Buitenlandsch Nieuws.
Anneke en het kalfje
lij?
„Dokter Hartje"
UW KRANT
„DeEcho van het Zuiden"
a m
Zaterdag 12 November 1938 No. 90
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
9
adviseert MynllCi cSljè
Engeland geeft het verdeelings-
plan voor Palestina op
Een ronde tafel-conferentie
voorgesteld.
i De voornaamste punten van de
voorstellen der Britsche regeering
na bestudeering van het rapport van
de verdeelingscommissie inzake Pa
lestina zijn, het opgeven van het
plan tot verdeeling van Palestina en
het houden van een ronde tafel
conferentie. De conclusie van het
rapport is, dat de commissie niet in
staat is de grenzen aan te duiden
voor de bedoelde gebieden, op zoo
danige wijze, dat een redelijk uit
zicht bestaat op het eveniueel tot
stand komen van een Arabischen
en een .loodschen staat, welke in
staat zijn zichzelf te onderhouden.
De regeering wil derhalve de ver
antwoordelijkheid voor de regeer ing
van geheel Palestina blij ven dragen.
Von Rath overleden.
De secretaris van de Duitsche am
bassade te Parijs, von Rath, op wien
dezer dagen door den jongen Pool-
schen Jood Herschel Grunszian, een
aanslag werd gepleegd, is om half
vijf Woensdagnamiddag aan zijn
verwondingen bezweken.
Ofschoon de weinig be noedigende
bulletins der geneesheeren een tra
gisch einde wel deden verwachten,
heeft toch dit overlijdensbericht te
Berlijn en in Duitsche kringen te
Parijs een zeer hevige opwinding
teweeggebracht.
De Duitsche radio-stations hebben
gisteravond om 18 uur ten teeken
van rouw twee minuten stilte in
acht genomen.
Strijd bij Kanton.
Volgens berichten uit buitenland-
sche bron, aldus meldt het Chinee-
sche persbureau, hebben Chineesche
vliegtuigen een aanval gedaan op
een vliegveld bij Kanton. Minstens
twee Japansche toestellen werden
daarbij vernield. Toen de Chineesche
machines, bestookt door het lucht
doelgeschut, over de stad vlogen,
zochten de Japansche troepen een
schuilplaats op.
Uit welingelichte bron wordt ge.
meld, dal de Chineesche troepen
Fatsjan, 20 kilomer ten Zuidwesten
van Kanton, en Poklo, 100 kilometer
ten Oosten van de stad, hebben
heroverd. Het kanongebulder werd
in Kanton gehoord. Daarentegen is
Samsjoei w.er in Japansche handen
fa gevallen.
Het Chineesche persbureau rneldt.
dat de Japansche troepen hun op-
marsch uit Woehan in Zuidelijke
en Westelijke richting voortzetten.
De Chineezen hebben Tsoengjang,
een der laatste steunpunten in Zuid-
Hoepeh, ontruimd. De Japanners
hebben verder sausjih, 90 kilometer
ien Westen van Hankou, genomen.
Rechtsche successen aan het
Ebro-front.
In het legerbericht der rechtschen
wordt medegedeeld, dat de troepen
van Franco belangrijke stellingen
hebben veroverd in de Sierra del
Aguilla aan het Ebrofront en 480
krijgsgevangenen hebben gemaakt.
Zij hebben de brug tegenover het
dorp Garcia, acht kilometer stroom
opwaarts van Mora, bereikt.
In den oostelijken sector van het
Levantfront bleven de vijandelijke
aanvallen vruchteloos. i)e recht
schen maakten daar 140 krijgs.
gevangenen.
In den sector van den Segre mis
lukten de aanvallen der linkschen
op de rechtsche linies, waarbij de
aanvallers zware verliezen leden,
o a. 500 gevangenen.
De rechtsche luchtmacht voerde
talrijke bombardementen uit, o. a.
op de haven van Cartagena, waar de
kruiser »Cervantes» werd getroffen.
In tegenstelling met het legerbe
richt uder rechtschen meldt Havas
van het Segre front, dat de eerste
fraze van het offensief der roode
troepen aan de Rio Segre volkomen
is geslaagd. Op versch llende plaat
sen zijn de troepen de rivier over.
gelrokken. Zij zijn tien kilometer
opgerukt over een front van 15 ki
lometer. Seros, Soses en Aytona
zijn bezet, terwijl de weg Lerida
Saragossa op twee plaatsen is door
gesneden. De aandacht van den
vijand is van het Ebrofront afgeleid.
