Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen; 95 „NOBBB-BRABARB" mm AKKERTJE FEUILLETON Dit nummer bestaat uit Drie Bladen EERSTE BLAD JAAR Sombere dagen voor Europa. Croquetten en Bitterbollen, Automatiek PULLES-HEESBEEN. DE BEDRIEGLIJKE GELIJKENIS. NUMMER 8. ZATERDAG 28 JANUARI 1939. 62e JAARGANG. A Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever. Abonnementsprijsper 3 maanden 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën; 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. S 4 EEN VECHTLUSTIGE PACIFIST. Als politieke collectieve werkgemeen schap is de Volkenbond een trieste schim van zichzelf geworden, zoo schrijft het „Handelsblad „Of hij er nog eens in zal slagen om boven de diepe depressie waarin hij is ver zonken -uit te komen, z^l afhangen van de volken zelf, en of zij tesamen al dan niet inhoud willen geven aan zijn be ginselen. Maar als „research laborato rium waar feiten verzameld worden, gerangschikt, geregistreerd en gepubli ceerd, verricht Genève nog steeds be langwekkend werk. Het houdt de we reld als het ware een rolprent voor van hoe het niet moet. Misschien dat die wereld op een goeden dag ook zal lee- ren zien". Twee recente volkenbondspublica ties trekken door haar scherpe con trasteering de aandacht. De eene is de veertiende jaargang van het militaire jaarboek. Óp de rolprent ontwikkelt zich het beeld van den huiveringwek- kenden bewapeningswedloop, opwin dender dan de felste zesdaagsche, maar ook duurder, vernietigender, eindeloo- zer enhopeloozer. Een wereld, krakend onder econo mische depressie, verstarden ruilhandel, verstopt kapitaalsverkeer, autarkische verarming en uitholling, geeft in 1938 voor een waarde van bijna 10 milliar- den goud-dollars uit aan bewapening, d.w.z. \]/2 milliard meer dan in 1937, dat een jaar leek te worden van op gaande conjunctuur, die zich evenwel niet wist door te zetten. In de vijf jaren vóór de mislukte ontwapenings conferentie van 1932 gaf de wereld, on danks het feit. dat zij in 1928 door de economische wereldcrisis werd over vallen, bijna 21 milliard goud-dollars aan bewapening uit. In de vijf jaren na de mislukte ontwapeningsconferentie van 1934 tot en met 1938 verhoog de zij dit bedrag met meer dan de helft tot 33 milliard. Europa, ons oude en veelgeplaagde continent, geniet, de twijfelachtige eer, het leeuwendeel hiervan te dragen. In 1938 nam het ruim 72 pCt., of bijna 7 van de totale 10 milliard goud-dollars aan bewapeningsuitgaven voor zijn re kening. En in de wereld als geheel zijn het natuurlijk de groote mogendheden, die de zwaarste porties hebben bijge dragen. Naai; berekening hebben Engeland, Frankrijk, Italië, Duitschland, Amerika, Japan en Rusland in de tien jaren van 1929 tot f938, dus van het begin der economische crisis, tezamen 41 milliard goud-dollars aan bewapening uitgege ven tegen bijna 15 milliard voor de overige 57 landen der wereld. En vandaag voelt een ieder zich on veiliger dan ooit, en wordt allerwegen gezocht naar nieuwe bolwerken, mili tair, economisch-strategisch, georgra- phisch-strategisch om toch maar ver schanst te zijn als de catastrophe komt. CRITIEK DER PERS. De officieele instanties te Berlijn ont ketenen plots zooals men daar véél plots en onverwachts ontketent een actie tegen Nederland, waarvan de be doeling nog niet duidelijk is. 