Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
1843
BUITENLAND
„NOORD-
BRABAND
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen
EERSTE BLAD
Tyrannen.
Werkloosheid of werkloosheid
van jeugdigen?
öss,
Croquetten
en Bitterbollen
Automatiek PULLES-HEESBtEN.
MUMMER 52.
ZATERDAG 1 JULI 1939.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
:nz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
GIRO-No. 50798.
Advertentie» moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Als je jong bent en 't hart zoo warm.
dan kun je je de beenen uit het lijf
loopen om recht te krijgen voor de
verdrukte massa. Maar als je ouder
wordt en ervaring op ervaring hebt
gestapeld en teleurstelling naast
teleurstelling hebt geboekt dan
ken je de massa meer als een die
(drukt als die gedrukt wordt.
Wij weten wel: er zijn excuses
voor aan te voeren. Soms echter krijg
je er kippenvel van, als je ziet, hoe
de eene arme duvel, als-ie toevallig 'n
moment als méérdere, als „baas" of
„begunstiger" tegenover 'n anderen
armen duvel staat zich een hard
vochtige tyran kan betoonen.
Een sterk staaltje daarvan gaf „Het
Schoolblad" in een historie, door een
kweekeling met akte beleefd. Deze
jongeman was eenige jaren naar
ieders tevredenheid belast geweest
met een volledige schooltaak. Uit
waardeering zou hij voortaan 15.
per maand onvangcn uit vrijwillige
bijdragen der ouders. Voorheen was
zijn arbeid van jaren en zijn „volle
dige bevoegdheid" beloond met
niets.
Toen ontstond het drama.
In de hoogste klasse der school zal
een leerling, die den kweekeling met
acte herhaaldelijk nariep. Toen de
jongen hem nu tenslotte voor „kale
kweekeling" uitschold, was het tarief
voor deze kwaadwillige woorden:
schoolblijven. Nadat deze straf afge-
loopen was, kreeg de jongen als .toe
gift een preekje, waarbij de onderwij
zer hem, volgens het genoemde blad,
een paar „kleine rukjes aan zijn oor"
gaf. De gevolgen waren verschrikkelijk.
De vader kwam bij het hoofd der
school zeggen, dat hij en zijn buur
man als ook een oom van den jongen
voortaan geen gulden meer zouden bij
dragen, zoodat de kweekeling-onder-
wijzer voor 12 per maand moest
werken. Bovendien dreigde de vader,
dat hij zijn jongen op een andere
school zou doen, als zooiets nog meer
zou voorvallen.
Wat weergaloos laf en gemeen om
zoo'n jongeman, die, hoewel zelf reeds
eenige jaren slachtoffer van de maat
schappelijke omstandigheden, de kin
deren bij hun schoolopleiding niet tot
slachtoffers dier omstandigheden wil
de laten worden, in zijn zakgeld te
beknibbelen. Om aan wraakgevoelens
te voldoen.
Wij bezien deze gebeurtenis echter
ook nog van een anderen kant.
Wanneer de overheid eenige recht
matige belooning onthoudt aan sehool-
krachten, die niet of noode kunnen
worden gemist en de ouders nemen de
taak der overheid ten deze geheel of
gedeeltelijk over, dan ontstaan er zeer
verkeerde verhoudingen.
„Het Schoolblad" schreef ten beslui
te van bovenstaand verhaal: „Deze
kweekeling met akte zal voortaan wel
geen leerlingen meer laten schoolblij
ven".
Ip 'erdaad neen! Want die jonge-
'.maiLkan de paar guldens per maand,
welke hem als een aalmoes worden
geschonken, niet missen. Hij moet
heel wat karakter hebben en andere
financieele bronnen, zal hij de ouders
der kinderen, welke hem „steunen
niet in alles naar de oogen gaan zien.
De ouders worden op die manier
baas op school en de tyrannen voor de
onderwijzers.
ABONNEERT U OP DIT BLAD.
Meer en meer klachten worden ge
hoord, dat de industrie niet de be
schikking kan krijgen over de benoo-
digde jeugdige arbeidskrachten. Dui
zenden jonge menschen staan als
werkloozen ingeschreven, maar ze blij
ken „niet beschikbaar". Dal blijkt
b.v. uit een vraag, door Dr. I. H. J.
