Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. 95 „NOORD BR4BAND" l oss DAGEN LAG°E*k'nd100|o KORTING FEUILLETON WAALWIJK VEGHEL Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD V Volkseenheid. Vergiftiging van den volksgeest, JAAR Sedert 1851 in alle afdeelingen HET DIAMANTEN MEDAILLON. NUMMER 60. ZATERDAG 30 JULI 1938. 61e JAARGANG. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijs, per 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE: WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag e| Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. »Oranje« bindt ons meer dan iets of iemand anders tesamen. En meer dan óóit: op Oranje-hoogtijdagen. B.v. bij het a.s regeeringsjubileum. Daarom is het heel erg betreu renswaardig, wanneer een belang rijke groep van ons volk op zulke hoogtijdagen om bijkomstige rede nen de eenheid verbreekt, althans verstoord. De A.J.C deed zulks. Zij ver klaarde niet bij voorbaat afwijzend te staan tegen iederen vorm van samenwerking bij de algemeene jeugdhulde aan de Koningin op haar jubileumfeest, maar het Alg. Jeugd- verbond dringt zich teveel naar voren in de organisatie van deze hulde, aldus meent de A.J.C. en hel N.S.B.-sche jeugdgroepje wordt niet uitgesloten. Dat zijn tegenover het groote beginsel van onze volkseenheid bijkomstige argumenten. Zeker, er moet eens 'n einde komen aan het »nationale« mono. polie, dat het Jongerenverbond zich heeft aangematigd en wat deennes- beesche jeugd betreft, we begrij pen de bezwaren van de A.J C. Maar die dingen hooren niet nu te worden uitgekiend. Dat past niet. Nu moeten we ons één betoonen. 't Is ons gemakkelijk gemaakt. Het voornemen is, om bij de jeugdhulde alle groepsonderscheidingen weg te laten en dus de jeugd als totaliteit en onverdeeld, ook uiterlijk, te laten optrekken, als jong Nederland, ver bonden in gemeenschappelijke aan hankelijkheid aan een persoon en een instituut dat tot heil van ons land de binding van ons individu alistisch volk heeft helpen behou den. De meest practische daad van anti fascisme is het beloon van het feit der volkseenheid en de klaar blijkelijke mogelijkheid daarvan bij het bestaan van de beleving in vrij heid der eigen beginselen. Er is een onderofficier der mare chaussee door de militaire rechtbank vrijgesproken, nadat hij door de militaire politie in arrest was ge steld en door den auditeur militair was aangeklaagd. De burgerlijke politie had zich met de zaak niet te moeien, zoo min als de jusf;tie, en alleen omdat de krijgsraad nu eenmaal in Den Bosch zetelt, stond de betrokkene in den eersten aanleg daar terecht. Maar het blad, dat »waarheid« tot zijn telegramadres koos wat dan ook iets adders is dan een strijdleuze of devies fantaseert, »dat het baron Speyart in dit geval niet gelukt is zijn haat bot te vie ren». De betrokkene stond op de plaats, waar hij was gestationeerd, niet eens onder de jurisdictie van den Bos- schen procureur generaal, de man werd buiten het ressort van dezen gearresteerd en de rechtshandeling, die met zijn vrijspraak in eersten aanleg en in hooger beroep eindig de, ging geheel buiten den Bosschen procureur-generaal om. Niettemin wordt zonder blikken of blozen geïnsinueerd, dat deze op den marechaussee heeft »jacht« ge maakt, maar dat gelukkig! die jacht is mislukt. Het doel heiligt de middelen en goed is nu eenmaal, wat voordeel kan bezorgen dat is de nieuwste moraal, die het Nationale Dagblad zoowel als Volk en Vaderland dag in dag uitjmetterdaad preken. Het »Huisgezin« haalt nog meer staaltjes van dergelijke moraal aan en zegt de «Maasbode» na Levensverzekering 1843 1938 GEEFT ZEKERHEID. DOOR ERVARING STERK. Maar het is toch een dw.ize toe stand, dal eenvoudige burgers, die bij gelegenheid zich zelf in drift vergeten, voor de grove woorden, die hen ontvielen, een naar ver houding zware boete krijgen te betalen, maar de venijnige kwade tongen van geraffineerde