Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
„NOORD-
BRABAND
1843
Rusland, Japan en het Westen
Dit nummer bestaat uit Drie Bladen.
EERSTE BLAD.
De kabinet-crisis.
V Verheffende beoordeelingen.-
Croquetten
en Bitterbollen
Automatiek PULLES-HEESBLEK.
V Een moordfeest.
NUMMER 59.
ZATERDAG 29 JULI 1939.
62c JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
tnz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijsper 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
GIRO-No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel: minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Onze constitutie vereischt, dat de re
geering naar democratisch recht steunt
op een zekere meerderheid in de volks
vertegenwoordiging. Immers, onze con
stitutie erkent de volksvertegenwoor
diging als de hoogst besturende en
wetgevende macht en deze kan haar
taak slechts naar behooren uitoefenen
onder een kabinet, dat met haar. de
Staten-Generaal, homogeen is. Dat ka
binet behoeft daarom nog geen politie
ke samenstelling te hebben. Het kan
ook een zakenkabinet zijn of een ko
ninklijk kabinet, een extra-parlementair
kabinet. Mits zijn optreden in de poli
tieke omstandigheden van 't oogenblik
past.
Velen vragen zich op het oogenblik
niet zonder zorg af, of het vijfde kabi-
net-Colijn inderdaad nog den juisten
democratischen dus (voor Nederland)
constitutioneelen grondslag heeft.
Men doet niets tekort aan de onge
twijfeld groote kwaliteiten van den
heer Colijn door vast te stellen en
dan mag daarbij van een zekere onrust
blijken dat hij niet meer af te schud
den lijkt van de macht, waartoe hij
oorspronkelijk langs den weg der par
lementaire democratie werd geroepen.
Reeds eerder verzekerde de heer Co-
lijn zich den terugkeer aan het bewind
door zich een opdracht te verzekeren,
nadat anderen in de kabinetsformatie
hadden gefaald, ómdat de hun ver
strekte opdracht van een te beperkten
aard was.
Over de „schuld" aan de jongste ka
binetscrisis kunnen we zwijgen. Vast
staat, dat aanleiding tot de crisis werd
de overtuiging van den heer Colijn, dat
de uitgaven ter bestrijding van de
werkloosheid en dezer gevolgen moes
ten worden ingekort, terwijl de R. K.
ministers, daarin gesteund door heel
hun partij alsmede door het inzicht van
sociaal- en vrijzinnig democraten, als
mede van een aantal C.H.'s, van ge
voelen waren en bleven, dat de werk-
loosheidszorg van even groot belang
moet worden geacht als de militaire
weerbaarmaking van ons land, m.a.w.
dat op de werkloosheidsuitgaven niet
aanmerkelijk kan worden besnoeid.
Dr. Colijn's standpunt wordt door
ternauwernood 25 pet. van de volks
vertegenwoordiging gedeeld: voor 75
pet. dezer beantwoordt de tot nog toe
gevoerde werkloosheidspolitiek aan
minimum-eischen.
Een natuurlijke en constitutioneele
oplossing der kabinetscrisis ware ge
weest: een opdracht aan een actieve
parlementaire figuur uit het kamp der
R.K.'s, V.D.'s of C.H.'s. Of zulke op
dracht tot een uitvoering zou kunnen
zijn gekomen, is een andere vraag,
nu ze niet werd verleend, behoeven we
ons over de mogelijkheid van het re
sultaat niet druk te maken. Een op
dracht werd éérst verleend aan Dr. Co
lijn, toen aan een katholieke persoon
lijkheid, die, hoe groot ook zijn politie
ke verdienste voor de R.-K. Staats
partij in een thans afgesloten tijdperk
is geweest, buiten de practische poli
tiek van het heden staat en geenszins
meer een exponent kan worden geacht
van de ideeën, welke de R. K. Staats
partij in de crisisjaren hebben bezield
en geleid.
Na de mislukte en vooraf reeds tot
mislukking gedoemde poging van den
heer Kooien, werd de heer Colijn weer
met de vorming van een kabinet belast.
Dat deze gang van zaken door zoo-
velen was voorzien en in leidende dag
bladen was voorspeld, m.a.w.: het feit,
dat als vaststaand werd aangenomen,
dat de heer Colijn zich vóóraf zijn
eigen terugkeer heeft verzekerd, de
ze gedachte is funest voor het geloof
aan- en het vertrouwen in: onze con
stitutioneele grondslagen.
