Buitenlandsch Nieuws.
abdijsiroop
E VOETZOEKERS
Zaterdag 4 Februari 1939 No. 10
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
De grenzen der Vereenigde Staten liggen
in Frankrijk.
Dij zoon
verouderde
ho es t
dien Amerika voornemens is, Enge
land en Frankrijk te bieden in geval
van een conflict met de autoritaire
staten.
De „Nachtausgabe" haalt Roosevelts
uitlating „Amerika's grens ligt aan
den Rijn" aan en noemt het optreden
van den Am rikaanschen president
een „ongelooflijke opruiïngsactie na
de vredeswil van Hitier."
ENGELAND IN STAAT LANG-
DURIGEN OORLOG TE WINNEN.
Rede van Britschen minister te Parijs.
Woensdagavond is ter eere van den
Britschen minister van onderwijs,
Delawarr, een diner aangeboden, hij
welke gelegenheid de minister een
redevoering uitsprak, waarin hij o.m.
aeide, dat Engeland vastgeslotèn is
het tempo der bewapening te versnel
len. Want aldus spreker, wij zijn er
van overtuigd, dat onze eenige hoop,
niet alleen om den oorlog te winnen,
maar ook om hem te verhinderen, ge
legen is in de kracht van de naties,
die den vrede liefhebben.
Spreker verklaarde verder niet te
gelooven aan de doeltreffendheid van
een „knockout" in de lucht. Hij zeide
ervan overtuigd te zijn, dat Enge
land in staat is, een langdurigen oor
log te winnen. Tenslotte verklaarde
Delawarr, dat, wanneer Frankrijk en
Engeland verplicht zouden zijn, in een
conflict te treden, de beide landen,
verecnigd zij aan zij, niet alleen zou
den opkomen voor de verdediging van
hun gemeenschappelijke belangen,
maar tevens \oor het behoud van hun
op de vrijheid gebaseerde cultuur.
DE SAMENWERKING VAN
ENGELAND EN PORTUGAL.
Onder-minister Butler heeft in
antwoord op een vraag in het Lager
huis verklaard, dat de regeeringen
van Engeland en Portugal het er over
eens zijn, da' de Britsche militaire
missie in Portugal, welker arbeid
thans geëindigd is, de vriendschap en
de samenwerking bij de verdediging
heeft bevorderd. Beide regeeringen
staan voortdurend in nauw contact
der getroffen regelingen zou echter
niet in het openbaar belang zijn.
DUITSCHE VERSTERKINGEN
IN HET WESTEN.
Luitenant-generaal Kitzinger, bevel
hebber van de luchtverdedigingszone
West, publiceert in de Wehrmacht een
artikel, waarin hij begint met te wij
zen op de beteekenis van de samen
werking tuss -hen het leger en de
luchtmacht. In Duitschland behooren
hel luchtdoelgeschut en de strijd
krachten in de lucht tot één organi
satie. Het denkbeeld om dadelijk aan
de grens een eventueelcn tegenstander
af te weren hetwelk in de versterkin
gen aan de Westgrens tot uiting
komt, kon slechts onvolledig worden
verwezenlijkt,' indien men het niet
tevens toepaste op de verdediging in
de lucht. Aanvallende luchtstrijd
krachten mogen voortaan niet'meer
is oppassen gebo
den. Bestrijdt het
chronisch worden,
gebruik de beste
samenstelling, die
vereenigd is in de
thans verstèrkte
Akker's Abdijsiroop.
AKKER
BR 'S v&ist&ifcbe
Deze week is een week geworden van
belangrijke redevoeringen. Hitier en
Chamberlain hebben beiden naast hun
redenaarstalent ook nog hun vredes
wil de wereld getoond. Hitier heeft
geen oorlogsplannen, maar indien
Italië in het nauw komt, zaL Duitsch
land de eerste zijn, die den blanken
broeder ter hulp snelt. Ook Italië heeft
echter geen kwade bedoelingen, al
thans dat zou men rederlij kerwijze
uit de perscommentaren op Chamber
lains bezoek aan Rome kunnen con-
cludeeren. Wat is er dan eigenlijk aan
de hand? Volgens bovenstaande is de
toestand heel eenvoudig en is er niets
verontrustends.
