal leeren. „Mijnheer, uw slag is verkeerd hebben me ettelijke zwemmeesters al honderd malen toegevoegd- InderdaadMijn slag is verkeerd. Dat komt van het ,,uit zich zelf" of „van elkaar" zwemmen leeren Later is het erg moeilijk om zoo'n verkeerden slag nog te ontwennen en zich den goeden slag eigen te maken. Duizenden menschen meenen dat ze kunnen zwemmen en ze kennen het niet. Zij zijn degenen, die het op een gegeven moment moeten opgeven en wier initialen dan den anderen dag in de krant prijken onder het hoofdje „Dij het zwemmen verdronken." De huidige jeugd heeft veel voor op vroeger. Tegenwoordig vindt men bijna overal goede, onder behoorlijk toezicht staande inrichtingen, waar geschoold personeel, tegen een minimale vergoe~ dingen den jongens en meisjes de kunst van het zwemmen bijbrengt, Sturen we daar onze kinderen heen, zoo jong mogelijk- Hoe jonger men leert zwemmen, hoe beter men de kunst zal leeren verstaan. Het is een kwestie van „aanvoelen" en aanpassen" de zwemkunst wordt gemakkelijker ge bouwd op het instinct van den mensch dan op diens begrip. Het zou dwaas zijn om he* kind uit overdreven voorzichtigheid uit het water te houden. De watersport is nu een maal een moderne elsch van hygiëne, een wijze van ontspanning, welke de tijd ons voorschrijft. Vroeg of laat gaat ook onze jongen, ons meisje te water: laten we het kind daarom liefst zoo tijdig mogelijk de noodige vaardigheid en ervaring doen verwerven. Zonnig Pinksterfeest In tegenspraak met de vooruit zichten tevoren gewekt, is Pinksteren begunstigd door schitterend zomer weer, zonnig, zonder te groote warmte. Tienduizenden hebben van deze omstandigheden geprofiteerd door naar buiten te trekken, waar de natuur op haar schitterendst praalde. Zeer bijzonder was door de weersomstandigheden ook het succes der festivals en concoursen, landdagen en openluchtsamenkom sten, welke met Pinksteren plegen te worden gehouden. Het was druk op de wegen, zóó druk, dat de Dood rijkelijk maaide, eiken keer, dat hij zijn moordende zeis uitschoof naar de levensblije massa welke in haar vreugde vergat te letten op wat haar bedreigde. Ons prinselijk gezin heeft mede genoten van de familievreugde, welke de hooge feestdagen, in goede harmonie doorgebracht, plegen op te leveren. Daags voor Pinsteren betrokken onze kroonprinses en haar gemaal bivak aan boord van het schip, waarmee het Nederland sche volk het prinselijk paar bij hun huwelijk vereerde. En ook de kleine prinses Beatrix kreeg deel aan deze zomerpartij. De Pinkster dagen werden aan boord van de »Piet Hein«, geankerd aan den Eemmond, doorgebracht. Op Zondagochtend woonde het prinselijk paar de godsdienstoefe ning in de Ned Herv. Kerk te Baarn bij, welke geleid werd door Ds. Blaauwendraad. Den Tweeden Pinksterdag werd het IJsselmeer In dien geest behooren ook de onderwijzers(essen) aandrang uit te oefenen op de scholieren en dezer ouders. Zij behooren dat te doen omwille van het kind, ook al zouden zij, de onderwijzers, als kinderen van een anderen tijd, de zwemsport persoonlijk niet be oefenen. Laat uw kinderen het zwemmen lee ren. Maar: laat ze het goed leeren, dus van een zwemleeraar in een goede inrichting. Als daartoe geen gelegenheid aanwezig is, houdt ze dan liever uit het water. opgevaren en daar voeren de prins en prinses enkele snelle baantjes in de raceboot, welke aanhang vormt van de »Piet Hein«. In den ochtend van den derden Pinksterdag keerde de prinselijke