Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Buitenlandsch Nieuws.
95
„N00RB-BRABA1"
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen
EERSTE BLAD
JAAR
Croquetten
en Bitterbollen,
Automatiek PULLES-HEESBEEN.
DE BEDRIEGLIJKE GELIJKENIS.
NUMMER 99.
WOENSDAG 14 DECEMBER 1938.
61c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijsper 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38.
Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
De Memel-kwestie.
Ongetwijfeld spreken de Italiaan-
sche betoogingen, welke grondge
bied van Frankrijk voor het fascis
tische imperium opeischen, heel
sterk tot de verbeelding. Men heeft
de ervaringen van Duitscbland en
Tsjecho-Slowakije, met de benau
wende crisisdagen van September,
en vreest nu een opgang naar een
nieuwe crisis, waarin wederom met
oorlog zal gespeeld worden. In
bepaalde kringen fluistert men trou
wens al over een nieuwe vredes
conferenties k la München, waar
wederom grenzen verschoven zullen
worden en nog andere dan die
van de Fransche koloniën om
»bevredigende mogendheden« te
maken.
Minder sterk wordt de fantasie
getroffen door hetgeen zich over
den Oostrand van Groot-Du
land afspeelt: in het Memelgebied,
te Danzig, in de Poolsche gebieden
met Duitsche minderheden, en ten
slotte in de Oekraine, welke reeds
geruimen tijd in gisting is en tot
merkwaardige ontwikkelingen zou
kunnen leiden.
Na de conferentie van München
heeft de Duitsche Führer en rijks
kanselier Hitier tot den Britschen
premier Chamberlain gezegd, dat
na de oplossing van de Tsjecho-
Slowaaksche crisis Duitschland geen
territoriale eischen in Europa meer
had. Door deze verklaring van de
hoogste Duitsche autoriteit lag de
weg voor de Europeesche pacificatie
dus open, scheen hij in elk geval
open te liggen. Nu zijn we nog geen
drie maanden verder; en reeds doet
zich een nieuw territoriaal probleem
voor: Memel; en ietwat meer ver
bloemd Oekraine.
Daarbij moet men echter niet
denken, dat bijv. Memel een terri
toriale eisch van Gioot-Duitschland
is I Wie de Duitsche pers van dag
tot dag volgt, zal zich misschien
ietwat verwonderen over de plato
nische kalmte, welke zij tegenover
dit Memelprobleem in acht neemt.
Men zou bijna van een objectieve
berichtgeving willen spreken, waarin
kalm en bezonnen de feiten wor
den uiteengezet en slechts terloops
wordt aangeroerd, hoe alle Memel-
landers geen vuriger wensch koes
teren dan van Litauen te worden
losgemaakt en met Oost-Pruisen en
derhalve met Duitschland te worden
hereenigd. Van Duitsche zijde daar
entegen kent men slechts één ver
langendat het Memelstatuut zoo
nauwkeurig mogelijk wordt nage-
leeld. Als Berlijn ooit gedwongen
zou worden, in overeenstemming
met den drang van de Memellan-
ders, welke door hun leider dr.
£rnst Neumann in de formule
sterug naar het rijk« is vastgelegd,
dit gebied weer in Groot-Duitsch-
land op te nemen, dan kan men
niet spreken van een territorialen
eisch van Berlijn, maar alleen en
uitsluitend van den onweerstaan.
baren wil van Memelland om den
toestand van voor den wereldoorlog
te herstellen.
De Fransche en Britsche am
bassadeurs te Berlijn hebben op
dracht gekregen uitdrukking te ge
ven aan de hoop, dat Duitschland
z'n invloed zal uitoefenen tot eer
biediging van 't Memelstatuut.
Het Giornale d'ltalia eischt
Dzjiboeti op voor Italië.
Naar Stefani uit Rome meldt,
wordt thans in de Itali ansche bla
den voor het eerst duidelijk en uit
voerig gesproken over Dzjiboeti, en
wel door de Giornale d'ltalia. Dit
blad vraagt een grondige en defini
tieve oplossing van het vraagstuk
van Dzjiboeti. Het betoogt, dat
Frankrijk zich van een kleine ko
lonie, Fransch Somaliland, waarvan
Dzjiboeti de hoofdstad is, bediend
heeft om door te dringen in Abes-
sinië en te strijden tegen de Itali.
aansche belangen.