Het feil, dat Hitier zich echter in
zijn rede, zoo overduidelijk achter
Mussolini heeft gesteld is van groot
gewicht en zal niet nalaten invloed uit
le oefenen op de algemeene buiten-
laiidsche politiek. Chamberlain heeft
gezegd, dat het slechtste wat men kan
doen is, te zeggen, dat men iemand
niet vertrouwd, hetgeen dus neerkomt
aan het twijfelen van Hitler's woor-
den, ook al heeft het verleden hiertoe
*"alle aanleiding gegeven.
Maar niemand zal twijfelen aan Hit
ler's woorden betreffende de hulp, die
men op het Italiaansche schiereiland
van hem mag verwachten, wanneer 't
soms mis mocht loopen. Deze verze
kering is een sterke steun in de rug
van Mussolini. Het is begrijpelijk, dat
deze zich thans nog veel sterker zal
voelen, vooral nu ook de burgeroorlog
in Spanje zoo goed als zeker in zijn
voordeel zal eindigen. De „as" wordt
wel heel sterk; Duitschland, Italië,
.lapan en Spanje, hoewel dit laatste
land de eerste jaren genoeg aan zich
zelf zal hebben, is voorwaar een
coalitie, die niet te onderschatten is.
Hierin zal wel de oorzaak schuilen,
waardoor de buitenlandsche politiek
van Amerika zoo lijnrecht aan het
keeren is.
Amerika heeft in den wereldoorlog
gemerkt, wat het zeggen wil zijn hand
te steken in het Europeesche wespen
nest en daardoor was de politiek van
isolatie, die deze groote democratie al
jaren aan den dag legde zeer goed te
begrijpen. Lange jaren heeft men in
Amerika hoofdschuddend naar het
oude Europa gekeken, waar mejn el
kaar in de haren vloog om de niettig-
ste onbenulligheden en met haar jonge
wijsheid prezen zij hun statenbond,
waarin zooiets niet voor kwam. Maar
het bleef, bij kijken. Men waagde het
schijnbaar niet om nogmaals de vin
gers te branden.
En zoo bleven de Amerikanen de
toeschouwers van het voorspel, maar
dan geen vermakelijk voorspel, van
het Europeesche stierengevecht.
In de bewuste September-dagen
echter werd dit voorspel wel wat al le
erg, en vader Roosevelt liet zijn waar
schuwende stem hooren. Toen is de
kentering in de Amerikaansche bui
ten landsche politiek het eerst weer
aan den dag getreden, en sindsdien
werden de Europeesche vraagstukken
niet een nog intensere belangstelling
gevolgd.
Naarmate de samenwerking tus-
sclien de totalitaire staten beter werd
en zij hun invloed in Centraal Europa
meer uitbreidden werd de Amerikaan-
sclie interesse voor Europa grooter.
Indien de „as" toch, uiteindelijk
er in mocht slagen de scepter op het
oude werelddeel te zwaaien, zouden
de Amerikanen ongetwijfeld de eer
sten zijn, die hiervan het nadeel zou
den ondervinden.
Roosevelt heeft dit zeer juist inge
zien en in dit verband is hij er dan
ook op gekomen op niet een variant
op Baldwin te zeggen, dat de grenzen
van de Vereenigde Staten in Frank
rijk liggen, waaruit men vrijelijk mag
concludeeren, dat wanneer de Fran-
sclie gonzen doo de „as" bedeigd zou
den worden, Amerika deze zal ver
dedigen met geheel haar groote
kracht.
De „as"-genoten hebben van deze
mededeeling ongetwijfeld met verba
zing, maar opk met verbittering
kennis genomen. Zij hadden ver
wacht, dat de les, die Amerika geput
heeft uit de ervaringen in Europa vol
doende zou zijn, om voorgoed van
dezen lastpost af te zijn. Er is echter
een klink in den kabel gekomen van
deze lieden en hierdoor is het te voor
zien, dat voortaan de politiek in
Europa sterk zal worden beïnvloed
door de machtige democratie aan den
overzijde van Oceaan, ongetwijfeld
tot een meer doeltreffend behoud van
den vrede tusschen de twistende broe
ders in Europa.
PRESIDENT ROOSEVELT
SPREEKT KRACHTIGE iTAAL.
