V
Buitenlandsch Nieuws.
BINNENLAND
NIEUWS UIT DE
LANGSTRAAT EN OMGEVING.
Zaterdag 13 Mei 1939 No. 37
De Echo* van het Zuiden
Tweede blad,
KAATSHEUVEL.
Het goud van Mr. Kalaghan
Moederdag.
CjCT
DALAD1ER AAN T WOORD.
„Overheersching of samenwerking".
In zijn Donderdag in de Kamer gehou
den redevoering heeft de Fransche pre
mier, Daladier, in de eerste plaats be
toogd, dat Frankrijk vastbesloten is zoo
lang zulks noodzakelijk is, alle pogin
gen, die beoogen den moreelen weer
stand van het land te verzwakken, te
gen te gaan. Frankrijk gevoelt oprechte
sympathie voor alle volken. Het weet,
dat een oorlog geen enkel der huidige
problemen zou oplossen. Frankrijk
wenscht samen te werken met allen en
geen enkel land te overheerschen.
Wij denken niet aan agressie, maar
wij zullen ook niet gedoogen, dat de
Fransch-Britsche solidariteit door in
triges of door kwaadwillige leugenach
tige propaganda verzwakt wordt. Wij
beschouwen verder de deelneming van
Sovjet-Rusland aan het gemeenschap
pelijke werk van wederzijdschen bij
stand als zeer gewenscht.
Met Turkije wenschen wij in den
meest vriendschappelijken geest de pro
blemen, die zoo langen tijd hangende
geweest zijn, op te lossen. Het bezoek
van generaal Weygand aan Turkije
heeft getoond, hoe diep het gevoel van
achting tusschen de beide naties is.
Met betrekking tot de defensie zeide
Daladier: Wij denken er niet aan onze
militaire maatregelen te verminderen,
doch zullen deze veeleer versterken in
dien buiten onze grenzen zekere mobi
lisaties op groote schaal worden ge
handhaafd.
Indien men een rechtvaardigen en
billijken vrede wenscht, zijn wij bereid
hiertoe mede te werken. Indien men het
voornemen koestert den vrede een slag
toe te brengen, zal men de kracht on
zer wapenen voelen. Indien men tracht
ons tusschen vrede en oorlog heen en
weer te slingeren, dan staat de tijd aan
onze zijde.
's PAUSEN VREDESACTIE.
Hitler en Mussolini achten den Euro-
peeschen vrede niet in gevaar.
Uit zeer goede diplomatieke bronnen
wordt vernomen, dat Duitschland en
Italië het voorstel van Z. H. den Paus
om een conferentie te beleggen, tenein
de de Poolsch-Duitsche kwestie te be
spreken, van de hand hebben gewezen.
Hitler en Mussolini hebben geant
woord, dat de situatie niet zoo dringend
is dat een conferentie moet belegd wor
den. omdat volgens hun meening de be
trekkingen Warschauherlijn niet van
dien aard zijn, dat daardoor de vrede
in Europa verstoord wordt.
Dit antwoord heeft bij de diplomaten
van het Vaticaan een optimistischen
indruk gemaakt, want deze laatsten zijn
van meening, dat het antwoord de ver
zekering geeft, dat Hitier niet van plan
is om de. situatie onverwacht te wijzi-
gen.
Een woordvoerder van het Vaticaan
ontkende, dat de Paus een voorstel had
gedaan tot het houden van een vijfmo-
gendhedenconferentie binnen het Va
ticaan. Hij verklaarde, dat de Paus door
de nuntii te Warschau, Rome, Parijs,
Berlijn en Londen slechts omtrent de
Poolsch-Duitsche crisis had gesugge
reerd, dat het bijeenroepen van een
conferentie nuttig zou kunnen zijn,
maar dat men geen voorstel had ge
daan om die conferentie onder de aus
piciën van den Paus binnen de Vati
caanstad te houden.
De Paus zou echter blijven voortgaan
met diplomatieke besprekingen te voe
ren omtrent de mogelijkheid van een
algeheele ontspanning in den interna
tionalen toestand.
„RIDDERS VAN MARIA"
ONTBONDEN.
Op last van den chef van de politie
te Berlijn is de katholieke vereeniging
..Ridders van Maria" ontbonden, we
gens ,,den staat vijandig optreden".
Het doel van deze vereeniging was
een keurkorps te vormen binnen de Ka
tholieke Actie. De vereeniging telde 65
groepen in Saksen, Silezië en West-
falen.
ONGEREGELDHEDEN IN HET
MEMELGEBIED.
Drie Litausche boeren gedood.
