Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Verplichte Arbeidsdienst
95
„N00RDB8ABAND"
helpt
BINNENLAND.
Elke Lepel
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen.
EERSTE BLAD
JAAR
HET DIAMANTEN MEDAILLON.
NUMMER 84.
ZATERDAG 22 OCTOBER. 1938.
61c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Het vraagstuk der jeugdwerkloosheid
eischt een oplossing.
De jeugdwerkloosheid is het ernstig
ste der crisisvraagstukken. Voor zoo
ver men het vrijwel normaal gewor
den samenstel van economische wan
verhoudingen heden ten dage nog „cri
sis" kan heeten.
De oudere werkloozen, de gezins
hoofden vooral, zijn tenminste nog te
helpen, met steun en zoo meer. Ook
zij beloopen overigens het gevaar van
demoralisatie als gevolg van den ledig
gang, maar toch, wie een beetje kerel
is en zich zijn verantwoordelijkheid te
genover het gezin bewust blijft, zal
steeds hunkeren naar de mogelijkheid
om door arbeid de levensomstandig
heden van zich en de zijnen wat te ver
beteren. Erg is het evenwel, dat er
steeds streken in ons land zijn waar de
loonen in het vrije bedrijf niet of
uiterst weinig verschillen van de steun-,
normen en de basis-uurloonen in de
werkverschaffing, waardoor de vreug
de van den arbeid sterk wordt ge
drukt.
De huidige jeugd voelt in het alge
meen, voor wat de bestaansverzeke-
ring betreft, weinig verantwoordelijk
heid. Zoowel ten aanzien van zich zelf
als tegenover het gezin, waarvan de
jongeman deel uitmaakt. Het verant
woordelijkheidsgevoel ter zake werd
in tal van gevallen nimmer gewekt.
De jongen groeit op buiten de idee van
arbeidsnoodzaak. Zijn vader is altijd
thuis en haalt wekelijks zijn stempel
geld bij de gemeente. De jongen leert
uit deze praktijk, dat het zoo hoort. Nu
en dan moet vader naar de werkver
schaffing en de zoon leert deze ver
plichting zien als een soort straf of een
onbillijke dwang.
De jongen komt van school en hij
vindt geen werk. Hij zoekt er trou
wens ook niet bijzonder naar, want de
heele gedachte „werken" staat hem
vreemd. Enfin, na de noodige aanspo
ringen en soms uit een instinctieve ar-
beidslust, komen sommigen aan den
slag. Ze verdienen een grijpstuiver
enmet een bedrag, gelijk aan
twee derden van het eerste arbeids
loon van den knaap, wordt de schame
le steunuitkeering verminderd. Dat is
de straf van mijn werken, denkt de
jongen.
We bedoelen niet om critiek te leve
ren op de bij ons bestaande steun- en
werkverschaffingsregelen, waarlijk
niet! Ook wie deze onvoldoende oor
deelt, weet dient althans te weten
dat die regelingen voor de werk
loozen gunstiger zijn dan waar ter we
reld ook.
We wilden slechts duidelijk maken,
dat de werkloosheid als maatschappe
lijk verschijnsel voor de jeugd het bij
zondere gevaar meebrengt, dat ze tot
een zin voor werkloosheid, tot arbeids-
schuwheid zal leiden. Zonder dat men
zulks den jongelui ten volle kan aan
rekenen. Wanneer men ter zake oor
deelt en veroordeelt zonder den onder
grond te peilen, dan is dat onrecht
vaardig.
De jeugd moet aan arbeid worden
geholpen, niet enkel om de financieele
voordeelen van dezen, maar om den
arbeid zeiven; aan de jeugd moet de
arbeid als een noodzakelijke levens
functie worden geleerd.
In deze richting ondernamen de vak
centrales tot heden iets door de in
richting van arbeidskampen voor de
jeugd, velen vonden in die kampen
een moreele verkwikking. Maar het
wordt hoe langer hoe moeilijker de
leiding van zoo'n kamp verzekerde het
ons onlangs nog men grooten nadruk
om de jongelui bereid te vinden een
achttal weken gezond buitenwerk te
komen doen, een prettige kameraad
schap onder velen te komen deelen en
nog met een paar gulden zakgeld per
week beloond te worden. Men vroeg
me om een opwekkend stukje in de
krant
Dat zóó iets noodig is, zegt duide
lijk, hoe mis het op het oogenblik met
de werklooze jeugd is.
