Buitenlandsch Nieuws. PjZaffende MIS10 AKKEËTJÏS Binnenlandsch Nieuws. rVYTTn Zaterdag 29 Juli 1939 No. 59 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Het goud van Mr. Kalaghan DANTZIG Hitler, die geenszins „ziek" blijkt noch lijdende aan een zenuwstoring zooals Poolsche berichten hebben willen doen gelooven, schijnt op het oogenblik te zitten wachten op het effect van zijn militaire maatregelen, zijn oorlogstoebcreiding. Want hij meent het, als hij zegt, dat hij den oorlog niet wil. Maar hij wil Dantzig! Hij wacht op een uitnoodiging om te praten. Hij wil zelfs geen onderhandelingen voorstellen, omdat zulks als een tee- ken van zwakte zou kunnen worden opgevat. Hij wil, dat het voorstel tot onderhandelingen van de andere zijde wordt gedaan, opdat hij zulks als een tceken van zwakte aan die zijde zal kunnen waarmerken en zijn voor waarden zal kunnen dicteeren De situatie is dus zóó, dat men bei derzijds tot onderhandelen over Dant zig bereid is, maar aan geen enkelen kant is men bereid tot het initiatief. Wie over onderhandelen begint, verklaart zich verliezer. ENGELAND LEENT ACHT MILLIOEN POND AAN POLEN. De Poolsche minister van Buiten- landsche Zaken, Beek, heeft den Brit sehen zaakgelastigde Norton ontvan gen, die hem op de hoogte bracht van de resultaten van de financieele on derhandelingen tusschen Engeland en Polen en welke, zooals sir John Si mon in het Lagerhuis heeft medege deeld, hebben geleid tot het verlee- nen van een crcdiet van acht millioen pond sterling aan Polen voor het koo- pen van oorlogsmateriaal in Enge land. UIT HET VERRE OOSTEN. Teleurstelling over Brittannië. Hoewel Chamberlain in het Lager huis met nadruk verklaarde, dat de Britsche politiek van samenwerking met- en steun aan Tsjang Kai Sjek door de overeenkomst te Tokio waarbij Engeland zich slechts tot be grip van Japan's positie in China zou hebben verplicht geen wijziging heeft ondergaan, is er allerwegen te leurstelling over Londen's houding. De Chineezen zien in het accoord van Tokio een herhaling van Mün- chen on incenen, dat ze aan de on genade van de overweldigers zijn uit geleverd. Dat gevoelen schijnt in de Ver. Staten te worden gedeeld. Men betreurt er het getroffen accoord, ver klaart de eigen houding voor onge wijzigd, doch toont zich bereid om de Britsche toegevendheid jegens Japan te bezien in het licht der Europeesche moeilijkheden, waarin Engeland is verwikkeld. En zelfs van de zijde van Japan toont men zich gereserveerd. Het Japansche leger wil niets wij zigen in zijn anti-Britsche houding. Het verklaart, dat de Britten eerst maar eens door daden van hun gewij zigde zienswijze moeten laten blijken. De versperring rond de concessie van Tientsin blijft gehandhaafd en er zijn maatregelen in voorbereiding geno men om ook de Britsche nederzetting te Kanton pp gelijke wijze te isolee- ren. DE JAPANSCH-ENGELSCHE ONDERHANDELINGEN. Op verschillende punten werd reeds overeenstemming tusschen de Engel- sche en Japansche vertegenwoordigers bereikt, al zal deze overeenstemming nog bevestigd moeten worden door de respectievelijke regeeringen. Het voornaamste resultaat van de vergadering van vandaag was, dat bei de partijen den indruk hebben gekre gen, dat te goeder trouw onderhandeld kan worden en dat de Japanners geen eischen hebben gesteld, die boven de plaatselijke kwesties uitgingen. De Engelschen hebben van hun kant blijk gegeven, dat zij zich niet zullen verzetten tegen voorstellen, waarvan aangetoond kan worden, dat zij nood zakelijk zijn voor