De Poolsche pers bericht, dat in een
gevecht tusschen boeren van het dorp
Doviliai in het Memelgebied en Duit-
sche politie drie Litausche boeren wer
den gedood. De boeren hadden gewei
gerd levensmiddelen af te leveren aan
het Duitsche commissariaat en hadden
een betooging georganiseerd welke
door de politie met geweld van wape
nen werd verstrooid.
CHAMBERLAIN OVER 'T VLOOT
VERDRAG EN DANTZIG.
Voor zoover Engeland betreft, aldus
Chamberlain, acht ik den grondslag
van het Britsch-Duitsche vlootverdrag
nog niet wegegenomen; ik blijf het zien
als het symbool van het in beide volken
levende verlangen nooit meer met el
kaar oorlog te voeren.
Wat Dantzig betreft, verklaarde de
premier:
Hoewel wij verheugd zouden zijn,
indien de meeningsverschillen tusschen
Polen en Duitschland op vriendschap
pelijke wijze zouden worden bijgelegd,
en hoewel wij van oordeel zijn, dat zij
op die wijze bijgelegd moeten worden,
zou een poging, de situatie met geweld
op een dusdanige wijze te veranderen,
dat de Poolsche onafhankelijkheid er
door bedreigd wordt, onvermijdelijk tot
een algemeen conflict leiden, waarin
ook Engeland betrokken zou zijn."
WEDERKEERIG ANTI-AGRESSIE
FRONT VAN VIER DOOR
MOSKOU VERLANGD.
Het wordt thans steeds duidelijker,
dat de Britsch-Russische controverse,
over de vorming van een vredesblok
tegen agressie, waarin ook de Sovjet-
Unie een voorname rol zou spelen, haar
oorsprong vindt in den eisch van Mos
kou in zake wederkeerigheid. Het Rus
sische standpunt in dezen reeds opge
helderd door het Tass-communiqué van
Dinsdag j.l. en het daarop gevolgde
antwoord van Chamberlain in het La
gerhuis, wordt nu nog nader uitvoerig
toegelicht door een hoofdartikel in de
..Izwestija", dat ongetwijfeld het stand
punt der Sovjet-regeering weergeeft.
Men kan hieruit concludeeren, dat de
Sovjet-unie een eenheidsfront van we
derzijdschen bijstand wenscht, bestaan
de uit Engeland, Frankrijk, de Sovjet
unie en eventueel Polen. Dat anti-ag
ressiepact zou in elk geval gebaseerd
moeten zijn op wederkeerigheid en een
waarborg voor de andere Oost- en
Centraal-Europeesche staten, die door
een aanval bedreigd worden, moeten
vormen.
,,Er zijn in de paar laatste weken, al
dus het blad, bepaalde gebeurtenissen
voorgekomen, welke een grondige wij
ziging hebben gebracht in de situatie in
Europa. Wij bedoelen hiermede:
le. Hitler's jongste redevoering in
den Rijksdag.
2e. Het sluiten van een militair en
politiek bondgenootschap tusschen Ita
lië en Duitschland.
De Sovjet-Unie was en is van mee
ning. dat, indien Frankrijk en Groot-
Brittannië werkelijk een barrière wen
schen op te werpen tegen agressie in
Europa, een eenheidsfront van weder
zijdschen bijstand opgericht zou kun
nen worden, in de eerste plaats door
Groot-Brittannië, Frankrijk, de Sovjet-
Unie en Polen, of anders op zijn minst
door Groot-Brittannië, Frankrijk en de
Sovjet-Unie. Deze drie mogendheden,
gebonden door een pact van weder
zijdschen bijstand, op het beginsel van
wederkeerigheid, zouden garanties ge
ven aan de andere staten in Oost- en
Centraal-Europa, welke met agressie
bedreigd worden.
BRITSCHE VORSTEN NAAR
BELGIË.
Het agentschap Belga verneemt, dat
de koning en de koningin van Engeland
in November a.s. een officieel bezoek
aan België hopen te brengen.
FRANCO NAAR BERLIJN?
De correspondent van de Excelsior
te Berlijn bericht, dat Goering generaal
Franco zal verzoeken begin Juni naar
Berlijn te komen, teneinde tegenwoor
dig te zijn bij de parade van de Duit
sche troepen, die in Spanje hebben ge
streden. De correspondent voegt hier
aan toe, dat men van deze gelegenheid
gebruik zou willen maken om de poli
verkwikking
tiek-militaire overeenkomst van Milaan
te parafeeren.
HET TWEEDE KAMERLID
VAN DER PUTT BURGEMEES
TER VAN GELDROP.