Maar, lezer, veroordeel ze niet. Om
u van haar geestesgesteldheid inzicht
bij te brengen, daartoe diende de aan
loop tot dit artikel.
De jeugd beseft niet, wat ze ver
werpt; ze gaat blindelings haar moree-
len ondergang tegemoet. Ze moet
worden beschermd tegen zich zelf; ze
moet worden gedwongen in het zegen
rijke gareel van den arbeid.
Dus verplichte arbeidsdienst
We heben het woord nog niet wil
len noemen, want het maakt vele men-
schen kopschuw. We zouden willen
raden: noem het anders, maar laat het
verplichte arbeidsdienst zijn.
Levensverzekering
1843
1938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
De idee „verplichte arbeidsdienst"
scheidt de massa in twee groepen,
vóór- en tegenstander. En toch is het
eigenlijk, zooals wij het zien, niet de
idee als zoodanig, welke deze schei
ding wekt. Het woord is verbonden
helaas aan een practijk, welke velen y
verwerpelijk achten.
Dat is de Duitsche practijk. In de
Duitsche arbeidskampen wordt den
jongelui marcheeren geleerd; hun wordt
de militaire tucht bijgebracht; ze wor
den te werk gesteld aan militaire we
gen en aan inrichting van verdedi
gingswerken; het is er een soldaten-
scholing.
We hebben geen bezwaar, dat de
jeugd haar bijdrage levert aan de na
tionale verdediging, maar daartoe is
het leger. Soldaterij kan niet worden
beschouwd als een opleiding tot nor
malen maatschappelijken arbeid.
In de Arbeidspers lazen we onlangs
een artikel, waarin de redactie, pole-
miseerend tegen ,Ons Noorden", zich
tegen den verplichten arbeidsdienst
verklaarde op grond van de Duitsche
praktijk. Op dien grond is men er ook
in kerkelijke kringen tegen.
Néén, zei de redactie van de A.P.,
geen verplichte arbeidsdienst, maar
een verplichte vakopleiding. Geduren
de een aantal jaren. Zooals dat b.v.
reeds gebeurt in Ossendrecht en Oos-
telbeers en in Egmond. Maar- dan uit
gebreid, dus niet beperkt tot acht we
ken.
„Dat ware aldus de A.P. - een
goede en Nederlandsche methode".
Inderdaad! Maar het zou dan toch
verplichte arbeidsdienst wezen.
Daar is veel vóór en nog meer te
gen geschreven, terwijl we het over
het wezen van de zaak eigenlijk alle
maal eens zijn.
We willen de jeugd beschermen
door haar tot arbeid en het leeren van
een vak te verplichten. We willen
niet de Duitsche praktijk van den ver
plichten arbeidsdienst.
Welnu, laten we de zaak dan anders
heeten.
En haar spoedig aanpakken.
AKKER 'S vesistèükte
Eenige
der 20
geneeskr.
kruiden
MEER LUCHTREIZIGERS
PER K.L.M.
Uit de bedrijfsresultaten der K.L.M.
over de eerste acht maanden van het
jaar blijkt, dat op het binnenlandsche
luchtnet het vervoer met 98% is .ge
stegen. Ook het Europeesche luchtnet
wijst op vooruitgang, namelijk met
15%. Op de Indië-lijn steeg het aantal
passagiers, dank zij de verhoogde fre
quentie, met 42%.
In totaal hebben 30.000 passagiers
gebruik gemaakt van de binnenland
sche verbindingen. Het goederenver
voer toont een stijging van 34% ten
opzichte van 1937.
Gebleken is, dat zich een groote
kern van geregelde binnenlandsche
luchtreizigers heeft gevormd.
Die stijging van 't binnenlandsche
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch
van
CHARLOTTE M. BRAME.
29)
Nadruk verboden.