De New Yorksche ochtendbladen
melden, dat president Roosevelt in
een conferentie met de Senaatscom
missie voor militaire aangelegenheden
verklaard zou hebben, dat „in geval
van oorlog de grenzen der Ver. Staten
in Frankrijk zouden zijn."
De Herald Tribune te New York
meent te weten, dat president Roose
velt (ie Senaatscommissie voor mili
taire zaken te verstaan zou hebben
gegeven, dat er reeds nauwkeurige re
gelingen en positieve overeenkomsten
zouden zijn tusschen de Ver. Staten
en dd Europeesche democratieën. Vol
gens dit blad zou de President hebben
verklaard: „De verantwoordelijke
mannen, die aan het hoofd staan der
Europeesche democratieën, kennen
mijn houding."
Het blad deelt eveneens mede, dat
Roosevelt daaraan zou hebben toege
voegd, dat de Ver. Staten klaar moe
ten zijn om de regeeringen van Frank
rijk en Groot-Britannië in geval van
oorlog in Europa te hulp te komen.
Hij zou gepreciseerd hebben, dat de
Ver. Staten er zich op moeten voor
bereiden de democratie te helpen in
geval van een aanval van de zijde der
combinatie Rome-Berlijn-Tokio, dooi
den democratieën de noodige wape
nen te verschaffen, op voorwaarde dat
zij contant betalen.
Reactie van de Duitsche pers.
Heftig reageert de Duitsche pers op
de verklaringen, welke president Roo
sevelt voor de militaire senaats-com-
missie heeft afgelegd over den steun,
over defensiekwesties van gemeen
schappelijk belang. Het bekend maken
anders kwamen ze veel te laat en wer
den hun moeders ongerust. Zo bleef
.Jaap met nog 'n paar getrouwen over.
Hansje, die niet eens erg had moeten
lachen 0111 de voetzoeker en de schrik
van dien meneer en het meisje, ging
nu ook naar huis. Als de andere jon
gens weggingen, durfde hij ook wel.
Toen Jaap en zijn vriendjes een
heel eind gelopen hadden, kwamen ze
in 'n vrij cirukKe straat. Er liepen veel
mensen. Dames met boodsciiappen-i
tassen, heren op de tiets, die van Hun
kantoor kwamen en nu vlug naar huis
reden en jongens en meisjes, die met
hun schooltassen zwaaiend, druk pra
tend langs de winkels liepen.
De jongens kwamen uit een klein
zijstraatje. Het was een heel nauw
straatje, waar niemand te zien was.
Op de hoek, in de grote straat, stond
een politieagent. Hij keek naar hel
verkeer en hij hoorde de jongens niet
komen. Heel zachtjes slopen ze dich
terbij. Jaap haalde een voetzoeker te
voorschijn. De andere jongens letten
op of er niemand langs kwam, want
het was even een beetje stiller bij hun
straatje.
„Gauw Jaap, gauw!" zei Flip op
eens. „Daar komen mensen van de an
dere kant. Vlug anders zien ze het!"
Jaap greep een lucifer en stak*de
voetzoeker aan. Met een reuze knal
sprong hij uit elkaar! De agent maak
te een luchtsprong en draaide zich
heel vlug om. Hij stootte daarbij met
zijn arm tegen een oude dame aan, die
juist kwam aanlopen en die ook al
erg geschrokken was. Niemand be
greep hoe het zo gauw gebeurde maar
de dame viel op de grond en bleef lig
gen.
Intussen renden.de jongens al weg,
maar de agent greep nog juist Roel
bij zijn mouw. Roel riep hard: „Jaap,
Bob, help me!" Toen de jongens dat
hoorden draaden ze zich om en even
later kwamen ze terug. Ze wilden hun
vriend niet in de steek laten. Nu pas
zag de agent de oude dame, die op de
grond was gevallen en waar nu al een
paar mensen omheen stonden. Iemand
probeerde haar op te helpen, maar ze
kon niet staan.
„Mijn been doet zo'n pijn", zei ze,
terwijl ze door een paar mensen op
werd gehouden. Toen kwam iemand
naar voren en voelde eens aan haal
been. „Ik ben' dokter" zei hij. „Bei
gauw een auto op, want haar been is
gebroken
Jaap, die angstig had geluisterd
werd bleek van schrik, toen hij dat
hoorde. De agent had Roel nog steeds
bij zijn mouw vast en met zijn andere
hand hield hij nu ook Jaap vast. Tra
nen sprongen in Jaaps ogen. Een ogen
blik later kwam de auto al, de dame
werd erin geholpen, maar eerst no
teerde een andere aaent. die er intus
sen bij was gekomen, haar naam en
adres.