Italië zal niet ophouden voor de
rechten van de Italianen in Tunis
op te komen en het helpt niet of
Frankrijk wil trachten van de Ita
lianen Franschen te maken.
Voor Italië blijft dit vraagstuk
bestaan zoolang het niet op een
rechtvaardige wijze wordt opgelost
volgens de eischen van de nieuwe
Europeesche solidariteit, die te
München voor het eerst een begin
van verwezenlijking heeft gevonden.
Het is mogelijk dat b.v. hetSuez-
statuut ook voor andere mogend
heden herziening vraagt, of dat de
quaestie van Dzjiboeti ter sprake
kan worden gebracht. Maar waarom
moet dat door venijnige artikelen,
betoogingen, opstootjes, door 't sto
ken van onrust over de geheele
wereld?
Levensverzekering
1843
1938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
Italië's aanspraken op Tunis.
Een opzienbarende verklaring.
In het Lagerhuis is de Engelsche
regeering de vraag gesteld of eenig
verdrag, pact of overeenkomst be
staat. waarbij in geval Italië oor-
logszuchtigeopera ties aan vangt tegen
Frankrijk of deszelfs bezittingen op
speciale wijze Groot-Brittannië ver
plicht zou zijn, militaire hulp te
verleenen aan Frankrijk.
Chamberlain heeft hierop geant
woord, dat geen dusdanige speciale
verplichting bestaat in eenig verdrag
of pact met Frankrijk.
Kerkvervolging in 't Derde Rijk.
Naar vernomen wordt, is aan
achttien predikanten in Branden
burg op bevel der kerkelijke auto
riteiten hun tractement onthouden,
omdat zij op 30 September j.l. een
kerkdienst hebben laten houden,
welke, met het oog op de interna
tionale crisis, »misplaatst« werd
geacht.
Van vijftien predikanten werd om
dezelfde reden reeds het tractement
ingehouden.
Op het oogenblik worden 12 pre
dikanten van de belijdeniskerk in
concentratiekampen of in gevangenis
vastgehouden,
Er bevinden zich momenteel 24
priesters van het diocees Linz wegens
«politieke misdrijven« in arrest.
Negentien hunner zijn in gewone
gevangenissen opgesloten, terwijl vijf
naar het concentratiekamp te Dachau
zijn overgebracht.
Pater Lenn. S.J., die te Weenen
aan de kerk »Am Hof« verbonden
is, is eveneens gearresteerd. Hij
wordt beschuldigd van tegen de
regeering gerichte activiteit.
In andere provincies van het
vroegere Oostenrijk zijn ook vele
priesters gearresteerd, doch het j uiste
aantal is niet bekend.
Een veel omstreden kwestie tus-
schen de nazis en de kerkelijke
autoriteiten is momenteel het gods
dienstonderricht. Een poging van de
nazi's, om het godsdienstonderwijs
geleidelijk uit de scholen te verban
nen door dit onderricht facultatief
te stellen, is misluki, omdat 85
procent van de ouders der leerlingen
KOMT EVEN SMULLEN.
uitsluitend van Ie kwaliteit
kalfsvleesch.
zich ten gunste van dit onderwijs
uitsprak.
De nazi-autoriteiten hebben daar
op velen geestelijken het geven van
godsdienstonderwijs op de scholen
verboden en in hun plaats letken
daarmede belast.
Het rijksbestuur van den nat.-
sociahstischen onderwijzersbond
heeft ten aanzien van de kerstviering
in de Duitsche scholen bepaald.dat
deze viering niet godsdienstig moet
zijn, maar georganiseerd moet wor
den als »volkskerstfeest«, ontstaan
uit het «Duitsche rasbewustzijn«.
Het verlangen naar het licht moet
geuit worden door het ophangen
van «Julkransen». (Het »Julfeest«
was het oude Germaansche heiden-
sche feest ter eere van de godin
Freya en de zon. Red.)
Op feestavonden voor ouders en
voor leerlingen moeten sprookjes
opgevoerd worden waarin de strijd
tusschen licht en duisternis tot uiting
komt. In de verordening staat let
terlijk «Met het geloof verbonden
tooneelspelen mogen in geen geval
bij deKerstviering wordenopgevoerd,
wegens de confessioneele houding
der Duitsche gemeenschapsschool».