beroeps opruiers vrij hun gang kunnen gaan. Wij schreven onlangs naar aanlei ding van de gebeurtenissen een arti kel over hetingewikkeldesysteemon- zer politie-organisatie. Er is wel niet een te veel aan politiemannen, m .ar wel aan politiecorpsen. De ver scheidenheid marechaussee, mili taire politie, rijksveldwacht en gem. politie wekt naijver, ten koste van den burger en de corpsgeest. Het blijkt ons achteraf, dat deze meening o.m. ten volle wordt gedeeld door het Christelijk Historisch Weekblad, volgens welker redactie het niet te ontkennen is, dat een reorganisatie en vereenvoudiging van het geheele politiewezen in Nederland dringend gewenscht is. Maar wie zich de talrijke hinder nissen, waarop vorige pogingen tot verbetering zijn gestrand, herinnert, kan moeilijk optimistische gedach ten koesteren ten aanzien van nieuwe pogingen. In het negatieve is er ge noeg eenstemmigheidzoodra het echter op het positieve werk aan komt, loopen de meeningen uiteen. Niettemin is te hopen, dat minister Goseling zich door deze moeilijk heden niet zal laten weerhouden deze zaak aan te pakken. Wij zijn er al sinds 1851 mee bezig, zoodat TEGEN ALLE PIJN het geen weelde zou zijn, als er in 1938 eindelijk eens schot in kwam. De tegenwoordige organisatie der politie is een warwinkel. De politie taak wordt in Nederland uitgeoefend aldus herinnert ook het Christelijk Historisch Weekblad, door de ma- lechaussee, een militair corps, dat dan ook deels onder het departe ment van Justitie, deels onder het departement van Defensie ressor- teert; verder door de Rijksveldwacht, door de gemeente-politie en ten slotte door de militaire politietroe- pen, die uitsluitend politiediensten verrichten bij het leger en overigens optreden bij het onderdrukken van onlusten. De competentie van elk dezer instellingen is nergens nauw keurig afgebakend een politiewet kennen wij niet met het gevolg, tegen Wij handhaven DD||_ M op a 11 e a rt i k e I e n PRIJZEN buiten de opruiming vallende. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van CHARLOTTE M. BRAME. Nadruk verboden. 6) Dit is ons huis, lieveling, zei lord Stair, de hemel geve dat je hier lang en gelukkig moogt leven. In de groote hall stonden twee lange rijen bedienden. Er was niet één onder hen, wiens bewondering niet uitging tot het jonge meisje dat hun meeste res zou zijn. En haar vriendelijkheid won hun harten stormenderhand. Ze begroette Graves, den butler en juf frouw Shelton, de huisjuffrouw. Lord Stair vroeg naar lady Perth. Er werd hem meegedeeld dat zij nog in haar kamer was en hij begreep dat er storm dreigde. Jpffrouw Shelton, zei hij, wilt u lady Stair haar kamers wijzen? En heeft u een geschikte kamenier kun nen vinden? Juffrouw Shelton antwoordde be vestigend Ze heet phoebe Askern, zei ze, en ze wacht in mevrouw's ka mers. In haar kamer vond Marguerite een groot blond meisje, slank en elegant. De kamers waren buitengewoon weelderig ingericht. Ze genoot er van en toch had ze een gevoel of het een droom was, dat zij nu voortaan in dit prachtige huis als meesteres zou wonen. Toen lord Stair haar eenigen tijd later kwam halen, vond hij haar ge kleed in een witte japon met enkele rozen als versiering. Ze keek hem aan met lachende oogen. Geloof jij in voorteekenen, Dou glas? vroeg ze. Lord Stair schudde het hoofd. Je zult me uitlachen, en toch trof het me even. Ik vond hier verschil lende boeken. En weet je wat het eer ste was dat ik opnam? Ik kan het onmogelijk raden, antwoordde hij. Het heette„Tranen op den Dia deem". Er zullen geen tranen op jou dia deem komen, Marguerite, de jouwe is bezet met juweelen van geluk. En lord Stair meende wat hij zeide. HOOFDSTUK VII. Lady Perth was rijk aan trots, aan familie-juweelen, aan titels, maar aan niets anders. Ze was mager en hoekig en wat er nog aantrekkelijk was in haar uiterlijk, was te danken aan haar kamenier en aan haar costumière. Ze was hard en koud