WEEKPRA AT JE,
Binnenlandsch Nieuws.
De juffer van de Beukenhoeve
Zaterdag 8 Juli 1939 No. 54
De Echo van het Zuiden
Tweede Blad
Het goud van Mr. Kalaghan
OPRUIMINGEN.
Nu ge vacantie-plannen hebt:
leest de 4e pagina.
Inderdaad, het staat er boven: op
ruimingen. Maar het wordt toch geen
politiek artikel. Wat ik schrijven ga,
staat in geen enkel verband met de ka-
binets-crisis. En ik wil ook niet over
politiek schrijven, want ik ruik de va
cantie. Al kwam Colijn me in hoogst
eigen persoon opzoeken en me vertel
len, dat-ie 'n stuk of tien portefeuilles
„te geef" had, ik en zoude hem zeg
gen: als Uwe Excellentie na de vacan
tie nóg geen liefhebbers hebt gevon
den, kan hij zich als nog bij mij vervoe
gen, voorloopig heb ik geen interesse
voor portefeuilles.
Te weten: niet voor politieke porte
feuilles. Zoo'n gewone zakportefeuille
u weet. wel: zoo'n zachte, van saffi-
aanleer nou, die kan ik wel gebrui
ken., Als ik straks naar zee of bosch
ga (ik ben daaromtrent nog niet defi
nitief besloten) en ik moet in m'n hotel
een kleinigheid betalen, dan maakt het
ongetwijfeld indruk, als ik een goed
uitziende portefeuille kan trekken, wel
ke in stand en rang boven derzelver in
houd staat. Opscheppen kost niet veel
en is een der meest beoefende sportie
ve bezigheden van vacantiegangers.
Als we zoo enkel onder vreemden zijn.
doen we zoo'n beetje losjes en we pra
ten wat geaffecteerd: de notaris-klerk
wekt den indruk, dat-ie meneer zélf is
en ondergeteekende is nog nooit uit z'n
pension op de heide teruggekeerd, of
ze zeiden hem na: die Colijn zal toch
wel een heele hulp aan hem hebben!
Maar ik dwaal af.
Ik wilde den lezer en de lezeres er
aan herinneren, dat ze straks, als ze
kermis gaan houden of op vacantie
gaan, 'n hoop noodig hebben. Niet en
kel een nieuwe portefeuille, maar ook
een flanellen broek (voor de heeren,
bedoel ik) en een paar luchtige polo
hemden, waarin we „van alles" kunnen
en zullen doen, van wandelen tot zwem
men, rnaar waarin we nooit of te nim
mer polo zullen spelen; voorts nu doe
ik een woordje voor de dames, die
„niets (hebben) om aan te trekken"
een paar nieuwe geschikte jurken, van
die gemakkelijke, u weet wel, die je
wasschen kunt. Enne, enfin laat ik
inaar niet opsommen, wat dames voor
'n vaeantie-uitstapje allemaal noodig
hebben. Ze weten het zelf ik zucht
met u mee, mannen-broeders maar
al te goed!
Kermis- en vacantieplannen wekken
problemen, want ze eischen uitgaven
vóóraf en een spaarpot voor onderweg.
En toch, en tóch,....,: alles regelt zich
zelf in het leven. (Excuseer me dezen
luchtigen kijk, welke voortkomt uit de
loszinnigheid, die zich jaarlijks om
streeks half-Juli van me meester
maakt).
Alles wat we „noodig mee te nemen
hebben", wanneer we straks het stof
onzer woonstede van de voeten stam
pen om elders de longen vol te gaan
zuigen met het stof onzer heirbanen en
de zweetluchtjes van op bekende toe
ristenplaatsen, dus in de „vrije natuur",
samengeplakte menschenmassa's, ik
zeg: alles wat we dan noodig hebben,
vanaf een stuk zeep en een nieuwe
tandenborstel tot ja, tot de gekste
en duurste dingen toe, koopen we voor
den halven prijs.
Heusch!
Bekijk daartoe de vierde pagina van
dit en de eerstvolgende nummers van
onze krant maar eens. Het begrip
„vierde pagina'' moet u ruim opvatten:
in het algemeen wordt daaronder ver
staan: de advertenties!
Besteedt, zoo raad ik u, aan die ad
vertenties heel veel aandacht, vóór ge
ter kermis of op vacantie gaat.
Dan weet ge, waar ge ten
behoeve van uw vacantietocht terecht
kunt voor 'n prikkie. Twee maal
per jaar mag de winkelier zoo be
paalt de wet het opruiming houden.
