s Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen. 1843 „NOORD- BRABAND Buitenlandsch Nieuws. Dit nummer bestaat uit Twee Bladen EERSTE BLAD Tweede Radiorede van den Minister van Economische zaken omtrent de Landbouw-crisis-politiek. Heerlijke Chocoladebollen Automatiek PULLES-HEESBEEN. NUMMER 31. WOENSDAG 19 APRIL 1939. seling nder- Bra maal D. de 4 /.KI ij i, J J. Eras, L.J. van nond doel Isdag en. ïn en lacht ende aan fiets te van 5 v af te loor, hem mid- ETene tiali- mes, n V. nen- dei ater On- ixor itiek O.S tiek O.S. Dit blad verschijnt WOENSDAG en ZATERDAG. Brieven, Ingezonden stukken, gelden, enz. franco te zenden aan den Uitgever Abonnementsprijsper 3 maanden f 1.25. Franco per post door 't geheele rijk 1.40. UITGAVE WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN. Telefoon No. 38. GIRO-No. 50798. Telegr.-adres: ECHO. Advertentiën moeten Woensdag en V rijdag des morgens om uiterlijk 9 uur in ons bezit zijn. Prijs der Advertentiën: 20 cent per regel; minimum 1.50. Reclames 40 cent per regel. Bij contract flink rabat. Ai -mnè LEVENSVERZEKERING 91 WAALWIJK KOMT EVEN SMULLEN. met slagroom. HEFTIGE CRITIEK IN DUITSCH- LAND EN ITALIë. INSTEMMING IN DE OVERIGE WERELD. Zooals wij elders publiceeren heeft Roosevelt Zaterdag de wereld verrast met een boodschap aan Hitler en Mus solini, waarin hij voorstellen doet om den vrede in Europa en hel nabije Oosten voor tien jaar of liever voor een kwarteeuw te waarborgen. Roosevelt verzoekt om een toezeg ging, dat de onafhankelijkheid en integriteit van 31 met name genoem de landen (ook Nederland) zullen worden gehandhaafd, waartegenover dan een zelfde toezegging ten gunste van Duitschland en Italië zou komen Ie staan. Indien dit zou worden aan vaard zouden besprekingen kunnen worden geopend over beperking «lei- bewapening en vergemakkelijking van den wereldhandel. Amerika is bereid aan die besprekingen deel te nemen. De andere en verder rakende politieke kwesties kunnen in kalme sfeer be sproken worden. Als een bom is het beroep van Roo sevelt op Hitler en Mussolini Zater dagavond in Europa neergekomen. Voor de volken van Europa was Roosevelt's beroep één groote ver rassing. Zijn beroep komt hierop neer, dat men voor een vast tijdperk van tien of liever nog 25 jaar zal verklaren van hel middel oorlog, dus van militairen dwang af te zien, en zich na die ver klaring aan de conferentietafel zal scharen om den last der bewapening, die loodzwaar op de wereld drukt, le vermimleren en tevens om te komen lot een oeconomisch vergelijk, dat den handel een ruimere mate van vrijheid zal moeten verzekeren en daardoor een van de voornaamste oorzaken van spanning, de economische moeilijkhe den, zal wegnemen of verzachten. Te recht gaat de Amerikaansche Presi dent uit van de stelling, dal zonder wederzijds vertrouwen een herstel van den internationalen handel en daar mee een economische opleving onmo gelijk is. Om dit vertrouwen terug te laten keeren, moet <le vrees voor ag- gressie worden weggenomen, zoo re deneert de President, en hoe zou dit beter kunnen dan door een plechtig besluit om den oorlog voor geruimen tijd te verbannen. Zooals te verwachten viel, heeft Roosevelts beroep in de autoritaire staten groote verontwaardiging ge wekt. Men zoekt zijn verweer in den te genaanval en spreekt zijn wantrouwen uil in «le be«loelingen van den Pre sident, die met een vloed van scheld woorden wordt overladen. Natuurlijk wordt ook weer «le „om singeling" van de totalitaire staten erbij te pas gebracht en de stryd te gen '1 bolsjewisme. Hel schermen met «fit roode spook moge in Duitschland en Italië nog indruk maken, elders in de wereld beeft men het nationaal-so- cialisme en fascisme als niet minder gevaarlijk cn ontwrichtend voor de maatschappij leeren beschouwen. Men is waarlijk in de z.g. democratische landen niet van de Komintern ge diend, maar men is er evenmin ge il iend van de metboden speciaal van de Duitsche propaganda en van de Gestapo, cn men beschouwt bet daar als een aanmatiging, dat de z.g. totali tair geregeerde landen aan andere, vrije en souvereine staten zouden voorschrijven, met wie zij wel en met wie zij niet in verbinding zouden mo gen treden. Juist zij, die