WEEKPRAATJE
WW
Gemeenteraad Geertruidenberg.
St. Nicolaas-wedstrijd voor de jeugd
„Dokter Hartje
advisS„Mijnhardtje
9
Tweede Blad.
Zaterdag 26 November 1938 No 94,
De Echo van het Zuiden.
Pa is goed af,
DE FEESTEN VAN HAARD EN
SCHOORSTEEN.
We gaan een goeden en gezelligen
tijd tegemoet. Zoo'n donkere Decem
bermaand, de vreugde van het Sinter
klaas- en de diepe stemming van het
Kerstfeest, doen méér voor den vrede
in den mensch dan welke georgani
seerde actie ook.
De korte dagen, het koude en gure
weer, ze hinden ons aan huis en haard,
doen ons de behaaglijkheid voelen van
het eigen milieu. Met onze lichamen
en onze gedachten worden we tesamen
gedreven; we voelen ons veilig in den
steun, welken we elkaar schenken,
behagelijk in de warmte, welke we
deelen.
We hervinden elkaar. De gewone
drukte van het dagelijksche leven laat
anders zoo weinig tijd om zich met de
besognes van anderen, al zijn die ons
na, bezig te houden. We hebben er
geen tijd voor. Vooral niet in de mooie
seizoenen, als ons véél gelegenheid
wordt geboden om te werken of
te luieren, ons te ontspannen, ons be
zig te houden met vele dingen, welke
ons van huis vervreemden.
Maar December en de traditioneel?
feestdagen van deze maand, de lange
avonden met hun gezellige sfeer van
huiselijkheid, het telkens en telkens
weer zich te samen vinden, onder
schemerlicht en bij de haardwarmte,
onder het pruttelen van de thee en het
geuren van de speculaas, dan wel
aan den voet van den rijk-getooiden
kerstboom, aanhoorende vroom, kin-
dergemurmel van kerstliederen,
dat alles brengt ons er toe om weer
eens behagen te vinden in elkander,
de gedachten aan het eigen-ik te laten
varen en belang te stellen in de zor
gen en vreugden, in den strijd van:
den ander.
In anderen tijd van het jaar beste
den we soms veel en altijd duur geld
voor genoegens, aan welke we ons
achteraf meestal bekocht gevoelen,
maar nu tegen en in December
maand wordt elk klein genoegen,
dat ons weinig of niets kost, een groot
geluk.
December stemt ons tevreden. En
mild jegens anderen. Buiten we deze
stemming zooveel mogelijk uit
Wanneer we ons koesteren bij den
haard en de kinderen hun liedje van
verlangen voor den schoorsteen staan
te zingen, laten we er ons zelve en
deze kinderen dan eens aan herinne
ren, hoe er in den vreemde alle hui
selijk geluk aan medemenschen wordt
ontroofd; hoe men daar de ruiten in
slaat van woningen, waarin gezinnen
huiveren van koude. Hoe men daar
zelfs het recht, een woning te hebben,
aan hondderdduizenden ontzegt. La
ten we ons en de onzen er aan herin
neren, hoe honderden kinderen door
vaders en moeders op een trein wor
den gezet naar 'n onbekende bestem
ming! omdat ze meenen, dat elke toe
komst voor de stumperds beter is dan
die, welke ze „thuis" tegemoet gaan.
Laten we denken aan het leed, dat
in velerlei vorm en overal, ook vlak in
onze omgeving wordt geleden.
Als we zoo zitten bij dien warmen
haard, terwijl de vrede in ons gloeit,
laat dan niet de gedachte ons over-
heerschen: wat zal Sinterklaas of wat
zal 't Kerstmannetje ons straks bren
gen? Laten we niet te veel zorgen be
steden aan de samenstelling van het
eigen verlangenlijstje. Och, elkaar met
een kleinigheid verrassen, zooiets
past volkomen in de gezellige, huise
lijke sfeer van den tijd. Maar we moe
ten er vooral op uit wezen om het bin
nengedrongen geluk in ons te culti-
veeren door de grootste zorg te rich
ten op het probleemhoe we rijk kun
nen zijn door uit te deelen van wat
we bezitten aan degenen, die het noo-
dig hebben.