En hij mag het niet (uitzonderingsge
vallen daargelaten, voor welke toe
stemming van de Kamer van Koophan
del noodig is) meerdere keeren doen.
En ook niet buiten de tijden, eveneens
bij de wet geregeld. De eerste oprui
mingsmogelijkheid bestaat voor den
winkelier in het vroege voorjaar, de
tweede valt in den tijd van 15 Juli
15 Augustus.
Dan moet hij opruimen: dat eischt
het zakelijke belang van hem. Hij moet
ruimte en geld maken ten behoeve van
zijn wintervoorraad. En hij moet het
risico afschudden, dat hij blijft zitten
met artikelen, die een volgend jaar niet
meer volgens de laatste mode zijn. De
artikelen, die hij nu weet af te zetten
tegen inkoopsprijs en zelfs daar bene
den, leveren hem de winst van risico-
verlies en hij komt in staat om zich
weer gewone winstkansen te scheppen
door aankoop van nieuwe, modieuse
goederen voor het komende seizoen.
Wie van de Juli- (en Augustus)-uit-
verkoopen verstandig profiteeren, zul
len zich vooraf reeds vele vacantie-ge-
noegens verzekeren. Het effect zal ge
weldig zijn. Papa maakt indruk hij
zal het zien en ervaren met zijn saf-
fiaan-lederen portefeuille, z'n flanellen
pantalon en nieuwe zomerschoenen: en
al zijn dochters, in fleurige fliscootjes,
met nieuw gepermanente haardos, 'n
sportieve sjaal om het geminiseerde gi-
raffenhalsje en een „beeldig' taschje
veroveren stormenderhand mannenhar
ten en keeren, tot opluchting van va
der, moeder en def tantes, zwaar ver
loofd naar huis terug.
Daarom: profiteert van de a.s. op
ruimingen en leest de vierde pagina
van deze krant nauwkeurig.
Ten besluite een wenk aan de win
keliers, een herinnering. De zomerop-
GEEN GARANTIE AAN
NEDERLAND.
De positie van Nederland is opnieuw
in de debatten in het Engelsche Lager
huis betrokken.
Wat ons land betreft is de bevesti
ging van Nederlands traditioneel stand
punt, zich afzijdig te houden van de te
genstellingen, die op het oogenblik in
Europa bestaan, nogmaals met nadruk
ter kennis van de Britsche en Fransche
regeeringen gebracht. Het bezoek van
jhr. Loudon aan minister Bonnet stond
namelijk niet alleen. Ook de graaf Van
Limburg Stirum, onze gezant te Lon
den, heeft bij het Britsche ministerie
van Buitenlandsche Zaken een soort
gelijken stap ondernomen, eveneens op
eigen initiatief.
Men kan er zeker van zijn, dat de
Britsche regeering ernstig rekening zal
houden met de Nederlandsche bezwa
ren en het is mogelijk, dat men er ten
slotte de voorkeur aan zal geven, Ne
derland uit te sluiten van de lijst van
hetgeen men hier kortweg „gegaran
deerde staten" noemt.
GEZINSRETOURS
BIJ DE N. S.
Met ingang van Vrijdag 7 Juli 1939
zullen gezinsretours verkrijgbaar zijn
aan de stationsloketten en bij de reis-
bureaux die spoorkaartjes afgeven.
Zij zijn voor de tweede en derde klas
se verkrijgbaar voor 5 tot en met 9 te
zamen reizende personen, dus ook
voor kleine gezelschappen, die zoowel
de heen- als de terugreis tezamen afleg
gen. Zij worden op naam gesteld.
Deze maatregel zal speciaal een te
gemoetkoming beteekenen voor de
groote gezinnen, waarvan de kinderen
den leeftijd van 10 jaar reeds hebben
overschreden.
Zooals bekend is, reist een kind be
neden de 4 jaar voor niets, terwijl voor
een kind beneden de 10 jaar half geld
betaald dient 'ce worden.
De gezinsretours hebben denzelfden
geldigheidsduur als gewone retours.
Zij zijn niet geldig in de D-treinen
en in enkele andere belangrijke treinen,
die voornamelijk het internationale ver
keer bedienen.
De besparing bij het gebruik van ge
zinsretours komt neer bij vervoer van
minstens 5 personen op 8 procent en
van 9 personen op 14 procent.
De gezinsretours zijn behalve voor
gezinnen ook voor niet in gezinsver
band reizende groepen van 5 personen
verkrijgbaar.
ONZE CONSUL-GENERAAL TE
BERLIJN ZOU ONTSLAG
VRAGEN.