't Is of men voorwendsels zoekt om het Nederlandsche volk en de regee ringja wat eigenlijk. Men herinnert zich de gaatjes en ko geltjes-geschiedenis in Amsterdam en Den Haag, de officieele protesten, het brute geschrijf over Nederland in de Duitsche pers. In de eerste plaats schijnt het verlan gen voor te zitten om de critiek der Ned. bladen op zekere Duitsche toe standen te smoren. Onze pers wordt be schuldigd anti-Duitsche campagne te voeren. Is dat zoo? Er is en wordt zeer zeker critiek uit geoefend op zekere practijken in Duitschland, gelijk er critiek wordt uit geoefend op daden der Hollandsche re geering. Maar daarom behoeft men nog niet anti-Duitsch te zijn. Als men een overval op kleine mo gendheden als Oostenrijk en Tsjecho- Slowakije afkeurt, als men de joden vervolging niet goedkeurt, als men overtuigd is dat de christelijke bescha ving, de katholieke en protestansche kerken aanspraak hebben op hare rechten en als die worden overtreden of vertreden, door wie of waar ook, dan heeft de pers en elkeen het recht op protest en critiek. Noch Duitschland, noch het Duit sche volk, noch zelfs de nazi-partij als politiek instrument vinden daarom hier als zoodanig bestrijding. Het gaat hier vooral om het algemeen mensclrelijk en goddelijk recht van vrij heid van geweten en godsdienstige overtuiging. Het is zoo jammer, dat op difr terrein geen recht, of laten we 't zachter uit drukken, schikking of bevrediging mo gelijk blijkt, waar er op ander gebied ook zeker goeds te constateeren valt. Levensverzekering 1843 1938 GEEFT ZEKERHEID. DOOR ERVARING STERK. Slechts enkele maanden is het gele den, dat de moede wereld verademde door de overeenkomst van München, nog slechts enkele maanden is het geleden, dat de mannen afscheid namen van hun vrouwen en ver looiden en weer na enkele maanden van betrekkelijke rust komt het oorlog,gevaar naderbij. De toestand wordt weer kritieker. De politieke hemel is na München niet heelemaal zuiver meer geweest, maar de ver schillende wolken, die de vredeszon verduisteren vloeien thans samen tot een groote grauwe compacte massa. De pers gaat tekeer en hitst de menschen op. Met groote koppen houden zij de lezers de grootste leugens als waarheid voor, de ef fecten lijden aanzienlijke koersver liezen, de verschillende valuta zijn zeer onstabiel, diplomaten reizen en trekken en de hemel wordt steeds donkerder. Loodzwaar hangt deze, donkere lucht boven het uitgeputte Europa en weinig is er meer noodig om het groote onweer te doen los barsten. De geheele wereld leeft tegen woordig in een gevaarlijke oorlogs mentaliteit en helaas trachten de verschillende kranten in zekere sta ten die mentaliteit levendig te hou den, maar juist deze mentaliteit is het die voor den vrede het groote gevaar vormt. Natuurlijk, de toestand geeft inderdaad reden tot ongerustheid, maar wanneer men bedenkt, dat de wereld den laatsten tijd aan ernstige schokken gewend is en de vrede bewezen heeft heel goed tegen een stootje te kunnen, dan komt men te genover deze oorlogsmentaliteit een beetje critischer te staan. De vraag of de verantwoordelijke staatslieden werkelijk oorlog wenschen, laten we in het midden, maar wanneer men bedenkt, dat zij allen ook geleefd hebben in en met den wereldoorlog dan moet men toch gelooven dat zij moeten terugdeinzen voor deze ontzaggelijke verantwoording. Wat het volk van den oorlog KOMT EVEN SMULLEN. uitsluitend van Ie kwaliteit kaifsvleesch. denkt behoeft welhaast geen nader betoog. Geen enkel volk wil oorlog. Sommigen kunnen wel krijschen en