Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1880 Koningin Wilhelmina 1838
Buitenlandsch Nieuws.
95
„NOORD BRABAND"
Lev ensverzekering
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen
EERSTE BLAD
iiiiiiiiiiiiii
31 AUGUSTUS.
Illlllllllllll
llllllllllllll
31 AUGUSTUS,
llllllllllllll
JAAR
HET DIAMANTEN MEDAILLON.
NUMMER 69.
WOENSDAG 31 AUGUSTUS 1938.
61c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
AdVertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel: minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
volken teisterden.
Niet dat we in een gevoel van ge
zapigheid deze geeselen zonder meer
aan ons hebben laten voorbijgaan.
Neen, onder koninklijke leiding hebben
we vrijwillig ons aandeel in 's werelds
lijden op ons genomen door te offeren
en de wonden te heelen, welke door an
deren waren geslagen. We verwierven
ons een speciale positie in het interna
tionale verband der volkeren, we
werden de vluchtheuvel in een wereld
van gevaren en teistering, 't Is begrij
pelijk, dat vreemde volkeren in hun
nood onwillekeurig uitzagen naar het
land, waar een vrouwehand regeerde
en de vrede dus wel verankerd moest
liggen aan de liefde.
We hebben reden om God lof te zeg
gen voor alles, wat Hij ons, nu reeds
40 jaren lang, in onze regeerende
vorstin schonk; lof te zeggen, dat Hij
er zulk eene, die de wereld ten voor
beeld en haar land ten zegen werd, ge
boren deed worden.
We hebben ook rede om blijde te
zijn en van onze vreugde te getuigen,
want alle teekenen wijzen er op, dat
de Voorzienigheid het verbond, dat Zij
met Nederland door Oranje sloot, in de
toekomst zal bestendigen, ons voe
rende langs denzelfden weg des vre-
des, geleid door vrouwehand, geleid
door Oranje.
Vree en vrijheid!
Het zijn de grootste, de meest waar
devolle goederen der menschheid, wel
ke op het oogenblik nochtans, méér
dan ooit in de geschiedenis, door de
monische machten van onverstand,
willekeur en machtslust worden be
dreigd.
Maar deze machten zullen we pogen
te weerstaan en onder Gods Zegen
zullen we ze weerstaan, in de kracht
onzer trouw aan 't Vorstenhuis en aan
de Idealen, welke ons volk geëerd en
gerespecteerd hebben gemaakt in de
wereld en ons door de groote Voorza
ten van Oranje als kostbare panden
zijn toevertrouwd.
We loven heden en we getuigen van
onze vreugde.
In hoc festo sit laus et jubilatio.
Maar we zullen ook niet vergeten te
bidden, te vragen. We smeeken, dat
God onze Koningin moge behoeden en
voor ons zal willen behouden, omdat
we meenen, dat we Haar nog zoo noo-
dig hebben, juist nu, nu donkere
wolken zich boven Europa samenpak
ken.
Laat ons de hand, waaraan we door
zooveel andere gevaren geleid zijn.
Laat onze Koningin, als dat past in
Haar eeuwige bestemming, nog vele
jaren het geluk smaken van de omge
ving Harer kinderen; 'n geluk, dat ons
volk Haar zoo gaarne gunt en in vol
komenheid toewenscht. Ook opdat de
ze kinderen weer wijs en sterk zullen
zijn door Haar, die zich zoo vaak als
van deze deugden vervuld heeft ge
toond.
Leve de Koningin!
In hoe festo sit laus et jubilatio
Op dit feest zij lof en vreugde.
Met dezen 58sten verjaardag van
H.M. de Koningin opent zich het 40-
jarig regeeringsjubileum, dat we
straks, op Kroningsdag, luisterrijk gaan
herdenken. Immers, voor den koning
(de koningin) bepaalt onze Grondwet,
dat hij (zij) op 18-jarigen leeftijd alle
koninklijke rechten in hun vollen om
vang verwerft.
Er zal voor ons straks nader gelegen
heid zijn om uitvoeriger van het re
geeringsjubileum als zoodanig te ge
wagen. Heden vieren we enkel Konin
gin Wilhelminas verjaardag.
jMaar met grooter waardeering nog
dan anders dwaalt onze blik thans
over de jaren, die achter ons en achter
Haar liggen en warmer dan ooit is onze
dankbaarheid voor zóóveel Zegen op
het bestuur van eene, die regeerde in
het waarlijke besef der gratie Gods.
Men onderschatte de beteekenis der
Koninginnefiguur niet, ook al rijst deze
in een zoo hecht gefundeerd constitu
tioneel bestel als het onze. De intelli
gentie en het doorzicht van Koningin
Wilhelmina en vooral haar echte vrou
welijkheid met derzelver natuurlijken
afkeer van geweld, hebben niet nage
laten haar omgeving van raadslieden
en bewindvoerders in alle omstandig
heden te stemmen tot de voorzichtig
heid en het geduld, de vastberadenheid
daarnaast, waaraan we het danken, dat
we gespaard bleven voor de vreese-
lijke geeselen, welke zooveel andere
1843
I938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
PROTEST DER DUITSCHE
BISSCHOPPEN.
