Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
Buitenlandsch Nieuws.
95
„NOORD BfiABAND"
FEUILLETON
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen
EERSTE BLAD
JAAR
Croquetten
en Bitterbollen,
Automatiek PULLES-HEESBEEN.
De wereldpolitiek in een nieuwe phase.
DE BEDRIEGLIJKE GELIJKENIS.
NUMMER 5.
WOENSDAG 18 JANUARI 1939.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
DE OPMARSCH DER
NATIONALISTEN.
Vredesboodschap van Franco.
Op alle fronten wordt de opmarsch
van de nationalisten voortgezet. Ten
Westen van Barcelona is Bellprat het
eerste dorp en de gelijknamige provin
cie bezet.
Langs de kust bedreigen de nationa
listen Vandrell, dat omstreeks 60 K.M.
van Barcelona is verwijderd.
Een groote vraag is, of de republi
keinen den tijd zullen hebben zich te
hcrgroepeeren nu zij herhaaldelijk op
alle fronten worden aangevallen en
teruggedreven.
Generaal Franco beeft een oproep
gericht tot de Cataloniscbe bevolking,
waarin hij bun aanspoort de wapenen
neder te leggen, aangezien verder ver
zet toch nutteloos is. Franco biedt in
deze boodschap vrede en vergiffenis
aan, allen, die onvrijwillig of doordat
zij bedrogen zijn aan de zijde der roo-
den meevechten.
Op alle fronten moeten de republi
keinen terugtrekken.
Zeer gevaarlijk is de situatie voor de
linkschen in den sector van Vandrell.
De weg, die van Tarragona langs de
kust naar Vandrell loopt, is vol wa
gens en voetgangers. Daar de weg on
ophoudelijk door de rechtscbe vliegtui
gen wordt gebombardeerd, hebben de
republikeinen op vrachtauto's lucht
doelgeschut opgesteld, dat den aftocht
der militairen en burgers moet dekken.
De opmarsch der witten langs de
kust wordt, volgens Barcelona, tegen
gehouden, aangezien in de hergen
langs den weg troepen zijn verschanst,
die het oprukkende leger in de flank
zouden bedreigen.
Van linksche zijde wordt gemeld,
dat de strategische terugtocht van het
roode leger in Catalonië geschiedt op
vestigingslinies, die den aanvaller zul
len tegenhouden.
Gezien echter de verwarring en de
onrust onder de bevolking en het leger
is dit wel zeer onwaarschijnlijk.
Wie streden
Interessante bijzonderheden bevat
het rapport der internationale militaire
commissie, aan welker hoofd de Fin-
sehe generaal Jalander staat, over de
indeeling naar nationaliteit der niet-
Spaansche strijders aldus de Telegraaf.
Onder de reeds teruggezonden vrij
willigers van 29 nationaliteiten, die
aan republikeinsche zijde streden, be
vonden zich o.a. 46 Duitschers, 194
Italianen, 407 Engelschen, 2141 Fran-
schen, 283_ Polen, 584 Afrikanen, 347
Belgen, 115 Denen, 143 Nederlanders,
182 Zweden, 80 Zwitsers. Naast het
groote aantal Franschen (en de niet
onbelangrijke groep Duitschers en
Italianen) valt het naar verhouding
vrij groote aantal deelnemers van neu
trale zijde op. De Nederlanders waren
in de z.g. 11e brigade samengevoegd,
met Duitschers, Oostenrijkers, Zwe
den, Noren en Denen.
IN 41 MINUTEN VAN PARIJS
NAAR LONDEN.
De Spitfire-machine van de Britsche
luchtmacht, die op de Parijsche lucht
vaarttentoonstelling was tentoonge
steld is in recordtijd van Le Bourget
naar Croydon gevlogen. Het toestel
legde den afstand van ongeveer 340
K.M. af in 41 minuten, hetgeen neer
komt op een snelheid van bijna 500
K.M. per uur.
GRAAF CIANO DONDERDAG IN
JOEGOSLAVIë VERWACHT.
Naar het Duitsche N.B. meldt wordt
de Italiaansche minister van Buiten-
landsche Zaken, graaf Ciano, Donder
dag 19 Januari des morgens negen uur
op het station van Beli Monastir ver
wacht. Zooals bericht, zal de Italiaan
sche minister met den Joegoslavischen
premier en minister van Buitenland-
sche Zaken, Stojadinowitsj deelnemen
aan een jachtpartij, die te zijner cere
zal worden gegeven en twee a drie da
gen zal duren.