familie naar het paleis »Soestdijk« terug. Reisovereenkomst met Duitschland. De reisovereenkomst, welke de laatste jaren tusschen ons land en Duitschland heeft bestaan, is bij de te 'sGravenhage gevoerde onder handelingen over de transfer ook voor dezen zomer weer in werking gesteld. Het bedrag is dit jaar echter f100,000 meer dan over 1937 en beloopt thans f 1,000,000. Zeven honderdduizend gulden daarvan is bestemd voor Duitsche toeristen, die ons land willen bezoeken. Per hoofd kunnen de Duitschers hier van maximaal f120 aan contanten en f180 aan hotelbons krijgeneen en ander door bemiddeling van het Mittel-Europaische Beisbureau te Berlijn. Verder wordt f50,000 gereserveerd voor zakenreizen van Duitschers. De rest, dus 1 250,000 is bestemd voor Nederlanders, die naar ons land wenschen te gaan. Laatstge noemd bedrag is f 100,000 hooger dan verleden jaar. Nederlanders, die in Duitschland wonen, kunnen overigens ook ge bruik maken van het voor de Duitschers uitgetrokken bedrag. Zij zijn dan echter aan dezelfde voor waarden gebonden, als voor dezen gelden. De afwikkeling voor de regeling en de controle daarop geschiedt voor ons land door den Koninkl. Toeristenbond A.N.W.B. De vestigingsverboden Nadat de vestigingswet kleinbedrijf 1937 achtereenvolgens toegepast, is op het slagersbedrijf, het bakkers bedrijf, de schoenbedrijven en den kantoorboekhandel, is thans een tijdelijke vestigingsverbod afge kondigd voor 't kruideniersbedrijf, alsmede voor het automobiel- en garagebedrijf. Het is dus thans verboden zonder vergunning van den minister van Economische Zaken zulke bedrijven te vestigen. Dit verbod geldt voor den tijd van ten hoogste één jaar, daarna doch eventueel eerder zullen de vestigingseischen worden afge kondigd en dan zal men voor het vestigen van een inrichting de ver gunning behoeven van de Kamer van Koophandel. Om uit te maken, wie als kruide, nier kan woiden aangemerkt, heeft de regeering een ontzagwekkende lijst van 15 groepen kruideniers artikelen samengesteldwie minstens vier van deze groepen verhandelt, is kruidenier. Daar de lijst letterlijk van alles vermeldt, zal het straks statistisch worden vastgesteld, dat de bewering als zouden we een volk van kruideniers zijn, waar is. Vliegtuig neergestort te Kalidjati De kortverbandvlieger, sergeant H. J. Cornet is op het vliegveld Kalidjati (N.O.I.), tijdens een oefen- vlucht met een Glenn Martin toestel, ten gevolge van een foutieve ^an- dingsmanoeuvre, neergestort. Ser geant Cornet,die de eenige inzittende was, is gedood Het vliegtuig is totaal verbrand. De commandant van deafdeeling Luchtvaart is per vliegtuig naar de plaats des onheils vertrokken. Notarieel en Surnumerair examen. Aan het onderzoek vanwege de door de vereeniging van docenten voor het notarieel examen en de belasting-examens ingestelde com- missie van hoogleeraren ter beoor deeling van de bekwaamheid en geschiktheid harer leden tot het opleiden voor het notarieel examen en het privaatrechtelijk gedeelte der surnumerairs examens werd mei goed ge volg voldaan door de heeren Mr. W. J. C Bijvoet te Nijmegen, W. H. Houwing te Tilburg en O. P. van der Klei te Oisterwijk. Mijnhardtjes (dit zijn hartvormige cachet») helpen snel en goed. Doos 50 ct. Proefdoos 10 ct* door L. W. Een paar dagen waren we in Ma- zagan geweest, maar we waren blij, toen de boot, waarmee we naar Cas» sablanca zouden gaan, aanlegde. Want veel is er in Mazagan niet te doen. Er