Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
VEERTIG JAREN KONINGIN
95
..NOORD SRASAND"
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
Van cn over een trouw en dankbaar volk
1898
6 SEPTEMBER -
1938.
JAAR
De Koningin spreekt tot Haar Volk.
HET DIAMANTEN MEDAILLON.
NUMMER 70.
ZATERDAG 3 SEPTEMBER 1938.
61c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Elders in dit nummer van ons
blad, bovendien in vorige edities, is
reeds zooveel geschreven over wat
de 40-jarige regeering onzer Konin
gin aan geschiedenis deed boeksta
ven, dat we dóarover te dezer plaatse
niet in herhaling behoeven te treden.
"Deze bijdrage is bedoeld als een
felicitatie en als 'n dankwoord. De
plaatselijke krant is publiek orgaan,
dat uiting pleegt te geven aun wat
er leeft in de gemeenschap, welke
haar verspreidingsgebied bevolkt.
Welnu, onze kolommen hebben er
jaar in- en jaar uit van getuigd, dat
het volk hier, zich innig verbonden
voelt met Oranje en in het bijzonder
met H. M. de Koningin als heer-
schende Vorstinne.
De geest van het volk uit onze
streek wordt God dank nog
steeds gedragen door trouw aan
degenen, die het van Boven af als
dragers van het gezag weet gesteld.
Waar deze trouw uitgaat naar onze
Koninginne, is ze versterkt door het
respect voor Haar als mensch, ver
edeld door de bewondering voor de
Vorstin als Moeder, verguld tenslotte
door de liefde, aan welke de koorden
van trouw aan de uiteinden zijn
verhaakt.
Namens dit trouwe volk zeggen
we: Uwe Majesteitzijgelukgewenscht
met het zeldzame jubileum, dat Zij
mag vieren. Het is inderdaad een
Zegen, veertig jaren lang een groot-
sche taak te hebben mogen vol
voeren langs lijnen, welke ook
achteraf bezien geen correctie
blijken te behoeven. Arbeid is de
hoogste levensvreugde. de resul
taten van den arbeid bepalen de
mate van levens voldoening.
Vreugde was in dikt opzicht
40 jaren lang het deel, dat onze
Koningin zich zelf door een nauw
gezette volvoering van Haar taak
toemat, de voldoening oogst Zij
in het hijzonder op heden, Zij kan
terugzien op een langen weg van
daden, waarlangs een dankbaar volk
gedenksteenen plaatste van dank
baarheid.
We wenschen de Koningin geluk,
dat de Vooi zienigheid Haar en
daarmee ons leidde langs zulk
een pad van vrede en geluk.
We wenschen mét Hare Majesteit
dus ons zeiven geluk, verbonden als
ons lot is en was met het Hare.
We zijn er dankbaar voor, dat
juist in een periode van ons volks
bestaan, waarin de gevaren zoo groot
en zoo vele waren, ons de zegen van
het bestuur van Koningin Wilhel-
mina werd verleend.
Nógmaals hebben we er behoefte
aan om er op te wijzen, dat de be-
teekenis van den invloed eener
Koningin (van een Koüing) op den
gang van zaken in een constitutio-
neeie monarchie niet mag worden
onderschat. Prof. Dr. Brugmans
bracht dat dezer dagen aldus onder
woorden
«Vooreerst mag er niets van
belang gebeuren in regeering en
staat buiten de Koningin om. Zij
moet door de ministers worden
ingelicht. En daar vloeit een ander
recht noodwendig uit voort: Zij
kan goeden raad geven dat Zij
dien goeden raad kan gronden op
een rijpere ervaring dan die van
menig minister, is een enorm
groot voordeek.
Het is een voordeel, dat groeide
mét de jaren, welke H.M.aan Haar
zegenrijk bestuur mocht toevoegen.
