De Staat Tsjecho-Slowakije is verdwenen.
ROODE STER
PTT^nn
Hij is
er wèg van!
Tweede Blad
Zaterdag 18 Maart 1939 No. 22
De Echo van het Zuiden
Verrassend snel optreden van de Duitschers.
Het goud van Mr. Kalaghan
Zooals wij reeds in ons vorig num
mer hebben gemeld hebben de Duit-
sche troepen Tsjecho-Slowakije bezet.
Woensdag heeft Hitier zich naar Slo
wakije begeven en vandaar uit is hij
vertrokken naar Praag, alwaar hij
Woensdagavond zijn intrek heeft ge
nomen in de oude Praagsche keizers
burcht, het Hradsjin.
Niet alleen Duitschland is echter in
Tsjecho-Slowakije geïnteresseerd, ook
Polen en Hongarije zien nu kans hun
reeds lang bestaande aspiraties te ver
wezenlijken.
Hongarije eischt overdracht van het
bewind in Kapathi-Oekraïne aan de be
velhebbers van het Hongaarsche natio
nale leger.
Ondertusschen rukken de Hongaar
sche troepen, naar van bevoegde zijde
aan Havas wordt verklaard, steeds ver
der in Oekraïne op.
Reuter meent te weten, dat van of-
ficieele Duitsche zijde goedgevonden
zal worden dat Hongarije de Karpathi-
Oekraïne in bezit neemt.
De bezetting van Bohemen en Mo-
ravië door de Duitsche troepen is zon
der incidenten voortgezet, hoewel de
bevolking niet het minste enthousiasme
toonde.
Het schijnt dat de Duitsche troepen
niet verder op Slowaaksch gebied zijn
doorgedrongen, dat ook verder niet be
zet zou worden.
Hoewel de Hongaarsche troepen zijn
voortgegaan met de bezetting van de
Karpathen Oekraine, schijnt hun op-
marsch wel op verzet te stuiten.
De fascisten-leider Gajda is Führer
van het Tsjechische volk geworden.
Men verwacht dat Tsjechië een be
perkte cultureele autonomie zal krijgen.
De houding van Engeland.
Chamberlain is bitter teleurgesteld
over deze nieuwe putsch van Hitier.
In het Lagerhuis heeft hij een rede
gehouden, waaraan wij 't volgende
ontleenen:
,,Ik geloof niet, dat een daad als die,
welke Duitschland thans verricht heeft,
door een der onderteekenaars van de
overeenkomst van Miinchen is voor
zien.
Thans is Duitschland voor de eerste
maal overgegaan tot militaire bezetting
van een gebied, bewoond door men-
schen, waarmede het niet door banden
des bloeds was verbonden, zoo voer
Chamberlain voort. Deze gebeurtenis
sen kunnen niet nalaten een storenden
invloed op den internationalen toestand
uit te oefenen. Zij moeten het vertrou
wen schokken en zijn des te betreurens
waardiger, omdat dit vertrouwen juist
begon te herleven en zich de mogelijk
heid voordeed, door concrete maatre
gelen resultaten te bereiken.
De Britsche premier herinnerde aan
zijn rede van 30 Januari, waarin hij zei-
de te hopen, dat anderen thans hun bij
drage tot den vrede zouden leveren, die
tot wederzijdsch voordeel zou strek
ken. „Het is dus logisch, zoo verklaar
de hij, dat ik hetgeen thans gebeurd is
bitter betreur." Doch onder de toejui
chingen der Lagerhuisleden voegde hij
er aan toe:
„Laat dit ons evenwel niet doen af
wijken van onzen koers. Laten wij er
aan denken, dat het verlangen van alle
menschen op aarde nog steeds gericht
is op vredeshoop en een terugkeer naar
de atmosfeer van begrip en goeden wil,
die reeds zoo vaak is verstoord.
Het is steeds het doel van dit land
geweest, en het is dit ook thans nog
om dit verlangen aan te moedigen
en machtsmethodes te vervangen doör
een methode van onderhandelingen tot
het regelen der verschillen. En hoewel
wij van tijd tot tijd teleurstellingen zul
len moeten ondervinden is het doel, dat
ik voor oogen heb, van te groote be~
teekenis voor het geluk van 't mensch-
dom, dan dat wij het lichtvaardig zou
den laten varen."
Na Chamberlain sprak namens de
Labour-oppositie, Grenfell, die Cham
berlain verweet, nog steeds te geloo-
ven in de goede trouw van Miinchen.
Geen dag, zoo zeide hij, werden de be
loften van München gehouden. Het
houden van een plebisciet heeft nooit in
het voornemen gelegen, voorbereid was
het zeker niet. Hoe zal de Britsche re
geering optreden, zoo vroeg Grenfell,
bij het volgende stadium. Hongarije zal
wellicht onder den voet geloopen wor
den, evenals Roemenië. Wat zal de
Britsche regeering hiervan zeggen? Eu
ropa gaat in den smeltpot. Hij waar
schuwde vervolgens den minister-pre
sident en allen die met hem samenwer
ken, dat zij verder moeten zien, dan zij
in het verleden hebben gedaan.
Ook van de liberalen werd heftige
critiek gehoord op Chamberlains be
leid. Met verontwaardiging maakte
men van deze zijde gewag van de ver
nederende positie, waarin Engeland is
gebracht.
Stanley niet naar Berlijn.
In het Hoogerhuis heeft Halifax me
degedeeld, dat het oogenblik met het
oog op den algemeenen toestand in Eu
ropa niet geschikt is voor het voorge
nomen bezoek van den minister van
handel, Stanley, aan Berlijn. Dit bezoek
is dan ook uitgesteld, waarvan de
Duitsche regeering in kennis is gesteld.
Het bezoek van den secretaris van
overzeeschen handel Hudson aan War
schau, Moskou en Helsingfors, dat na
de besprekingen te Berlijn zou volgen,
gaat, naar Chamberlain in het Lager
huis te verstaan heeft gegeven, wèl
door.
De Italiaansche pers.
Uit de schaarsche opmerkingen, die
men in Italië hoort, zou men kunnen
distilleeren, dat men in Italië het vol
komen normaal vindt, dat Duitschland
in de Tsjechische zaken heeft geïnter
venieerd en dat men eigenlijk wel ver
wacht, dat in de toekomst Praag offi
cieel of in bedekten vorm een geheel
en al Duitsche stad zal worden.
Op de Zwitsersche bevolking heeft
het gebeurde een diepen indruk ge
maakt. De pers neemt daar geen blad
voor de mond, doch veroordeelt de
Duitsche interventie krachtig..
De indruk te Washington.
De feitelijke ontbinding van Tsjecho-
Slowakije, aldus schrijft de Washington
Star, heeft hier een pijnlijken indruk ge
maakt. Deze nieuwe crisis, zoo vervolgt
het blad, wordt beschouwd als de voor
bode van nog ergere, die voor het einde
der maand verwacht worden, want de
Amerikaansche diplomaten in Midden-
Europa laten uitkomen, dat de regee
ringen van Duitschland en Italië voor
bereidingen treffen om de dingen op de
spits te drijven en velen waarschuwen
de regeering, dat de beweging waar
schijnlijk binnen tien dagen zal begin-
nen.
vjfficieele kringen te Washington,
zien, volgens Keuter, in de gebeurtenis
sen het onmisKenoare bewijs van het
voornemen der totalitaire staten, zich in
den Komenden strijd met Frankrijk; en
üngeland te verzekeren van de ge
hoorzaamheid der overblijvende kleine
democratieën.
Duitsche commentaren.
Uit kennelijk geïnspireerde hoofdar
tikelen der Duitsche bladen valt op te
maken, dat de nationaal-socialistische
aspiraties verder gaan en dat het ide
aal, hetwelk de Duitsche regeering voor
oogen zweeft, niet alleen is de vereeni-
ging van alle Duitschers binnen één
rijk, doch vereeniging van alle gebie
den, waar Duitsche cultuur en Duitsche
arbeid het land zijn karakter hebben
gegeven.
Met een frappante openhartigheid
worden deze Duitsche aspiraties ver
dedigd. t ibk
De „Berliner Boersenzeitung' lan
ceert het parool van een nieuw te stich
ten „Imperium Cermanicum De
„Deutsche Allgemeine Zeitung". ge
waagt van: „Het Duitsche volk hetwelk
weer teruggekeerd is tot zijn oorspron
kelijke, door het lot bepaalde, ontwik
kelingslijn waarbij het blad terug
grijpt tot den tijd, welke aan den Der
tigjarigen oorlog voorafging, met ande
re woorden tot den tijd van het „Heilige
Roomsche Rijk". Zoo mogelijk nog
openhartiger uit zich de politieke redac
teur van het „Hamburger Fremden-
blatt", die in een hoofdartikel schrijft:
„Adolf Hitier, de Oostenrijksche Duit-
scher, is van kind af aan groot-Duit-
scher geweest, wien steeds het „heilige
Deutsche Reich" voor oogen zweefde."
In Duitsche zoowel als in buitenland-
sche kringen in de Rijkshoofdstad wijst
men er trouwens terecht op,
dat de inlijving van Bohemen en Mora-
vië slechts de aanvang is van een ge
heel nieuw tijdperk, hetwelk voor mid
den- en Zuidoost-Europa is aangebro
ken.
Bürchel en Henlein bestuur
ders van 't nieuwe gebied.
Hoe de staatkundige situatie zich in
Bohemen en Moravië zal ontwikkelen
valt nog moeilijk te bezien. Het D.N.B.
deelt mede, dat alle berichten hierover
voorbarig genoemd moeten worden,
wijl er nog geen definitieve beslissingen
bekend gemaakt zijn. Hetzelfde geldt
6, 10 en
13 ct.
per
hall ons
Als een man eenvoudig „wèg**
is van zijn pijpje, dan rookt hij
Niemeijer's Roode Sterl De tabak
der echte genieters! Ongeëvenaard-
fijn van kwaliteit en geur!
NIEMEIJER'S
voor de rechten en plichten van de Ce-
chische bevolking in de toekomst.
Voorloopig blijven in Bohemen en
Moravië de commandanten der leger
korpsen met het bestuur belast, doch
naast hen wijord enreeds burgerlijke
besturen gevormd.
Naar D.N.B. meldt, zal de nationaal-
socialistische commissaris van Oosten
rijk, gouwleider Bürckel, tot hoofd van
het burgerlijk bestuur in Moravië be
noemd worden.
De commandant van legergroep 3,
generaal Blaskowitz, heeft den gouw
leider van Sudetenland, Konrad Hen
lein, tot hoofd van het burgerlijk be
stuur in Bohemen aangewezen.
De toestand te Praag.
mm\M>
Overal ziet men Duitsche troepen-
afdeelingen door de straten marchee-
ren, zij verrichten evenwel geen pa-
door M. BURGHOUTS.
3)
De Japanner zocht een heel gemak
kelijk plaatsje in zijn stoel en begon
zijn verhaal.
„Het is nu ongeveer dertig jaren ge
leden dat mijn vader, een dokter, in
een grote plaats in Japan in relatie
kwam met een Amerikaan, die een
ontdekkingsreis wilde ondernemen
naar de binnenlanden van Afrika. Het
doel van zijn reis was de mogelijkheid
te onderzoeken om daar ergens in de
binnenlanden van Afrika een groot
ziekenhuis te stichten, waarnaar dan
alle inboorlingen uit*de hele omgeving
naar toe zouden komen ter verpleging.
De Amerikaan was schat en schat
rijk en kon zich dit ten volle veroor
loven. Mijn vader was een avontuur
lijke man, die naast zijn grote voor
liefde voor zijn doktersberoep een
hevig verlangen had om vreemde lan
den te zien. Altijd zat hij te snuffelen
in tijdschriften en boeken over vreem
de werelddelen en vooral in Afrika
stelde hij heel veel belang. Het is dus
te begrijpen, dat voor een man als
mijn vader het plan van den Ameri
kaan, Alfred Rodin, veel aangenaams
inhield. De zaak werd uitvoerig be
studeerd. Financieel behoefde mijn
vader zich geen enkele verplichting
op te leggen. Toch was de strijd zwaar
voor hem. Ik was nog pas enkele ja
ren oud en hij hield heel veel van mijn
moeder. Rodin stond er echter sterk
op dat hij mee zou gaan, om allereerst
de plaats eens te onderzoeken waar
dan het ziekenhuis zou verrijzen en
de eerste maatregelen voor de vesti
ging hiervan te nemen. De reis zou
ongeveer twee jaren in beslag nemen.
Mijn vader had er veel zin in, maar
van de andere kant is het natuurlijk
te begrijpen dat mijn moeder alles
deed om hem in Japan te houden.
Het mocht echter niet gelukken. Va
der besloot mee te gaan. Het was toch
maar twee jaartjes en een mooiere
gelegenheid om een groot gedeelte van
de wereld te zien zou hij nooit meer
krijgen. Bovendien zou de Amerikaan
zorg dragen dat moeder en ik, in de
tijd dat vader afwezig was, niets te
kort zouden komen en op een heel
soliede bank werd een groot bedrag
gestort, waarvan moeder en ik ruim
schoots konden leven, heel wat langer
nog dan twee jaren.
Moeder deed echter nog verschillen
de pogingen om vader terug te hou
den. Ze was zeer bevreesd dat hij nooit
meer terug zou komen, en op een ge
geven ogenblik leek het werkelijk als
of haar pogingen in die richting met
succes bekroond zouden worden. Toen
kwam echter Mr. Kalaghan op het to
neel. Juist toen hij uit Australië was
gearriveerd maakte hij kennis met
Rodin en beide werden direct goede
vrienden. Rodin vertelde hem van zijn
plan en Mr. Kalaghan had weinig tijd
nodig om zijn besluit te nemen. Ogen
blikkelijk zegde hij Rodin zijn volle
dige medewerking toe. Bovendien zou
hij ook het ontzaglijk grote geldbedrag
dat hij met zich droeg aan de onder
neming offeren. Rodin en Mr. Kalag
han spoedden zich toen naar m'n va
der om het heuglijke nieuws mede te
delen.
Toen was direct alle tegenstand die
mijn vader voor het plan, op aandrin
gen van mijn moeder, aan den dag had
gelegd, vergeten, en zonder meer
stemde hij definitief toe. Mijn moeder
zag nu wel dat verdere overreding
haar niets meer zou baten, dus legde
zij zich bij het besluit neer. De toebe
reidselen werden genomen en enige
weken nadien kozen zij met een Ne-
derlandsch schip, zee. De tocht ging
voorspoedig en behouden kwamen zij
aan de Goud-Kust in Afrika aan. Van
daar zouden zij de tocht te voet voort
zetten.
Moeder ontving natuurlijk verschil
lende brieven van vader en daaruit
bleek, dat alles heel goed ging. De
hele reis verliep gunstig. De verstand
houding tussen Robin, Kalaghan en
Vader was uitstekend. In zijn derde
brief schreef hij dat ze aan de Goud
kust waren gearriveerd en vandaar uit
per karavaan de binnenlanden zouden
intrekken. Het zou natuurlijk nu wel
enige tijd aanlopen vooraleer wij weer
bericht van hem ontvingen, aangezien
binnenkort iedere verbinding met de
beschaafde wereld zou zijn verbroken,
maar, schreef vader, moeder moest
zich daarom niet ongerust maken,
want zij hadden gezorgd voor een uit
stekende troep, en niets, maar dan
ook letterlijk niets, zou hun kunnen
overkomen. Op de boot hadden zij nog
twee Amerikaanse en twee Japanse
bediende genomen, alle vier zeer ge
schikte kerels en aan de Goudkust
hadden zij zich de hulp verzekerd van
een dertigtal negers. Zo waren ze alle
tezamen met een legertje van 37 man
en daarbij nog de uitmuntende uitrus
ting genomen, waren zij tegen iedere
overval bestand. Deze brief was zeer
opgewekt en moeder voelde zich dan
ook weer enigszins gerust. Onzerzijds
kwamen wij in Japan niets te kort.
Wij hadden daar een rijk leven en kon
den ons van alles permiteren. Het
duurde echter erg lang voor er weer
een Brief kwam en daarop hoopte
moeder toch iedere dag. Een maand
verliep, er kwam geen post, twee
maanden, drie, vier.
In een jaar tijds naüden wij niets
meer van de expeditie gehoord en u
begrijpt natuurlijk in welk een toe
stand mijn moeder verkeerde. Zij
werd door haar verschillende vermoe
dens heen en weer gesmeten. Dan
weer kon niemand haar uit het hoofd
praten dat vader de dood gevonden
had, dan weer leefde de hoop op in
haar hart en keek zij weer naar de
post. Zij hoopte weer op zijn behou
den terugkomst. Enfin, laat mij het
verhaal niet te lang maken, het heeft
niet zo mogen zijn. Vader is nooit te
ruggekomen. Nooit heeft een lid van
de expeditie nog iets van. de beschaaf
de wereld teruggezien.
Na verloop van drie jaar had mijn
moeder zich enigszins aan de gedach
te gewend dat vader dood was. Zij was
overtuigd dat er iets met de reizigers
gebeurd moest zijn.
Op zekere dag, ik was zeven jaar en
kan, het me nog juist herinneren
kwam er een vreemdeling bij ons. Een
heel jong Duits monteur, die in Afri
ka had gereisd en die bracht een brief
van vader, een brief waarin vader al
zijn avonturen die hij had meegemaakt
vertelde. De datum, waarop vader die
brief heeft geschreven is niet zeker
bekend, maar de monteur vermoedde,
dat het minstens twee jaar geleden
moest zijn. Hij had de brief gevonden,
verstopt in een fles, die kwam aan
spoelen in de rivier, waarbij hij zijn
kamp had opgeslagen.
(Wordt vervolgd).
WETENSWAARDIGHEDEN.
EEN TWEDE SONJA HENIE.
Op een ijsfeest op de Mosvannet in
Stavanger werd een nieuwe Son ja He-
nie ontdekt. De Noren vonden het he
lemaal niet prettig, dat hun wereld
kampioene in kunstrijden door de
film naar Amerika was gehaald. Z-;
waren erg trots op haar en het is daar
om ook heel goed te begrijpen, dat ze
Sonja niet graag lieten weggaan.
Maar op dit laatste ijsfeest werden
<le Noren plotseling verrast door het
rijden van een nichtje van Sonja. Ma-
rit Henie heet ze en ze is 13 jaar oud.
Het was voorhet eerst, dat dit kunst-
rijdstertje voor een grote menigte op
trad en de mensen waren enthousiast,
toen ze haar zagen. Ze reed zo sierlijk
en licht, dat de toeschouwers al zei
den: „Daar is onze nieuwe wereld
kampioene. Zij zal de titel kunnen
winnen
Marit zal nog flink moeten oefenen,
als ze helemaal wil zijn, wat de men
sen van haar verwachten, maar geluk
kig is ze nog jong en heeft ze veel tijd
om haar kunsten verder te ontwikke
len. We zijn benieuwd of deze kleine
Henie evenberoemd zai worden als
haar grote nicht!
DE NAMAAK-LORD.
Men vertelt, dat de bekende Engelse
komiek Joe Coyne, die in het schitte
rende Carlton-hotel in Londen logeer
de, één grote zwakheid had en dat
was, dat hij zich door den liftjongen
altijd met „Lord" liet aanspreken, als
er gelijk met hem Amerikanen in de
lift stonden.
Op een morgen had hij een lange
wandeling gemaakt en kwam in het
hotel terug. Hij droeg een korte broek
en had een pet op. Toen hij zag, dat
er een Amerikaan met zijn vro iw in
de lift stond, vroeg hij onverschillig
aan den liftjongen: „Is er nog iets
voor mij gekomen, Charles9" Daarop
antwoordde de jongen, die op een
fooitje rekende: „Jawel, Mylord, Zijne
Koninklijke Hoogheid nodigde u uil
vanavond bij hem te willen komen."
„Ik heb geen tijd", bromde Coyne
toen, terwijl hij uitstapte. Juist hoorde
hij nog den Amerikaan zeggen: „Als
dié vent een Lord is, geloof je Dn
niet, dat ik ook nog wel een kansje
heb, Mary?"
NIEUWS RAADSELS.
1 Hard, wit en rond,
Smelt in de mond,
Valt als een steen
Recht naar beneên.
Ra, ra, wat is dat?
2 Zeg, hoor eens hier!
Wil mij eens gauw vertellen
Welk soort papier
Zit nooit om ulevellen!
3 Er was eens in de bodem
Van zekere pot een gat.
Toch was die pot nog gaaf.
Ei, zeg eens, hoe kon dat?
ZELDZAAM ZACHT EN LICHT. IN DE PIJP!