Naar ons ter oore komt zou de Ne
derlandsche consul-generaal te Berlijn,
de heer M. J. van Schreven, voorne
mens zijn binnenkort zijn ontslag in te
dienen. Hij zou niet uit den consulai-
ren dienst treden, maar een andere be
stemming volgen.
De heer Van Schreven, die thans
verlof heeft en in Zwitserland ver
blijft, is 19 Juli 1902 geboren. Als ads-
pirant vice-consul trad hij 1 Maart 1926
in den consulairen dienst. Hij verwierf
zich groote bekendheid door een auto-
mobieltocht dwars door Afrika, die
van December 1936 tot Juli 1937 duur
de en tot doel had het onderzoeken van
de economische mogelijkheden voor ons
land in dat werelddeel.
In September 1937 werd hij consul-
generaal te Berlijn. Tijdens het verlof
van den heer Van Schreven treedt dr.
H. R. van Houten, gezanschapssecre-
taris te Berlijn, als zijn vervanger op.
DE KABINETSCRISIS.
Colijn aanvaardt opdracht niet.
Naar wij vernemen heeft dr. Colijn
zich Donderdagochtend naar de Konin
gin begeven ten einde aan H. M. mede
te deelen, dat hij de hem verleende op
dracht tot vorming van een kabinet,
welke door hem in beraad was gehou
den, niet aanvaardt.
Dr. Colijn is te kwart over negen
door H. M. de Koningin ontvangen.
Uit bovenstaand bericht mag gecon
cludeerd worden, dat de besprekingen
van Dr. Colijn op Woensdagmiddag
met de voorzitters der zes grootste frac
ties uit de Kamer, tot geen resultaat
hebben geleid.
H. M. de Koningin heeft de voor
zitters der beide Kamers en den vice-
voorzitter van den Raad van State ont
vangen.
In parlementaire kringen houdt men
er rekening mede, dat overeenkomstig
het gebruik nu Vrijdag de fractievoor
zitters zullen worden ontboden. Tenzij
H. M. mocht meenen, reeds voldoende
te zijn ingelicht om hetzij dr. Colijn zijn
pogingen te doen voortzetten, hetzij
een anderen formateur te polsen.
INVOERING VAN WIJZIGINGEN
IN DE TARIEFSHERZIENING
MET INGANG VAN 10 JULI.
De regeeringspersdienst meldt:
De veranderingen, welke onlangs bij
nota van wijziging zijn aangebracht in
het wetsontwerp tot wijziging van de
tariefwet 1934, zullen ingevolge Kon.
besluit van 4 Juli j.l. voorloopig in wer
king worden gesteld met ingang van 10
Juli a.s.
Voor zoover de wijzigingen met be
trekking tot de tariefsposten 19 (blad
metaal), 81 (zeemleder), 106 (sigaret
ten-hulzen) en 153 (polsterstof) tot ver
hooging van het invoerrecht zouden
leiden, blijft de toepassin gachterwege.
De minister van Financiën heeft
krachtens hetzelfde besluit regelen ge
geven tot geheele of gedeeltelijke terug
gaaf, onder bepaalde voorwaarden,
van het verschil tusschen het invoer
recht, op of na 1 Maart 1939 geheven
overeenkomstig het voorloopig in wer
king gestelde ontwerp van wet, en het
invoerrecht hetwelk verschuldigd zou
zijn geweest indien de in de nota van
wijziging opgenomen invoerrechten
reeds van 1 Maart j.l. af hadden gegol
den.
De regeling op de teruggaaf betrek
king hebbende, zal evenals bovenbe
doeld Kon. besluit, worden opgenomen
in de Nederlandsche Staatscourant van
7/8 Juli. Belanghebbenden zullen nadere
inlichtingen hieromtrent kunnen beko
men bij de inspecteurs der invoerrech
ten en accijnzen.
ABONNEERT U OP DIT BLAD.
door M. BURGHOUTS.
18)
De tropische duisternis was geval
len en de aanvallers werden weer ver
wacht. Beckmann, die nog enkele ma
len zeer behoedzaam de uitkijkpost
beklommen had, constateerde ook aan
de andere zijde van het kamp negers,
zodat het voor de hand lag, dat de
zwarten het nu op verschillende fron
ten zonden proberen. Begrijpelijker
wijs betekende dit voor de verdedigers
een handicap, want ook zij moesten
nu hun krachten verdelen, zodat de
uitwerking, die de mitrailleurs zouden
hebben, lang niet zo groot meer zou
zijn.
De lood-zaaiers, zoals Ivonoyo de
mitrailleurs noemde, waren nu op te
genover elkaar liggende plaatsen op
gesteld, terwijl tussen de machine-ge
weren in de manschappen waren ver
deeld met hun geweren.