Hel is niet zoo erg, als wij niet krij
gen, wat wij hebben verwacht, maar
het is wél erg, het is hard, als degenen
niets krijgen, die niets hadden ver
wacht.
Een mensch kan veel kommer en
leed verdragen, hij kan zelfs gelukkig
zijn in de beproeving, als-ie maar er
vaart, dat hij niet alleen staat en zijn
leven anderen niet onverschillig is.
Als-ie maar ervaart, dat een ander
hart mééklopt met het zijne.
Het gevoel van verlorenheid is zoo
ontzettend tragisch, juist in den win
tertijd', wanneer de natuur de armen
en verworpenen isoleert, méér dan an
der.
Laten we veel en stil! goed
doen in dezen feestdagentijd. Heot ge
wel eens gezien, hoe Sinterklaas en
het Kerstmannetje altijd worden af
gebeeld met een blijden lach op het ge
laat? Dat is de lach van het zielsge
luk: te kunnen geven.
Weest in uw eigen omgeving een Sin
terklaas en een Kerstman; strooit uw
gaven, waar deze noodig zijn en oogst
voor uw zeiven den vrede.
Misschien mag ik nóg een wenk
geven.
U hebt natuurlijk ai gezien, dat er
thans heel veel advertenties in de
krant staan, dat blijtt zoo, voor-
loopig tot Kerstmis toe. Een goed za
kenman smeedt het ijzer als het heet
is, de winkelier moet het voor een
belangrijk deel van zijn bedrijfsuit-
komsten van dezen tijd van het jaar
hebben. Hij vraagt dus nu speciale
aandacht voor zijn zaak; hij weet, dat
de advertentierubrieken in de lange
avonden van thans worden gespeld,
gelezen en herlezen, al ware het maar
om op eenige goede gedachten te ko
men, een „inval" te krijgen, welke tot
een surprise kan leiden.
Gaat den plaatselijken winkelstand
niet voorbij, het zou strijden met
den geest van de feestdagen, welke we
tegemoet gaan. We bedelen niet voor
de winkeliers; we vragen geen steun
voor ze. Maar recht. Zij zijn de naas
ten onder onze naasten. Zij doen al
tijd hun plicht tegenover de gemeen
schap; hun zorgen zijn zwaar; de kee-
ren, dat op hen voor goede werken
een beroep wordt gedaan, zijn vele.
Als we feestinkoopen gaan doen, la
ten we dan bedenken, dat de zaken
man slechts één verrassing als een
uitkomst kan beschouwen; een be
vredigende inhoud van zijn toonbank
lade.
Sinterklaas, noch 't Kerstmannetje
zijn gewoon om al hun inkoopen in
één groot magazijn te doen; het is
beter om armoe te voorkomen dan ze
te lenigen. Laten we met Sinterklaas
en met Kerstmis bij het kiezen der
adressen voor onze inkoopen, een
beetje de verdeelende rechtvaardig
heid betrachten.
En een „extra" portie van onze in
koopen daar plaatsen, waar we weten
of veronderstellen, dat een verrassen
de uitkomst van den verkoop in De
cember den zakkenden levensmoed
zou kunnen stimuleeren.
Vermindering Straatbelasting.
Inrichting oudheidkamer.
De raad dezer gemeente kwam
Maandagavond onder voorzitterschap
van burgemeester Bianchi in openba
re vergadering bijeen. Secretaris de
heer Meijers. Aanwezig alle leden.
De notulen der vorige vergadering
werden goedgekeurd.
Aan de orde:
1. Vaststelling besluit tot instand
houding van de openbare lagere
school (art. 22 bis, 2e lid der la
ger onderwijswet 1920).