Bij Kon. besluit van 10 Mei, is met
ingang van 1 Juni 1939, benoemd tot
burgemeester der gemeente Geldrop de
heer K. L. H. van der Putt.
De heer van der Putt, die sinds 1933
lid van de Tweede Kamer is, werd op
17 December 1887 te Stratum gebo
ren.
Hij bezocht de r.k. handelsschool te
Katwijk en was daarna in het buiten
land in den handel werkzaam, tot 1909,
toen hij werd opgenomen in de firma
van der Putt en de Vlam te Eindho
ven, waar de heer van der Putt thans
nog woonachtig is.
In 1919 stichtte hij het Verbond van
sigarenfabrikanten in België, terwijl hij
in 1924 te Antwerpen het Alg. Chr.
Verbond van werkgevers heeft opge
richt.
Voorts werd de heer van der Putt in
1922 lid van de kamer van koophandel
voor Oost Noord-Brabant, in 1924 lid
van de commissie van deskundigen voor
den tabaksaccijns, in 1928 voorzitter
van de Ned. R.K. Vereeniging van si
garenfabrikanten en in 1929 lid van
den raad van toezicht op de R.K. Han-
delshoogeschool te Tilburg.
Sedert 1933 is de heer van der Putt
voorzitter van de vereeniging van ka
tholieke ziekenhuizen en van 1934 af
heeft hij zitting als lid van den nijver-
heidsraad.
LORD MAYOR VAN LONDEN
KOMT NAAR ONS LAND.
Naar men vermeent zal de Lord Ma
yor van Londen, sir Frank Bowater,
van 16 tot 19 September a.s. een offi
cieel bezoek aan Nederland brengen.
Londen's eerste magistraat zal dan de
gast zijn van het gemeentebestuur van
Rotterdam. Tevens zal hij de opening
van de Staten-Generaal door H. M. de
Koningin bijwonen.
DE VINCENTIUSVEREENIGING
GAAT BOUWEN.
In de conferentie van de St. Vincen-
tius-vereeniging alhier is in princiep
besloten om ter vervanging van de
leeg staande arbeiderswoningen die
reeds lang de Markt ontsieren een
proeve te nemen met het bouwen van
middenstandswoningen. Naast het pand
bewoond door den beer IX Mathijsen
zullen twee woningen gebouwd wor
den, waarvan de plannen reeds in be
werking zijn.
DE KAMITO.
De plannen van de Kamito vorderen
schitterend. Door meerdere inschrij
vingen voor stands op deze tentoonstel
ling waaronder o.in. deze dagen de
Coöp. Stoomzuivelfabr. De Toekomst in
Sprang-Capelle inkwam, ziet het be
stuur zich reeds genoodzaakt een
grootere tentoonstellingstent te huren.
De volgende week wordt de reclame
voor tie Kamito meer intensief door
gezet o.m. door 't plaatsen van recla-
meschilden in de autobussen, door
spandoeken en andere affiches.
Komende week zal een vergadering
gehouden worden speciaal belegd voor
de verdeeling van de stands voor de
Kaatsheuvelsche middenstanders.
SPIJSKOKERIJEN.
Dezer dagen verscheen het verslag
van de Spijskokerijen, dezen winter
door de St. Vincentiusvereeniging ge
organiseerd. Uit dit verslag blijkt, dat
dezen winter vanaf 14 November tot
en met 23 Maart in totaal p.m. 230
kinderen dagelijks een warmen maal
tijd genoten. Deze 230 kinderen waren
verdeeld over drie spijskokerijen. 70
jongens waren geplaatst in die van de
Eerw. Broeders van Liefde in de
Schoolstraat, ruim 60 meisjes in die
van de Eerw. Zusters te Kaatsheuvel en
p.m. 70 jongens en meisjes in die van
de Eerw. Zusters te Berkdijk.
As geldelijke bijdrage kwam binnen:
235.25 van diverse vereenigingen,
ƒ200,50 van bloempjesdagen, collec
ten etc. ƒ0,— van het liefdadigheids-
concert van Bel Canto, 83,90 van de
uitvoeringen van de kinderen.
Naast deze geldelijke bijdragen werd
in natura, van landbouwers en bur
gers veel ontvangen. Speciaal
mag hier de aandacht geschon
ken worden aan het werk van den
Jongen Boerenstand voor het ophalen
en inkuilen der aardappelen en het
bewerken der boonenvelden.
Buiten wat aan artikelen in natura
ontvangen werd, bedragen de uitga
ven nog 742,10, zoodat het instituut
door M. BURGHOUTS.
10)
Bij de benzine-opslagplaats geko
men hield hij halt en bleef even zitten.