schreeuwen en vooral jongeren kunnen hieraan meedoen, zij kunnen met vuur spelen, maar wanneer de toestand werkelijk kritiek wordt en een wereldbrand onvermijdelijk blijkt, dan trekken ook zij zich terug. Een overduidelijk bewijs hier voor is wel de jongsteSeptember crisis geweest, toen ook de houding Neem dadelijk 'n als Ge U grieperig voelt. Wacht niet totdat die besmetting de overhand krijgt. Ga naar bed en neem nog 'n "Akkertje". Die griep zet dan niet door en morgen zijt ge weer „fit". Per koker van 13 stuks - 12 stuivers. Per doos van 2 stuks - 2 stuivers. van „De Echo van het Zuiden". 16) Na de lunch, die ze tamelijk zwijg zaam gebruikten .gingen ze naar de rookkamer, die evenals de eetzaal bij na verlaten was. Het is hier nog vreeselijk leeg, was dan ook het eerste, wat Paul zei, nadat ze naar binnen waren gegaan en dan zoo laat in den zomer. O, daar is tenminste iemand. Hallo.... Forman. De aangeroepene draaide zich om en kwam naar hem toe. Ben jij Weer eens in Londen, Ingatrew? zei hij en tege lijk wierp hij een blik, die de grootste verbazing uitdrukte, op Halfont. - Laat ik jullie even voorstellen, mr. Halfont, mr. Forman. Mr. Forman hoog een beetje stijf en onhandig en -scheen toen al zijn moed tfe verzamelen, om in het gezelschap van Halfont en Paul Ingatrew te blij ven. Als Halfont iets ongewoons over kwam, had hij een bizondere manier van kijken, die de meeste menschen, die dit van hem kenden, voor een be wijs van ongerustheid hielden. Op dat oogenblik kwam weer diezelfde uit drukking op zijn gezicht, als gevolg van een gedachte, die hem plotseling door het hoofd schoot, maar zoowel de vreemdeling als Paul hielden het voor een gevolg van den indruk, dien mr. Forman op Halfont maakte. De eerste zeker. Een heelen tijd geleden dat wij elkaar voor het laatst zagen, hè? be gon Forman merkbaar zenuwachtig. Is u al lang weer hier? Neen, nog niet zoo heel lang, zei Hallont, die aan heel andere dingen dacht, verstrooid, maar de beide ande ren hielden de eigenaardige manier, waarop hij zich gedroeg, voor een ge^ volg van deze ontmoeting. Toch toevallig hè? zei de ander. Nog steeds met zijn gedachten bij andere zaken, stemde Halfont toe. En de ander begon druk tegen Paul te praten, maar onophoudelijk keek hij, met iets angstigs en gejaagds in zijn blik, naar Halfont. Deze, voor zoover hij Forman een enkele gedachte waard vond, had hem ingedeeld in de groep van de gewone, weinig beteekenende menschen, maar als hij alles geweten had, zou hij den toestand op 't oogen blik verre van gewoon gevonden heb ben. Spoedig stond hij op. N.u, Inga trew, ik heb nog een paar dingen te doen. Ik zie je dan wel om«5.40 aan Victoria station? Goed. Tot straks dan. Nadat Halfont vertrokken was, ble ven de twee mannen een tijdje zonder een woord te zeggen zitten, tot Paul eindelijk vroeg: Hebben jullie el kaar vroeger al eens ontmoet. Waar ergens? O, in Natal. Enik krijg zoo den indruk, dat jullie geen erge dikke vrienden wa ren. Hm. Neen.... het is toch een kleine wereld en een rare. En er zijn nog wel vreemdere types dan je vriend, maar toch niet veel. Och, ik vond Halfont een heel geschikte vent, heel wat geschikter dan de meeste menschen, zei Paul. Hij mocht Halfont vrij wat liever dan For man. Noemt hij zich tegenwoordig Halfont? Zoo noemt hij zich niet, dat is zijn naam, was het antwoord, dat veel op een snauw leek. Zijn vader heeft een landgoed, in de buurt, waar wij dezen zomer