DE JODEN-VERVOLGING IN
DUITSCHLAND.
Zooals te verwachten was, heeft de
moord op den jongen Duitschen diplo
maat von Rath te Parijs, gepleegd door
een jongen Poolschen Jood, die z'n
ouders en z'n ras wilde wreken, aan
leiding gegeven tol een geweldadigc
actie tegen de Joden in geheel Duitsch-
land.
In Münchcn, Berlijn, de de Rijn-pro
vincie,. Emmerik enz. hadden eenige
demonstraties plaats, werden Jood-
sche winkels en zalen vernield, in
brand gestoken, Joden gemolesteerd
en mishandeld.
De politie bleef werkeloos toezien.
tot Göebbels na twee dagen een pro
clamatie uitvaardigde waarin hij o.m.
zeide:
„De gerechtvaardigde en begrijpe
lijke verontwaardiging van het Duit
sche volk over den laffen Joodschen
sluipmoord op een Duitsch diplomaat
te Parijs heeft zich in den afgeloopen
nacht op groote schaal geuit. In tal
rijke steden en dorpen zijn daden van
vergelding tegen Joodschè gebouwen
en zaken gepleegd.
Aan de geheele bevolking wordt
thans de strenge eisch gesteld, dat van
alle verdere demonstraties en acties
tegen tie Joden onmiddellijk moet
worden afgezien. Hel definitieve ani-
woord op den Joodschen aanslag te
Parijs zal den Joden gegeven worden
langs den weg van wetgeving en ver
ordening."
Tegelijk werden velé duizenden Jo
den in arrest genomen om hen te „be
schermen". Zij werden naar het con
centratiekamp gezonden.
De proclamatie bracht even rust
maar spoedig laaide de terreur weer
op. De correspondent van „De Tele
graaf" seint hedennacht o.m. aan z'n
blad
Terwijl de politie op bevel van den
Berlijnschen hoofdcommissaris Hell-
dorf, werkeloos toeziet, vernielen
horden opgeschoten jongens systema
tisch al het Joodsche bezit, dat na de
verwoestingen van hedennacht nog ge
spaard was gebleven. Ontstellende too-
neelen spelen zich af. In de Tauent-
zienstrasse, een van de drukste en
mooiste winkelstraten van de stad,
sprongen Joden in hun wanhoop uit
de tweede verdieping van hun huizen
op straat, waar zij zwaar gewond ble
ven liggen. Elders werden Joden door
onverantwoordelijke elementen afge
ranseld en werden ware klopjachten
op hen gehouden.
De Nederlandsche consul-generaal
alhier en een der legatie-secretarissen,
die manmoedig den Nederlandsche
Joden te Berlijn te hulp waren gesneld
en poogden hen te beschermen, wer
den door de aanranders dermate be
dreigd, dat de politie tusschcnbeide
moest komen; zij kon hen beiden op
het laatste oogenblik in veiligheid
brengen.
Woorden zijn niet voldoende, om de
lafereelen van menschelijke ellende
en bruut geweld te beschiwen. Met
knuppels en ijzeren staven gewapend
togen de raddraaiers niet alleen dooi
de voorname winkelstraten, waar zich
nog lal, van Joodsche zaken bevonden,
maar ook door de armste buurten en
sloppen, waar kleine Joodsche winke
liertjes en handelaars onder de toch
al zoo benarde omstandigheden met
groote moeite een stuk brood verdie
nen. Niets werd ontzien. Vrouwen,
noch jongelieden noch grijsaards wer
den gespaard. Onbeteugeld waren de
wraaklust en de vernielzucht van de
demonstranten, die in groepen van
straat tot straat en van wijk tot wijk
trokken.
Vanmorgen om vijf uur drongen
S.A.- en S.S.-mannen het groote ge
bouw van den manufacturier Lefmann
te Emmerik binnen en staken er den
brand in. Na korten tijd lag het ge
bouw voor het grootste deel tegen den
grond. De brandweer deed weliswaar
pogingen te redden wat er te redden
viel doch toen men het vuur tenslotte
bedwongen had, was er weinig meer
dan een smeulende puinhoop over.
Toen vanmorgen het personeel ter
plaatse verscheen om de dagtaak te
beginnen stond het voor een zwartge
blakerde ruïne. De geheele inventaris
was mede in de vlammen opgegaan.
