Gemeenteraad Eethen.
INGEZONDEN STUKKEN.
FEUILLETON
DE BEDRIEGLIJKE GELIJKENIS.
5. Gemeentesecretarissen.
6. Wethouders,
het secretariaat van den Volkenbond.
7. Directeur van het kabinet dei
Koningin.
8. Commissarissen der Koningin.
9. Leden van Gedeputeerde Staten.
10. Leden van den Raad van State.
11. Leden van de rechterlijke macht
12. De ambtenaren van het korps
bezoldigde rijksveldwacht.
13. Leden van de Staten-Generaal.
In de tweede groep zijn vermeld:
1 Thesaurier-generaal bij het de
partement van financiën.
2. Agent van het ministerie van fi
nanciën, directeur van de grootboe
ken der nationale schuld.
3. Het personeel van de admini
stratie der belastingen, voor zooveel
het niet behoort tot een der jongste
7 lichtingen gewone dienstplichtigen
en niet werkzaam is op arbeidsover
eenkomst.
4. De hoofdambtenaren, ambtena
ren en bezoldigde beambten bij de ge
meentelijke politie wier werkkring
uitsluitend tot het politiewezen be
perkt is.
5. Bestuurders, beambten en be
dienden van een spoorwegonderne
ming voor zoover in vasten dienst dei-
onderneming.
6. Ingenieurs van den waterstaat,
havenmeesters, haven- en sluis-per-
soneel, voor zoover als zoodanig in
vasten dienst van het Rijk.
Dit besluit treedt op 3 Mei in wer
king.
ADVERTEERT IN DIT BLAD
Mr. M. Steen-
berghe minister
van economi.
sche zaken, die
gisteren 40 jaar
werd.
HET AMSTERDAMSCHE RAADHUIS.
B. en W. van Amsterdam stellen
den Raad voor in verband met den
Raadhuisbouw
I. vast te stellen, dat de samenge
stelde prijsvraag, uitgeschreven ter
verkrijging van een definitief schcis-
ontwerp voor het nieuwe Raadhuis,
het beoogde resultaat niet heeft opge
leverd, en mitsdien deze prijsvraag
voor geëindigd te verklaren;
II. Hen te machtigen, ter voorbe
reiding van het opmaken van de plan.
nen voor den bouw van een nieuw
Raadhuis op het daarvoor bestemde
terrein aan het Frederiksplein, zicii
in verbinding te stellen met de archi
tectencombinatie M. Duintjer en A.
Komter en met de architectencombi-
natie J. F. Berghoef en ir. J. J. M.
Vegter, ten einde te trachten van hen,
op grond van de door hen voor de be
sloten prijsvraag voor het nieuwe
Raadhuis ingediende schetsontwerpen
voor dit Raadhuis ontwerpen te ver
krijgen, waaruit zoo mogelijk een keu
ze voor het definitieve ontwerp kan
worden gedaan.
Crediet Lucht bescherming.
Zaterdagmorgen kwam de raad der
gemeente Eethen onder voorzitter
schap van den Edelachtbaren Heer
Burgemeester D. A. v. d. Schans in
openbare vergadering bijeen. Alle le
den waren aanwezig.
De vergadering werd geopend met
gebed, waarna de notulen onveranderd
werden vastgesteld.
Onder de ingekomen stukken was
een schrijven van Ged. Staten betref
fende een kleine wijziging in 't amb
tenaren reglement, hetgeen z.h.st. werd
goedgekeurd.
Dan kwam aan de orde het voorstel
van B. en YV. tot onttrekking aan den
openbaren dienst van de wegbermen
aan den Genderschen Dijk.
Dhr. Donken vraagt of dit geen ei
gendom is van den polder, waarop de
voorzitter antwoordt, dat het slechts
aan den polder in bruikleen is ge
geven.
Op een andere vraag van den heer
Donken antwoordt de voorzitter dat
het de bedoeling is, dit stuk grond in
erfpacht te geven, terwijl het dit jaar^
nog wordt verhuurd.