HOOFDSTUK XXXIX.
Den volgenden middag waren allen,
die op Neath Castle verblijf hielden,
verzameld in de groote hall. Ook juf
frouw Grey was aanwezig. De Londen-
sclie politie-beambte was van meening
dat iemand van de kasteelbewoners
den diefstal moest hebben bedreven.
Om deze reden had de hertog allen
bijeengeroepen en hun verteld, dat, of
schoon hij persoonlijk niemand van
zijn bedienden verdacht, het recht zijn
loop moest hebben. Hij verzocht hun,
tijdens het onderzoek de hall niet te
verlaten.
Toen hij geëindigd had wendde hij
zich hoffelijk op juffrouw Grey en zei
Dit heeft natuurlijk geen betrekking
op ,u.
Deze woorden trokken de aandacht
van den detectieve. Hij werd getrof
fen door haar schoon, smartelijk ge
zicht. Wie was deze vrouw, die zeker
niet tot de bedienden behoorde? Hij
merkte met zijn scherpen blik dade
lijk op, dat juffrouw Grey niet was
wat ze voorgaf te zijniets in haar
verschijning trof hem onmiddellijk als
onnatuurlijk. Terwijl hij naar haar
keek, zei hij in zichzelf
Ze heeft óf de kleur van haar
gezicht óf de kleur van haar haar ver
anderd en een paar minuten later was
hij tot de overtuiging gekomen dat het
haar blond moest zijn geweest ze
moet het zwart hebben geverfd, ook
haar wenkbrauwen zijn geverfd, dacht
hij; vermomming duidt op een of an
der geheim en dikwijls op schuld.
Het was hem ook niet ontgaan hoe
juffrouw Grey verbleekt was toen de
hertogin vertelde dat met de Neath
familiediamanten ook enkele van haar
moeders juweelen waren verdwenen.
Mr. Barton verwijderde zich een oo
genblik onder voorwendsel even een
glas sherry te gaan drinken en in en
kele minuten wist hij alles wat er be
kend was over juffrouw Grey.
Niemand wist iets omtrent haar
vroegere leven. Ze was in Clavering
komen wonen, kort nadat de hertog
en zijn jonge vrouw voor goed hun in
trek namen op Neath Castle en de her
togin had zich tot haar aangetrokken
gevoeld.
Waarom is ze op het kasteel?
Om antiek behangsel en kant te
herstellen.
Een avonturierster, daar hen ik
zeker van, zeide de detectieve bij zich
zelf. Misschien een van een bende, hier
heen gestuurd met het speciale doel
de diamanten te bemachtigen of den
diefstal voor te bereiden. Terwijl hij
langzaam zijn glas sherry uitdronk,
wenschte hij zichzelf geluk met zijn
vondst.
Terug in de hall, nam hij de sleu
tels van de verschillende bedienden
en vroeg den hertog of de butler hem
in zijn onderzoek mocht bijstaan.
Doe, zooals u noodig vindt, zei
de hertog, voor wie het heele verloop
van dit onderzoek .uiterst pijnlijk
scheen te zijn.
Kamer na kamer werd onderzocht,
doch geen spoor van de diamanten
werd gevonden. Doch de detectieve
was niet ontmoedigd, zijn gedachten
waren geconcentreerd op juffrouw
Grey.
De hertog en de hertogin waren aan
tafel toen hun een boodschap werd
gestuurd door den butler of de kamer
van juffrouw Grey ook moest worden
onderzocht.
Neen, riep de hertogin, in geen
geval, maar iets van zijn vroegeren
argwaan kwam boven in den hertog,
en hij zei: Absoluut wel.
Toen keek hij verontschuldigend
glimlachend naar zijn vrouw.
Het spijt me, Ethel, maar het zou
niet fair zijn tegenover de anderen.
De detectieve vond juffrouw Grey
in haar kamer.
U heeft gelijk, zei ze, als ant
woord op Barton's verontschuldiging,
ik hen geheel tot uw dienst.