Vos aan den minister van sociale za
ken gedaan:
„Is het waar, zoo luidt de bedoelde
vraag, dat een onderzoek is ingesteld
door een ambtenaar van het departe
ment van Sociale Zaken en den direc
teur van de arbeidsbeurs te Gouda
omtrent de voorziening in de groote
behoefte aan jeugdig personeel bij
eenige fabrieken in die gemeente,
waarbij zou zijn gebleken, dat van de
124 bij de jeugdregistratie ingeschre
ven mannelijke arbeidskrachten er 56
werk hadden, van de 68 er 58 niet be
reid bleken den aangeboden arbeid te
aanvaarden en van de daarna restee-
rende tien er zes niet konden worden
aanbevolen op grond van algemeene
ongeschiktheid, zoodat uiteindelijk 4
jeugdige mannelijke arbeidskrachten
geplaatst werden?"
Bij het oproepen van werklooze mi-
litieplichtigen ter vervanging van on
der de wapenen zijnde jongemannen,
die in een of ander bedrijf moeilijk
kunnen worden gemist, werd een ge
lijke ervaring opgedaan. De meesten
hadden inmiddels werk gevonden.
Men ontkomt soms niet aan den in
druk, dat het feitelijke beeld van de
jeugdwerkloosheid over de ge
zinshoofden hebben we het hier niet
wel meevalt.
Als er sprake is van arbeidsschuw-
heid, gevolg van demoralisatie van
weleer gedwongen lediggang, moet te
gen dat kwaad met beleid, dus met
gepaste middelen, maar energiek wor
den ingegaan.
Nu wij deze regelen schrijven is de
zaak Oss in de Kamer tot een einde
gebracht. De conclusie der commissie
is met 66 tegen 28 stemmen aangeno
men.
Hopen we dat hiermee eindelijk de
beroemde zaak is atgeloopen. Oss
hangt duizenden met een ossestaart-
lengte de keel uit.
Vice-admiraal Furstner maakte een
verstandige opmerking over Oss. In
verband met de verdediging van Ned.-
Indië, over welk onderwerp hij het
woord voerde, drukte deze zee-otfi-
cier de hoop uit, dat de Nederland-
sclie geschiedschrijvers over vijftig
jaar tegenover de kwestie van het
versche kadetje en de Ossche affaire
zullen weten te stellen de wijze, waar
op het Nederlandsche imperium zijn
zelfstandigheid heeft weten te hand
haven.
Die zat.
In het „Handelsblad" bracht prof. de
Vries zijn verveling over de gerekt
heid van de zaak-Oss in scherpe
woorden tot uitdrukking.
Ook in een hofdartikel in de „Groe
ne" Amsterdammer wordt over het
journalistieke en parlementaire ge-
Oss gelamenteerd. De redactie ziet in
de zaak-Oss enkel een gelegenheid tot
sensationeele beschouwing. Ze schrijft
o.m. woordelijk:
,,'Het waren met name zekere ver
moedens omtrent zekere handelingen
van zekere geestelijken die in deze
zaak de ietwat smoezelige sfeer brach
ten welke de voorwaarde schijnt te zijn
voor blijvende publieke belangstel
ling. Marechaussees die zij 't met
methoden welker hardhandigheid in
de linksche pers nogal eens tot de be
schuldiging van sadisme leidden
jarenlang als eenvoudige ambtenaren
hun plicht hadden gedaan en wien nu
plots een onrecht geschiedde, werden
gebombardeerd tot nationale vrij
heidshelden. Gewild en ongewild, leid
den de beschouwingen in de opposi-
tioneele, vooral in de „neutrale" pers
tot een herleving van het anti-papisme
dat een der dieptste instincten van
een groot deel der natie is, in
vroegere tijden het zal hem die met
de pamfletten-literatuur der vorige
eeuw, op de hoogte is, welbekend
zijn openlijk geuit en beleden,
thans voortwoekerend onder de opper
vlakte en zich blijvend slechts vertoo-
nend in de kleuterpartij van den
meester Pennewip der Nederlandsche
politiek, ds. Kersten, een Rost van
Tonningen, Wijnkoop en dergelijken!
En aldus kon de affaire Oss meer
dan een jaar lang aanspraak maken
op een belangstelling die zij niet ver
dient."
LEVENSVERZEKERING
19
WAALWIJK
BRITSCHE UI f NOODIGING AAN
BERLIJN.