Vandalenwerk in Spanje.
Volgens een rapport van de inter
nationale Pro Deo-commissie zijn
in de 37 onder roode heerschappij
staande of gestaan hebbende Spaan-
sche diocesen niet minder dan 25.879
kerken, kapellen en kloosters ge
profaneerd, verbrand of op andere
wijze verwoest, schrijft de Msb.
Het aantal priesters, dat in deze
diocesen werd vermoord, schom
melt tusschen 40 en 70 procent.
Bijzonder tragisch is het feit, dat
op het eiland Minorca, waar op de
van „De Echo van het Zuiden".
3>
Ja, en ik heb hem toen gezegd,
dat ik hem zijn zin wou geven, als hij
mij meenam naar een open plek een
paar kilometer verder. Dat heeft hij
gedaan, en na de eerste ronde, waarin
we elkaar niet het minste letsel heb
ben kunnen toebrengen, stelde hij een
wapenstilstand voor en bood zijn ex
cuus aan; ja hij stond er zelfs op, dat
ik u zijne verontschuldigingen zou
overbrengen. Maar ik heb hem gezegd,
dat dit niet mogelijk was, daar ik u
hoogstens een minuut tevoren voor 't
eerst gezien had.
Als antwoord barstte het meisje in
een vroolijk lachen uit.
Neemt u mij niet kwalijk, ver
ontschuldigde zij zich, maar de ko
mische kant van deze zaak treft mij
zoo, dat ik.... dat ik.... het niet
helpen kan.
Mij ook. Wat is het gevoel voor
humor toch veel waard; het neemt
zooveel ruwe kanten van het leven weg
en hoe weinig menschen hebben het!
Tot hun nadeel, antwoordde zij.
En er volgde een pauze, waarin ze geen
1 van beiden wisten wat te zeggen. Hun
beider gedachten hielden zich met het
zelfde bezig en juist daarvoor durfden
ze er geen uiting aan geven. Het meis
je wilde weten, wie de ander was,
dorst het niet te vragen, daar ze bang
was er van verdacht te zullen worden,
dat ze zich aan hem wilde opdringen.
En hij wenschte haar naam niet te
vragen om niet den schijn te wekken,
dat hij een voordeel wilde slaan uit
den dienst, dien hij haar had bewezen.
Zij was de eerste die een eind aan dit
onaangename stilzwijgen maakte.
Deze zaak heeft ook nog een an
deren kant dan de lachwekkende, zei
ze. U heeft vandaag mijn leven gered,
wilt u mij niet zeggen wie u is?
Mijn naam heeft een zekere na
drukkelijkheid, vertelde hij, want ik
heet Halfont, ziet u, en toen hebben
ze mij ook nog Halfont gedoopt; ze
hadden mij veel beter John of zoo iets
als voornaam kunnen geven. Maar u
is hier zeker vreemd? ging hij voort;
u is hier zeker gelogeerd?
Nee, ik wij hebben hier ons
eigen huisje, een boerderij, hier vlak
bij. Wij, dat zijn mijn broer en ik.
Tusschen de boomen door kunt u het
huis zien liggen. Een ideaal plekje.
Halfont volgde haar blik.
O, bij de Bicksteds? zei hij, dan
hoef ik u niet te vragen of het u goed
bevalt.
Kent u ze dan? Wij ontdekten de
plek louter bij toeval, maar we zullen
er nu wel de rest van den zomer blij
ven; 'tis juist wat we zochten. Ik
schilder namelijk en m'n broer schrijft
ziet u? En juffrouw Bicksted is een
ideaal hospita.
Ja, het zijn beste menschen, hee-
le goede menschen, verklaarde Hal-
fontT. U kon het niet beter hebben ge
troffen.
Ze liepen naast elkaar voort en Hal
font dacht er niet aan, dat hun wegen
eigenlijk loodrecht op elkaar stonden.