Als we «vaderlandsche geschiede
nis« leeren of lezen, dan zwelt ons
mannenhart wel eens van trots, als
we kennis nemen van de ferme ant
woorden, die onze vorsten en andere
gezaghebbers in moeilijke oogen
blikken bedachten. Het is in de
stemming van een theaterstuk zoo
prachtig, als men den nationalen held
en leider zich in zijn persoon ziet
verstrakken, onderwijl zijn vuist het
handvat van het zwaard vaster om.
knelt.
Zulke dapperheid kan ons vroeger
toen de omstandigheden zoo heel
anders waren ook wel ten voor
deel zijn geweest.
Maar men houdt z'n hart vast
voor wat er gebeurd zou zijn, als
een dappere koning de mannelijke
deugd van onverschrokkenheid zou
hebben betoond in de moeilijkste
oogenblikken, welke het 40-jarige
regeeringstijdperk van H. M. de
Koningin hebben gekenmerkt. Als
b.v. zijn raadslieden hem zouden
zijn komen boodschappen, dat de
Engelschen onze kust bedreigden
om de kwestie van dengrintdoorvoer
of dat de Duitschers, om weer an
dere redenen, militair geweld tegen
-
Levensverzekering
1843
1938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
ons in den zin hadden
Niet dat de Koningin ooit in
eenigermate ontrouw is geweest aan
Haar devies: Je maintiendiaiDat
zal Zij nimmer, want Ze is een
Oranje-vorstin. Maar met vrouwe
lijke bedachtzaamheid heeft Zij in
de critiekste oogenblikken van ons
volksbestaan steeds eiken uitweg van
overleg gezocht, welken we konden
gaan zonder dat we ons nationale
bewustzijn verkrachtten en die ons
weer terugvoerde op den rechten
weg van den vrede. Haar stempel
van bedachtzaamheid heeft Ze steeds
weten te drukken op 't beleid van
Haar omgeving, van Haar ministers
en overige adviseurs.
We danken God voor alles wat
Hij ons volk in de persoon onzer
Koninginne heeft geschonken. Veer
tig jaren lang.... We herinneren
ons, hoe blij en verheugd Nederland
was in het najaar van 1898, toen de
frêle figuur van een 18 jarig meiske
naar den troon werd geleid en zich
door een heiligen eed van trouw aan
ons volk verbond.
We waren ontroerd. Zóó een zware
taak op zulke zwakke schouders
We waren blij, ontroerd en.... niet
geheel gerust. Wat zou de toekomst
brengen Zou deze jonge vrouw,
laatste telg van Oranje....?
En thans, 40 jaar later, staan we
nóg om Haar heen, van dankbaar
heid vervuld. Zij heeft ons waarlijk
geleid, langs een langen en moeilijken
weg. Zij heeft ons voor veel leed
gespaard, helaas is't persoonlijke
leed haar niet steeds ontgaan. Maar
gezond en vol wilskracht staat Zij
midden en boven ons, van vreugde
siralend om hetgeen Zij voor ons
heeft mogen zijn,gelukkigneerziende
op Haar kind, Haar kleinkind en op
deu Prins, die Haar dochter in liefde
nader trad en daarmee Oranje en
Nederland ten zegen droeg in de
geschiedenis, welke nog geschreven
gaat worden.
Mogen in deze geschiedenis nog
vele bladzijden in gulden letteren
zijn gewijd aan het bestuur van de
Landsvrouwe van heden, aan onze
gelielde Koningin.
Domine, salvam fac reginam
nostram 1
Heer, behoed onze Koningin I
H.M. de Koningin heeft Woensdag
middag de hierna volgende rede
gehouden, welke door alle Neder-
landsche zenders is uitgezonden:
Op den dag, waarop Ik voor 40
jaar krachtens de Grondwet, na
volbrenging van Mijn 18de levens
jaar, de teugels van het bewind
overnam van Mijne dierbare Moeder,
Die als Regentes tijdens Mijne min
derjarigheid met zooveel staatsmans
schap en wijsheid het schip van
staat bestuurd had, gevoel Ik Mij
gedrongen, Mij rechtstreeks tot Mijn
geheele volk te wenden, teneinde
het te danken voor het vertrouwen,
dat het Mij geschonken heeft in die
lange reeks van jaren, en voor de
steeds opnieuw betoonde liefde en
aanhankelijkheid.