ENGELAND AANVAARDT GEEN
WIJZIGINGEN DOOR GEWELD.
Britsche nota aan Japan.
In een krachtige nota aan de Japan-
sche regeering heeft Engeland uiting
gegeven aan zijn ernstige ongerustheid
over de Japansche politiek in het Verre
Oosten. De nota, die door den Brit-
schen ambassadeur te Tokio, Craigie,
aan den Japanschen minister van
buitenlandsche zaken Arita, werd over
handigd, weigert de Japansche plannen
te accepteeren, welke betrekking heb
ben op de vorming van een econo
misch blok tusschen Japan, China en
Mandsjoekwo.
In haar argumentatie toont de nota
groote gelijkenis met die van de Ver.
Staten, welke op 31 December gepu-
Levensverzekering
1843
1938
GEEFT ZEKERHEID.
DOOR ERVARING STERK.
bliceerd werd. Men verneemt voorts,
dal men de nota te voren ter kennis
van Washington en Parijs heeft ge
steld en dat heide hoofdsteden haar
goedkeuring aan het document ge-
nechl hebben. Men verwacht uat
i rankrijk binnenkort een nota van ge
lijke strekking tot Tokio zal richten.
in de lirilsciie nota wordt verklaard,
dat de Engelsche regeering niet kan
inzien, hoe de verzekering van prins
Konoje, dat Japan niet naar landgewin
streelt, en de souvereiniteit van China
zal eerbiedigen in overeenstemming is
te brengen met de bedoeling van de Ja
pansche regeering om het Chineesche
volk gewapenderhand te dwingen
voorwaarden, welke medebrengen, dat
dit volk zijn politiek, economisch en
cultureel leven onder Japansche con
trole stelt.
Van haar kant wenscht de Britsche
regeering duidelijk te maken, dat zij
niet bereid is de wijzigingen te aan
vaarden of te erkennen die niet geweld
aangebracht zijn. De Britsche regee
ring-is voornemens aan de grondslagen
van het Negenmogendheden-verdrag
vast te houden.
I)E ACTIE VAN GRAMMENS.
Een verklaring in de gevangenis.
Omtrent de aanhouding van Gram
mens in verband met het overschilde
ren van Franschtalige naambordjes te
Leuven verneemt het D.v.N.B. en Z.:
Na een verhoor werd Grammens
naar de gevangenis teruggevoerd. AI-
KOMT EVEN SMULLEN.
uitsluitend van Ie kwaliteit
kalfsvleesch.
daar had hij een zeer lang onderhoud
met zijn raadsman mr. Van de Weyer
uit Leuven.
Aan zijn raadsman legde Grammens
ongeveer de volgende verklaring af:
Thans wordt onze strijd definitief
gewonnen ot verloren. Er is een grens
aan het geduld en zelfs regeeringsbe-
loften moeten uitgevoerd worden.
Voor mezelf vraag ik geen invrij-
heidsstelling. Ik ben bereid tot het
uiterste le volharden.
Thans moeten we:
1. de absolute eentalligheid van
Vlaanderen bekomen, doch niet alleen
uiterlijke eentalligheid, ook innerlijke
door volledige jsjplitsing Van de be
sturen;
2. volledige amnestie, niet voor mij,
doch voor talrijke medewerkers die
zoo zwaar werden getroffen en thans
opnieuw worden bedreigd.
Ik ben bereid alles op te offeren en
ik hoop dat iedereen op tijd en stond
zijn verantwoordelijkheid zal durven
dragen.
Het bezoek van Chamberlain en
Halifax aan Rome is achter den rug.
Er is veel over geschreven en vooral
tijdens hel bezoek las inen meerma
len, dal de besprekingen niet tot een
algeheele mislukking gedoemd waren,
maar juist hieruit concludeerde de
aandachtige lezer, dat ondanks de wer
kelijk hartelijke ontvangst die de Ita
lianen de Engelsche gasten hadden
bereid, het resultaat aanmerkelijk te
genviel. Chamberlain zal niet bemid
delen in de Italiaansche eischen.