Zondag werd in alle Diocesen van
Duitschland met uitzondering van het
Diocees Rottenburg, waaruit Mgr.
Sproll op 24 Augustus op bevel van de
Geheime Staatspolitie van Wurtem-
berg, verbannen werd, vanaf den kan
sel voorlezing gedaan van een Geza
menlijk Herderlijk Schrijven, te Fulda
opgesteld op 19 Augustus.
Het A.N.P. geeft van dit Herderlijk
Schrijven de volgende samenvatting:
Na een opsomming hebben ge
geven van alle aanvallen, waarvan de
katholieke kerk en de katholieke
godsdienst in het Derde Rijk doelwit
zijn, besluit de Brief met te eischen,
dat deze strijd tegen het Christendom
een einde neemt.
In den Brief wordt verklaard, dat
de aanvallen op de kerk vijandiger en
heviger zijn dan ooit. De oogmerken,
die met deze aanvallen worden nage
streefd, aldus gaat het schrijven voort,
zijn de Katholieke Kerk te verdrukken
haar te verzwakken en het volk ervan
af te keeren en vooral het Christen
dom uit te roeien en een geloof ingang
te doen vinden, dat niets gemeen heeft
met het geloof aan God en 't Eeuwige
Leven.
Aan het slot wordt o.in. gezegd:
„Men heeft aan de godsdiensten den
vernietigingsoorlog verklaard, omdat
zij, naar men voorgeeft, door de splij
ting van de Duitsche volksziel de
kracht van het Duitsche wezen ver
minderen. Gelooft men nu in ernst,
dat een verscherpte tegenstelling tus-
schen christenen en anti-christelijke
volksgenooten minder schadelijk zal
zijn voor het volk dan een eventuee-
le strijd tusschen de confessies?"
„Wanneer wij Duitsche Bisschoppen
met apostolischen moed in 't openbaar
verklaren, dat men eindelijk den strijd
tegen het christendom moet staken,
dan handelen wij daarmee niet min
der in het belang van het vaderland
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelscb
van
CHARLOTTE M. BRAME.
Nadruk verboden.
15)
Diep in haar hart geloofde lady
Perth zelf niet aan Marguerite's schuld
maar hier was een gelegenheid die
zich niet spoedig meer zou voordoen,
en deze gelegenheid zou ze uitbuiten!
Ze had rijpelijk overdacht wat ze zou
zeggen. Ze had de gang in het oog ge
houden: Lady Stair had haar kamer
niet verlaten, alleen Phoebe bij zich
laten komen. Niemand kon het huis
zijn uitgegaan, daar was ze zeker van.
Om zeven uur hoorde ze lord Stair
thuis komen. Ze ging dadelijk naar
hem toe.
Douglas, ik zou je graag willen
spreken. Ik heb je iets bijzonders te
vertellen.
Hij keek haar verbaasd aan. Hij was
vermoeid en hongerig; den geheelen
tijd onderweg had hij aan Marguerite'
gedacht, en zijn eerste woorden waren
dan ook: Waar is Marguerite?
Het is juist over Marguerite dat
ik je wil spreken. Ze is in haar kamer.
Ik zou je graag spreken voor je naar
haar toe gaat, Douglas.
Zonder verder een woord te zeggen,
ging lord Stair zijn zuster voor naar de
bibliotheek.
Ik heb je iets heel pijnlijks te ver
tellen, Douglas, zei ze. Ik zal kort zijn
en je niet meer verdriet doen dan noo-
dig is. Al een heelen tijd heb ik hel
mijne gedacht over je vrouw en kapi
tein Este. Ze hield plotseling op, want
lord Stair hief met een bevelend ge
baar zijn hand omhoog.
Ik wil geen woord kwaad hooren
over Marguerite, geen woord.
Je zult er anders over denken
als je gehoord hebt, niet wat ik ver
moed, maar wat ik weet, antwoordde
lady Perth en daarop vertelde ze, sterk
aangedikt natuurlijk, wat ze bij de
Reigers Plas had gezien en gehoord.
Ik herhaal, eindigde ze, dat ik
zelf heb gezien dat je vrouw haar ar
men om Darcy's hals sloeg en dat ze
elkaar innig kusten. En ook heb ik
haar wanhoop gezien, toen hij ver
trokken was.
Arm kind, zei lord Stair vol me
delijden.
Hij zag bleek en verschrikt, maar
er was een aandrang tot begrijpen en
vergeven in zijn nobel hart, waarop
lady Perth niet gerekend had.
Arm kind, herhaalde hij zacht.
Lady Perth keek hem ontsteld aan.
Wat zeg je, riep ze uit, heb jij nog
medelijden met zoo'n schaamteloos
Stil! viel hij haar streng in de
rede. Ik verbied je op die manier over
haar te spreken. Ze namen afscheid
voorgoed zeg je? Als zij met hem was
meegegaan of hij hier was gebleven,
dan had je reden tot verdenking; nu
niet! Ze mochten elkaar heel graag;
ik zie niet in wat daarin voor onge
oorloofds steekt.