De Britsche gezant te Berlijn, sir
Neville Henderson heeft Dinsdagmid
dag op hel Duitsche ministerie van
Buitenlandsche Zaken een nota zijner
regeering overhandigd, die het ant
woord vormt op de opzegging door
Hitler van het Britsch-Duitsche vloot-
accoord van 1935.
In deze nota zet de Britsche regee
ring opnieuw haar politiek jegens
Duitschland uiteen en verklaart zich
bereid, op basis van wederzijdsch
vertrouwen maatregelen te bespreken
tot verbetering van Duitschlands eco
nomische positie.
Duitschland wordt verder uitgenoo-
digd, tijd, omvang en doel nader aan
te geven van een conferentie omtrent
een nieuw vlootaccoord als door
Duitschland geopperd, waarbij de
Britsche regeering echter tevens in
formeert, welke verzekering Duitsch
land kan geven dat een nieuwe over
eenkomst niet eenzijdig zal worden
opgezegd.
Hel Britsche memorandum gaat in
de eerste plaats in op de beschuldi
ging, geuit in de Duitsche nota van 27
April, n.l. dat Engeland noodzakelijk
Duitschlands tegenstander moet wor
den, in welk deel van Europa Duitsch
land ook in oorlog mocht geraken.
„Groot-Brittannië zou slechts vij
andig tegenover Duitschland komen
te staan, indien Duitschland een aan-
valsdaad jegens een ander land zou
plegen", zoo heet het letterlijk in de
nota.
Ten aanzien van de militaire toe
zeggingen, door Groot-Brittannië aan
Polen, Roemenië, Turkije en Grieken
land gegeven, legt de nota er den na
druk op, „dat deze garanties slechts
in werking kunnen treden, indien de
betreffende landen door Duitschland
zouden worden aangevallen."
FRANKRIJK'S BUITENLANDSCHE
POLITIEK.
VERZET TEGEN OVERHEERSCHING.
Alvorens de Kamerzitting werd ver
daagd, kreeg minister-president Da-
ladier door eenige vragen van oud
minister Frossard gelegenheid om nog
nader de houding der regeering te
preciseeren ten aanzien van de be
langrijke internationale vraagstukken.
Sedert twintig jaar aldus Daladier
is de toestand niet zoo ernstig ge
weest. Aan de Fransche grenzen staan
drie millioen man onder de wapenen,
zonder te rekenen de parlementaire
organisaties en in het binnenland in de
fabrieken werkt men met koortsach
tige haast en men ontvangt berichten
over groote troepen-concentraties.
Miniser-president Daladier verklaar
de verder, dat aan de grenzen van
Frankrijk een propaganda wordt ge
voerd, welk nu eens spreekt over ras-
senoorlog en godsdienstoorlog, dan
weer met oude verwijten, de
Fransch-Britsche solidariteit, zonder
welke geen vrede verzekerd is, tracht
te breken.
De regeering moet eerst de lands
verdediging versterken. Hiervoor zijn
milliarden en nogmaals milliarden
noodig. Hoe zwaar deze last ook is,
het land wil dezen liever dragen,
dan buigen voor de bedreiging van
geweld.
Daladier herinnerde vervolgens er
aan, dat hij niet heeft gemobiliseerd,
doch ter beschikking heeft geroepen.
Dank zij de Fransche grenswacht is
de vrede bewaard. Het is noodzakelijk,
dat twee geoefende lichtingen onder
de wapenen zijn.
Frankrijk is bereid tot eerlijke sa
menwerking met alle volken, indien
deze ook willen werken in een wereld
van vrede en niet willen vernielen.
Frankrijk is ook vast besloten, zich
met alle kracht te verzetten tegen
iedere poging tot overheersching (luid
applaus).
Het weet, da<t deze pogingen zich
eens tegen de veroorzakers zelf zul
len keeren. Frankrijk zal waken en
de voornaamste zorg van de regee
ring is de versterking van de lands
verdediging.
Ook deelde Daladier nog mede, dat
verschillende sociale wetten, ook die
reeds waren aangekondigd, achter
wege moeten blijven, om de groote
kosten der defensie welke laatste pri
mair is over alles.
ROOSEVELT'S MONETAIRE
BEVOEGDHEID.