De voorzitter zegt dat er evenals
vorig jaar, nog 46 kinderen de school
bezoeken, waaruit wel blijkt dat het
voortbestaan der school door de ou
ders gewenscht wordt. B. en W. stel
len daarom voor tot de instandhou
ding wederom voor een jaar te be
sluiten.
Wordt goedgekeurd.
2. Vaststelling vergoeding ingevol
ge art. 101 der Lager Onderwijs
wet 1920 over 1937, voor de bij
zondere scholen.
Voor de jongensschool, met 203
leerlingen wordt de vergoeding vast
gesteld op 6.16 per leerling. In to
taal dus 1250.48, doch daar aan
voorschot reeds een bedrag van
902.88 ontvangen is, blijft nog te
betalen 347.60.
Voor de meisjesschool met 244 leer
lingen wordt eenzelfde vergoeding als
boven vastgesteld, met een totaal van
1503.04. Aan voorschot is reeds be
taald 1430.88, zoodat de gemeente
nog te betalen heeft een bedrag van
372.16.
3. Goedkeuring begrooting der Ste
delijke Godshuizen dienst 1939.
Dit punt werd de vorige vergade
ring aangehouden, omdat toen de re
kening over 1937 nog niet was inge
diend.' Alhoewel thans de goedkeuring
ervan ook nog niet heelt plaats ge
had, meent de voorzitter, dat dit toch
geen bezwaar behoeft te zijn om de
begrooting nu te behandelen.
Er ontstaat dan een discusie over
een vraag van den heer Okkerse of
van de bonnen die door het Armbe
stuur verstrekt worden, de geheele
middenstand profiteert, of slechts een
bepaald gedeelte.
Wethouder v. d. Loo zegt dat zoo
veel mogelijk alle middenstanders
daarin betrokken worden.
De begrooting werd vervolgens om
gewijzigd vastgesteld.
4. Vaststelling gemeentebegrooting
dienst 1939 en de daarbij behoo-
rende bedrijfsbegrootingen.
Namens de Commissie, belast met
het onderzoek dezer begrooting, brengt
de heer Boon een rapport uit, waaruit
blijkt dat de commissie met genoegen
heeft kunnen ionstateeren dat de
straatbelasting van 6 op 5 pet. ge
bracht kon worden. De opbrengst is
dan nog te ramen op 4100.Het
onderhoud van straten en pleinen
eischt wederom 1800.terwijl
voor werkverschaffing en steunverlee-
ning resp. bedragen geraamd zijn van
15.000.— en 20.000.—.
De commissie heeft geen aanleiding
kunnen vinden op- of aanmerkingen
te moeten maken op de posten van
den gewonen dienst.
Wat evenwel den kapitaaldienst
betreft zou de commissie willen voor
stellen het bedrag van 2000.— voor
inrichting van een oudheidkamer te
schrappen, daar de tijdsomstandig
heden niet toelaten dat een dergelijk
bedrag wordt uitgetrokken voor een
zaak die niet dringend noodzakelijk is.
De commissie stelt dan voor de ge
meenterekening voor den gewonen
dienst op 153.092.12 en voor den ka
pitaaldienst op 29.475.75.
De begrooting van het G.E.B. sluit
voor den gewonen dienst op 23207.25
en voor den kapitaaldienst op
15882.11. Aan. de gemeente is een
winstsaldo uit te keeren van 3000.
De commissie heeft verder hierbij geen
bijzondere aanmerkingen.
De pijn verdrijver bij uitnemendheid
Het Grondbedrijf heeft in den ge
wonen dienst aan inkomsten en uit
gaven en totaal van 6800 met een
tekort van 5127.en in den kapi
taaldienst een totaal van 5101.
met een tekort van 1800.Het
komt de commissie uit administratief
oogpunt gewenscht voor de twee ga
zons voor het station, die toch niet
meer voor bebouwing in aanmerking
komen uit het bedrijf te nemen.
De voorzitter dankt de commissie
voor de werkzaamheden in verband
met het nazien der begrooting gehad.