Het vijfde kabinet-Colijn is gevormd
op de wijze, waarop een halve eeuw
geleden in ons land politiek werd ge
dreven. Er is een groep toegegeven
- zeer bekwame en achtenswaardige
menschen bijeengebracht: niemand
weet hoe en waarom. De vijfde regee-
ring-Colijn mist parlementairen grond
slag: haar optreden wordt door 75 pet.
van ons volk zelfs als een uitdaging
van 't parlement beschouwd. Roomsch
Katholieken, Vrijz. Democraten en So
ciaal Democraten hebben geweigerd
om deel te hebben aan de vorming de
zer regeering.
We moeten van een man als Colijn
aannemen, dat hij niet de onmisbaar
heid van zijn persoon, maar wel de on
misbaarheid van zijn politiek voor het
welzijn van het land als een noodzaak
aanmerkt voor zijn geforceerde terug
keer in de leiding der regeering.
Maar zóó zien anderen hun politiek,
even eerlijk en overtuigd.
Er is in breeden kring onrust in ons
volk, waarbij de politiek op den achter
grond raakt, maar de zorg voor onze
constitutie naar voren dringt.
Het is te hopen, dat óf Dr. Colijn het
aan de Kamers zal kunnen duidelijk
maken, dat zijn heroptreden door con
stitutie en parlementaire traditie wordt
gedekt, óf dat de Kamers in het te
genovergestelde geval constitutie
en parlementaire traditie tegenover de
regeering zullen blijken te kunnen ver
dedigen.
Wij hebben al meermalen gesigna
leerd hoe de N. Rott. Courant, het par
tij-blad der liberale partij, die niet meer
dan een 4-tal vertegenwoordigers van
't Nederlandsche volk in de Kamer ach
ter zich heeft, telkens, te pas en te on
pas, te keer gaat tegen de katholieken.
Dit schijnt een der voornaamste pun
ten te zijn, die de redactie op haar
werkprogramma heeft.
Thans weer wordt een bespreking
van 't nieuwe kabinet te baat genomen,
orn eenige liefelijkheden te richten tot
de katholieke staatspartij en de vier
katholieke ministers. Luistert maar:
,,Nu kon, voordat men dit pro
gram kende, de verwachting over het
te voeren beleid reeds gunstiger lui
den dan het oordeel over de politiek
van het vorige bewind.
Immers, het Kabinet is ontlast van
het bestanddeel roomsch-katholieke
ministers, dat voornamelijk verant
woordelijk was voor de in de laatste
twee jaren naarstig ter hand geno
men uitbreiding van staatsbemoeiing,
bescherming van groepsbelangen op
kosten van het algemeen belang, en
nog andere broeikaspolitiek, die zich
in nieuwe groote avontuurlijke plan-
neg dreigde te storten.
,,De strooming, die in de R. K.
Staatspartij nog altijd de richting
aangeeft en die in zooveel afwijkt
van goed-Nederlandsche tradities
van degelijkheid, vrijheid, prikkeling
tot arbeid, zelfverantwoordelijkheid
en ondergeschiktheid van het bijzon
dere aan het algemeen belang.
Overigens heeft de R.K. Staats
partij altijd oppositie gevoerd. Zij
deed het, toen zij alleen in de lusten
doch niet in de lasten, in de verant
woordelijkheid, wenschte te deelen,
gelijk van 1933—1937 het geval was.
„Met betrekking tot de sociaal-
economische politiek zal deze regee
ring den weg terug gaan uit het moe
ras van protectionisme en ordening,
die men helaas is ingeslagen."
Geëvenaard haast wordt de N. Rott.
Crt. door den N.S.B.'er Rost van Ton
ningen, die z'n fiolen uitstortte over de
R.K. Staatspartij in de Tweede Kamer,
in dezer voege:
„Het politieke Katholicisme bleek
in Oostenrijk alleen tot gewelddaden
in staat. Ook hier streeft de R. K.
Staatspartij naar een dergelijke poli
tiek, doch heeft daartoe medewerking
van andere groepen noodig. In alle
stilte wordt een coalitie met de S. D.