Het was duidelijk te zien dat hij alles
goed in zich opnam. Hij bekeek de
hele omgeving, terwijl hij een bijzon
dere aandacht besteedde aan de bcn-
zine-tanks. Het leek er zelfs veel op,
dat hij een tellende beweging maakte.
Dan keek de indringer nog eenmaal
goed rond zich heen en aanvaardde de
terugtocht weer langs dezelfde weg
die bij gekomen was. Voorzichtig sloop
de bezoeker weer naar het einde van
het kamp en ook daar bleef hij de no
dige voorzichtigheid in acht nemen.
Janus, die hem natuurlijk ook hier
gevolgd had zag, hoe hij, toen dè in
dringer reeds zeker 200 M. van het
kamp weg was, in staande houding
kwam en met een snelle pas, zich nog
grotendeels schuil houdend achter ai-
les wat hiertoe maar kon dienen,
verdween. Uit alles bleek, dat het
een echte doorgewinterde wildernis
kenner was, volkomen met de tactiek
van besluiping op de hoogte. Maar wat
zou nu eigenlijk het doel van zijn reis
zijn geweest? Iets meegenomen had
hij niet, want daar had Janus heel
goed naar gekeken. Hij had alleen 't
kamp aandachtig bestudeerd en bij
zonder veel aandacht besteed aan de
benzine-opslagplaats. Vanwaar die in
teresse voor de benzine? Hoe je er ook
over dacht, het werd niets duidelijker.
Enfin, hel feit was niet ernstig ge
noeg om iemand te wekken en morgen
als hij het verteld had tegen de heren
dan zouden die er wel een oplossing
voor weten. Zeker, meneer Konyo wist
wat dit nachtelijk bezoek inhield, die
was met zulke dingen op de hoogte
en Herr Beckmann was er ook lang
geen vreemde in. Die twee zouden
straks wel raad weten. Hij zou in ie
der geval alles vertellen zoals het ge
gaan was.
Janus nam zijn plaats weer in aan
het begin van het kamp en waakte
zijn wacht. Over een uurtje zou hij
worden afgelost.
„Nou Konoyo, wat denk jij er van?"
zei Oom Koos.
„Wel meneer Terberg, ik veronder,
stel dat de nachtelijke bezoeker eens
een kijkje in het kamp is komen ne
men. Dat kan hen altijd voordeel bren
gen. Ze dienen toch met de ligging en
de indeling van ons kamp op de hoog
te te zijn".
„En dan die belangstelling voor on
ze benzine-voorraad".
„Benzine is hier in de wildernis een
kostbaar ding. Stel U eens voor dal
wij geen benzine meer zouden hebben,
wat zouden we dan aan moeten van
gen. Te voet de terugtocht aanvaarden
is onbegonnen werk. Zij hebben er 't
grootste belang bij dat zij precies we
ten hoeveel benzine wij hebben en
waar zij die in tijd van nood kunnen
vinden".
„Wat denk je, zou het nodig zijn
om de wacht te versterken?"
„Wel nee, meneer Terberg, zolang
wij de schat niet gevonden hebben,
is er niets te vrezen. Alleen dan zal
het gevaarlijk worden en moeten wij
oj) onze hoede zijn".
„Nou, morgen beginnen wij met de
opmetingen".
„Hoelang denkt u werk te hebben?"
„Ja, met zekerheid is dat natuurlijk
onmogelijk le zeggen. De opmetingen
nemen al gauw een dag of drie in be
slag en dan zullen er nog wel enkele
dagen mee gemoeid zijn, voor de schat
geborgen is".
„Dus in een week denkt ,u met hel
hele geval klaar te komen?"
„Als alles goed gaat en wij niet te
veel tegenslagen hebben, ja".
„Prachtig!"
„Wat prachtig, Konoyo?"
„O, niets bijzonders, ik dacht zo
maar ergens aan. Kóm, ik ga eens een
kijkje nemen in 't vijandelijke kamp".
„Maar Konoyo, hel is nog klaar
lichten dag, hoe wil je dat nu doen?"
„Wedden, meneer Terberg, dat ze
allen verdwenen zijn".
„Wat zeg je.
„Tot over een paar uurtjes".
En Oom Koos in de grootste ver
wondering achterlatend verdween Ko
noyo.
De weg naar het kamp van de ach
tervolgers was zeer vermoeiend. Het
eerste stuk ging wel, maar dan kwam
je in een groot bos en daar moest je
helemaal doordringen. Een weg of een
pad was er niet in te vinden. Je moest
zo je eigen weg maar banen en gezien
de dichtheid van de beplanting was
dit nu juist niet zo erg gemakkelijk.