de handhaving van de openbare orde en veiligheid. De gematigdheid die er van beide kanten getoond werd leverde een tref fend contrast met de wederzijdsche verdenking, die de verhouding voor den aanvang der conferentie heeft geken merkt. KANS OP SPOEDIG AFSLUITEN VAN EEN DRIE-MOGEND- HEDEN-PACT TE MOSKOU. Het besluit der Engelsche regeering om een militaire missie naar Moskou te zenden, heeft de hoop, dat het spoe dig tot een afsluiten van een drie- mogendheden pact komt, doen her leven. Het zenden van Britsche en Fran- sche militaire missies schijnt reeds van het begin der onderhandelingen af door de sovjets geëischt ie zijn. Haar taak zou vóór alles zijn, de Bus sen te overtuigen van de ernstige plannen der Westersche mogendhe den, voornamelijk van Engeland, om tot een verdrag te komen. In politiek opzicht is de kwestie van een indirecten aanval, waaraan Rus land zulk een groote waarde hecht, nog niet opgehelderd, maar men ver trouwt, dat ook dit probleem opge lost zal worden. MANiSJOEKYVO KONDlGT DE WET DER VERDEDIGING VAN HET GRONDGEBIED AF. Als gevolg van recente luchtaan vallen door Sovjet- en Buiten-Mon- goolsche vliegtuigen op open steden, ver o]) Mantsjoekwosch grondgebied, met inbegrip van Halarsjan, 150 k.m. binnen het grondgebied van Mant- sjoekwo, en het internationale spoor wegknooppunt Foelarki (de Sovjet- regeering heeft dil laatste bombarde ment ontkend) heeft de regeering van Mantsjoekwo de wet ter verdediging van het grondgebied voor geheel Mantsjoekwo afgekondigd. In welingelichte kringen wijst men erop, dat de afkondiging van de wet op de verdediging van het grondge bied niet alleen bedoeld is om de sa menwerking van de bevolking met de militaire autoriteiten bij de verdedi ging van liet land te verzekeren, maar ook 0111 de Sovjetunie en Buiten- Mongolië te waarschuwen, dat, wan neer zij voortgaan met hun baldadige provocatie, deze niet onbeantwoord gelaten zal worden. EEN SOVJET-DUIKBOOT GEZONKEN De „Völkische Beobachter" brengt onder het opschrift „Sovjet-Russi sche duikboot gezonken"? een bericht uil Moskou, waarin gezegd wordt, dal na de vlootoefeningen uit Moermansk de alarmeerende medcdeeling is ont vangen, dat een duikboot met 34 man aan boord met een ander oorlogsschip in aanvaring is gekomen en gezon ken. Naar het blad verder weet te mel den, zijn de oefeningen hierop onmid dellijk stopgezet. Duikers werden om laag gezonden, die door middel van klopsignalen contact met de beman ning van de gezonken duikboot ver kregen. Het reddingswek zou ten zeerste bemoeilijkt worden door de groote diepte van het water en de ruwe zee. Volgens de „Völkischer" be waart men in officiecle kringen te Moskou over het gebeurde het stil zwijgen. 3 A Jt jUtocxEA DE ORIëNTEERING VAN FRANCO'S REGEERINGSBELEID. De Fransche pers schenkt veel aan dacht aan den gang van zaken in Spanje. Havas meldt uit Madrid, dat inen wijziging van het kabinet ver wacht en wel zeer spoedig. Men had gedacht, dat een nieuwe ministerlijst bekend gemaakt zou worden na den verleden week gehouden minister raad. Thans wacht men met groote belangstelling de komende bijeen komst van den ministerraad af. De militaire censuur is opgeheven, de burgerlijke nog niet. Een bijzondere correspondent van de Excelsior te Lissabon meent te we ten, dat Franco voor herstel van de monarchie in Spanje is. Hij heeft ver nomen, dat de hertog van Maura, de Spaansche monarchistenleider naar Lausanne is vertrokken, waar hij ex- koning Alfonso XIII moet ontmoeten. Hij heeft lot taak, met