Gemeenteraad Vlijmen. Binnenlandsch Nieuws. AKKEetJis Zaterdag 12 Augustus 1939 No. 63 De Echo van het Zuiden Tweede Blad Het goud van Mr. Kalaghan wj m Onze Lieve Vrouw Schuts. Afscheid raadsleden. Woensdagavond kwam de raad der gemeente Vlijmen onder' voorzitter- sciiap van den edelachtbaren heer burgemeester G. R. v. d. Ven in open bare vergadering bijeen. Na enkele opmerkingen over de on leesbaarheid der gecyclosteerde notu len, werden onder de ingekomen stuk ken eenige goedkeurende raadsbeslui ten voor kennisgeving aangenomen. Vervolgens werd bet lid N. v. Mier- loo gekozen tot lid van bet burgerlijk armbestuur in wijk Nieuwkuijk. in verband met de groote zorgen voor de armen willen B. en \V. het Armbe stuur nog met 2 leden aanvullen, om dan voortaan uit en door de leden een secretaris te laten kiezen. Het lid A. H. M. v. d. Meerendonk is het wel met deze uitbreiding eens, maar zag dan graag een raadslid ge kozen, want thans heeft er slechts één raadslid in het Armbestuur zitting. De voorzitter zegt dat hij zelf als voorzitter in het Armbestuur zitting heeft. Niettemin heeft hij er niets op tegen een raadslid te laten verkiezen. Gekozen wordt dan de heer C. Eer- kelmans, terwijl na 2 maal herstem ming ook wordt gekozen de heer M. v. d. Water. Een voorstel van "li. en W. om ovei te gaan tot onderhandschen verkoop van een strookje grond aan het be stuur der R.K. Jongensschool, gaat onder den hamer door. Het betreft hier een lapje grond van ongeveer 110 M', dat voor 55. wordt verkocht. Aan de orde komt dan een voorstel van B. en W. om afwijzend te beschik ken op het verzoek van het bestuur der O.L. Vrouwe Schuts tot restitutie van de door genoemd bestuur betaal de koopsom van een strookje grond. De voorzitter deelt mede, dat de O.L. Vrouw Schuts geen recht heeft oj) restitutie van het bedrag. In 1920 heeft zij toestemming ge vraagd om het O.L. Vrouwe beeld te mogen plaatsen en de voorzitter heeft toen geantwoord dat hij er niets op tegen had, wanneer het de gemeente maar geen geld kostte. De O.L. Vrou we Schuts heeft toen de gemeénte 100.betaald, waarvoor laatstge- grond heeft gekocht waarop 't beeld staat. De O.L. Vrouw Schuts motiveert nu haar verzoek door aan te halen, dat het stukje grond voor haar nu geen waarde meer heeft, daar de ge meente den pad er langs heeft ver hard en er een brandput heeft ge legd. Nimmer echter heeft de O. L. rouwe Scnuts er iets op tegen gehad dat de grond voor het verkeer wérd gebruikt. Bovendien denkt de voorzitter dat men bij de verharding van het rijwiel pad de grond van de Schuts niet ge raakt heeft. Derhalve stelt hij voor afwijzend op het voorstel te beschikken. Het lid- v. Heivoort is het niet met dit voorstel eens en wil het verzoek inwilligen. Wethouder Wilgers is van meeningr dat de Schuts deze gelegenheid wil aangrijpen om een voordeeltje te be halen. Zij heeft er volgens spreker geen recht op. Het lid v. Wagenberg bepleit een oplossing in onderling overleg, waar op de voorzitter antwoordt dat hij gaarne zal trachten dit te hereiken. Z.h.st. wordt het voorstel van B. en W. aangenomen om op het verzoek afwijzend te beschikken. In de commissie tot herziening der straatnamen worden gekozen de hee- ren Weth. v. Sprang (voorz.), weth. Wilgers, Schuurmans, L. v. d. Griendt A. v. Engelen leden, en de gemeente secretaris dhr. Harten, secretaris. Sinds de annexatie in Mei 1935 heeft men tal van moeilijkheden met de straatnamen ondervonden. De commissie moet trachten met haar werkzaamheden in 1940, voor de volkstelling klaar te zijn. De raad kan zich met een en ander vereenigen. De uitgaven voor het openhaar la ger onderwijs waren geraamd op ƒ280.60, terwijl uitgegeven is ƒ307.28 zoodat er een