staan een paar honderd wit te huizen, een paar duizend woningen, die meer op hutten dan op huizen lij ken en een paar palmen. Je kunt de omnibussen, die naar de woestijn gaan zien aankomen en weggaan, verder kan je overal rondlopen en alles be kijken, maar veel is er niet te zien. We hadden dan ook een gevoel van opluchting, toen we de sirene van on ze boot hoorden. De deinig van de golven maakten het niet bepaald plezierig om van de kleine motorboot op het grote schip te komen. Het motorbootje danste tegen de hoge zijwand van zijn grote broer en het was alleen aan de don kerbruine stuurman van het bootje te danken, dat het niet door de golven met alle kracht ertegen aan geslagen werd. Telkens gooide hij op het laatste ogenblik het roer om en voer dan weer opnieuw voorzichtig naar de trap toe, die van de grote boot naar be neden gelaten was. Maar eindelijk wa ren we dan toch boven en meteen «hoorden we het geraas van de grote schroeven en zette de boot zich alweer in beweging. Vlak langs de Marokkaanse kust, zette de boot koers naar Cassablanca. Het was nog vroeg genoeg om de sneeuwwitte zee van de huizen met hun moderne bouw en de o,ude mina rets te zien opduiken, maar net te laat om nog aan land te kunnen gaan, want de havenarts was al naar huis en niemand tocht van boord af, voor hij was komen controleren of alles goed was. Cassablanca is één van de vele plaatsen, die toegang geven tot Afri ka. Het is zelfs een vrij belangrijke toegangsdeur. Op de gebouwen van de douane en de havenpolitie waait de Franse driekleur. Negers in de uni form van het koloniale leger houden de wacht bij de kazerne's. De trein komt tot vlak aan de kade, en hel ge heel vormt een stadsbeeld vol leven en bedrijvigheid. Uit Bordeaux kwam die nacht een grote vrachtboot binnen. De helt nacht klonk er muziek aan boord en (le volgende morgen al heel vroeg, zagen we, dat er een paar duizend recruten voor het vreemdelingenlegioen van boord gingen. Ze droegen allen nog hun gewone kleren en hadden hun be zittingen in een samengebond bundel tje bij zich. Met een neger-orkest in knalrood uniform voorop, gingen ze naar de kazerne's. Toen de havenarts aan boord was geweest, mochten wij ook allen aan wal gaan. Zolang je nog in de Euro pese stadswijken liep, kon je je nau welijks voorstellen, dat je op Afri kaanse grond was. Hoge, statige kan toorgebouwen, die je niet van de ge bouwen in Europese steden kunt on derscheiden, staan aan beide kanten van de weg. Het zijn hoofdzakelijk 4. Welke boer heeft nooit geploegd, Nooit gewerkt en nooit gezwoegd, Nooit gesproken, nooit gegeten, Nimmer last gehad van zweten, Nooit pret of verdriet gehad? Zeg eens, welke hoer is dat? 5. Hard als steen en glad als glas Raad eens, wat dit is of was. Elk mens, al is hij arm of rijk, Piepjong nog of stok-oud, Heeft een pan, die hij gewis Zijn hele leven houdt. Maar 't is een pan, waarin nooit vis Of wat ook, ooit gebakken is. Welke is die pan? 7. Blinkend wit en niet heel zwaar, 's Zomers vindt men 't... Zeg eens waar? 