en haatte al hij voorbaat met heel haar hart de mooie jonge vrouw die haar schoon zuster was geworden. Toen haar broer met Marguerite aan zijn arm haar kamer binnentrad, stond ze op; bij den aanblik van het bekoorlijke jonge vrouwtje verstrakte haar gezicht. Mijn zuster, lady Perth, zei lord Stair en hij vervolgde: Phamer, ik t hoop dat je van Marguerite zult hou den als van een zuster. Lady Perth gaf Marguerite een vor- melijken kus. Ze mompelde een paar beleefde woorden van begroeting en Marguerite voelde haar hart verkillen. Als ze alleen was geweest met lord Stair in dit prachtige huis zou ze heb ben gelachen en genoten van al het moois. Maar in de tegenwoordigheid van lady Perth was ze gedrukt en stil. Lord Stair voelde zich teleurgesteld trouwens, geen van drieën voelden ze zich op hun gemak en het was een groote verlichting, toen de bel voor het diner luidde. Maar dien avond, toen lady Perth zich in haar kamers teruggetrokken had, was Marguerite bleek en moe en bang voor deze koude trotsche vrouw, die heerschte in haar huis. Den dag na haar aankomst over handigde lady Perth haar plechtig de sleutels. Ik ben jarenlang meesteres op Oakcliff geweest, maar natuurlijk zal ik mijn plaats afstaan aan mijn broers vrouw. Tenzij, ging ze voort, met iets van verwachting in haar stem ten zij je mocht wenschen, dat ik de zorg voor het huis op me blijf nemen. Lord en lady Stair hadden samen deze zaak besproken. Marguerite zou gaarne ontheven zijn van de verant woordelijkheid, maar haar echtgenoot had er op aangedrongen dat ze haar plaats direct zou innemen. Daarom nam Marguerite de sleutels aan en zei dat ze zou trachten haar best te doen. Zooals je wilt, antwoordde lady Perth vinnig, het is beter dat we van begin af weten hoe onze verhouding hier zal zijn. Je wenscht zeker dat ik me van alle verdere inmenging in het huishouden zal onthouden? Ik heb geen bijzondere wenschen op dit punt, antwoordde lady Stair. U zult me een genoegen doen deze zaak verder met mijn man te bespreken. De eerste twee weken na haar terug keer gingen snel voorbij, lady Stair had het druk met bezoek te ontvangen en het mooie huis met al zijn schatten te leeren kennen. De weken daarop moesten tegenbe zoeken worden gemaakt. Lord Stair onderwierp zich aan de zen onaangenainen plicht, maar ver langde naar den tijd, dat dit alles voor bij zou zijn en hij zijn oude bezigheden weer kon opvatten. (Toen kwam voor Marguerite de in zinking. Na de verblindende opwin ding van de eerste maanden van het huwelijksleven ontwaakte ze uit een droom en vond zichzelf betrekkelijk eenzaam. Lord Stair, ofschoon vol zorg voor haar, was niet meer de verrukte minnaar die genoot van ieder woord dat over haar lippen kwam. Hij was vriendelijk, voorkwam al haar wenschen, maar bracht thans een groot gedeelte van den dag door in zijn bibliotheek. Lady Perth zei nooit bepaald on vriendelijke dingen. Maar na een ge sprek met haar kon Marguerite nooit een gevoel van beklemming van zich afzetten. Langzamerhand ging dit zwaar op haar drukken. Ze voelde zich niat meer vrij; het «prachtige huis leek haar soms een ge vangenis. Ik was veel gelukkiger in Inis- fall, zei ze soms in zichzelf. Ik had toch wel gelijk met te denken dat dit huwelijk geen geluk zou brengen. Lord Stair ging voor een groot ge deelte weer op in zijn oude gewoonten. Hij dacht er eenvoudig niet aan, dat zijn vrouw niet gelukkig zou zijn; ze leefde in een prachtig huis, had een stoet van bedienden, de verrukkelijk ste juweelen van heel Engeland en al le weelde die een vrouw maar verlan gen kon. De herfst en de winter gingen voor bij. In de lente, toen de witte sneeuw klokjes en de boschvioolljes hun kop jes hoven den grond staken, werd Mar guerite een dochtertje geboren. (Wordt vervolgd). De Echo van het Zuiden, Waalwybschc en Langstraatsche Courant, a 8 COUPONS

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1938 | | pagina 1