„En nu gaan jullie maar eens mee!"
zei de agent bars tegen» de jongens.
„Dat heb je nu van die grapjes van
jullie! Een ongeluk is zó gebeurd, dat
schijnen jullie nog niet te weten! Nu
zal je er weer meer van horen!"
Zonder een woord 1 te zeggen liepen
de jongens achter hem aan naar het
politiebureau. Daar werden hun na
men opgeschreven en hun adressen
en Jaaps vader werd opgebeld. We
hoeven niet te zeggen dat ze flinke
straf kregen maar de ergste straf was
wel, dat die arme mevrouw nu thuis
met een gebroken been moest liggen.
Toen Jaap de volgende dag eens bij
die mevrouw ging kijken, lag ze met
haar been gespalkt en dik in verband
op een ruststoel. Jaap wist eerst niet
goed, wat hij moest doen, maar einde
lijk zei hij heel zachtjes: „Het spijt me
zo, mevrouw!"
„Ja jongen, dat begrijp ik wel", zei
de oude dame. „Maar dat komt nu
van jullie onvoorzichtigheid. Een oude
dame, zoals ik, is niet meer zo heel
vast ter been en dan val je voor je het
weet. Gelukkig loopt alles nu nog vrij
goed af, er hadden veel ergere dingen
kunnen gebeuren. Je weet nooit wat
voor gevolgen zo'n grapje heeft. Een
ongeluk is werkelijk zo gebeurd!
Maar, vervolgde ze, toen ze zag, dat
Jaap bijna begon te huilen, nu is alles
nog goed gegaan en ik denk, dat je dit
niet gauw zult vergeten. Het zal voor
jouw en je vriendjes een goede les zijn
geweest
En dat was het ook. Ze wisten nu,
dat je nooit genoeg kunt oppassen
met dergelijke dingen. Er hoeft niets
te gebeuren, maar de kans is altijd
groot. En Jaap dacht er nog dikwijls
aan dat Hansje toch gelijk had gehad.
OPLOSSINGEN RAADSELS
van vorige week.
1. Zijn mond open.
2. Een pluimgraaf.
3. Een speldenkussen.
4. De wind.
5. Een vork.
6. Een blaasbalg.
NIEUWE RAADSELS.
1. Wat klimt er zonder ladder
En zonder touw of trap
De hoogte in? Wie 't kan zeggen
Dien noem ik o, zo knap!
2. Waar af gaat, dat wordt kleiner,
Dat is bij my niet waar,
Ik wordt juist dan veel groter,
Wat ben ik? £eg het maar!
3. Wat loop ik onder 't wandelen,
Waar ik. ook henenga,
Bij morgen, dag en avond
Maar altijd achterna?
naar de voetzoekers, die Jaap uit zijn
tas haalde.
De pret gaat beginnen.
„Ik heb ze in een klein winkeltje in
de stad gekocht", zei hij. „Ik heb ze
#al gej)robeerd en ze geven een reuze
knal! We zullen ze nu gaan afsteken,
wie gaat ermee?" De jongens wilden
natuurlijk allemaal mee. Ze moesten
toch zien, wat er met die voetzoekers
gebeurde.
„Waar wil je ze afsteken?"
„Waar een geschikte plaats is, maar
we moeten voorzichtig zijn, hoor! Ze
deden hun best 0111 heel onverschillig
te lopen maar dat lukte toch niet goed.
Hansje was de baby uil de klas en was
altijd een beetje bang, als de grote
jongens kattekwaad uit wilden halen.
Nu zei hij ook: „Maar Jaap, zou je dat
wel doen? Als er maar niets gebeurt
of als we maar geen straf krijgen.
De jongens begonnen te lachen:
„Ben je weer bang, baby? Er zal heus
niets gebeuren, hoor. Maar je mag wel
naar huis gaan, als je bang bent 0111
straf te krijgen!" Dat vond Hansje
toch een beetje erg. Hij wilde niet dal
de jongens hem kinderachtig vonden
en hem uitlachten. Hij zei maar niets
meer en liep mee.