De Italiaansche pers, die zoo'n lan
gen tijd bezig is geweest met het kran
tenlezende publiek in le prenten, dat
het het goede recht is van Italië om de
bedoelde gebieden in bezit te nemen en
het voor den vrede noodig is, ja, men
beweerde zelfs, dat Tunis, Corsica en
Djziboeti een levensbehoefte voor Italië
waren, heeft haar activiteit weer op
een ander onderwerp gericht, maar
angstvallig zorgt zij er voor, dat het
kwade bloed, dat zij tegen Frankrijk
heeft gezet op zijn plaats blijft. Het
van „De Echo van het Zuiden".
13)
Haar toon was sympathiek en in
nemend. Ze gingen de groote brug
over, de spoorbaan over en reden de
eenige straat van Plover Green door.
Laten we den weg langs 't kloos
ter gaan, zei Halfont. Die is langer,
maar ook beter en ik wou je nog wat
zeggen. Heb je er bezwaar tegen?
Nee, ik vind het goed.
Weer reden ze onder statige eiken,
door welige landerijen. De weg scheen
verlaten in de avondschemering. Toch
zeiden ze geen van beiden iets, totdat
Hal font op een voor hem karakteris
tieke manier de stilte verbrak.
We hebben elkaar den laatsten
tijd vaak gesproken, Agnes, begon hij.
Het ontging haar niet, dat hij haar
nog steeds met, schijnbaar zonder het
zelf te merken, bij haar voornaam
noemde.
Ja, dat hebben we, was alles wat
ze antwoordde en wat ze voelde wat
nu gebeuren ging, was geen heel groo
te verrassing voor haar, daar ze een
^■v rouw was en geen domme vrouw bo
vendien en ze hoopte maar, dat haar
stem gewoon geklonken had.
Vindt je dat we elkaar al genoeg
gezien hebben?
Ze lachte zachtjes.
Ik niet, maar ik kan niet voor
anderen instaan.
We hebben elkaar den laatsten
tijd vaker ontmoet, dan andere men-
schen in jaren, ging hij, vlugger spre
kend, door. Geloof je, dal deze proef
voldoende is, om in de toekomst nog
meer bij elkaar te zijn en dat ons leven
lang?
Ze bloosde en sloeg haar oogen neer,
maar haar hartZe dacht, dat hij
het in de stilte als een groote trom
moest hooren kloppen. En haar in
stinct zeide haar te antwoorden: Na
tuurlijk vind ik dat.
Zelden werd een meisje zoo weinig
in den vorm ten huwelijk gevraagd.
Ze reden op den gladden weg rustig
naast elkaar voort. Ze omhelsden el
kaar niet, ze deden er zelfs geen po
ging toe. Maar de houding en de blik
van den man naast haar, vergoedden
dit volkomen en toch was het haar
niet mogelijk te antwoorden.
Ik weet hel niet, zei zij eindelijk.
Wij hebben elkaar vaak gezien, maar
zooals je zegt pas sedert zoo'n korten
tijd. Ben je wel zeker van je zelf en
weet je zeker, dat je meent, wat je
zegt? Wij zijn zoo onverwacht samen
gekomen en misschien had ik mij ook
wel wat meer aan de algemeen gelden
de regels voor den omgang moeten
houden, maar dat kan ik nu eenmaal
niet. Ik weet niet, hoe
Dat is nu juist één van de din
gen, die mij in jouw aantrekken, viel
hij haar in de rede.
Het is aardig van je, om dergelij
ke aardige dingen op zoo'n aardige
manier te zeggen, zei ze met een van
haar liefste glimlachjes. Maar je moet
niet vergeten, dat dit van het grootste
gewicht is. Ik kan hier niet zoo over
haast op antwoorden. En ik ben dat
ook niet van plan.
Haar oogen, haar heele gezicht wa
ren n,u heel zacht en heel bekoorlijk.
Toen hij dat zag, steeg Halfont het
bloed met stroomen naar de wangen,
want hij merkte dat hij terrein won.
Ik zal je niet overhaasten, zei hij.
Ik zal je ruimschoots de gelegenheid
geven, om mijn slechte kanten te lee-
ren kennen.
Die zal ik niet zien, want die zijn
er niet, antwoordde zij. Zullen we hel
"daar voor het oogenblik bij laten?