Ook andere zaken, zooals kleernia-
kerswinkels en galanteriezaken, moes
ten het ontgelden. Men drong er een
voudig naar binnen en sloeg alles kort
en klein. In de huizen van vele parti
culieren werd eveneens een chaos aan
gericht.
Alle Joden moesten München binnen
48 uur verlaten en in Weenen zijn dui
zenden Joden gearresteerd en hun
goederen geconfisceerd.
De Jodenwetten in Italië.
Ook in Italië zijn stevige wetten
tegen de Joden afgekondigd. We noe
men slechts een paar artikelen.
In het eerste artikel van het heden
uitgevaardigde decreet heeft de Itali-
aansche regeering daarenboven nog
eens de.reeds door den Grooten Fas-
cistischen Raad aangenomen huwe
lijkswetten nader omschreven.
Het artikel luidt letterlijk als volgt
„Het huwelijk van een Italiaanschen
burger, die tot het „arische" ras be
hoort, met een persoon van een ander
ras, is verboden. Een huwelijk, dat in
weerwil van dit verbod gesloten is,
wordt als ongeldig beschouwd".
Joden mogen geen grondbezit heb
ben, dat meer dan 5000 lire waard is;
zij mogen geen bedrijven bezitten,
waar meer dan 100 arbeiders werk
zaam zijn of die meer dan 20.000 lire
waard zijnzij mogen ook geen aan
deden hebben van industrieën, die bij
de nationale verdediging betrokken
zijn.
Joden mogen geen Italiaansch huis
personeel in dienst hebben. Overtre
ding wordt gestraft met een boete van
1000 tot 5000 lire.
Joden mogen geen onroerende goe
deren bezitten, die meer dan 20.000
lire waard zijn. Dit geldt ook voor de
r?
een„i
■■iiiiiiiiiiiiiiiiiniii i in in i 111 mil
huizen in de steden. Er zal een spe
ciale commissie worden ingesteld, om
de waarde van de onroerende goederen
te bepalen.
Joden mogen geen militairen dienst
verrichten.
Zij mogen geen voogden van niet-
Joodsche kinderen zijn.
Een groot aantal betrekkingen mag
voortaan niet meer door Joden be
kleed worden; hieronder vallen alle
betrekkingen bij militaire en regee-
ringsinstellingen, bij seini-overheids-
ondernemingën, bij nationale bankin
stellingen en alle verzekeringsmaat
schappijen.
MOET Z IJ N
door
LIES HELGERS.
Op een mooie Septemberdag kwam
boer Klaas Lutjes 's middags thuis
van het land.
„Anna",, zei hij tegen zijn vrouw,
„ons koren is gezaaid, maar ik heb
weer zo n pijn in mijn rug, dat ik hij-
na niet meer lopen kan".
„Je hebt natuurlijk weer al het zaad
tegelijk in de zak gedaan en die omge
hangen. Dat is ook teveel voor je."
„Nee", zei de hoer, „dat is het niet.
Gisteren heb ik in de regen gelopen
en hen toen kletsnat geworden en je
weet, als ik nat hen, doen al mijn bot
jes me pijn!"
„Je moet een warme doek om je rug
binden, als je naar het veld gaat, dal
doet de vrouw van den molenaar ook
en het helpt goed."
„Nee, ik hou me bij mijn eigen ge
neesmiddel. Buurman wrijft zijn arm
altijd met brandnetels in tot hij er
blaren van heeft! Ik hen al tevreden,
als jij warme kamille-thee voor me
maakt en dan kruip ik vlug in bed.
Ach nee, dat kan ik niet doen, want
vanmiddag moeten de koeien naar bui
ten, want daar is nog genoeg te eten
en we moeten zuinig zijn met ons hooi
in de schuur voor van de winter."
„Nou", zei Anna, „dan ga ik met
de koeien naar de wei. Of, nee, ik
weet iels! Daar bij de linde spelen 'n
boerin. „Mijn man heeft weer erge rug
pijn en ik heb zelf ook nog veel te
werken. Wil jij met onze koeien naar
de wei gaan?"
„Natuurlijk wel, vrouw Lutjes", ant
woordde Anneke. „Ik ga toch ook
dikwijls met onze geiten naar de wei.
Ik vind het zelfs leuk!"
Toen kroop de boer vlug in bed en
Anneke ging met de drie koeien op
weg. De boerin bracht haar een eindje
weg, maar toen zei Anneke: „Ga nu
maar weer vlug naar huis, vrouw Lut
jes, want ik kan de weg heel goed al
leen vinden. Ik ben al zo vaak met u
meegeweest."
Die avond kwam Anneke zingende
terug en de drie koeien liepen met hun
huikjes vol achter haar aan. Het was
zó heerlijk op de wei!" riep Anneke
al van verre. „Hans van boer Nije was
er ook en kleine Tommie van den
schoenmaker ook! We hebben een
vuurtje gemaakt en daar aardappels
in gebakken, zodat we ze konden eten.
O, vrouw Lutjes, mag ik morgen weer
naar de wei?"
„Zeker mag je dat, als moeder het
goed vindt", zei de boerin. „We zijn
blij, dat we zo'n flink meisje hebben,
dat ons wil helpen!" Anneke hielp nog
mee de varkens en de kalveren te voe
deren en holde toen naar huis.
fr, i v.
paar kinderen en Anneke, mijn naam
genootje is er ook bij. Ze is al zo dik
wijls met ons naar hel veld gegaan en
ze is flink genoeg met haar tien jaar
om de koeien te kunnen hoeden. Dat
vindt buurvrouw ook vast wel goed."
De boerin liep naar buiten en riep:
„Anneke
Daar kwam ze al aanlopen. Haai
blonde vlechten dansten om haar
hoofd. „Hoor eens, Anneke", zei de
„Moeder", riep ze, „Raad eens waar
ik geweest ben!"
„Ik weet het al, herderinnetje" zei
haar moeder. „Je bent met de koeien
van buurvrouw naar de wei geweest!"
„Ja, en mag ik er morgen weer heen,
als ik vrij heb?"
„Dal is goed", zei haar moeder.
„Vraag het maar eens aan vader."
Anneke's vader vond het ook met
een goed en zei„Ja, zoveel koeien ais
buurman moesten wij ook eigenlijk
hebben."
„Ik zou met één koe al tevreden
zijn", zei vrouw Boom.
„En ik al met een kalfje", riep An
neke toen. „Vadertje, wilt u eens een
kalfje voor me kopen?"
„Kindje," zei hij, „daar heeft vader
geen geld voor".
„Maar wij zijn ook met onze twee
geiten al tevreden", troostte zijn vrouw
en daarna praatten ze er niet meer
over.
Van die dag af ging Anneke bijna
elke dag met de koeien van hoer Lut
jes naar de wei. Terwijl de dieren
graasden, leerde ze haar lessen voor
school en soms breide ze aan een kous.
Maar het fijnste van alles vond ze
toch om 's avonds in de stal rond te
lopen en de kalfjes te aaien en tt
strelen.
„Ach", zei ze op een keer. „Ik wou,
dat vader ook zo'n lief kalfje voor me
kon kopen, maar hij heeft ernog geen
geld voor".
„Zeg, Anna", zei de boer die avond
tegen zijn vrouw, „we hebben zelf
geen kinderen 0111 voor te zorgen, hoe
zou je het vinden, als we Anneke eens
een kalfje cadeau gaven?" Ik weet,
dat ze over een maand jarig is."
„Dat vind ik een goed plan", zei de
boerin. „En. Anneke's ouders zullen
er ook blij mee zijn."
Toen het al kouder en kouder werd,
en de weidevelden nat waren, bleef
Anneke met haar koeien thuis. Toch
hielp ze de vriendelijke boerin in huis
en in de stallen mee.
„Ja, Anneke", zei de hoer op een
keer. „Nu ben je over een week jarig
en wal denk je nu, dat je van ons
krijgt?"
Anneke keek hem verbaasd aan en
zei: „Van U?" De boer moest lachen
om haar ongelovig gezicht en zei toen
„Ja van óns!"
„Ik weet niet", zei Anneke, „mis
schien een paar appels ofchoco
la!" Nu lachte de hoer nog meer en
zei: „Er zijn toch nog andere dingen?"
Anneke haalde verlegen haar schou
ders op en zei: „Ik. ik weet niets
meer!"
„Dan moet je het maar afwachten,
meisje", zei de boer vriendelijk. En
toen Anneke op haar verjaardag langs
het burenhuis liep, riep boer Lutjes:
„Anneke, kom je eens kijken, wat er
voor cadeautje in onze stal staal?"
Anneke kreeg er een kleur van. „Een
cadeautje, in uw stal?" vroeg ze. Toen
gaf de hoer haar een hand en riep de
boerin er ook bij. Met zijn drieën gin
gen ze naar de stal en daar zag An
neke'een kalfje staan, met lint om z'n
hals en een kaartje eraan, waar op
stond: „Voor ons lieve herderinne
tje!"
„Het is maar goed dat het niet re
gent, want nu kan je het meteen mee
naar huis nemen", zei de boerin.
„Maar.... maar mag ik het dan
mee naar huis nemen?"
„Natuurlijk mag je het mee naar
huis nemen. Ga maar gauw!"
De boerin legde een warme deken
over de rug van het kalfje en zo gin
gen ze naar het huis van Anneke's
ouders.
Toen de nieuwe bewoner naast de
geiten in de stal stond, vergaten die
van verbazing zelfs te blaten.
„Zo'n groot geschenk kunnen we
heus niet aannemen," zei Anneke's
moeder.
Maar hoer Lutjes weerde af: „Wel
nee! Denk er aan, buurvrouw, dat je
een verjaarscadeau altijd aan moet
nemen!" En vriendelijk groetend gin
gen boer en hoerin Lutjes weer naar
huis. Maar Anneke was niet uit de
stal weg te slaan. Ze bleef bijna de
hele dag bij haar kalfje en ze voelde
zich zo gelukkig, als ze zich nog nooit
gevoeld had.
NIEUWE RAADSELS.
1 Zou ik nu eens weten mogen:
Waar zijn naalden zonder ogen?
2 Welke hals heeft alles goed,
Wat een dier maar hebben moet?
3 Wat ziet men met een snelle vlucht
Des zomers jagen door de lucht?
4 Welke visser vangt de vissen,
Die we op tafel moeten missen?
5 Als men een trap opklimmen moet,
Wat heeft men dan aan eiken voel?
f) Wanneer is in of buiten 't hos
De slimme vos toch maar een vos?
7 Zeg mij voor welke draden zijn
De grootste naalden nog te fijn?
8 'k Zou nu wel eens willen weten,
Welke stoelen men kan eten?
9 In welk soort van appels zitten
Nimmer witte of zwarte pitten?
10 Van welke stoeltjes hoorden
Wij wel de meeste woorden?
11 Wie heeft nooit in een hoek gekeken
En kan toch alle talen spreken?
12 Zou ook een van allen weten
Welke appels men niet kan eten'?
13 Zou ook een van allen weten
Welke ringen men kan eten?
14 Wat heeft er steeds in ieder land
Vijf vingers en is toch geen hand?
15 Geel in wit, en wit in wit.
Kunt gij zeggen waar het zit?
10 Welk licht brandt zonder olie,
Zonder pit en zonder vet,
En hangt 's avonds in geen kamer.
Of wordt ooit daar neergezet?
't Is geen licht hoog aan-den hemel
Van de sterren, zon of maan,
Maar een licht is 't dat steeds ieder,
Die het volgt, verkeerd doet gaan.
17 Wat zit aan de binnenkant
Van een flinke werkmanshand,
Dat men haast niet ééne keer
Vindt in handen van een heer?
18 Twee dieren rijmen op elkaar,
Maar zyn niet van één soort.
Het ene is groot en 't andere klein,
Aan dom en bang denkt iedereen,
Die hunne namen hoort.
19 Hoor toe, waar gij mij vindt,
Bij man, bij vrouw en. kind,
Bij rad, viool en haan
Treft gij mij altijd aan.
Zoo gij mijn naam nu weet.
Zeg dan maar hoe ik heet.
99
bijHoofdpijn. Kiespijn, Zenuw
pijnen, Maandbezwaren, Rheu-
matiek, Koorts,- Griep, Spit.
Lusteloosheid, Gevatte Koude.
Een beter kou- en pijnverdrijvend middel, dat snel
ler en gunstiger werkt dan „Mijnhardtjes". is niet
denkbaar. Na het innemen van een „Mijnhardtie'
voelt U de hevigste pijn terstond wegzakken,
terwijl ze enkele minutenlatergehoelverdwenenis.
De pijnverdrijver bij uitnemendheid.
1 „Mijnhardtje" 5 ct.
12 „Mijnhardtjes" 50 ct.
H T. ij
dn*