zoo prat gaan gaan op hun eigen souvereiniteit, dienden de souvereiniteit van anderen le eerbiedigen. Men baalt weer de zoo graag gebezigde tegenstelling voor «le.n dag van levenskrachtige en niet-le- venskrachtige volken, waarbij zij, die den vrede liefhebben en het recht wil len handhaven, tot de niet-levens- krachtige worden gerekend. De reactie «Ier bladen in Duitsch land en Italië is ongeveer heftig, voor al verwijt men Roosevelt, dat bij dooi de boodschap tot ben te richten, deze beiden aanduidt als de aanvallers, wat natuurlijk niet waar is! Ook komt «leze boodschap tegenover het forum «Ier geheele wereld hen natuurlijk niet van pas. Het feil, «lat Hiller den Rijksdag den 28e April reeds bijeen beeft geroepen om daarin zijn antwoord aan den pre sident mee te deelen, geeft intusschen wel te kennen, «lat men le Berlijn de beteekenis van «len stap van Roose velt volkomen begrepen beeft en dal het antwoord het moge dan wel licht min of meer afwijzend uitvallen niet als een sinecure zal worden beschouwd. Men verwacht zelfs een tegenvoor stel van Hitier. In Italië wijst men de boodschap eveneens af, maar is men minder ag- gressief. BEDRIJVIGHEID IN SPAANSCH- MAROKKO. Volgens reizigers uit Spaansch- Marokko heerschl in «le verschillende grensilistricten en het kustgebied groote activiteit. Er worden versterkingen aangelegd naar aanwijzingen van buitenland sche technici, over wier nationaliteit zeer groote descretie wordt in acht ge nomen. Reizigers kunnen zich gemakkelijk bewegen, doch het gebruik van foto toestellen wordt scherp gecontroleerd en vaak verboden. Volgens reizigers, die te Tunis zijn aangekomen, zouden soldaten, voor het meerendeel Abessynische somali's, De Echo van het Zuiden, Wailwpselie en Langstraatsclie Courant* In zijn 2c radiovoordracht besprak de Minis- tei van Economische Zaken den akkerbouw, waarbij hij eerst aandacht schonk aan de re geringsmaatregelen ten behoeve van de rogge- teelt. Al dadelijk noemde hij de wisselwerking die tusschen deze teelt eenerzijds en de var kens- en pluimveehouderij anderzijds bestaat, daar de varkens en het pluimvee voor een groot deel met graan gevoederd worden. Lage prijzen voor voedergraan zijn den varkens- en pluimveehouders welkom en den graanverbou- wers mogelijk tot schade, terwijl hooge graan prijzen den akkerbouwer verheugen, doch voor de varkens- en pluimveehouders mogelijk na deel beteekenen. Voor 1930 waren de omstandigheden zooda nig, dat elk dezer takken van landbouw en veeteelt een bestaansmogelijkheid bood, doch daarna begon door enorme prijsdaling der land bouwproducten de ellende, in het bijzonder voor de tienduizenden kleine boeren in ons land, wier bedrijf een oppervlakte van 5 ha. niet te boven gaat, maar waarop in totaal toch een kleine 400.000 menschen werk vinden, voor het grootste deel roggeverbouwers, varkens- en pluimveehouders. Tot steun aan den bedreigden graanverbouw ging de Regeering over tot heffingen aan de grens voor buitenlandsche granen. Daardoor worden de binnenlandsche prijzen indirect ver hoogd, terwijl met de opbrengst dezer heffingen andere takken van den landbouw worden ge steund. De verhoogde prijs beteekent echter voor de varkens- en pluimveehouders hoogere kosten. De Regeering pleegt, indien het noodig is, dit bezwaar te ondervangen door op de rogge, welke voor dierlijk voedsel bestemd is, een toeslag te geven, waarbij, om te voorko men dat over dezelfde rogge meer dan eenmaal deze toeslag zou worden betaald, deze rogge met een onschadelijke stof rood wordt gekleurd. Men noemt dat denatureeren en den toeslag „denaturatietoeslag" of „denaturatiesteun". De roggeverbouwer ontvangt nu den vollen prijs, die gelijk is aan den buitenlandschen prijs invoerheffing, de handelaar, echter, die de rogge voor veevoeder verkoopt, krijgt den de naturatietoeslag uitbetaald en kan dus de rogge aan den varkens- of pluimveehouder verkoopen tegen een veel lageren prijs, n.l. den binnen- landschen prijs verminderd met den toeslag. Hierdoor wordt bereikt, dat de roggeverbou wer aan zijn prijs komt, terwijl toch de var kens- of pluimveehouder goedkooper voeder- graan kan betrekken. In den winter van 1936 schenen betere tijden te zullen aanbreken. In December 1936 en de eerste helft van 1937 stegen de graanprijzen zoodanig, dat de denaturatietoeslag kon wor den afgeschaft en de invoerheffing geleidelijk verlaagd tot 1.