den ex-koning de voorwaarden voor een herstel te bespreken. Volgens den correspon dent zou de ex-koning alleen dan be reid zijn als regeerend vorst naar Spanje terug te keeren, als het Spaan sche volk zich door middel van een volksstemming voor zijn terugkeer uitspreekt. AMERIKA ZEGT VERDRAG MET JAPAN OP. Volkomen onverwacht en over het hoofd van den Senaat heen heeft mi nister Cordell Huil het handels- en scheepvaartverdrag, dat in 1911 tus schen de Ver. Staten en Japan gesloten werd, opgezegd. De beteekenis van dezen maatregel is hierin gelegen, dat de Vereenigde Staten vandaag over zes maanden den datum, waarop het verdrag afloopt in staat zullen zijn, een embargo te leggen op voor Japan bestemde wape nen en grondstoffen, die voor oorlogs doeleinden kunnen dienen. Dit door senator Pittmann voorgestelde embar go wordt n.l. belemmerd door de be paling van het verdrag, dat geen van beide landen den export van artikelen kan verbieden, indien een dergelijk verbod niet tegelijkertijd voor alle an dere landen geldt. In niet-officieele kringen te Was hington is men van oordeel, dat de op zegging van het verdrag ten doel heeft, het moreel van China na het Japansch- Britsche beginsel-accoord te stuiten. Het is, naar men aanneemt, een voor- spel van een actie van economischen en commercieelen aard, met het doel, de pogingen van Japan te bestrijden om met militair geweld de nieuwe orde in Oost-Azië op te leggen. AANSLAGEN TE LIVERPOOL. Donderdagochtend in de vroegte hebben de Iersche terroristen ook weer drie aanslagen gepleegd te Liverpool. Een ontploffing vernielde de brug over het kanaal van Leeds naar Liverpool te Maghull, 8 kin. van Liverpool, waar door de vaart volkomen is gestremd. De tweede ontploffing richtte groote verwoesting aan in het postkantoor te Mount Pleasant nabij Liverpool, waar van de gevel geheel werd vernield. De derde ontploffing geschiedde in een brievenbus nabij het postkantoor. ErnsHge persoonlijke ongelukken kwamen niet voor. HET NIEUWE KABINET. Woensdagmiddag is de Tweede Ka mer met het debat begonnen over de regeeringsverklaring van het nieuwe Kabinet. De leider der fractie van de R. K. Staatspartij, dr. Deckers, opende de rij der sprekers en zeide van deze Kabinetsformatie geen weerga in onze historie te kunnen vinden. Het huidige Kabinet heeft geen basis in het parle ment. De formateur heeft ons staatsbe stel niet geëerbiedigd en met de recht- sche meerderheid in de Kamer geen re kening gehouden. Het Kabinet rust op een grondslag, die door slechts 4 leden der Kamer kan worden erkend. Veel zal moeten worden opgehelderd, wil de katholieke fractie dit Kabinet haar steun verleenen. Vei volgens becritiseerde de heer Rost van Tonningen (N.S.B.) de R. K. door M. BURGHOUTS. De volgende dag was men met de opgravingen begonnen. Met man en macht toog men aan het werk om de schat bloot te leggen. Volgens de be rekeningen van Oom Koos moest de kist ongeveer op een diepte van 3 M. liggen, midden in het kamp. Om hel zekere voor het onzekere le nemen, had men over een oppervlakte van 4 bij 6 M. een grote tent opgeslagen, welke de werkzaamheden grotendeels voor de buitenwereld verborg. Het was wel niet waarschijnlijk, maar de mo gelijkheid bestond toch dat er plotse ling weer een aanval van de negers zou komen. Daarom hadden ook twee Abessijnen plaats genomen in de uit kijktoren, die, ieder bemand met een kijker, geregeld de omtrek aftuurden. Er heerste een intense spanning in het kamp, die naar gelang de schop pen meer zand naar