tekort is van 26.68. De raad neemt hiervan kennis. Als laatste agenda-punt komt een voorstel aan de orde, om aan de Oran- je-Comité's in wijk Vlijmen, wijk Haarsteeg en wijk Nieuwkuijk een ex tra bijdrage toe te kennen in verband met de geboorte van een Prinses. B. en W. willen hiervoor 250. uittrekken, hetgeen 25 ct. per kind is. Hel lid v. d. Meerendonk wijst er op dat dit bedrag geheel moet worden gebruikt voor de kinderen. Wethouder v. Sprang antwoordt, dat steeds minstens 90% voor de kin deren wordt besteed. Het resteerende bedrag wordt gebruikt voor versiering e.d. Afscheid raadsleden. De voorzitter dankt de scheidende raadsleden, de hceren J. S. v. Wagen berg, N. v. Mierloo en M. C. v. Enge len voor de aangename samenwerking en de goede verstandhouding in den raad. Hij wenscht hen voorspoed en geluk in hun bedrijven en gezinnen. Dhr. v. Wagenberg houdt dan een afscheidsrede, waarbij hij verklaart, zich ook in de toekomst over den goeden gang van zaken in de gemeen te te zullen verheugen. Hij wijst op de infame houding van sommige raadsleden, die voor de verkiezing „den boer opgaan" teneinde de kiezers te bewegen op hen te stemmen. Een raadslid moest be grijpen dat iets dergelijks niet met zijn eer en prestige overeen kwam. Spreker getuigt, dat de laatste ja ren de toon in de raadsvergaderingen vrij goed was. Veel sensatie is wel goed voor de journalisten, maar niet voor de gemeente. In dit verband noemt hij de laatste wethoudersver kiezing. Verder merkt spreker op, dat de onderlinge verhouding in het dage lij ksch bestuur niet deugt. Het moet toch noodig zijn dat het dagelij ksch bestuur een en ander kan bespreken, zonder dat daarmee de gcheele ge meente gemoeid is. Na verder nog het licht te hehben laten schijnen op de nijvere bevolking van de gemeente, eindigt spreker met den wensch, dat God Vlijmen mag zegenen. De heer v. Engelen dankt hierna den voorzitter voor zijn hartelijke woorden, de goede samenwerking en zijn bekwame leiding. Ook de heer v. Mierloo spreekt een kort dankwoord. De voorzitter merkte nog op, dat de rede van den heer v. Wagenberg veel leerzaams bevatte. Rondvraag. Op een desbetreffende vraag van den heer v. Engelen antwoordt de voorzitter, dat er nog geen antwoord is gekomen omtrent de vuil-water- kwestie, van de firma v. Wagenberg- Festen. Dhr. v. Engelen denkt een oplos sing te weten, maar het lid v. d. Mee rendonk merkt op, dat de firma een oplossing op het oog heeft en dat bin nen enkele dagen bericht tegemoet kan worden gezien. GEEN REGEERINGSVERKLARING TE VERWACHTEN. Jhr. mr. D. J. de Geer is Woensdag middag te drie uur op het paleis Noordeinde door II.M. de Koningin ontvangen. Het A.N.P. heeft den kabinetsfor mateur gevraagd of het voornemen bestaat in de Kamer een regeerings- verklaring al' te leggen. De heer De Geer antwoordde ont kennend. Aangaande de plannen voor de toe komst meende hij zich op dit oogen- blik te moeten bepalen tot de ver klaring, dat de zelfstandigheidspoli- tiek, zooals die tot dusver door ons land gevoerd is, onder het nieuwe ka binet volledig en onverzwakt zal wor den gehandhaafd. NIEUWE KAMERLEDEN. In de plaats van de heeren Albarda en Van Tempel, die tot ministers zul len worden benoemd en op dezelfde candidatenlijst der S.D.A.P. voorkwa men, zullen thans tot leden van de Tweede Kamer worden benoemd de heeren J. Bommer, secretaris van den Nationalen Woningraad en B. C. Franke, opvolgers op de lijst. In de plaats van het Tweede Kamer lid jhr. mr. de Geer, den nieuwen minister-president, komt vermoedelijk de heer W. J. A. C. Bins, burgemees ter van Weesperkarspel. Het centraal stembureau heeft den heer C. .1. van Kempen benoemd ver klaard als lid van de Tweede Kamer in de