Z.h.st. wordt dit voorstel dan aan
genomen.
Vervolgens staat op de agenda:
Y'oorstel tot uitgifte van een perceel
tje grond langs den Genderschen Dijk
in erfpacht.
De voorzitter deelt mede, dat het
stukje grond ten Oosten van den Gen
derschen Dijk is gelegen. De heer H.
van den Heuvel Pzn. heeft gevraagd
dit in erfpacht te kunnen nemen.
B. en YY'. stellen den raad voor, om
in beginsel tot deze uitgifte te beslui
ten en dan door een commissie de
schatting te laten verrichten. Aldus
wordt besloten.
Ook enkele kleine begrootingswij-
zigingen voor het dienstjaar 1938 be
treffende het bevolkingsregister, de
steunverleening enz., gaan onder den
hamer door.
Verder wordt in beginsel besloten
aan den heer H. A. de Ruyter een bij
drage toe te kennen voor de verbete
ring van zijn woning van ongeveer
70.—.
Dhr. J. B. v. Mersbergen heeft een
verzoek ingediend tot voorschot inge
volge de Landarbeiderswet, voor het
bouwen van een huisje op een stukje
grond, dat hij heeft gekocht.
Zonder opmerkingen gaat hier de
raad in beginsel mede accoord.
De verordening voor het verpachten
van gras langs de wegen is verloopen.
De voorzitter wil nu deze verordening
op dezelfde wijze vaststellen.
Wordt besloten.
Hierna komt aan de orde een voor
stel van B. en W. tot het verkrijgen
van een crediet voor de luchtbescher
ming.
De voorzitter deelt hierbij mede, dat
in de vorige raadsvergadering is be
sloten een crediet voor de luchtbe
scherming toe te staan van 350.
De toestand is sindsdien aanmerke
lijk verscherpt. Door den minister van
Binnenlandsche Zaken nu, is verzocht
zoo spoedig mogelijk tot aanschaffing
van verschillende benoodigdheden
over te gaan. Binnenkort is er inspec
tie te verwachten, zoodat wij dan ge
reed zullen moeten zijn. Op het oogen-
blik heeft ieder dorp een verbanddoos,
een brancard en een zuurstofapparaat.
Dit is echter veel te weinig en waar
borgt geen voldoende bescherming
van de burgerbevolking tegen lucht
aanvallen.
Daarom vragen B. en W. thans een
crediet van 1000, teneinde tol aan-
schatting van het hoog noodige over
te gaan.
Dhr. Donken merkt op, dat er nog
niet genoeg gedaan is voor de lucht
bescherming, maar hij zou er toch ook
weer niet te veel voor willen uitgeven.
De voorzitter antwoordt, dat B. en
W. de idee zijn toegedaan om zoo zui
nig mogelijk met de bescheiden mid
delen om te springen.
Dhr. van Beek zegt, dat een sirene
erg duur is. Daarom maakt hij den
voorzitter attent op het feit in een
andere gemeente, waar men 'n stoom
fluit heeft gekocht van een oud schip.
Dit was een pracht sirene en boven
dien zeer goedkoop.
De voorzitter zegt dat deze idee in
derdaad wel goed zou kunnen zijn,
maar wij moeten er rekening mee hou
den dat wij een gemeente hebben met
een groole uitgestrektheid, zoodat één
sirene over hel algemeen moeilijk af
doende zal zijn.
Dhr. van Beek vraagt dan nog of de
leening met inbegrip van de reeds
verstrekte 350 gulden, 1000 zal be
dragen, of dat het de bedoeling is van
B. en \Vom naast de vroegere leening
nog een leening van 1000 te krijgen,
waarop de voorzitter antwoordt, dat
de eerste veronderstelling van den heer
van Beek juist is.
Y'erder deelt de voorzitter nog mede,
dat het bedrag in 5 jaar tijd zal wor
den afgelost.
Z.h.st. wordt deze leening dan toe
gestaan.