logeeren. Een aardige man, maar een beetje menschenschuw hij komt tenminste niet veel in gezel schap. Maar wat is er eigenlijk? Als hij maar een kleine mogelijkheid zag om stof voor een novelle op te doen, moest hij het naadje van de kous weten. Niets eigenlijk, maar wat ik vra gen wilde, woont hij daar met zijn vrouw? Zijn vrouw? Ik moet je zeggen dat ik er niets van begrijp. Ik zou alleen wel eens willen weten hoe zijn vader haar vond, als hij haar bij zich had. Maar Halfont is heelemaal niet getrouwd, antwoordde Paul met een gevoel, alsof hij een klap op zijn hoofd gekregen had. Loop naar de maan met je Hal font de kerel, die daar zoo nel zat, heeft een vrouw. en wat voor één! Zeg, Forman, ben je er zeker van dat je je niet in den persoon ver gist? Het gebeurt wel vaker, dat twee mensehen sprekend op elkaar lijken. Ben je wel zeker van je zaak? Zeg, ik zit hier niet maar wat te kletsen. Als ik een gezicht één keer gezien heb, dan vergeet ik het nooit meer. En dan zijn lengte, zijn stem, zijn heele manier van doen. Hij is het. Absoluut. Zag je zijn gezicht niet, toen je mij voorstelde? Paul verbeelde zich ook, dat hij Halfont wat angstig en verlegen had zien kijken. Je zegt, dat Halfont zijn naam niet was. Onder welken naam heb jij hem dan gekend? Harland. Harvey Harland. Ik ver zeker je, dal hij daar in Natal bekend isBeter bekend dan vertrouwdMaar hij is een kennis van jouw, dus ik zal er niet verder over spreken; ik wil je alleen maar waarschuwen dal je voor zichtig moet zijnLuister naar mij en wees op je hoede! HarlandHarvey Harland, herhaalde Paul binnensmonds, Hal font Halfont. Allebei alliteratie. Nu ja, een kennis van mij, vervolgde hij hardop, maar ik weet toch eigenlijk niet veel van hem. En als jij meer van hem afweet, zie ik niet in, wat er tegen is, dat je mij dat vertelt. Ik geloof dat hij jouw eens ie pakken heeft gehad, dat je zoo gebeten op hem bent! De ander glimlachte veelbeteeke- nend. Mij te pakken gehad? Ik geloof niet dat er iemand was, die hij niet te pakken heeft genomen. En dat niet alleen! Ieder daar weet, dat, als de waarheid te bewijzen was, Harland al lang geleden gehangen zou zijn. In den oorlog heeft hij eens op één van de in tendance-officieren geschoten; daar na kneep hij er tusschen uit. En wat weet je nog meer van hem, drong Paul aan. Nee, ik heb geen tijd meer, zei de ander met een blik op de klok. Ik moet mijn trein halen; een andere keer vertel ik je wel meer! Paul was volkomen onthutst. Had Forman niet gezegd dat hij getrouwd was? Zijn lust tot avontuur kon Paul hem nog wel vergeven, maar het was onvergevelijk, dat Halfont al dien tijd verzwegen had dat hij getrouwd was. Hoe moest hij nu met Agnes aan? Neen, als alles wat Forman gezegd had, waar was en Paul was maar al te zeer geneigd dat te gelooven dan stond hem geen aangename taak te wachten! Halfont was op tijd aan het station, maar wie ook kwam, Paul niet. Enfin, je kón op Paul ook nooit aan! Mis schien was hij op het laatste oogenblik weer een kennis tegengekomen en aan den praat gehouden. Veel notitie nam Hal font van het geval niet. (Wordt vervolgd). De Echo van hei Zuiden, Waalwybsche en Langslraatscbe Courant* ntOOOBiMJWïl) RAP AN TIP Wij garandeeren de goede U A li H11 I IL werking van „AKKERTJES", want ze bevatten een bijzondere comb na tie van uiterst geneeskrachtige stoffen, volgens recept van Apotheker Dumont.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 1