Ze liepen nu in een stille buurt. Op
een hoek stond een man en een meisje
met elkaar le praten. Ze moesten ze
ker afscheid van elkaar pemen, want
ze hadden elkaar een hand gegeven.
Vlak achter hen was een standbeeld
en ze letten er daarom helemaal niet
op, dat er een paar jongens achter hen
bij hel standbeeld stonden en vrolijk
over school en over voetbal praatten.
Ze stonden met hun rug naar de jon
gens toe. Jaap had de anderen een
teken gegeven om kalm te praten en
intussen maakte hij de voetzoeker
klaar. Hij wachtte nog even met aan
steken. De man en het meisje stonden
nog even te praten, toen keek het
meisje op haar horloge en zei„Dag
Fred, dus tot morgenavond!" Zzzzt
rombom! Daar knalde de voetzoeker
los en schoot precies tussen hen door.
Het meisje gaf een gil van schrik en
sprong opzij. De voetzoeker gleed nog
even verder en toen doofde hij uit.
De man schrok eerst zo, dat hij al
leen maar naar de voetzoeker keek en
niet zo gauw aan de jongens achter
hem dacht. Toen hij zich omdraade
zag hij net de laatsten 0111 de hoek
verdwijnen. Even bleef hij nog staan
en toen zag hij een jongenshoofd heel
voorzichtig om de hoek gluren.
„Apen van jongens riep hij. „Pas
sen jullie maar op!" Maar zijn stem
klonk niet erg boos en de jongens
dachten niet, dat hij echt nijdig was.
Ze liepen vrolijk verder. Die eerste
was goed gelukt. Nu zien bij wie ze
de tweede konden afsteken! Een paar
Meneer had al een paar maal naai
de jongens gekeken. Wat was er toch
vandaag met hen! Ze keken allemaal
zo geheimzinning en ze praatten tel
kens met elkaar. Maar als hij naar
hen keek waren ze weer vlug stil. dus
hij kon niets zeggen.
De jongens hadden intussen groot
plezier. Als een lopend vuurtje ging
het verhaal langs de verschillende- rij
en. „Weet je hel al? Jaap heeft voet
zoekers bij zich!" Iedereen keek even
naar Jaap, die met een heel onschul
dig gezicht in zijn bank zat en naar 't
bord keek. Na een half uur wist de
hele klas het. Ze praatten met hun
buurman en vroegen elkaar: „Wat
wil hij ermee doen?" Dat weet ik
niet. Zullen we straks wel zien". De
gezichten van de jongens glommen
van spanning en ondeugendheid. Ze
letten maar nauwelijks op en toen de
bel van 12 uur ging, vlogen ze alle
maal naar buiten en stonden in een
kringetje om Jaap heen.
„Jaap, wat wil je doen, zeg eens
gauw!"
„Jaap hoe kom je eraan?"
„Jaap, laat eens kijken, waar hel)
je ze?" Allemaal liepen ze door elkaar.
Jaap hield zijn handen voor zijn oren.
„Stil nu", riep hij. „Direct hoort me
neer ons en dan is het te laat! We
gaan eerst een eindje verderop en dan
zal ik ze jullie laten zien!"
De jongens liepen nu weg maar toen
ze een paar straten verder waren, ble
ven ze weer staan en keken allemaal
door JAN VAN LEEUWEN.
D
Abdijsiroop bevat van ouds beproef
de slijmoplossende en borstver-
sterkende geneeskruiden en boven
dien de „codeïne" de krachtigste,
hoestbedwingende stof. Abdijsiroop
lost daardoor de slijm op. zuivert
de luchtwegen, doet daardoor ge
makkelijker ademhalen en vermin
dert de pijn en de drukking op
Uw borst. De hoeststillende stof
„codeïne" maakt dat U aan het eind
van den dag niet uitgeput en ver
moeid zijt van 't langdurig hoesten.
Door Abdijsiroop te nemen be
vrijdt U zich hiervan en dan kunt
U ook weer vrij en diep ademhalen.
5f*PVUI
Eenige der
20 kruiden
tegen hoest, griep, bronchitis, asthma
Flacon 90 ct.. f 1.50. f 2.40. f 4.20. Alom verkrijgbaar
Wat er gebeurde.
De eerste aanslag.
innopn« oinoon mi al naar linie, want