Dan komt aan de orde een verzoek
van de Wed. van den Heuvel te Gen-
deren, tol verkoop van een stukje pu
blieke weg.
De voorzitter verklaart dat hij hier.
aan niet wil voldoen. Wanneer de raad
besluit dit stukje grond aan genoem
de weduwe te verkoopen, dan voorziet
hij oneenigheid tusschcn de beide bu
ren. De pad, die echter in een zeer de-
solante toestand verkeert wil hij
bruikbaar maken, door de kuilen en
gaten met koolasch te dempen.
Dhr. van Beek is echter van meening
dat er heel wat meer aan moet gebeu
ren. Met een herstelling door middel
van een koolaschdek komt men er
niet. Hij vraagt den voorzitter zelf
eens te gaan kijken.
\\7ethouder Lankhaar is ook van
meening dat er wat meer aan moet
gebeuren, aangezien het pad zeer
slecht is.
Dhr. van Beek stelt voor om aan
ieder van de belendende eigenaren de
helft te verkoopen, zoodat dan het on-
eenigheidsgeschi! uit den weg »e-
ruimd zal zijn.
De voorzitter zegt dat ditzelfde plan
reeds door hem is geopperd, maar een
van de eigenaren wil dat niet.
Dhr. van Beek blijft voorstander
van verkoopen.
Wethouder Lankhaar is het hier
ook mee eens, maar hij onderschrijft
de woorden van den burgemeester, dat
een van de partijen hier niet mede
accoord gaat.
Dhr. van Beek zegt dal dit eigenlijk
hier op neer komt, dat een van de pav7
tijen de helft van het stukje grond niet
wil koopen, maar van den anderen
kant ook niet wil, dat 'zijn buurvrouw
het koopt. Dit is toch niets anders
dan de zaak zoo'n beetje tegenhouden.
De voorzitter blijft op zijn stand
punt staan om het pad met koolasch
zoo goed mogelijk te verbeteren.
Dhr. van Beek wil zich hierbij neer-
Ieggen, maar zegt, dat het dan ook
goed verbeterd moet worden.
Wethouder Lankhaar is van mee
ning, dat de klachten over den slech
ten toestand van dit pad eigenlijk op
het adres van den polder moet worden
geschoven, aangezien hij van meening
is, dal de weg aan den polder behoort.
Dhr. van Beek wil dan eerst uil-
zoeken wie de verantwoordelijke in
stantie is voor dezen weg, zoodat dan
misschien de kosten op den polder ver
haald kunnen worden.
De voorzitter acht thans hel voor.
stel v.an alle kanten voldoende belicht
en hierna wordt z.h.st. besloten afwij.
zend op hel verzoek van de-Wed. v. d.
Heuvel te beschikken en het pad te
verbeteren met koolasch.
Een voorstel tot credietverleening
voor B.-steun in natura over het jaar
1939, gaat eveneens onder den hamei-
door.
Dhr. van Beek vroeg hierbij, waar
om dit voorstel niet vroeger in behan
deling was genomen, want inmiddels
zijn er reeds 4 maanden van het loo-
pende jaar voorbij.
De voorzitter zegt echter, dat eerst
op 17 April hel schrijven van den mi
nister in dezen binnenkwam.
Een voorstel van B. en YYr. tot aan
koop van een pad tusschen de speel
plaats van de school te Genderen en
het land van den eigenaar dat 'er
naast ligt voor de som van 200.—,
wordt ook z.h.st. aangenomen.
Vervolgens beschikt de raad goed
gunstig over een verzoek van de stam
boek varkensfokvereeniging, waar
door aan genoemde vereeniging 5
subsidie wordt toegekend.
Hierna heeft de voorzitter nog een
mededeeling over het nieuwe gemeen
tehuis, dat, zooals de heeren leden van
den raad inmiddels wel reeds gezien
zullen hebben, niet op 1 Mei in ge
bruik zal kunnen worden genomen.