Het was echter duidelijk te zien dat
er de laatste tijd geregeld ..wande
laars" doortrokken, want overal zag
men takjes verspreid over de grond
liggen. Duidelijk zag men ook voet
sporen. De natuur was hier prachtig.
Een ontzaglijke massa planten van al
lerlei soort vormden een lust voor het
oog. Daarbij zag men geregeld allerlei
tropische dieren. Apen kwamen hier
al wel heel veelvuldig voor, terwijl
ook leeuwen en tijgers niet zeldzaam
waren. Daarom was 't ook ten streng,
ste verboden zich buiten het kamp te
begeven zonder voldoende gewapend
te zijn. Konoyo kende de weg hier op
zijn duimpje. Hij zorgde wel, dat hij
geen sporen achterliet en zo weinig
mogelijk verwoeste hij de planten
groei. Dat toch zou hel argwaan van
de tegenpartij kunnen opwekken. De
nachtelijke bezoeker was echter alles
behalve voorzichtig geweest, want die
had enkele versperringen, waarmede
Konoyo al iedere keer veel moeite had
gehad, uit de weg geruimd zodat het
bezoek aan den vijand voortaan nog
gemakkelijker was geworden. In stil
te dankte hij hem er voor. Nu was hij
bijna bij hel kamp en de grootste voor
zichtigheid was noodzakelijk, want
Konoyo dacht wel dat de expeditie
verdwenen was, maar je kon toch
nooit weten, misschien dat er
eentje was achter gebleven en dan
zou hij verraden zijn. Dat mocht in
geen geval gebeuren. Daarvoor had
hij zich al te veel moeite gegeven.
Voorzichtig sloop hij verder, zich
zoveel mogelijk achter de dikke bo
men en talrijke planten verborgen
houdend. Kijk, daar was hij bij zijn
uitkijktoren. Deze „uitkijktoren" zo
als hij hem gedoopt had, was een heel
hoge boom met een zeer eigenaardige
lakkengroei. Zonder moeite kon je er
inklimmen want de takken stonden
trapsgewijs, ongeveer een halve meter
boven elkaar. In een ogenblik was je
dan een twintigtal meters boven de
begane grond en je keek midden in '1
kamp van de achtervolgers. Konoyo
beklom zijn hoge post. Zouden ze zijn
verdwenen?
Zijn neusje plat gedrukt tegen de
grote winkelruit bekeek Jantje al het
mooie en fijne, wat er lag uitgestald.
Grote taarten met fijne kersen er op,
weer andere met slagroom en, o, nog
veel meer. Welke zou hij nu gaan
kopen? Ja, dat was natuurlijk een
moeilijke karwei want ze zagen er al
lemaal heerlijk uit, maar toch
die met die kersen was wel heel iets
bijzonders.
Het ventje had heel ijverig gespaard.
Een paar maanden geleden had hij
van den meester gehoord dat het mor
gen Moederdag zou zijn en toen was
bij hem het plan opgekomen om zijn
Moeder ook wat te geven, want die
was toch altijd zo lief en goed voor
hem. Meester had wel gezegd dat alle
Moeders erg lief waren, maar Jantje
wist zeker, dat er op de hele wereld
niet zo'n fijne Moeder was dan de zij
ne.. Ja natuurlijk, sinds Vader dood
was, was ze nog al vaak bedroefd en
zat ze wel eens te schreien, maar als
Jantje dan iels zei, wist ze nog, door
haar tranen heen, tel achen.
Het was een hele verandering ge
weest. Jantje kon zich nog goed voor
stellen dat hij toen in een mooi huis
woonde en veel speelgoed had. Toen
Vader echter gestorven was ging Moe
der in een klein huisje wonen, en de
mooie meubels en het prachtige speel,
goed waren langzamerhand verdwe
nen. Toen Jantje er naar had ge
vraagd, had zijn Moeder gezegd,
dat hij in dit kleine huis al dat speel
goed toch niet kon bergen en daarom
had ze er maar wat van aan de arme
kinderen gegeven.
Steeds was er meer weggegaan en 'l
kereltje wist maar niet waar naar toe.
Natuurlijk kreeg hij bijna helemaal
geen zakgeld, alleen af en toe schoten
er een paar centen voor den kleinen
man over.
Een paar maanden geleden was hij
nu begonnen met die centen netjes te
bewaren. Het was wel een hele ver
leiding geweest, maar hij had het toch
volgehouden en nu ging hij fijn die
fr
ter opwekking
Firmo TONNEMA Ci{.» Fobrikonttn van KING Pepermunt 1 Snaak
TWTnivll irniMTAlrt/D