vacature, onlangs ontstaan door het bedanken als Tweede Kamerlid van Jhr. Ir. O. C. A. van Lidth de Jende, toen deze tot minister van wa terstaat was benoemd. De heer Van Kempen heeft de be noeming tot Kamerlid aangenomen. KANTOOR I)ER ARTILLERIE- INRICHTINGEN. Men zal zich herinneren, dat de Tweede Kamer een belangrijk crediet aan de regeering weigerde lot koop van Haagschen gemeentegrond en den bouw daarop van de administratie- veste der artillerie-inrichtingen. Aan den bouw waren reeds belangrijke be dragen ten koste gelegd. Er is nu een„oplossing" uit de moeilijk heden gevonden. Eén groote Haagsche maatschappij neemt den grond over en vergoedt het reeds gebouwde. Zij zal voorts het oorspronkelijk project uitvoeren enverhuurt dan de heele zaak aan het rijk om er de administratie der artillerie-inrich tingen te vestigen. Het doel wordt dus langs een om weg toch bereikt! En deze omweg zal wel duurder zijn dan de rechte weg, „schele hoofdpijn" maken be hoorlijk werken onmogelijk I Neem een "AKKERTJE", even liggen. Daarna weer frisch. want groote particuliere maatschap pijen plegen niet liefdadigheid te be trachten tegenover een nog grootere maatschappijde staat der Nederlan den. TOMATEN ONVERKOOPBAAR. Geen deviezen voor Duitschland meer. Het ontbreken van deviezen voor Duitschland heeft op de tomaten- markt een algehcele instorting ten gevolge gehad, aldus de „Resb.". Hoe wel de gewone voorraad Genehmi- gungen reeds eerder was opgebruikt, stonden nog deviezen ter beschikking uit het z.g.n. Sondergeschaft, een af zonderlijk fonds, dat in feite eenige exportverruiming inhield. Deze de viezen moesten echter vóór 8 Augus tus j.l. verbruikt zijn en met ingang van dien datum was Duitschland voor den tomaten-export verloren. De kans, dat opnieuw export van eenige betee- kenis naar Duitschland in dit sei zoen verkregen zal worden, is al zeer gering. De exporteurs beschouwen de tomaten als „afgeloopen"; zoodra Duitschland niet meer aan de markt is, vallen de prijzen tot den minimum prijs terug.Noch de export naar an dere landen, noch de rcgceringsmaat- regelen, leggen ten deze veel gewicht in de schaal, al is daarmee niet ge zegd, dat het te verwaarloozèn facto ren zijn. Ook andere producten, met name komkommers, deelden het lot van de tomaten en onder den indruk dezer omstandigheden viel het geheele prijs peil van den tuinbouw bcteekenend lager. GEBOORTE VAN PRINSES IRENE EN DE HONGAARSCHE PERS. Groote artikelen gewfjd aan de Heugelijke Gebeurtenis. De Hongaarsche bladen hebben in groote artikelen verslag uitgebracht over de heugelijke gebeurtenis in Hol land. De „Az Est" wijdde een heele pagina aan dit feit. De Amsterdam- sche correspondent van dit blad schrijft o.m. „De geboorte van het kleine prinsesje is een nieuwe gele genheid voor de bewoners van dit p -ft*" door M. BURGHOUTS. 23; (Slot.) Na lang beraad had men besloten om toch maar weer over Addis Abeba terug te reizen, want hoewel er inder daad van een kant wat meer gevaar aan verbonden was, was men hier toch bekend geworden met de weg, zo dat er minder moeilijkheden zouden ontstaan, dan wanneer men door een geheel vreemd gebied de terugreis maakte. Bovendien was het aanmer kelijk goedkoper, terwijl ook de Abcs- nijpen er de voorkeur aan gaven om de vertrouwde weg te nemen. Het ge vaar om Horbalt te ontmoeten had de handige Konoyo in de kiem bezwo ren. Twee dagreizen voor Addis Abe ba was hij met enkele handige Abes- sijnen en Janus vooruit gereisd en voorzichtig nasporingen gedaan om trent de verblijfplaats van Horbalt. Al heel spoedig bleek, dat de hangar, waarin het vliegtuig stond dag en nacht zwaar bewaakt was geworden, terwijl er verschillende dingen waren die er op wezen, dat