Beide zijn Mij een bron van kracht
geweest, vooral in bewogen tijden en
in dagen van zorg en spanning.
Zonder deze ware het mij niet
mogelijk geweest, Mijn taak te
volbrengen.
Na het overlijden van Mijnen
onvergetelijken Vader, toen Ik reeds
als kind tot den troon geroepen
werd, gingen al spoedig Mijne oogen
open voor de groote verantwoorde
lijkheid en de veel omvattende
plichten, die mij wachtten, en voor
de hooge eischen, die aan Mijn ambt
gesteld worden.
Op dien indrukwekkeDden en
nimmer door mij te vergeten gang
naar de Nieuwe Kerk te Amsterdam
alwaar ik beëedigd en ingehuldigd
werd, was lk diep doordrongen van
bet tekortschieten en van mensche-
lijke wijsheid en van menschelijk
willenen kunnen, en overtuigd dat
in dit tekort niet anders dan door
God Zelf kon worden voorzien.
Het zij Ons gegeven de 40 jaar,
die thans achter ons liggen, in het
het licht van Zijn leiding te zien.
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch.
van
CHARLOTTE M. BRAME.
Nadruk verboden.
16)
En dan die woorden: „Ik sterf
liever dan de martelingen van een
echtscheidingsproces door te maken"?
Als ze onschuldig was, waarom zou ze
daar dan zoo bang voor zijn?
De woorden striemden hem als
zweepslagen en de trek van pijn om
zijn vaal gezicht werd dieper. Hij kreeg
echter geen gelegenheid om te ant
woorden: in de gang klonken luide
stemmen, gevolgd door een luid klop
pen op de deur.
Dit is nieuws over haar, mom
pelde lady Perth.
Groves, de butler, verscheen in de
deuropening, bleek en ontdaan.
Wat is er aan de hand, Groves?
vroeg lord Stair geschrokken.
Mylord; er is iemand van het
station om u te spreken. Hij wacht in
de hall.
Van het Station? herhaalde lord
Stair. Ik kan niemand ontvangen, Gro
ves; zeg hem dat maar.
Maar Groves ging met bevende stem
voort: Uw tegenwoordigheid is noodig
mylord. Er is een ongeluk gebeurd.
Er kwam nog geen vermoeden van
de waarheid in lord Stair op, maar la
dy Perth wendde zich tot den butler
en vroeg:
Wat heeft lord Stair ermee te
maken dat er een ongeluk gebeurd is?
De uitdrukking van ontzetting op
het gegroefde gezicht van den ouden
dienaar was voldoende antwoord.
Is er iets met lady Stair gebeurd?
vroeg ze verder.
Ja, mylady.
Lady Perth greep den arm van haar
broer. Kom, Douglas, we moeten er
heen.
Maar alle kracht scheen geweken
uit lord Stair's sterk lichaam; hij viel
neer op een stoel.
Laat dien man hier komen, zei
hij met moeite.
Na enkele minuten stond een sta
tions-beambte voor hem. zenuwachtig
met zijn pet draaiend. De man had
blijkbaar hard geloopen en zag er op
gewonden uit.
Hij keek beurtelings naar het blee-
ke, verontruste gelaat van lord Stair
en het trotsche, koude gezicht, van
diens zuster en scheen niet te weten
tot wie van de twee hij zich moest
richten.
U moet lord Stair spreken? vroeg
lady Perth eindelijk. Wat is uw bood
schap?
De harde klank van haar stem
bracht den man tot zichzelf.
De stationschef heeft me ge
stuurd, mylord, om u te zeggen dat
er een verschrikkelijk spoorwegonge
luk is gebeurd in de Eastham-tunnel
en dat lady Stair zich in den trein be
vond.
Is ze gewond? vroeg lady Perth
snel.
Ik geloof dat het erger is, maar
ik weet het niet precies; ik moest al
leen vragen of lord Stair dadelijk op
het station zou willen komen.