boven gooiden, groter werd. Eindelijk, na vele moei lijkheden was men nu genaderd, tot 't voornaamste punt: de opgraving van de schat. Zou de schat aanwezig zijn en zou hij werkelijk zo'n ontzaglijk groot bedrag vertegenwoordigen? Konoyo was het kalmste van alle maal, maar de overigen begonnen zon der uitzondering aan een soort goud koorts te denken. Zelfs de Abessijnen werden er door aangegrepen en werk ten harder dan zij ooit gedaan hadden. Met acht man stond men te graven en het werk vorderde snel. Nog voor de morgen verstreken was hoopte men op de kisten te stuiten. De acht man nen, die stonden te graven, werden ieder half uur afgelost door een acht tal anderen, zodat de eersten gelegen heid kregen om even uit te puffen. Ook de twee wachters in de uitkijk toren waren vol verwachtingen en toen Beckmann hen liet aflossen stormden zij direct naar de grote tent om zich ook onder de belangstellenden te voe gen. Er werd natuurlijk heel wat ovei gepolitiekt, maar het moet gezegd worden dat er maar heel weinig zwart kijkers onder waren. Alleen de oudste van de Abessijnen stond een beetje sceptisch tegenover het geval en je kon hem maar niet bijbrengen dat er inderdaad geld in de grond moest zitten. Ook toen het heele geval hem werd uitgelegd, wilde de idee, dat daar straks een kapitaal uit de aarde zou worden getoverd, ef bij hem niet jn. Hel leek hem te mooi om waar te zijn en om wrevel over het werk te kennen te geven, schudde hij eens met zijn oude hoofd. Merk baar steeg de spanning. Zodra een van de mensen die ston den te graven, sporen van vermoeid heid begon te vertonen, werd hij er uirect door enkele sterke armen uit gehaald en nieuwe krachten «amen vrijwillig zijn taak over. Het zweet liep de gravers met straaltjes van hel ge zicht, maar desondanks werd '1 hoge tempo, waarin werd gewerkt, aange houden. Oom Koos en Konoyo waren onge merkt naar buiten gegaan en stonden nu midden onder ue snik-hele tropi sche zon te praten. „Och kijk eens, meneer Terberg. Er is bepaald een heel groot bedrag" aan geld en goud in de kist, daarom zou er ook wel wat af kunnen voor de Abessijnen. Steeds hebben zij toch hard gewerkt en altijd hebben wij ten volle op hun kunnen vertrouwen. Wat zou het nu weten, dat wij hun ieder wat handgeld extra gaven. Bovendien zouden wij dan geheel en al op hun toewijding kunnen rekenen en wij moeten er rekening mee houden, dat ons nog een zeer moeilijke terugtocht voor de boeg staat. Vooral wanneer u aan uw voornemen vasthoudt om via Belgisch Congo terug te reizen en van daar per boot te gaan naar Holland". „Ja, in zekere zin heb je gelijk, ik zal aan ieder van hen een klein bedrag aan goud geven. En dan wat die te rugreis betreft, ja, dal weet ik nog niet zeker, want zo goed als er voor delen aan verbonden zijn, zo zijn er ook nadelen. Kijk, ik zou het voorna melijk doen om Horbalt en de andere heren mis te lopen, want die moeten binnenkort achterdocht gaan krijgen nu zij geen berichten meer ontvangen van hun helpers, die ons waren ach terna gegaan. Daarom ben ik er ook voor om zo vlug mogelijk, op te bre ken en de terugreis in zo snel mogelijk tempo te maken. Wanneer wij nu via Congo reizen zullen wij hoogstwaar schijnlijk geen last van hen krijgen, terwijl, wanneer we de gewone weg nemen, de mogelijkheid lang niet uil gesloten is dat we Horbalt tegen ko men op weg hierheen en zo niet, dat hij ons in Adis Ajbeba toch ontdekt. Want reken maar gerust, dat hij dag en nacht de vliegluigloods, waarin ons toestel slaat, zal laten