A. P. voorbereid.
Spreker hoopt, dat het Nederland
sche volk den heeren Deckers en Al-
barda zal toonen, dat men daarvan
niet is gediend.
In het dagblad „Ons Noorden" is
zelfs geschreven, dat voor een strijd
tegen de kroon desnoods niet uit den
weg moet word -n gegaan. Dat be-
teekent een conflict met Oranje, on
der welks leiding ons volk 80 jaren
voor zijn vrijheid heeft gestreden.
Het wordt tijd, dat de R.K. Staats
partij haar toon matigt. Spr. herin
nert er nog aan, dat indertijd huur
lingen van het politieke Katholicisme
den voorzaat van onze koningin heb
ben vermoord.
Wat de neutraliteit van ons grond
gebied in het moederland betreft, de
R.K. Staatspartij zou den doortocht
van vreemde troepen niet onvoor
waardelijk willen weigeren.
Indien de R. K. Staatspartij en de
S.D.A.P. thans gaan samenwerken,
dan wordt Albarda de knecht van de
inquisitie."
We kunnen hiermee wel volstaan.
Dat zijn de woordvoerders van par
tijtjes die zelf enkele procenten der kie
zers van Nederland achter zich hebben.
LEVENSVERZEKERING
VI
WAALWIJK
moordenaars op „gepaste wijze" door
de nieuwe machthebbers geëerd. De
naam van Dollfuss is ontnomen aan de
straten en pleinen, welke naar den ver
moorden kanselier waren vernoemd en
men heeft er de namen der moorde
naars voor in de plaats gesteld.
Wat eerst min of meer bemanteld
werd, is sedert de aansluiting van Oos
tenrijk bij Duitschland, meer en meer
openlijk gezegd, n.l. dat de beruchte
gestapo, de hand in dezen misdaad zou
hebben gehad.
Een misdaad, zoo laaghartig, als
geen beroepsmoordenaar haar zou kun
nen bedrijven. De kanselier werd door
twee slecht gerichte schoten neerge
legd: uren achtereen heeft men hem
langzaam laten verbloeden. Men heeft
geen geneeskundige ontboden (waar
om Dollfuss trouwens niet heeft ge
vraagd), maar men heeft ook gewei
gerd om op de smeeking van den man,
die lag te sterven, een priester bij hem
toe te laten. De kanselier stierf temid
den van zijn vijanden met de klacht op
de lippen: „En ik heb den vrede slechts
gewild".
Men heeft dus van de week gezwij
meld van vreugde over den dood van
dezen tegenstander
Zij wierpen den primaat van Oosten
rijk, kardinaal Innitzer, met rotte eie
ren.
En ze verdreven voor de derde maal
den bisschop van Salzburg uit de wo
ning, waar hij achtereenvolgens een
toevlucht had genomen
KOMT Es/EN SMULLEN.
uitsluitend van Ie kwaliteit
kalfsvleesch
Kleerekooper schrijft in een Oproe
rige Krabbel" over deze gebeurtenis
sen:
„Men behoeft met deze prelaten niet
te sympathiseeren, noch hun geloofsge
noot te zijn, om zulke feiten als merk-
teekens eener ondergaande beschaving
te beschouwen. Het is nu eenmaal een
levenseisch van elke samenleving, hoe
ook ingericht, dat zij als bij stilzwijgen
de afspraak zekere personen en instel
lingen ontziet, om het geheel bijeen te
houden."
En over het moordfeest:
„Niemand kan ooit de ontzettende
bijzonderheden van die vermoording
vergeten, en vooral het verhinderen,
dat hulp kon toeschieten, terwijl het bij
volle bewustzijn liggende slachtoffer
langzaam lag dood te bloeden. Toch
kunnen wij ons over niets verbazen,
zoodra wij ons herinneren, hoevele be
drijvers van zulke aanslagen sindsdien
tot helden der natie zijn verheven en
als zoodanig tot openlijke vereering
gebracht."
Het voormalige Oostenrijk is van de
week op den 25sten Juli een offi-
cieele feestdag opgelegd: ter herden
king n.l. van het feit, dat 5 jaar geleden
de toenmalige bondskanselier Dr. En-
gelbert Dollfuss, onder moordenaars
hand viel.