Spreker heeft voor wat de begroo
ting van het G.E.B. betreft geen aan
leiding om nog iets te vragen, weshal
ve hij voorstelt deze begrooting vast
te stellen zooals door B. en W. is aan
geboden.
De heer Okkerse vraagt of er al
iets uitgewerkt is 0111 een vastrecht
tarief in te voeren.
De voorzitter is zeer verwonden!
deze vraag thans te hooren, Destijds
zijn B. en W. eens met een uitgewerkt
plan gekomen, maar dat werd dusda
nig door den raad ontvangen dat B.
en W. er voor terugschrokken 0111
nogmaals dergelijke voorstellen te
doen, temeer daar er thans geen aan
leiding voor was. Daar de heer Okker
se er thans prijs op stelt zullen B. en
W. de zaak nog eens opnieuw onder
de oogen zien.
De begrooting van het G.E.B. werd
hierna z.h.st. ongewijzigd vastgesteld.
Wat betreft het Grondbedrijf zegt
de voorzitter accoord te kunnen gaan
met de opmerking van de commissie
0111 de gazons vóór het station uit het
bedrijf te nemen.
GUERICKE, DE TOVENAAR VAN
MAAGDENBURG.
In het jaar 1631, in de dertigjarige
oorlog, stond het leger van den veld
heer Tilly voor de stad Maagdenburg.
De Raad van de stad was bereid zich
over te geven, maar toen stroomden
alle burgers samen en verlangden van
de Raad, dat ze de stad zouden verde
digen. Otto von Guericke, een jonge
burger, stond aan het hoofd van de
burgers. Hij zei, dat het schandelijk
was om zonder je te verdedigen je stad
stad over te geven.
De Raad gaf toe en een paar maan
den lang duurde toen het beleg. Op het
laatst heerschte er groot gebrek in de
stad en werd er grote armoede geleden,
maar de burgers hielden vol en zo be
haalden ze tenslotte de overwinning
op het machtige leger van Tilly.
Niemand had vergeten, dat het eigen
lijk Otto von Guericke geweest was,
die tot verzet had aangespoord en uit
dankbaarheid kozen ze hem nu tot
burgemeester. En hij was een goede
burgemeester. Hij verdedigde en her
kreeg de oude rechten van de vrije
stad.
Guericke als Natuurkundige.
Maar niet alleen door zijn dapper
gedrag is Guericke beroemd geworden.
In Mei van het jaar 1654 liet hij zijn
luchtpomp zien aan den keizer Ferdi
nand. Op het plein in Regensburg za
gen de vorsten van het rijk iets, waar
ze stom verbaasd over waren. Er wer
waren, opgesteld. Toen pompten de
helpers van Guericke met een instru
ment, dat nog nooit iemand eerder had
gezien en dat Guericke luchtpomp
noemde, de lucht uit de bollen, nadat
ze de helften tegen elkaar aan hadden
gelegd.
En toen gebeurde het wonder! De
twee kogels waren alleen door een le
ren riem aan elkaar verbonden, maar
ze waren niet meer van elkaar los te
krijgen. Aan elke helft werden 12
paarden vastgemaakt en joegen ze op,
zodat ze weg zouden hollen, maar de
dieren konden niet wegkomen! De
bollen waren niet uit elkaar te. krij
gen en de paarden bleven eraan vast
zitten! Toen kwam Guericke naar vo
ren en lachend pompte hij weer lucht
in de bollenen ziet! Deze to
venaar kon nu de bollen gemakkelijk
met zijn handen uit elkaar trekken.
Maar er waren toen maar een paar
van de aanwezigen, die begrepen wat
dat betekende! Het was een proef, die
voor de natuurkunde en de techniek
van bijzonder grote betekenis was! De
meseten vonden het wel een aardig
grapje en geloofden niet, dat de paar
den de beide helften werkelijk niet uit
elkaar konden trekken.
Hjj maakte het weer.
In 1658 deed een ander praatje de
ronde! De burgemeester kon het wéér
maken!