Het buitenwerk is geheel en al klaar,
maar van binnen is er nog het een en
ander aan te doen. Deze latere datum
is vooral te wijten aan het feit, dat
de trap niet op lijd werd geleverd.
I och is hel de laatste maal, aldus de
voorzitter, dat de raad hier aanwezig
is. 1 evens vindt de voorzitter gelegen
heid hier een woord van hulde te
brengen aan de menschen van den
piovincialen waterstaat, voor de uil-
nemende wijze waarop zij hel plant
soen voor het gemeentehuis in orde
hebben gebracht.
Bij de rondvraag vraagt de'heer
Donken of het niet wenschelijk was
dat de stemhokjes te Meeuwen veran
derd werden, want hij heeft verschil
lende klachten gehoord, aangezien het
stemgeheim niet voldoende door de
hokjes zou gewaarborgd worden.
De voorzitter zegt dat hij des avonds
voor de verkiezingen gewoon is de
verschillende stemlokalen te gaan be
kijken en hij noodigt den heer Donken
uii, hem dan bij de a.s. gemeente-
i aaiisn ei kiezingen hierbij te vergezel
len, opdat hij zelf zal kunnen zien, dat
er niets aan mankeert.
Verder pleit de heer v. d. Stelt voor
een lantaarn voor het gemeente-huis,
hetgeen, naar de voorzitter mededeelt,
zal worden bekeken.
Mijnheer de Redacteur.
Waar gaan we heen
Eenparig besluit de Raad in be
ginsel om voortaan in vacatures bij
voorkeur arbeiders uit Waalwijk
tewerk te gaan stellen. Van een wel
varende en bloeiende gemeente als
aalwijk, die ten slotte zijn pro
ducten toch ook allemaal buiten
Waalwijk plaatsen moet, is dit stand
punt moeilijk te begrijpen. Op deze
wijze wordt de wereld hoe langer
hoekleiner. De volksopvoeding moet
m. i. veel meer in het teeken gaan
staan, dat met het oog op de toe
komst, voor het menschdom de
wereld toch grooter is dan de plaals
zijner inwoning Wil de wereld nog
weer eens ruimer adem gaan halen
dan zal de thans meer en meer
postvattende denkrichting gewijzigd
moeten worden.
Men zal de dag mogen zegenen
als er weer ruimere en mildere geest
van denken over de aarde gaat
waaien. Volkskracht en volkswel
vaart zullen er mee gebaat zijn.
Met dank voor de opname.u^i
Abonné,
Drunen, 1 Mei 1939.
Krijgt Drunen een revue?
Mogen wij eenige teekenen gelo
ven, dan zal Drunen komenden win
ter de presentie van een revue kun
nen beleven.
Alhoewel desbetreffende gedachten
en besprekingen in primair stadium
verkeeren, meenen wij aan de hand
van ervaringen, dat Drunen qua
spelers, talrijke mogelijkheden biedt.
van „De Echo van het Zuiden".
41
Ik verzocht mijnheer Halbont al
leen te spreken, zei hij nog eens heel
vormelijk, met een strengen blik op
Harland.
In orde, oude jongen, ik ben dade
lijk weg, antwoordde Harland, op een
manier, die Horrabridge weer zeer
sterk aan het Berg-hotel deed denken.
Als je hier klaar bent, zullen wij sa
men een borrel drinken, na je rit zal
je wel dorst hebben. O, ik zou bijna
vergeten, dat je geheel onthouder was.
Ben je het nog steeds? Nu tot straks
dan
Gaat u zitten, meneer Horrabrid
ge, zei zijn gastheer toen ze alleen wa
ren. Ik vind het aardig, dat u mij eens
komt opzoeken. Maar wat had u voor
gewichtigs met mij te bespreken?
Ik heb het genoegen gehad uw
zoon in Natal te ontmoeten, meneer
Hallont, begon deze eindelijk; we
hebben naast elkaar gevochten tegen
de Zoeloes. Maar hij waagde te veel
hij was roekeloos. U zult wel erg ge
schrokken zijn toen u hoorde van zijn
vermissing, maar we konden er niets
aan doen.