Iets in haar blik, in haar wijze van
doen trok hem aan. En hij vroeg zich
af, hoe hij het klaar zou spelen de
kennismaking verder voort te zetten
zonder zich al te happig te toonen. Ze
had hem gezegd, dat zij en haar
l)roer den heelen zomer bleven. Hij
overwoog de heerlijke mogelijkheden,
tot een harde trek op zijn gelaat toon
de, dat hij zich ervan bewust was dat
de toekomst er wel eens minder roos
kleurig kon uitzien. Zijn metgezellin
praatte door over het weer, over de
mooie omgeving en hij bemerkte, dat
hij er met welgevallen naar luisterde.
Met een scherp oor nam hij elke into
natie, elke stembuiging waar en het
resultaat was erg naar zijn zin.
Kijk, wij zijn nu direct thuis, zei
ze eindelijk. U komt toch zeker wel
even binnen een kopje thee drinken,
meneer Halfont? U logeert hier ook
zeker ergens in de buurt?
Heel graag. Maar om het zoo uit
te drukken, bent u bij mij in het voor
deel.
Ze lachte.
Hoe heb ik dat kunnen vergeten,
maar onze kennismaking was ook wel
erg onofficieel, en zij bloosde een beet
je, wat haar in de oogen van Hal font
nog aantrekkelijker maakte. Mijn.
onze naam is Ingatrew.
Dien naam heb ik nog nooit ge
hoord, dacht hij en hij vroeg zich af
hoe haar voornaam wel mocht zijn,
maar dat had nog den tijd.
Ze staken nu een soort van pleintje
over, dat leidde naar een schaduwrij
ken weg. Aan den anderen kant hier
van stond een groote schuur, waarom
heen een tegelpad liep naar een stee-
nen landhuis. De koelte hier vormde
een sterk contrast met de warmte bui
ten.
De voordeur is aan den anderen
kant, zei het meisje, toen het hek ach
ter hen dichtviel, maar wij gaan altijd
dezen weg omdat men dan slechts
door één hek behoeft, tegen anders
twee, wat vooral met een fiets veel
gemakkelijker is. Maar ik zou haast
vergeten, dat u hier bekend bent.
Het geheele huis was met klimop be
groeid; het had een schuin dak en een
paar hooge schoorsteenen, en lag in
een hoekje van een reusachtigen moes
tuin. Een bloementuin was er niet,
maar wel waren hier en daar een paar
rozenstruiken, als roode plekken in 't
groen, terwijl op ongeregelde afstan
den verschillende andere sierplanten
stonden. Op een heeten zomermiddag
was het een lust voor de oogen. Op
enkele kilometes afstand verhief zich
de torenspits van het Gateminster-
klooster.
Ze gingen een vriendelijke, koele,
ouderwetsche kamer binnen. De zol
dering was zoo laag, dat niemand van
meer dan middelmatige lengte kans
liep zijn hoofd te stooten en aan het
andere eind van de kamer was een
antieke schouw. Aan de wanden hin
gen goede prenten en boven den
schoorsteen hing een groote jacht
hoorn.
Ik vind dit toch zoo'n aardige
kamer, zei de tijdelijke bewoonster,
terwijl ze haar hoed afzette. Halfont
merkte het ongedwongene van deze
beweging en het deed hem goed en
stelde hem op zijn gemak.
Ja, zei hij, en het is een goede
omgeving voor zijn bewoonster. U
moest uzelf eigenlijk eens in deze om
lijsting schilderen.
Ze keek hem verbaasd aan en glim
lachte. Halfont's gezegden hadden een
ietwat ruige oprechtheid, waar
door ze nooit banaal klonken.
Dat is een groote opdracht, lach
te ze. Waar zou mijn broer wel zitten?
Al hij thuis was, zouden we hem wel
boven hooren. Op dit oogenblik ging
de deur open en kwam de boerin m§t
een blad binnen. Ze scheen een beetje
verbaasd Halfont hier te zien.
Hoe gaat het er mee, vroeg hij,
toen zij elkaar een hand gaven. U be
hoeft ook niet bang te zijn dat het bij
u 's zomers leeg staat. De menschen
weten wel, dat ze het hier goed heb
ben!
U is wel vriendelijk, antwoordde
zij. En hoe gaat het met uw vader? Ik
heb hem in een heelen tijd niet gezien.
(Wordt vervolgd).
Wiahftjksclie en Langstraatsclie Courant,
r*JDOOBOAMN)
r^WMLWUK