— per 100 kg. Helaas trad in 1937 een daling in en bij den overvlöedigen wereldgraanoogst van 1938 zakten de graan prijzen weer in tot het peil van 1930. In het voorjaar van 1938 daalde de binnenlandsche roggeprijs te Groningen tot ƒ7.10 per 100 kg. Aangezien de Regeering een richtprijs had toe gezegd liggende tusschen ƒ7.25 en 8.25 moes ten dus weer krachtige steunmaatregelen wor den genomen: de invoerheffing die op 4 April 1938 nog 1,— per 100 kg. bedroeg werd ge leidelijk verhoogd tot zij in November tot 4.50 was gestegen. Bovendien kocht de Regeering in Mei en Juni van dat jaar groote hoeveelheden rogge aan, hetgeen evenwel niet verhinderde dat in Juli de prijzen op de Groninger markt nog verder inzakten. Werd aanvankelijk de denaturatietoeslag nog achterwege gelaten we gens de hooge uitvoeringskosten en den admi nistratieven rompslomp, dien deze maatregel veroorzaakte en ook omdat de lasten van den veehouder, doordat de binnenlandsche graan prijzen niet gestegen waren, niet waren ver zwaard. in September was de Regeering wel genoodzaakt den denaturatiesteun voor rogge, ietwat gewijzigd, weer in te voeren. De graanhandel. De maatregelen ten behoeve van den graan verbouw in de afgeloopen negen jaren getrof fen, raken evenzeer de zeevaart en den koop handel, aldus de Minister. Wanneer een schip met graan de haven invaart, komt er geld het land binnen in den vorm van haven-, kade- en loodsgelden en lossingskosten, kosten voor sleepbootcn en bunkers, werven en dokken, controle en provisie. Daarom dient ook de graanhandel de volle belangstelling te hebben van den bewindsman, die de zorg voor de wel- vaa.-r van Nederland op zich heeft genomen. Aan de moeilijkheden van den graanhandel wijdde Je Minister dan ook een afzonderlijk woord. De cpet:jvolgende verhoogingen van d? in- -.•oerhoifing op rogge in den zomer van 1938 ontm' ene in de kringen der graanhandelaren veel critiek, omdat deze maatregelen het, naar ir.ee, in cie kringen zeide, onmogelijk maakten, de prijzen voor den voorverkoop te berekenen. Dit zou wel mogelijk zijn geweest, aldus de handelaren, indien een voor langeren tijd on gewijzigde invoerheffing was ingesteld, gepaard aan een meer variabelen denaturatietoeslag. Bo vendien had verhooging van de heffing aan de grens volgens den graanhandel geen resultaat meer, daar het aanbod van binnenlandsche rog ge zóó groot was, dat de prijs toch niet zou stijgen. Deze zienswijze achtte spreker evenwel niet juist. De heffingsverhoogingen hadden wel de- gehjk voor het binnenland haar prijsoptrekken- de uitwerking behouden. Immers de buiten landsche prijsdalingen werden opgevangen; al leen door de snelheid, ervan kon de binnen landsche loggeprijs niet steeds boven de 7.25 per 100 kg. worden gehandhaafd. Bij de uitvoering van plannen, zooals aange geven in het rapport Westhoff, zal de ver bouw van granen in ons land zich uitbreiden en worden de moeilijkheden in verband met be langen van andere groepen der bevolking nog grooter. De Regeering heeft daarom gemeend goed te doen het geheele vraagstuk van de graanpolitiek grondig te doen onderzoeken door een Commissie, die in October 1938 is ingesteld en waarin vertegenwoordigers van groepen, die bij de graanpolitiek belang hebben, zijn opge nomen. Fabrieksaardappelen. Overgaande tot de aardappelteelt, besprak de Minister voorts de beteekenis van de aard- appelmeelindustrie in de veenstreken. In 1930 stortten de prijzen van het aardappelmeel in. De fabrieken zaten met zulke groote onver koopbare voorraden, dat de Regeering moest ingrijpen om de veenkoloniale aardappelver bouwers voor ondergang te behoeden. Dit ge schiedde in den aanvang door het verleenen van credieten aan de genoemde fabrieken, on der voorwaarde dat deze aan de boeren een bepaalden prijs betaalden voor de aardappelen. Later werden op grond van de Landbouw-Cri- siswet andere maatregelen getroffen. De teelt van fabrieksaardappelen werd beperkt en een zoodanige prijs werd gegarandeerd voor het aardappelmeel, dat het voor de