De Amerikaansche Senaat heelt met
47 tegen 31 stemmen een door senator
Adams ingediend amendement op de
valutawet, welke ook een verlenging
van den duur van het stabilisatiefonds
bevat aangenomen, op grond waarvan
de bevoegdheid van Roosevelt, den
dollar te devalueeren, 30 Juni afloopt.
Het besluit van den Senaat ten aan
zien van de devaluatie wordt nu door
gezonden aan een conferentie tusschen
Senaat en Huis van afgevaardigden.
Het Huis van Afgevaardigden had
zich, ten gunste van een verlenging
van de devaluatievolmachten uitge
sproken.
SPIONNAGE-AFFAIRE IN
BELGIë.
Te Luik wordt sinds een paar da
gen een onderzoek ingesteld door den
KOMT EVEN SMULLEN.
uitsluitend van le kwaliteit
kalfsvleesch.
rechter van instructie, bijgestaan dooi
de politie van het Luiksche parket,
naar een belangrijke spionnagezaak.
Hierbij is betrokken een officier uit
Brussel, die aan een belangrijken dienst
van het Belgische leger is verbonden.
De officier werd gearresteerd evenals
èen met hem bevriende dame en een
agent van een buitenlandsche mo
gendheid, die met haar in betrekking
stond. Te Brussel stelt men eveneens
in het leger een streng onderzoek in.
Nog vijf andere personen, wier schuld
vast blijkt te staan, zijn gearresteerd.
De aan de agenten van den buurstaat
overgemaakte documenten en inlich
tingen worden van groot belang ge
acht. In verband met dezelfde zaak
werd te Meenen nog een persoon on
der aanhoudingsmandaat geplaatst, die
beschuldigd wordt van spionnage in
de buurt van Luik.
HET WOORD VAN ééN MAN KAN
EEN CATASTROPHE
ONTKETENEN.
Te Londen heeft Churchill een rede
gehouden, waarin hij o.a. zeide, dat
Juli Augustus en September moeten
worden beschouwd als de maanden,
waarin de spanning in Europa zeer
ernstig zal worden.
„Ik acht den toestand, waarin wij
ons bevinden zeer ernstig", zeide hij.
„Deze toestand lijkt veel op dien van
hel afgeloopen jaar, doch er is een
groot verschil: er zijn dit jaar geen
wegen open om terug te trekken.
Jegens Tsjecho-Slowakije hadden
we geen verplichtingen, bij verdrag
vastgelegd, doch thans hebben we Po
len een absolute garantie gegeven, dat
indien het het voorwerp is van een
niet uitgelokten aanval van het na-
tionaal-socialistische Duitschland, wij
tezamen met onze Fransche bondge-
nooten genoodzaakt zijn den oorlog te
verklaren
Het besluit van een enkelen man
aldus zeide hij kan een onmetelijke
catastrofe veroorzaken.
Indien men alleen de Duitsche voor
bereidingen zou zien en de ontzag
lijke opeenhoping van menschen, wa
pens en munitie, alsmede den toon
waarneemt van de door de regeering
gecontroleerde pers en de redevoerin
gen van de partijleiders, dan is slechts
één conclusie mogelijk en wel: dat het
ergste dreigt, wat kan gebeuren en
dat dit spoedig zal gebeuren.
Churchill zeide verder, dat evenwel
alle voorbereidende maatregelen ge
nomen kunnen worden en dat toch
het laatste signaal niet behoeft te
worden gegeven.
„Indien mijn woorden hem konden
bereiken, zooals het wel het geval zal
zijn, zou ik zeggen tot Hitier: „Wacht
en overweeg, vóór ge een duik neemt
in hel verschrikkelijke onbekende, in
dien ge uw levenswerk om Duitsch
land op te heffen uit de vernedering
en verslagenheid tot een punt, waar
de geheele wereld met spanning wacht
op daden, niet onherstelbaar vernie
tigd wilt zien".
Ik zou wenschen, dat ik Hitier kon
overtuigen van het feit, dat het Brit
sche rijk de grens van zijn geduld
heeft bereikt.
in een te Whitchurch gehouden
rede heeft oud-minister Eden ver
klaard, dat de grootste bijdrage, welke
het Britsche volk tot den vrede kan
leveren is, „een onwankelbare hou-
Walvijkxckt cn Laiiptraatscbe ('onranl,