Lady Perth was bleek geworden
van verbazing en woede. Ze had niet
gedacht dat haar broer de zaak op deze
manier zou opvatten.... Ze beefde
van ergernis.
Je bent dwaas en blind, Douglas!
Dacht je, dat als menschen zoo af
scheid nemen, ze niet anders dan goe
de vrienden zijn geweest?
Ik denk geen kwaad, Phamer, zei
lord Stair. Toen ik Marguerite trouw
de, was haar ziel zoo rein als van een
kind. Wil jij me nu wijs maken dat in
zoo korten tijd dat argelooze kind ver
anderd zou zijn in een vrouw zonder
eer en geweten? Onzin; je zou me
even goed kunnen vertellen dat de zon
in het Oosten onder gaat! Ik geloof er
geen woord van.
Maar ik heb het toch zelf gezien»
Je zult wel schromelijk overdrij
ven! Ik geef er de voorkeur aan om
Marguerite te vertrouwen. Ik weiger
kwaad van haar te gelooven en wil
niets meer over deze geschiedenis hoo
ren. Als dit alles is, wat je me te ver
tellen hebt, laten we het dan als on
gezegd beschouwen. Wij, Stairs, zijn
allemaal trotsch en koud en niet ge
wend ons aan emotioneele uitingen te
buiten te gaan. Marguerite is spontaan
en gevoelig. Tranen en een kus zijn
geen bewijzenvan schuld.
Ik heb haar nooit op die manier
met jou gezien, merkte lady Perth
schamper op.
Dat ligt aan mij, was het koele
antwoord.
Je moet het nu zelf maar weten,
zei lady Perth. Ik heb mijn plicht ge
daan. Maar één ding wil ik je wèl
vertellen; jij mag dan weinig geven om
het begrip eer, ik geef er wel om! Als
die vrouw hier in huis blijft, ga ik er
uit. Ik wil niet met.... zoo iemand
onder één dak wonen.
Lord Stair lachte spottend.
Mijn beste Phamer, zei hij, ga je
gang. Mijn vrouw blijft hier. Ik ben
verbaasd, dat je zoo iets belachelijks
durft zeggen.
Ik meen het.
Dan, mijn waarde zuster, zou ik
je aanraden dadelijk te gaan.
Lady Perth's oogen schoten vuur.
Ga zelf maar eens met je vrouw
praten! Toen ik haar haar schaamte
loos gedrag onder het oog bracht, deed
ze geen enkele poging het te ontken
nen, maar smeekte mij het niet aan
jou te vertellen terwille van het
kind. Maar ik vertelde haar dat het
mijn plicht was om te spreken.
Het gezicht van lord Stair was bleek
geworden, maar toch zei hij
Ik geloof je niet, Phamer.
Het is absoluut zooals ik zeg,
riep ze verontwaardigd. Er was iets
in den klank van haar stem, dat hem
trof. Ik zal met je meegaan naar haar
toe, ging ze voort. In mijn tegenwoor
digheid zal ze de waarheid niet dur
ven ontkennen. Dan kun je voor je zelf
uitmaken wat je moet gelooven.
Zwijgend gingen ze naar Margue
rite's kamer. Lord Stair klopte.
Ze zal bang zijn, zei lady Perth.
Bang! Onzin. Ze is waarschijn
lijk in slaap gevallen.
Hij klopte weer.
Marguerite, lieveling, ik ben het;
doe open!
Alles bleef stil.
Marguerite, riep hij verscheidene
keeren, laat me binnen.
Eindelijk braken ze de deur open.
De kamer was leeg, de groote tuin
deuren stonden open en op de tafel
lag een brief, gericht aan lord Stair.
HOOFDSTK XX.
Tot drie keer toe las hij den nood-
lottigen brief; toen liet hij hem uit z'n
bevende handen vallen. Lady Perth
raapte het papier op en las.
Zie je wel, zei ze zachtik had
toch gelijk.
Met een gebiedend handgebaar leg
de hij haar het zwijgen op. Hel angst
zweet stond hem op het voorhoofd
zijn lippen waren wit en droog. Maar
lady Perth lette nauwelijks op hem.
Dit was het uur van haar triomf; ze
wilde er volkomen van genieten.
Deze brief is het onweerlegbaar
bewijs van haar schuld, zei lady Perth
met nadruk Ze is hem natuurlijk na
gereisd. Ik heb het allemaal zien aan
komen. Je weet, Douglas, dat ik je
meer dan eens heb gewaarschuwd,
maar je was blind. Zij was zoo on
schuldig en ik was zoo kwaaddenkend.
Lord Stair was niet in staat om te
spreken. Hij was als verbijsterd; staar
de naar de open tuindeuren en hoorde
nauwelijks wat zijn zuster zei.
Geef mij dien brief terug, zei hij
ten slotte heesch.
Hij las hem opnieuw en zei toen met
diepe overtuiging in zijn stem: Ze is
onschuldig
Lady Perth lachte.
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zuiden,
WaalwUbsche en Langstraatsehe Couranti
hCïW'BPAlWlP