's Winters brengt het heel veel pret, Buiten, weet-je, niet op bed! DE ZUINIGE SCHOT. Juist toen een grote mailboot in New York aankwam, en een Schot over de railing hing om naar het ver keer te kijken, werd er een man in duikerspak op een andere boot opge haald. De Schot zei toen woedend te gen den kapitein„Waarom heeft u me niet gezegd, dat je ook over de bo dem van de zee naar Amerika kunt lopen, dan had ik dat ook gedaan. Dat is toch veel goedkoper." JE HOORT DE BOMEN GROEIEN. In Zweden heeft men een nieuw in strument uitgevonden. Dit instrument mhakt het rhithme van de groei van een boom hoorbaar en zichtbaar. Daardoor worden de mensen dus in staat gesteld een boom le horen groei en, iets wat voor de geleerden bijzon der interessant is. Jullie hebt natuurlijk allemaal wel eens van vitamine „c" gehoord, een zekere stof, die in de groente veel voorkomt. In Hongarije woont profes sor Szentgyorgy, die zijn villa Vitami ne „C" genoemd heeft, omdat hij door zijn onderzoekingen naar deze vita mine schatrijk geworden is. mensen en de ezels door elkaar, en je kon hier de gratie van de vrouweiv zien, die de volle kruiken op hun hoofd of op hun schouder zetten en na een nieuwsgierige blik naar de vreemdelingen, als vlugge hagedissen wegglipten. Een prachtige autoweg gaat naar Rabat, de residentie van den jongen sultan en de Franse mandaatregering. De eentonigheid van het landschap wordt zo nu en dan door de dorpen van inboorlingen onderbroken. Je kunt niets van hun hutten zien, maai de hoge muren van cactussen, die rondom de dorpen zien, verraden, dat er een of andere nederzetting is. We bleven een week in Cassablan ca en hadden vaak gelegenheid om alles eens rustig te bekijken. Elke dag ontdekten we nieuwe, interessante buurten. We wenden ook al een beetje aan de zuiver Oosterse sfeer in de ou de wijken. Maar toen we weer aan boord gin gen om naar Holland terug te gaan en toen we langzamerhand weer in de Westerse wereld kwamen, zeiden we tegen elkaar: „Het is na al dat vreem- de en geheimzinnige toch weer fijn om in ons eigen bekende landje terug le komen." Franse firma's, die zich hier op de drempel van Afrika hebben bevestigd en het is trouwens bijna alles Frans wat je hier ziet. Moderne auto's en trams zijn hier de verkeersmiddelen. Wanneer je door het echte Cassa blanca loopt, het Cassablanca van de inboorlingen, krijg je een heel andei beeld te zien. Toen wij daar kwamen, scheen het ons, alsof we in een licei andere wereld waren, bont en onbe kend, met een geheimzinnige sfeer. Op de markten liepen zwaar gesluier de vrouwen en deden hun inkopen. De verkopers zaten met over elkaar geslagen benen op de grond en had den de koopwaren voor zich liggen, die ze met grote overredingskunst aan de mannen en vrouwen probeerden te verkopen. Ze hadden de meest uiteen lopende waar, naast levensmiddelen, vruchten, doeken en huishoudelijke artikelen, verkochten ze ook brillen zonder glazen, verroeste naaimachi- ne's, enkele schoenen, waar ze maar één van hadden en allerlei andere, wonderlijke dingen. Aan de waterputten, die dikwijls heel mooi versierd zijn, dronken dö OPLOSSINGEN RAADSELS. 1. In zee. (Tong is een vis). 2. De bloemen in een ruiker. 3. Een bos wortelen, peen, op een groentenwagen. 4. Een vloerkleed. 5. In een ijzergieterij. 5. Geen vruchten. 6. Koffiemolens. 7. Een haringbuis. 8. Een slakkenhuis. RAADSELS. Ik ken een gieter, die heel goed praat, Die met twee benen uit wand'len gaat. Is hij van ijzer of blik? Wel neen! Hij is een gieter van vlees en been. Toe, zegt mij nu eens alleman Waar men dien gieter vinden kan. 2. Zeg, weet ge 't al, of weet ge 't niet? Wat doet ge aan 't slot van ieder lied? 3. Weet gij wie heel veel pennen heeft, Maar 't in zijn leven nooit beleeft, Dat hij eens wat te schrijven heeft? Villa: Vitamine „c". 1.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 5