Het is diep treurig met de beschaving
in een land, dat van vreugde zwijmelt
over een geslaagde moordpartij! Reeds
aanstonds na de Anschluss zijn de
Ondanks de periodiek optredende in
cidenten in Dantzig blijft de toestand
in dezen hoek van Europa station-
nair, en de daar aanwezige journalis
ten die op regeltjes werken, hebben
het zwaar- te verantwoorden. Het
wordt een hopeloos zoeken naar copy,
waardoor de berichten lang niet altijd
even betrouwbaar zijn. Ook de bui-
lenlandsche redacteuren, die belast zijn
met de beschouwingen over de inter
nationale politiek zijn te beklagen,
want het schrijven van een overzicht
wordt met den dag moeilijker, omdat
men bijna altijd rond hetzelfde kapi-
tel komt te hameren.
De eenige nieuwe feiten die zich de
laatste dagen hebben voorgedaan zijn:
de grootere activiteit van Rusland in
het Oosten en de berichten, volgens
welke waarschijnlijk binnen zeer kor
ten tijd in Moskou het zoo lang ver
wachte accoord zal worden gesloten.
Tusschen Rusland en Japan spant
het de laatste weken weer hevig en
hoewel wij gewoon zijn aan Russisch-
Japansche incidenten waarbij vooral
de liefhebberijen van de piloten een
groote rol plegen te spelen, ziet het er
naar uit, alsof men den laatsten tijd
daar toch uit een ander vaatje tapt.
Keer op keer stuurt Tokio ernstige
waarschuwingen en protesten naar
Moskou, waarop echter doorgaans
nog geen antwoord wordt gegeven,
terwijl in het gunstigste geval de Ja
panners een afwijzend gebaar te slik
ken krijgen.
De moeilijkheden en incidenten zijn
hier niet meer te tellen; er gaat haast
geen dag voorbij of er gebeurt iets en
vaak zijn het ernstige botsingen tus
schen gedeelten van de Russische en
Japansche luchtmacht.
De Russische militairen han
delen hier officieel natuurlijk
zonder opdracht van Moskou en ge
heel op eigen initiatief, maar wie
eenigszins bekend is met de ijzeren
dicipline van Stalin zal begrijpen,
dat het in werkelijkheid heel wat an
ders is.
Voor de zooveelstc maal is uit
Moskou het bericht gekomen, dat het
nu niet lang meer zal duren alvo
rens het gewenschte accoord bereikt
is. Voor de zooveelste maal, want tal
rijke dergelijke berichten hebben de
aanhangers van het anti-agressiefront
reeds verblijd en steeds draaide het
op een teleurstelling uit.
Nu is het echter een ander geval,
want verschillende dingen zijn er die
er op wijzen, dat er inderdaad grond
voor optimisme aanwezig is.
Overigens is 't op zijn ininM merk
waardig, dat juist, terwijl Engeland
een meer verzoenende honding aan
neemt tegenover Japan, de Russen, de
Engelsche bondgenooten in spé, agres
siever gaan optreden tegen Tokio.
Men kan dit uitleggen als een te
genstrijdigheid, maar men kan er ook
iets anders in zien.
Het zou n.l. nog zoo gek niet zijn,
wanneer deze Russische agressie door
Engeland, oogluikend natuurlijk, werd
goedgekeurd. In de politiek gebeuren
er nu eenmaal rare dingen.
De Engelsche diplomaten kunnen
toch alleen maar voordeel trekken bij
hun onderhandelingen inzake Tient
sin, wanneer de Russen zorgen, dat
Tokio heel veel om handen heeft;
wellicht wordt Japan dan gewilliger
voor de Engelsche voorstellen, die ze
ker de minimum concessies inhou
den, waarmede zij genoegen zouden
willen nemen, vooral daar ook het
Oosten zich bewust is van de op han
den zijnde Engelsch-Russische vriend
schap.
Wanneer Japan via Engeland zou
kunnen bereiken, dat de Russen zich
op dit front koest houden, kon het
een nog grooterre actie ontplooien in
China. Misschien wil Chamberlain
ook deze troef uitspelen.
Op het oogenblik schijnt zich het
zwaarte-punt van de buitenlandschc
politiek weer eens te hebben ver
plaatst naar het Verre Oosten, maar
voor hoelang?
Waalwykscnc en Lanptraatsclie Courant,