De wilden hebben hem te pakken
gekregen en hij ontkwam op een aller-
wonderbaarlijkste manier, maar dat
is een verhaal op zichzelf en ik zal 't
aan hem overlaten ,u dat te vertellen,
als hij thuiskomt.
Als hij thuiskomt. Horrabridge
had dit als klap op den vuurpijl in
petto gehouden. Hij keek strak naai
zijn toehoorder, maar deze liet niet in
hel minst blijken, dat hij verrast was.
Wat had dat te beteekenen?
\\raar heeft u hem het laatst ge
zien? vroeg de heer Halfont kalm.
In hel hospitaal bij Elzuwini. Hij
sprak er toen over om met een week
of twee naar Engeland terug te gaan.
Ik dacht dat het u genoegen zou.doen
te hoorendat.dathij....
e. aan de beterende hand was.
Nu hij weer het onderwerp, waarvoor
hij eigenlijk gekomen was, moest aan
roeren, aarzelde Horrabridge weer net
als te voren.
Natuurlijk, natuurlijk, zei zijn
gastheer vriendelijk.
Dus als Halfont in Zuid-Afrika
is ol op weg naar huis, dan moet de
man, die zich hier voor hem uitge
geven heeft een ander zijn, zei Horra
bridge gejaagd.
- Natuurlijk, natuurlijk zei de an
der weer en hij glimlachte onverstoor.
baar.
Wel, ik weet toevallig wie hij is,
en ik achtte het mijn plicht u ervan
op de hoogte te brengen. Zijn werke
lijke naam is HarlandHarvey
Harland.... en, ik spreek niet graag
kwaad achter zijn rug, maar in Natal
staat hij niet al te goed bekend.
- Wel, ik geloof dat er menschen
zijn, die, als ze aan de controle van de
beschaafde wereld onttrokken zijn, er
niet op vooruitgaan, merkte de squire
luchtigjes op. Meneer Horrabridge, ik
ben u dankbaar voor uw inlichtingen,
maar ik wou u nog een ding vragen:
Heelt u hierover al met een ander ge
sproken, met uw broer bijvoorbeeld.
Neemet niemand.
Ik zou u zeer verplicht zijn, als
u mij zou willen beloven het ook ver
der niet te doen. Er zit hier meer ach
ter, dan men zoo op het eerste gezicht
wel zou danken, begrijpt u? Misschien
is hel een grap, misschien een wed
denschap, maar in elk geval is het
een zaak, die mij alleen aangaat. U
begrijpt mij?
Zeker, meneer Halfont; het is
verder mijn zaak niet meer.
Dank u. Blijft u met ons Lunchen?
Ik zie dat het zoowat tijd is.
Horrabridge nam de uitnoodiging
aan; hij bekeek deze zaak nu van een
geheel ander standpunt en nu hem de
gelegenheid geboden werd misschien
achter méér te komen, greep hij deze
met beide handen aan.
Ik wil u ook nog vragen, zei zijn
gastheer, in het bijzijn van mijn
dochters door woord noch gebaar te
laten blijken, waarvoor u hier kwam.
Toen ze even later in de koele eet
zaal aan tafel zaten, voelde Horrabrid
ge zijn belangstelling in deze vreemde
geschiedenis nog sterk toenemen. Daar
zat Harland veedief, dranksmokke.
laar en nog veel meer en die trad.
op als de broer van twee knappe ele
gante dames. En het ging hem heel
goed af!
Toen de luitenant afscheid nam was
hij tot de conclusie gekomen, dat Ethel
Hallont een van de aantrekkelijkste
en aardigste vrouwen was, die hij ooit
ontmoet had en dat hij in elk geval
een voorwendsel moest vinden, om
weer eens op Halfont te komen.