Een paar dagen tevoren had hij te
gen de burgers gezegd: Jullie moeten
maar eens of de dakpannen allemaal
goed vast liggen, want er komt een
grote storm.
Toen hadden ze allemaal gelachen...
maar twee dagen later was er een
storm gekomen, die zó erg was, dat
de dakpannen over de straten vlogen
en dat de burgers allemaal vreselijk
bang werden!
En helemaal boven, op de vierde
verdieping van zijn huis zat Otto von
Guericke in zijn natuurkundig labora
torium en maakte het weer. Hij had
een weermannetje gemaakt, dat hem
liet voorspellen, wat er voor weer zou
komen. Het bestond uit een glazen
buis, die van boven gesloten was en
die in een bak met kwik stond. Op de
oppervlakte van het kwik stond een
houten poppetje, dat met de vloeistof
zakte, als de luchtdruk veranderde.
Met één hand wees het mannetje daar
bij op een schaal, waar graden op wa
ren getekend. Dat was de eerste weer-
voorspeller en meteen de eerste baro
meter.
Het speelgoed voor het meisje
Op een keer kreeg hij bezoek in zijn
laboratorium van een klein meisje. Hij
maakte een slakkenhuis, voor haar.
Een lange papieren buis rolde hij zo
op, dat het een slakkenhuis leek. Het
meisje blies in de buis en begon te
juichen van plezier, toen het papier
uitrolde en recht kwam te liggen.
Dat bracht den geleerde op een idee.
Hij bedacht, dat je zo ook de druk van
de damp van verschillende gassen kon
meten. Hij maakte een buis van me
taal, sloot het ene eind ervan af en
maakte er een wijzer aan vast, die over
een schaalverdeling liep. Toen liet hij
damp in de buis stromen, de buis
rolde een beetje los en hij kon op de
schaal de sterkte van de druk aflezen.
In 1663 gebeurde er weer iets, waai
de hele stad over sprak. Er was een
raadsheer bij den burgemeester op vi
site gekomen en toen had de burge
meester 's avonds plotseling de kaar
sen uitgedaan. Hij zette een grote
kogel van zwavel op een stellage en liet
de kogel heel vlug rond draaien. Toen
hield hij er plotseling een stuk metaal
tegen en op het zelfde ogenblik knet
terde het en er sprongen zulke helle
vonken af, dat de kamer in een helder
licht stond. De arme raadsheer schrok
er zo vreselijk van, dat hij van zijn
stoel viel.
Hij had de eerste electriseermachine
gezien, die door Otto von Guericke was
uitgevonden!
„Nu", zeggen de jongens
en meisjes, die dit plaatje
bekijken, „Pa is goed af,
zeg! En 't zijn allemaal
dingen, waar hij best mee
in zijn schik zal zijn!"
En misschien denkt de
een of ander ook wel: „Hé,
dat brengt 111e op een goed
idee. Ik liep er al over te
verzinnen, wat ik Pa nu
eigenlijk moest geven
maar nu weet ik het in
eens!"
Zoo ziet men, dat er in
een puzzle soms veel meer
zit, dan velen zoo op het
eerste gezicht zouden zeg
gen. Doch, daar gaat hel
nu niet om. Wat we moe
ten vinden, is de oplossing
daar is het ook een puzzle
voor.
Het merkwaardige van
deze tien geschenken is,
dat de beginletters van de
ze goede gaven, mits ze in
de goede volgorde worden
2de puzzle.
geplaatst, te zamen een St.
Nicolaaslekkernij vormen.
de beginletters; nu is het
nog slechts de vraag, ze in
sen.
Welke is
die lekkernij
PliJMHAllQ*
Ook helpen „Mijnhardtjes" wonder
goed en snel bij: Kiespijn, Spit.
Rheumatiek. Maandbezwaren.
Zenuwpijnen, Griep, Gevatte koude.
1 „Mijnhardtje" 5 ct
12 „Mijnhardtjes" 50 cL
U_1
.-11Ji—11