fabrieken moge lijk is den boeren een loonenden prijs voor de geleverde aardappelen te betalen. Ondanks deze steunmaatregelen zijn de voor uitzichten zeer ongunstig, vandaar dat gezocht wordt naar nieuwe afzetgebieden en -mogelijk heden voor aardappelmeel, zooals fabricatie van een bepaalde soort veevoeder uit aardap pelen. Ook wordt het aardappelmeel meer en meer gebruikt voor het vervaardigen van ba keliet. Consumptieaardappelen. Ook ten aanzien van de consumptieaardap pelen, waarvan de teelt voor den landbouw als wisselvrucht onmisbaar is, werden maatregelen getroffen. De mindere kwaliteit werd van de markt afgehouden doordat er een denaturatie- regeling werd ingesteld, volgens welke voor de aardappelen, die voor veevoeder werden be stemd, een toeslag wordt verstrekt, nadat zij gedenatureerd worden. Hierbij geschiedt de de- naturatie door stukprikken, waardoor de aard appelen ongeschikt worden voor menschelijk voedsel. Ook hier is de toeslag zoo vastgesteld, dat hij tezamen met den prijs, dien de aardap pelen als veevoeder opbrengen, ongeveer de productiekosten dekt. Dit heeft tot gevolg, dat de prijs van de aardappelen voor menschelijk gebruik niet verder kan dalen dan het bedrag van de veevoederwaarde denaturatietoeslag. Immers zou de prijs verder dalen dan zal het voor den boer voordeeliger zijn de aardappelen te laten denatureeren met ontvangst van toe slag en voor veevoeder te verkoopen. Voor de financiering van dezen steun moet de teler van consumptieaardappelen een teelt heffing van 50.per ha. betalen. Deze hef fing is als het ware een verzekeringspremie, die de teler betaalt om zeker te zijn, dat hij voor zijn aardappelen een loonenden prijs zal ont vangen. Kleine verbouwers, die voor eigen ge bruik telen, zijn hiervan geheel of gedeeltelijk vrijgesteld. Hoewel deze heffing veelal een zware last beteekent voor den teler, is de op brengst ervan nog lang niet voldoende om de aardappelsteunregeling te financieren. Bij den laatsten oogst b.v. was de opbrengst der hef fing op bijna 3.000.000 te schatten, doch voor den steun, exporttoeslag en onkosten was in totaal 4.500.000 noodig. Het tekort van 1.500.000 wordt uit het Landbouw-Crisisfonds bijgepast. Suikerbieten. De teelt van suikerbieten als wisselvrucht is mede voor den akkerbouw onmisbaar, boven dien geeft zij aan vele handen werk. Door deze cultuur kunnen wij in eigen behoefte aan suiker voorzien. Bij den steun aan deze teelt, welke in 1930 door den diepen prijsval van de suiker noodig werd, moet rekening worden gehouden met de belangen van Nederlandsch-Indië, dat een rietsuikerexport van internationale betee kenis heeft. Met onze Overzeesche Gewesten is een afspraak gemaakt, dat Nederland zich een maximum stelt van tot suiker te verwerken suikerbieten. Voor den oogst 1938 bedroeg de ze hoeveelheid 1575 millioen kg. bieten, het geen ongeveer overeenkomt met onze binnen landsche behoefte aan tafelsuiker. Indië levert dan wat noodig is voor onze industrie, in het bijzonder voor de conservenindustrie en de pro ductie van gecondenseerde melk. Ook Suriname krijgt van deze leveranties zijn deel. Voor deze steunregeling van de suiker uit onze Overzee sche gebiêdsdeelen zijn op de Landbouw-Crisis- fondsbegrooting en op de begrooting van het Departement van Koloniën gelden uitgetrokken. De steun voor de suikerbietencultuur hier te lande is zoodanig geregeld, dat de Staat aan de Suikerfabrieken een bepaalde geldelijke op brengst voor haar suiker garandeert, zoodat deze in staat zijn aan de telers een voldoen den prijs te betalen voor de bieten. Wat daar toe aan de werkelijke opbrengst volgens de noteeringen van de Amsterdamsche termijn- markt ontbreekt, wordt uit het Landbouw-Cri sisfonds bijbetaald. I en slotte roerde de Minister nog even de gevolgen van de inpoldering der Zuiderzee aan voor de aardappel- en suikerbietenteelt, die ook daar als wisselteelt noodig zijn. Voor de daar door veroorzaakte grootere productie zal naar nieuwe afzetmogelijkheden moeten worden ge- zocht. Reeds zijn proeven genomen met het drogen van suikerbieten waardoor het product langer houdbaar blijft. Het voorstel van Roosevelt

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 1