De stelling van de mitrailleurs werd
een weinig gewijzigd en wel zo, dat
zodra de negers op een goede honderd
meter afstand van het kamp zouden
komen, zij het zwaar te verantwoorden
zouden krijgen.
De onvoorzichtigheid van den ge
wonden Abessijn had er bij zijn mak
kers de angst weer een weinig inge
bracht, maar het liep toch nog al los
en toen de aanvallers kwamen, was
men allen volkomen rustig.
In tegenstelling met de eerste keei
pasten de negers nu een geheel andere
tactiek toe. Met grote groepen kropen
zij vanuit verschillende richtingen
naar de vesting toe. De trefkans was
hierdoor aanmerkelijk verkleind, ter
wijl in het wilde weg schieten geen
nut zou hebben. Daarom gaf Konoyo
zijn mannen bevel om zorgvuldig een
doel uit te kiezen, kalm aan te leggen
en dan pas te schieten, anders zou
het kruit verspilling betekenen.
Intussen bleef iedereen kalm en
hield zijn geweer in de aanslag.
Dan verscheurde een schot de stil-j
te, dat nog geen seconde nadien ge
volgd werd door een salvo van de
manschappen. De strijd was weer be
gonnen en aan de andere kant vielen
weer slachtoffers. Woedende kreten
van de negers werden afgewisseld met
kreten van pijn, terwijl daar doorheen
de bevelen werden gegeven.
Wim keek ingespannen de duister
nis in of hij den Egyptenaar of de
Abessijnen niet kon ontdekken, maar
het was te donker.
De aanvallers begonnen nu ook hun
pijlen het kamp in te zenden maar
nog zonder succes, en dan geheel on-
verwachts klonk ook van de andere
kant een schot, dat vlak bij Beckmann
in een van de wagens belandde. Onheil
had het niet gesticht. Langzamerhand
naderden de negers nu het kamp en
Konoyo gaf bevel de machine-geweren
in te schakelen. Enige ogenblikken
later kon men het eentonig geratel
horen. De negers bleven plat op de
grond liggen en kropen niet verder.
Toch ontdekte Wim dat aan zijn
kant enkele zwarten heel behoedzaam
en voorzichtig, meter voor meter, zich
zoveel mogelijk schuil houdend achter
alles wat hiertoe maar kon dienen,
naderbij kropen en direct waarschuw
de hij Konoyo. Beckmann, die een
bekend scherpschutter was legde aan
en een wilde kreet bewees dat zijn
schot doel had getroffen. Nog een
schot en het kleine groepje, dat zich
een vooruitgeschoven positie had ver
overd, trok terug.
De strijd duurde onverminderd
voort en van weerskanten klonken nu
de salvo's. Een der Abessijnen was
aan zijn been een weinig gewond ge
worden, maar streed moedig door. De
negers kwamen weer in beweging en
schoven verder naar het kamp, hel
ging langzaam, zeer langzaam en het
kostte veel doden, maar zij naderden.
Zij waren nu reeds zover, dal de ma
chine-geweren terug gesteld moesten
worden, aangezien anders de eerste
linie vrij spel zou hebben. Duidelijk
zag Konoyo dat hij een stormaanval
niet kon verhinderen, en hij gaf daar
om ook zijn bevelen in dien zin.
En dan, plotseling, geheel zonder
dat men er eigenlijk nog op verdacht
was, stonden de negers als één man
op en in looppas vlogen zij naar de
vesting.
(Wordt vervolgd).
door LIES HELGERS.
Even buiten het dorp stond een
prachtig groot huis in een schitterend
aangelegd park. „De Beukenhoeve"
heette dat huis en daar woonden me-,
neer en mevrouw Erkerbeek van Leu
ven met hun enig kind Norma. Me
neer en mevrouw hielden dolveel van
hun dochtertje en ze waren altijd zo
voorzichtig met haar, alsof ze van por
selein was. Norma mocht dit niet en
Norma mocht dat niet, want altijd wa
ren haar ouders bang, dat er iets met
haar zou gebeuren. Ze was ook nooit
met de dorpskinderen op school ge
weest, want meneer en mevrouw Er
kerbeek van Leuven waren bang, dat
die kinderen, die allemaal uit arme
families kwamen, misschien ziekten
onder de leden hadden en die ziekten
op Norma zouden overbrengen.