Ik geloof dat ik nu zooiets zou
moeten zeggen van „in geen geval",
maar ik ben oud en wijs genoeg, om
dat niet te doen.
Wijs genoeg ook? vroeg zij met
een ondeugenden lach.
Waarom niet? Ik heb voldoende
ondervinding, doordat ik heel wat
vrouwen ontmoet heb. Maar ik heb
nooit eerder den minsten lust gevoeld
met een van allen mijn verdere leven
te slijten.
Ze kon zich dat wel indenken. Deze
primitieve, eenigszins exotische wijze
van ten huwelijk gevraagd te worden,
mocht Agnes Ingatrew wel. Misschen
wel voornamelijk, omdat hij zich zoo
in 't geheel niet aan conventies stoor
de, en ook omdat hij zoo krachtig op
trad. Ze kon in de ziel van den man
naast haar lezen als in een opengesla
gen boek. En ze zag daar, dat hij zich
niet anders voor wenschte te doen, dan
hij was.
Ze vervielen allebei weer in hun
vroeger stilzwijgen. Toen de witte weg
wijzer midden in Coltfield, met zijn
armen naar de verschillende richtin
gen uitgestrekt, in zicht kwam, zei
Halfont:
Ik zou zoo graag met je meegaan,
Agnes. Ik zal het niet meer hebben
over wat we zoo net bespraken
tenzij jij liever had van wèl. Maar als
we nu uit elkaar gaan, zal ik mij den
heelen avond zoo beroerd alleen en
ongelukkig voelen.
Arme jongen! Natuurlijk mag je
vanavond hij ons blijven, als je niet
tegen den rit zoo laat op den avond op
ziet.
Toen ze bij de boerderij kwamen,
slond Paul Ingatrew over een hekje
geleund een pijp te rooken.
Hallo, Halfont, hoe gaat het er
mee? Jij blijft toch zeker een stukje
eten? en, zichzelf in de rede vallend,
riep hij uit:
Zeg Agnes, je hebt wat verloren!
Wat? O, ja, natuurlijk!
Het gesprek op den weg naar huis
had haar gedachten heelemaal van
haar v.ernielde vouwstoeltje en ezel
afgeleid, maar Paul had dadelijk ge
zien, dat zij ze niet bij zich had. Nu
het te laat was bedacht Halfont zich,
dat hij van plan was geweest, Agnes
te vragen, met geen woord over de ge
beurtenissen van dien middag te rep
pen in elk geval denzelfden avond
nog niet, want hoe aangenaam hij het
ook vond, dat hij haar uit hare be
narde positie had weten te redden, zag
hij er tegen op, er over te hooren spre
ken. Nu legde hij zelf, onverschillig,
uit, wat er gebeurd was.
We hadden een meeningsverschil
met een stier, die door de warmte be
vangen scheen, Ingatrew, zei hij, en
we moesten den ezel en het stoeltje
prijs geven, om ons een veiligen af
tocht te verzekeren.
Allemachtig! Waar was dat? En
hoe kwam het? Vertel toch verder! zei
Paul, een en al belangstelling,
j Bij Canonbury. We dachten een
korteren weg over een wei te kunnen
nemen, maar onverwachts kwam er
een stier te voorschijn. Met als gevolg
een vlucht en achterlating van de ba
gage in handen van den vijand. Toen
wij het laatst omkeken, was meerge
noemde vijand bezig er brandhout van
te maken. En hoogstwaarschijnlijk is
hij op het oogenblik bezig dat brand
hout weer tot splinters te verwerken.
Het was alles voor Paul een groot
raadsel. Hij zag hoe Halfont zijn zus
ter met een gemaakt ernstig-gezicht
aankeek, en hoe deze, dit teeen begrij
pend, glimlachte. Hij besloot, later te
trachten, van haar meer te weten te
komen. En hel was misschien wel
weer iets, dat hij voor één van zijn
verhalen kon gebruiken. En hij de ge
dachte aan zijn verhalen, kwam hij
meteen op iets anders.
Ik heb vanmiddag geluk gehad,
Agnes, zei hij, één verhaal is aange
nomen en ik kreeg nog een opdracht
ook. Maar komen jullie toch binnen,
want ik heb een honger als een paard.
(Wordt vervolgd).
De Echo van het Zniden,
Wialwyksclie tn Langstraatscke Courant'*
si.: