Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
DE ZORGEN VAN CHAMBERLAIN
Uui Zenuwen
„NOORD-
BRABAND
1843
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
ZIJN WE WEERBAAR
VAN BINNEN AF,
Heerlijke
Chocoladebollen
Automatiek PULLES-HEESBEEN.
ONZE NEUTRALITEIT.
NUMMER 24.
ZATERDAG 25 MAART 1939.
62c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven. Ingezonden stukken, gelden,
enz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijsper 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Een medewerker schrijft ons:
Ik vertoefde op m'n journalistieke
rondreis te Alexandrië in Egypte. In
een willekeurige zaak kocht ik een
filmpje voor m'n phototoestel en nóg
het een en ander. Ik sprak met de eige
naren twee broers en op 't eind
vroegen ze me, of ik n Duitscher was.
Neen. zei ik, ik ben 'n Hollander.
Ze gaven me een kaart met het adres
van hun winkel. De gebroeders bleken
Israëls te heeten.
Twee dagen later kwam ik bij ze te
rug, ik moest nóg het een en ander
hebben. En toen geloofden ze pas, dat
ik een Hollander was; een Duitscher
zou niet zijn teruggekomen.
Ze prezen Holland om alles, wat het
voor de Duitsche vluchtelingen deed. t
Is gek, maar in het buitenland zijn alle
Joden vol lof over de houding van
Nederland ten aanzien van het vluch
telingenvraagstuk; ze erkennen una
niem, dat Holland in verhouding, de
meeste vluchtelingen toeliet. In Hol
land zelf echter wordt de regeering
van sommige zijden voor harteloos
aangemerkt
De gebroeders Israëls in Alexandrië
bleken me fel anti-Duitsch. Hetgeen ik
volkomen begrijpelijk vindt. De Joden
weten hier veel van het leed van hun
Duitsche rasgenooten, ook in Egyp
te vonden velen hunner een toevlucht.
Ze gaven me een indruk van de conse
quente wijze, waarop het internationale
Jodendom de Duitsche goederen thans
boycot. Ik weet niet, of dat juist is en
tactisch, ik weet alleen, dat ik in
hun geval hetzelfde zou doen. 't Is een
volkomen natuurlijke reactie.
Ze vroegen me, of het nationaal-so-
cialisme in Holland een weerklank van
eenige beteekenis vond.
Neen, antwoordde ik. Blijkens de
verkiezingen van twee jaar geleden is
de „sterkte" der Nederlandsche nat.-
socialisten slechts 4 pet. en ik veron
derstel, dat deze „sterkte" straks, bij
de Statenverkiezingen, nog geslonken
zal blijken.
Een der gebroeders klopte me op den
schouder en vroeg me, als ware t iets
vertrouwelijks:
Heeft Holland een sterk leger?
Ik zei: „Hm!"
En toen keek-ie me meelijdend aan.
Begrijp me goed! vervolgde ik.
Ons leger mag er zijn, voor 'n klein
land als Holland. We tellen slechts ne
gen millioen bewonersAls we den
eersten stoot maar kunnen opvangen:
Nederland zal in een oorlog nooit al
leen staan! Engeland
Toen hief-ie zijn handen in de hoog
te. „Wie in dezen tijd niet op zich
zelf kan bouwen, is verloren. Wat heb
ben de bondgenooten Tsjechoslowakije
aangedaan?!"
Ik zei,, dat de bondgenooten Tsje
choslowakije 'n offer hadden laten
brengen voor den vrede. Een offer,
dat naar mijn gevoelen te zwaar is ge
weest, maar aan Tsjechoslowakije
nochtans n bestaansmogelijkheid liet.
Dit artikel schrijf ik in Cairo, de
Egyptische hoofdstad, op den 15en
Maart, den dag van het huwelijk van
de zuster van den Egyptischen koning
met den kroonprins van Perzië (Irak),
terwijl honderdduizenden zich door de
straten bewegen, uitzinnig blij over de
alliantie met een ander groot rijk, wel
ke een waarborg belooft te zijn voor
het behoud der verworven onafhanke
lijkheid.
Daar straks kocht ik een hier in de
Fransche taal uitgegeven dagblad „La
Patrie". En daarin las ik over de heele
breedte van de eerste pagina: „La fin
de la Tchécoslovaquie",. het einde
van Tsjechoslowakije. De Duitsche
troepen waren den afgeloopen nacht
Tsjechoslowakije binnengerukt, zon
der vorm van proces was deze mid-
den-Europeesche staat verdwenen.
Engeland en Frankrijk garandeerden
met Berlijn en Rome toch de
nieuwe Tsjechoslowaaksche grenzen
na het offer van Munchen?
Inderdaad, ons geval ligt eenigszins
anders. Wanneer Duitschland de Ne
derlandsche kust beheerscht, zal dat
een onmiddellijke bedreiging van En
geland beteekenen.
Maar tóch... Pilatus wilde Jezus wel
helpen; hij zag geen kwaad in Hem.
Maar toen hij inzag, zichzelf slechts te
kunnen redden door Jezus aan Diens
overweldigers over te leveren, toen
offerde hij Hem, zijn handen wasschen-
de in onschuld.
We moeten vreezen, dat Engeland
geen partij zal kiezen in een oorlog,
welke er niet is. Zoo min als eenig an
der land. Frankrijk b.v. en de Ver.
Staten. En helaas, wat 'n bondge
noot! Rusland.
Maar in een oorlog zullen de groo-
ten partij moeten kiezen.
Tsjechoslowakije is thans vernietigd,
maar ik ben er van overtuigd: als
Tsjechoslowakije in September van het
vorig jaar tegenstand had geboden
en zelfs als het nu nog tegenstand had
geboden dan zou dat de Europeesche
oorlog hebben beteekend met althans
de kans," dat het land Tsjechoslo
wakije zijn bestaan daarin zou heb
ben gered.
Ik zeg niet, dat ik zulk verloop van
zaken zou hebben gewenscht, geens
zins. Want ik ben geen Tsjechoslo-
waak.
Maar ik ben Nederlander. En daar
om wensch ik, dat Nederland een
weermacht hebbe, welke zich, z'oo noo-
dig tegen welken aanvaller ook, zal
kunnen verweren, al ware het maar
om den eersten stoot op te vangen.
Want slechts wie willen en durven
vechten voor hun onafhankelijkheid,
zullen haar behouden; zij plaatsen alle
andere machten, die niet willen onder
gaan. voor de noodzaak van te helpen.
M.
Wat Duitschland buiten zijn oude gren
zen de laatste jaren heeft kunnen be
reiken, wij bedoelen de bezetting van
vreemde gebieden, heeft het voor een
groot stuk te danken, aan z'n werken
„binnen" die gebieden, omdat daar
door Duitschers van binnen af gewerkt
Mierd.
Lord Halifax, de Engelsche minister
van buitenlandsche zaken, heeft dat nog
weer eens duidelijk gezegd 1.1. Maan
dag in het Hoogerhuis, n.l. „ieder land,
dat zijn eigen nationale identiteit en
souvereiniteit op waarde schat, is ge
waarschuwd tegen het gevaar van bin
nen uit, dat van buiten af wordt geïn
spireerd."
Die vijanden van binnen uit, moeten
van nu af aan nog meer dan voorheen
nauwkeurig worden nagegaan.
Die vijand van binnen uit knaagt ook
aan ons fiere Nederlandsche zelfbe
wustzijn.
Zoo doen degenen, die re regeering
op de vingers kijken en zonder de min
ste aanleiding telkens herhalen, dat on
ze regeering tegenover Duitschland
minder vriendelijke maatregelen neemt.
Zoo doen zij, die den mond vól heb
ben over hetgeen in hun oogen groote
daden van Duitschland zijn en de pu
blieke opinie in Nederland, die aan be
proefde normen van recht vasthoudt,
voortdurend trotseeren.
Zoo doen zij, die hier niets goeds
zien en de daden van den vreemde al
tijd ten voorbeeld stellen.
Zoo doen zij, die het gezag onzer
eigen regeeringspersonen ondergraven,
maar alles, wat door regeeringsperso
nen in zeker land gedaan wordt vol
maakt vinden.
Dat zijn de vijanden, die van binnen
uit. den echten nationalen zin trachten
LEVENSVERZEKERING
WAALWIJK
te verslappen en onder een nationalis
tisch mom werken aan Nederlands ver
derf.
Die vijanden moeten wij ontmaske
ren, zegt de N. K.
Ook andere bladen bespreken dit
zelfde onderwerp; zoo schrijft de c.h.
Nederlander:
De houding van de N.S.B. tegenover
de internationale gebeurtenissen van
deze dagen wordt steeds zonderlinger
en... gevaarlijker.
Zóó zonderling en zóó gevaarlijk
zelfs, dat men slechts met moeite de
verdenking van kwade trouw op den
achtergrond kan houden.
Wat thans weer in het dagblad der
Beweging van 18 Maart over de an
nexatie van Bohemen en Moravië ge
zegd wordt, is wanneer men het legt
naast uitlatingen van de N.S.B. over 't
Nederlandsche volk en Nederlandsche
toestanden precies van pas om een
annexatie óók voor Nederland te ver
dedigen!
Wij zeggen niet, dat deze bepleit
wordt, maar de N.S.B. is kennefijk zóó
verstrikt in haar serviele bewondering
voor Duitschland en het Duitsche re-
geeringssysteem, dat zij zichzelve alle
argumenten ter bepleiting van 'n waar
lijk Nederlandsch standpunt uit handen
slaat.
De N.S.B.-correspondente en de
redactie van het blad schrijft in een an
der artikel ook al, dat „Duitschland
geen chaos bij zijn grenzen duldt" is
dus van oordeel, dat elk ingrijpen van
Het gaat Chamberlain niet voor den
wind niet zijn pogingen om een demo
cratisch blok te vormen, dat verdere
expansie van de totalitairen zal voor
komen.
I)e houding van Amerika is nog
alles behalve openhartig. Weliswaar
heelt men ook daar in heftige woor
den de laatste coup van Hitier veroor
deeld en weigert men zelfs de annexa
tie te erkennen, maar van den anderen
kant maakt men aan Europa duidelijk,
dat voor 't geval het tot 'n gewapend
conflict zou komen, Amerika zijn
hulp zou beperken tot levering van
materiaal aan de democratieën. Ech
ter schemert ook door, dat wanneer de
democratieën niet tegen de totalitai
ren bestand zouden blijken te zijn, de
hulp van Amerika zich weieens zou
kunnen uitbreiden in het zenden van
een gewapende macht.
Dan is er nog Polen. Natuurlijk wil
Polen alles doen om verder expansie
van Hitier te voorkomen, maar koop
man Beek wil er weer een slaatje uit
slaan en zoo heeft hij dan overduide
lijk te kennnen gegeven, dat hij wel
met de blokvorming mee wil doen.
wanneer hij ook op gewapenden bij
stand van Engeland zou kunnen reke
nen, voor het geval hij het te moeilijk
zou krijgen. Dit komt neer op een
defensief verbond tusschen Engeland
en Polen en het staat nog te bezien, of
de Engelschen dezen sprong zullen
wagen.
In verband de annexatie van het
Memelgebied komt Dantzig en daar
mede de Poolsche corridor weer op
den voorgrond en dat in aanmerking
genomen zou Polen alleszins gebaat
zijn met een defensief verbond met
Engeland, hoewel ook defensieve ver
bonden tegenwoordig niet lang meer
bestaan.
Ook Rusland dal zijn Oostgrenzen
ziet bedreigd door Japan, wil trachten
van de gelegenheid gebruik te maken
om Engeland te bewegen aan de sov
jets bijstand te verleenen voor het ge
val het eventueel eens tot een geschil
zou komen met Japan.
De vorming van het blok is met dat
al ontaard in een zuiver loven en bie
den. Geef jij dit, dan krijg je dat, en of
dit nu juist de atmosfeer zal zuiveren
van de toch reeds allerwege bestaande
politieke strubbelingen is niet te ver
wachten. Het gevaar is groot en er
was niets anders te veronderstellen, dan
dat gehoor zou zijn gegeven aan den
oproep van Chamberlain en wie weet
geschiedt dit nog, laten wij niet te
somber worden.
Engeland is verder nog genood
zaakt om zijn blikken nauwgezet op
de Middellandsche Zee gevestigd te
houden, want ook van dien kant dreigt
gevaar.
Er zijn nu voldoende aanwijzingen
om te veronderstellen dal verdere
agressie in Centraal Europa voorloo-
pig uitgesteld zal worden, onverschil
lig wat Hitier ook nog op zijn pro
gramma heeft staan. De Italiaansche
pers spreekt in deze een zeer duide
lijke taal. Aanvankelijk toch scheen
men in Rome allerminst ingenomen
te zijn met de uitbreiding van Duitsch-
lands macht in Centraal Europa, maar
nauwelijks is Goering weer vertrok
ken naar het land van den vriend van
den Führer of de Italiaansche pers
slaat een andere toon aan en stelt zich
weer geheel achter Duitschland, ook
al js de verklaring van den Grooten
Facsistischen Raad deze keer niet zoo
positief dan we dit in het Appenijn-
sche schiereiland gewend zijn.
Met dat al kunnen we gevoeglijk
zeggen, dat Hitler bij de komende
Italiaansche eischen zich achter Mus
solini zal stellen en wanneer we dan
aannemen, dat hoewel het tusschen
Duitschland en Frankrijk ook niet erg
vlot, Engeland toch de groote vijand
blijft van Hitier, zou het heelemaal
niet onmogelijk zijn, dat, aangezien
Italië toch zijn eischen zal moeten ver
wezenlijken met behulp van zijn ster
ken vriend in het Noorden, deze
vriend liever zou zien, dat ook
Engelsch gebied onder druk kwam te
staan.
En hierin ligt ongetwijfeld de ver
klaring, waarom Chamberlain zoo dol
graag een blokvorming tegen Duitsch
land wenscht en ten tweede zijn blik
ken stevig gericht houdt op de Mid
dellandsche Zee.
KOMT EVEN SMULLEN
met slagroom.
Duitschland tegen andere onafhankelij-
kestaten gerechtvaardigd is, als er
maar een „onrusthaard valt op te rui
men.
Maar nu redeneeren wij verder en
vragen in gemoede: Wie doet dag aan
dag zijn best de goe-gemeente wijs te
maken, dat Joden, vrijmetselaars, de
mo-liberalen in Nederland het heft in
handen hebben en tegen Duitschland
stoken?
Antwoord: De N.S.B.
Wie spreekt telkens van een hetze
tegen Duitschland. De N.S.B.
Wie noemde het voetbalverbod van
burgemeester Oud beïnvloed door de
antiDuitsche campagne? De N.S.B.
Wie schrijft herhaaldelijk over ter
reur, over broodroof? De N.S.B.
Wie schrijft onophoudelijk, dat ons
parlementair-democratisch stelsel niet
voldoende kracht heeft? De N.S.B.
Wie stelde de „kogelgaatjes" voor
als een uitvloeisel van de anti-Duitsche
gezindheid in Nederland? De N.S.B.
Wie noemde het „onbeleefd", toen
de Nederlandsche regeering op Hitler's
aanbod onze grenzen te garandeeren, 't
juiste antwoord gaf, dat de onaantast
baarheid van ons gebied een axioma is?
De N.S.B.
Kortom, de N.S.B. doet alles om het
te doen voorkomen, dat Nederland een
broeinest is van anti-Duitsche boycot
campagnes, georganiseerd door de
Joodsche en marxistische democraten.
En... Duitschland was volkomen ge
rechtigd den Tsjechischen „onrust-
haard uit te dooven „Duitschland
duldt geen chaos aan zijn grenzen".
Een vraag tot slot. Als de Duitsche
regeering nu eens onnoozel genoeg was
om al de bovengenoemde beweringen
van de N.S.B, over de toestanden in
Nederland te gelooven en zij zou dezen
„onrusthaard" willen uitdooven hoe
zou dan de houding der N.S.B. zijn?
Zouden dan de argumenten, waar
mede thans de annexatie van het Tsje
chenvolk wordt goedgepraat, wéér
dienst doen?
Hierop mag de N.S.B. nu wel eens
duidelijk antwoord geven.
Want een tirade, dat de slechtste re
geering in Nederland haar liever is dan
de beste in Berlijn, zegt ons in het licht
van de redactie der N.S.B. op het Tsje
chische gebeuren nog niet veel.
Ons land is reeds van oudsher be
kend om zijn strikte neutraliteit, wan
neer het Europeesche geschillen be
treft, waaraan vooral onzen tijd zoo
rijk is. In het buitenland waardeert
men deze houding ten zeerste.
Ons grondgebied vormt strategisch
een der belangrijkste punten in West-
Europa; dat het onder de souvereiniteit
staat van een volkomen onafhankelijk
en zelfstandig, op den uitgesproken
vrijheidswil van het volk zelf berustend
staatsgezag, is daarom een element van
veiligheid voor de drie grootmachten,
wier gebieden aan het onze brenzen.
De overige staten zonder uitzonde
ring weten dit en doen dan ook geen
pogingen om Nederland in de „groote"
politiek te betrekken. Onze regeeringen
hebben sedert lange jaren steeds dezen
weg gevolgd en met succes. Het groot-
He Echo van het Zuiden,
Waalwybschc en Langstraatscbe Courant*
91
slaap wordt weer rust'g door het gebruik van
Mijnhardt's Zenuwtabletten
Glazen Buisje 75 ct. Bij Apoth.en Drogisten.