Lord Stair sprong op; zijn energie
scheen te zijn teruggekeerd. Er was
een ongeluk gebeurd met Marguerite
en zij had hem noodig!
HOOFDSTUK XXI.
Op het station heerschte groote ver
warring. Lord Stair zag heen en weer
dravende mannen die lampen droegen,
hoorde kreten en luide stemmen. Een
paar beambten kwamen naar zijn au
to, doch maakten onmiddellijk plaats
voor den stationschef, die haastig
kwam aanloopen.
Zou ,u mij willen volgen, mylord?
Ik zou u graag een oogenblik willen
spreken. Toen keerde hij zich met een
buiging tot lady Perth. Mevrouw, zei
hij, ik vrees dat dit geen geschikte
plaats voor u is op het oogenblik. Mag
ik u vragen zoolang in de eerste klas
wachtkamer te willen wachten? U zult
daar het minst van de verschrikking
bemerken.
Is het ongeluk zoo ernstig ge
weest? vroeg lord Stair en zijn stem
had een vreemden, afwezigen klank.
Verreweg de ergste ramp, die ik
ooit heb meegemaakt, was het ant
woord.
Een lange, donkere man in pelsjas
voegde zich bij hen.
Dokter Orten, lord Stair, stelde
de stationschef voor en de dokter keek
met groot medegevoel naar den knap
pen, statigen edelman.
Heeft u lord Stair ingelicht?
vroeg de dokter.
De stationschef schudde 't hoofd.
Ik kan veel verdragen, zei lord
Stair, zeg mij wat er gebeurd is. Waar
is mijn vrouw? Ik weet dat ze'in de
trein was en ik begrijp dat ze gewond
is. Om 's hemels wil, laat mij bij haar.
Ik kan deze onzekerheid niet langer
dragen. Zeg mij waar ze is!
U zult al .uw moed noodig heb
ben, lord Stair, antwoordde de dokter.
Wees sterk. Er zijn velen die door dit
ongeluk even zwaar getroffen zijn als
u.
Ik beloof u dat ik sterk zal zijn.
Vertel mij gerust het ergste.
Het kan niet erger, mylord, zei
de dokter ernstig.
U bedoelt. toen hield hij plot
seling op.
Ik bedoel, zei dokter Orten eer
biedig, dat lady Stair dood is.
Dood.
Duizend wilde stemmen schenen 't
woord te herhalen.
Iemand bracht een stoel en hij ging
zitten. Hij wist niet dat zijn hoofd
tegen den dokter aanleunde, hij zag
niet dat die menschcn naar hem keken
met oogen vol medelijden.
Hij wist niet hoelang het duurde
voor hij weer tot zichzelf kwam; dat
eene woord hamerde maar steeds in
zijn hersens: Dood, dood!
Toen met een geweldige krachtsin
spanning stond hij op.
Dank u, heeren, zei hij, het was
een vreeselijke schok. Wat nu nog ko
men moet, kan ik wel dragen. Breng
me bij haar.
Maar dr. Orten aarzelde.
Lady Stair is vreeselijk ver
minkt. Misschien is het beter dat ie
mand anders haar indentiteit vast
stelt.
Neen, antwoordde lord Stair, ik
wil zelf gaan.
Zwijgend gingen ze naar de sombe
re wachtkamer. Het was een trooste-
looze aanblik: de flikkerende gaspit
ten, de lange houten banken en de ka
le witte muren. Bij een van de ramen
stond een houten tafel en daarop, be
dekt door een groote grijze shawl, lag
het lichaam van een vrouw.
U moet de shawl niet oplichten,
mylord. Lady Stair is onherkenbaar
verbrand, maar dit werd op haar ge
vonden, en de dokter toonde de beurs,
het horloge en het étui. Dit vonden
we verward in haar kleeren. Kunt u
haar kleeding identificeeren?
(Wordt vertolgd).
De Echo van het Zuiden,
Waalwytsclie en Langstraatscbe Courant,
ra»DBOABAN»
tSfJWAAIAMJH f2'