Kalm en rustig begon de detectieve
zijn onderzoek. Juffrouw Grey had 'n
boek genomen en zat bij het raam te
lezen. Een paar keer volgden haar
oogen den detective. Eindelijk stond
Barton voor een zwarten houten kof
fer die in een hoek van de kamer neer
gezet was.
Toen zag hij duidelijk een trek van
spanning op haar gelaat.
Ze stond op met de waardigheid van
een koningin.
Dat is mijn persoonlijk eigen
dom, zei ze zacht, maar de detectieve
bespeurde dat haar stem licht beefde.
Is het noodig dat u dezen koffer on
derzoekt?
Het spijt mij, was mr. Barton's
antwoord, maar ik vrees dat het noo
dig zal zijn.
Ze stond enkele oogenblikken zwij
gend, toen kwam ze naar hem toe.
Wenscht u te zien wat er in den
koffer zit? Wil u me dan toestaan het
u te toonen? Als ik er alles stuk voor
stuk uitneem, zal dat voldoende zijn?
De detectieve hoog toestemmend.
Juffrouw Grey knieldev oor den
koffer. Een voor een nam ze de din
gen er uit, tot hij geheel ledig was.
Toen stond ze op.
De oogen van den detectieve keken
naar de- dingen op den grond, daarop
weer naar den koffer. Eindelijk richt
ten ze zich op juffrouw Grey.
Neemt u me niet kwalijk, zei hij,
terwijl hij den koffer tilde, deze kof
fer heeft een dubbelen bodem. Wilt u
zoo goed zijn dien voor mij te openen?
Een doodelijke bleekheid kwam
over haar gezicht. Haar oogen werden
dof, haar mond opende zich, maar
geen woord, geen klank kwam er over
de bleeke lippen.
Wilt u den dubbelen bodem voor
mij openen of zal ik het zelf doen??
vroeg de detectieve nogmaals.
Noch u, noch ik, antwoordde ze.
Ik verbied u dien koffer verder aan
te raken.
De detectieve vroeg den butler: Wilt
u den hertog verzoeken of hij onmid
dellijk hier wil komen? We zullen de
beslissing aan hem moeten overlaten.
Een kreet van wanhoop ontsnapte
juffrouw Grey.
HOOFDSTUK XI.
Het gouden licht viel op de antieke
donkere meubelen in de kamer, op 't
kostbare geweven behangsel, op de
bevende vrouw en op het gezicht van
den detectieve dat een ijzeren masker
leek. Geen van beiden sprak, niets
verbrak de diepe stilte, totdat de her
tog met den butler de kamer binnen
trad.
Mylord, begon mr. Barton, ik
ontdek dat deze koffer, die aan juf
frouw Grey behoort, een dubbelen bo
dem heeft. Ik wacht nu uw orders.
Moet de koffer verder onderzocht wor
den of niet?
Een siddering ging door de arme
vrouw; haar geheele houding sprak
tegen haar.
Hierdoor kreeg de hertog, die an
ders wellicht geweigerd had, argwaan
en hij gaf toestemming den dubbelen
bodem te onderzoeken.
Ik smeek u, bespaar me dit, sta
melde juffrouw Grey. Ik zweer u.
Ze kon niet verder spreken.
De hertog weifelde.
(Wordt vervolgd).
c
e Echo van het Zuiden,
Waalwykschc en Laigstraatsrke Courant*
XÏWQMWftiW)
Zoedra U een lepel Abdijsiroop hebt
Ingenomen voelt U al direct de ver
zachtende. slijmoplossende werking.
Na elke lepel bemerkt U dat de slüm
loskomt, dat Uw hoest minder scherp
en minder veelvuldig wordt. Ge zult
U prettiger voelen, minder afgemat.
Binnen enkele dagen zal Abdijsiroop
dien naren hoest verdreven hebben.
Deze werking dankt AKKER's Ab
dijsiroop aan haar samenstelling
uit oude beproefde geneeskruiden,
waaraan nu nog is toegevoegd de
krachtig hoeststillende stof codeïne.
Terecht zegt men thans dan ook
„•s-Werelds beste Hoestsiroop" is
UIPVLII
tegen hoest, griep,bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50. f2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
I ,i iw i mi-iwrw w r