Een gekke wereld, hè Horrabrid
ge zei Harland, toen hij zijn gast een
eindje vergezelde, leven en iaten leven,
- 3a, ik geloof dat dit voor jou
het voordeeligst is.
Ze liepen zwijgend nog 'n eindweegs
door.
N,u, tot ziens, zei Harland einde
lijk, kom nog eens aanloopen.
Horrabridge verbaasde zich over de
brutaliteit van Harland, maar tegelijk
moest hij zichzelf bekennen, dat de
uitnoodiging hem zeer welkom was en
dat hij er zeker spoedig eens gebruik
van zou maken.
Harland liep terug, ging zijn fiets
uit de bergplaats halen en peddelde
weg.
Agnes Ingatrew zat onder een boom
ie lezen. Ze was alleen, Paul was naar
Londen. I oen Harland plotseling om
den hoek van het huis verscheen, keek
ze hem verschrikt aan, maar was toch
nieuwsgierig naar de reden van zijn
bezoek.
- Wilt u niet binnenkomen, vroeg
zij na een zeer vormelijke begroeting.
K'jkt 11 eens, juffrouw Ingatrew,
zei hij, toen ze samen in de kamer za.
ten, ik zei dat ik gekomen was om u
wat te vertellen. Dat is dit; ik ben een
bedrieger.
Dat wist ik.
Harland was verbaasd.
Ik wist, dat u Halfont niet was,
bevestigde zij. Ik heb u van het begin
at aan verdacht en toen was hel een
klein kunstje om me zekerheid te ver-
schallen. Maar waar is Halfont, weet
u dat ook?
Op het oogenblik op weg naar
huis. Hij heeft een tijd in het hospitaal
bij Ezulwini gelegen. Hij werd gewond
maar niet ernstig, voegde hij er haas-
lig min toe, toen hij zag, dat zijn be
koorlijke toehoordster bleek werd.
Ziet u, Halfont en ik waren dikke
vriendenwe hebben samen zoo hel
een en ander doorgemaakt. En u heeft
mij dus dadelijk doorzien, u alleen!
Wel, de oude heer.... meneer Hal-
lont en zij dochters zijn er absoluut
ingeloopen. Ik zou toch wel eens wil
len weten, hoe het komt, dat u mij
doorzien heeft.
Hij keek nog steeds naar haar en
zijn blik getuigde van sympathie, en
Agnes zag dit. k
Ik weet het niet, tenzij....
Ja, ik begrijp het. Uw instinct
was scherper dan dat van een bloed
verwantschap alleen. Vertelt u mij
eens eerlijk, heeft u ruzie met Halfont
gehad
Ruzie? Nee, hoe komt u daarbij?
Ik heb den indruk gekregen, dat
Haltoni iets had, dat hem hinderde.
Hij heelt hij mij gelogeerd onder om
standigheden, die ons wel nader tot
elkaar moesten brengen. En.... hij
u.
bezat 'n groot aantal portretten van u.
Heeft hij u ooit iets verteld?
Neen, dat ligt niet in zijn aard.
Maar ik ben wel in staat uit wat ik
zie mijn conclusies te trekken. Mijn
vrouw zei ook eens tegen meHalfont
is een teleurgesteld man!
- Uw vrouw? U is getrouwd?
Ja.
Opeens werd Agnes alles duidelijk.
Die bijzondere gelijkenis, die iedereen
in de war brachtbehalve haar.
het verhaal, waarmee Paul verleden
jaar van zijn club thuisgekomen was,
het was nu alles zonneklaar.
Y-Vilt u mij niet uw naam zeggen,
uw echten naam?
Harland, Harvey Harland, zei hij
somber. Als u in Natal was, kon ,u bij
een ieder naar mij informeeren.
Dat was de naam, dien Halfont vol.
gens Paul in Natal gedragen had!
En u zei, dat hij spoedig naar
huis komt?
Ja, en als ik u een raad mag
geven, laat hem dan niet wéér weg
trekken
(YYrordt vervolgd).
•T
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)