Zo kwam het, dat Norma een ver
wend kind was geworden. Iedereen in
huis deed, wat Norma wilde. Ze had
altijd van een eigen gouvernante les
gekregen en ging heel weinig met an
dere kinderen om. Soms kwam er een
nichtje op de Beukenhoeve logeren,
maar dat duurde toch nooit lang. Nor-
ma dacht er ook nooit aan om zich
met de dorpskinderen te bemoeien. Ze
vond, dat die kinderen er allemaal
arm en vies uitzagen en ze haalde haar
fijne neusje voor hen op.
De kinderen en ook de grote men
sen van het dorp groetten Norma al
tijd heel beleefd. „De juffer van de
Beukenhoeve" noemden ze haar. Maar
Norma groette lang niet altijd terug.
Ze vond het niet nodig om iedereen
te groeten.
Er was één ding, dat Norma wel
mocht van haar ouders, zonder dat ze
daarbij dachten, dat er wel eens een
ongeluk met hun dochter kon gebeu
ren, en dat was: paardrijden. Haar
vader was zelf een hartstochtelijk
paardrijder en hij had een paar mooie
rijpaarden in de stallen staan. Norma
had een eigen paard. Marion" heette
het en elke dag ging zij een heel eind
rijden. Dan kwam ze eerst langs de
eenvoudige arbeidershuizen en als ze
daar in galop langs reed, keken de
mensen elkaar aan en zeiden„Daar
gaat de juffer weer! Wat die toch al
tijd hard rijdt. Er gebeurt nog eens
een ongeluk met haar! Dat die ouders
dat goed vinden!" Maar Norma dacht
niet aan gevaar, ze hield van 't paard
en ze vond niets heerlijker dan door
de hossen en langs de velden te rijden.
Uit de verte riep ze dan al, als er
iets op haar weg stond: „Uit de weg!"
En zonder een ogenblik haar vaart te
verminderen reed ze dan door. Ze
was er zeker van, dat de mensen wel
voor haar uit de weg zouden gaan.
Een rit in het voorjaar.
Op een keer ging Norma weer uil
rijden. Het was heerlijk voorjaarsweer
en ze was van plan om eens een flink
eind weg te gaan.
Heel recht zat ze op haar paard en
ze keek trots in het rond. Een paar
boeren tikten aan hun pet en zeiden
„G'nmórgen, juffer"! Norma knikte
alleen. Ze was al voorbij, voor ze ant
woord kon geven. Even later kwamen
er een paar kinderen aan. Een klein
jongetje zwaaide al uit de verte en
riep: „Dag! Dag!" Het jongetje zag
er erg vies .uit. Norma reed met afge
wend hoofd langs de arme kinderen!
„Bah, wat zagen die er vies uit! Wal
zouden die toch voor een huis hehben.
Ze was maar blij, dat ze altijd mooie
kleren mocht dragen en in een mooi
huis woonde. Die mensen zouden vast
ook nooit aardig voor hun kinderen
zijn, anders liet je ze toch niet ze over
straat lopen!"
Even later was Norma het alweer
vergeten en reed vrolijk verder.
Toen zag ze in de verte een meisje
met een wagentje lopen. Ze reed nu
op een mulle zandweg en de weg was
vrij smal. Heel hard riep Norma: „Uit
de weg daar!" Nu zag Norma ook, dat
er een ander klein meisje in de wagen
zat. „Uit de weg!" riep ze nog eens,
maar zelf verminderde ze haar vaart
niet. Ze kwam steeds dichterbij en 't
meisje was nog niet weg. Ze kon de
wagen niet gemakkelijk tegen de hoge
berm optrekken.
En toen gebeurde het.
(Wordt vervolgd).
ruimingen mogen volgens de bepalin- tAfCI/ IllAf I r\irr\ aii
gen van de wet, enkel worden aange- Wr[v UW LEVFR-GAI liiP
kondigd onder een der navolgende vijf tL,f LIX WHL
benami„gen: jaarlijksche opruiming. en "ge'lV'.m bekent SX"1""'
halfjaarlljksche opruiming, balansoprui- I,„ere„ dag moet uw lever een Iker lever-gaHnuw
ming, inventansopruiming en seizoen- vl°el®n- Wanneer deze stroom van
opruiming. Mr
Alle andere benamingen zijn verbo- ei^endigT^? aWiSSt. u voelt u beroerd en
den. De meeste laxeermiddelen zijn slechts laumidde-
len. U moet CARTER'S LEVER-PILLETTJE^ nemen
om deze liter lever-gal vrij te doen vloeien en u
geheel ander mensch voelen. Onschade-
!ük. p|antaardlg zacht, onovertroffen t»m de lever-
gal te doen vloeien.
dr?1gTsïlnCafrt0.75.LeVer'Pil'etje8 bö apothekers en