schaduwen". „Daarin hebt u natuurlijk gelijk, maar in Adis Abeba hebben we wei nig gevaar meer te duchten, het enige gevaarlijke is, wanneer we hem tegen komen in de wildernis en wie weel met hoeveel manschappen". „In ieder geval Konoyo, we zullen er nog eens rustig met de anderen over praten". Plotseling kwam Wim naar buiten gehold en schreeuwde dat men op iets hards gestoten had. Op een drafje gingen de beide man nen weer naar binnen en inderdaad, men had op iets hards gestoten. Wim, die de spanning niet langer meer ver dragen kon, was met een stok met een scherpe punt gaan peilen. Op verschil lende plaatsen had bij deze in de grond geslagen en reeds bij de derde poging bleef hij ongeveer een meter stuiten en hoe hij ook duwde en sloeg, hij kon de stok geen milimeter meer in de grond krijgen. Dus liet hij hem staan en holde naar buiten om bet grote nieuws aan Oom Koos en Beekman mede te delen. Oom Koos gaf bevel om rond de stok te gaan graven en in een nog sneller tempo werd er gewerkt. Het was stil, ieder was met zijn ei gen gedachten bezig. Zouden ze op de schat stoten of zou het iets anders zijn. Binnen enkele minuten zouden zij het weten. De spanning was nu bijna ondra gelijk. (Wordt vervolgd). „HET GELD MOET NAAR TEXAS" door Jan van Leeuwen, vervolg. Hoe Tom Rub langs de bandieten kwam. Het was één uur in de nacht. De maan scheen helder over de weg, die naar Waco voerde. Zes mannen had den zich in de bergen opzij van de weg verstopt en hadden een goed uit zicht over het dal. „Nu zal hij wel gauw komen," bromde een van hen, die waarschijn lijk dc aanvoerder van de troep was. „We treffen het wel erg vannacht met die heldere maan!" „En als hij nu eens begeleiders heeft vroeg een van de anderen. „Dat is nog niet erg. We kunnen ze van hieruit heel goed beschieten en zij zijn daar in de diepte toch in het nadeel. Stil, opgepast, ik hoor het geluid van een motor!" Toen zagen ze ook al een grote auto naderen. „Het is wel een hele grote voor een geldtransport!" zei een van de bandieten. De anderen legden hun geweer al aan, maar plotseling riep dc aanvoerder: „Mannen, loop! Het is een soup! Maak, dat je wegkomt!" en terwijl ze van schrik hun geweren lieten vallen, renden ze allemaal zo gauw ze konden, weg. Intussen reed Tom Rub een paar meter achter de soup en kwam veilig in Waco aan, waar hij het loon voor de arbeiders overgaf. Twee dagen later zat hij weer te genover Maxwell en vertelde, hoe zijn reis was afgelopen. „Hoe heb je dat klaargespeeld?" vroeg de directeur be wonderend. „Het was heel eenvoudig, meneer Maxwell", antwoordde Tom. „De soupauto was leeg en daar reed ik achteraan. Ik had een van de mannen hier, die een vriend van me is, ge vraagd met een lege soupauto voor uit te rijden en zo durfde niemand me zelfs te naderen!" Dat Tom Rub een flinke beloning kreeg en meteen een paar plaatsen hoger kwam te staan in de petroleum- maatschappij hoeft niet gezegd te worden. i P bederft het beste humeur! Mciar de zwaarste hoofdpijn verdwijnt binnen een kwar tier met 'n "AKKERTJE", dat de nieuwste menging bevat tegen hoofd- en zenuwpijn. Vlugge, zekere werking bij alle pijnen, dat is 't geheim der "AKKERTJES", die door geen enkele imitatie wor den geëvenaard, nóch in hun bijzondere samenstel- ing, noch in hun gemakke- li|k in te nemen ronden vorm. f?P elk "AKKERTJE staat 't AKKER"-merk: Uw garantie! tegen pijnen, nare dagen, koorts, kou. Doos 1» stuks - 12 stuivers2 stuks - 2 stuivers.

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 5