Horbalt er in was geslaagd om enkele leden van het per soneel om te kopen. De hulp van de autoritieten inroepen zou veel te lang duren, want in Abessinië hebben die mensen altijd tijd genoeg en zo was Konoyo dan aangewezen op zich zelf. Vermomd, liep hij door de straten van de hoofdstad en in verschillende hotels informeerde hij naar de ver blijfplaats van Horbalt en reeds in het derde had hij succes. Het bleek dat de schurk, om zo weinig mogelijk in de gaten te lopen in een gewoon klein hotelletje zijn intrek had geno men, en hij was er in geslaagd om met den eigenaar op goede voet te ko men, want toen Konoyo het een en ander omtrent hem vroeg bleek di rect, dat Horbalt hier als een hoog geplaatste gast stond aangeschreven. Snelle maatregelen waren nu noodza kelijk, anders zou het hele plan in duigen vallen. En toen enkele uren later de nach telijke duisternis was ingevallen, to gen de mannen met een luxe auto op weg. Na een paar minuten arriveerde men aan hel hotelletje en na fluisterend nog eenige instructies te hebben ge- 'geven, sprong Konoyo handig en vlug over de verschansing, welke de bui tenwereld van de binnenplaats scheid de. Niemand had hem gehoord en even behoedzaam als hun voorganger volg de toen ook de anderen. Janus en een Abessijn blijven in de wagen, waar van de motor zachtjes ronkte. Het duurde ongeveer 10 minuten, voor er een klein steentje op de mo torkap van de auto werd gegooid en na de omgeving te hebben rondgeke ken liep de Abessijn naar de schutting en blies even tusschen zijn tanden. Dan werd er een groot pak overheen geschoven, waarmede de Abessijn, die het aannam, naar de auto holde. Haastig sprongen de anderen over de schutting en in razend tempo ging het de-stad uil, het woeste bergland in. In het pak zat Horbalt. Langs de binnenplaats was men zijn kamers ingeklommen, die op de eerste verdieping lagen. Een prop in de mond van de slapende en een paar stevige boeien aan, was een werk van 'n ogenblik. Daarna werd hij netjes in een deken gepakt en met touwen vast gebonden en daar ging nu de man, die meende-de schat te kunnen stelen. Een der Abessijnen wist een uit muntende schuilplaats, waar niemand de ontvoerde schurk zou kunnen vin den en daar werd hij naar toe ge bracht. Vijf dagen en vijf nachten werd hij streng bewaakt en toen men zeker wist, dat de expeditie met het goud in veiligheid was werd hij los gelaten. Met een extra-vliegtuig vloog toen ook Konoyo naar Rotterdam. De schat was in veiligheid, het werk was volbracht. EINDE. OP EEN WARME DAG door Lies Helgcrs. Het was erg warm. Het dorp leek wel uitgestorven. Iedereen hield zich op het warmst van de dag erg rustig en zelfs op de Kampweg, de weg, waar alle winkels waren, liep bijna nie mand. Alleen de jongens uit de zesde schenen niets van de warmte te voe len. Ze waren aan het voetballen op het dorpsplein. Boven de kruidenierswinkel hingen een paar mensen uit het raam en vroegen zich met verbazing af, hoe die jongens nog zo konden spelen. Het leek wél een hittegolf, zo warm was het. Waar haalden de jongens de fut vandaan om nog zoveel te lopen. Ze voetbalden net of het midden in de winter was en ze zich warm moesten lopen. Nu had Jan de bal. Kijk hem toch eens lopen, zo, nu neemt Walter hem over en nu gaat hij naar Gerrit.... Nou Gerrit, die had je toch heus wel kunnen hebben, hij'rolt vlak langs je voeten Maar Gerrit stond heel stil en stak zijn neus in de lucht als een hond, die onraad speurt. De andere jongens ke ken hem verbaasd aan, maar Gerrit trok er zich niets van aan. Hij veegde even met zijn hand over zijn hoofd, alsof hij het nu pas warm kreeg en snoof weer met zijn neus in de lucht. „Jongens, kom mee"! riep hij toen ineens. „Kom mee, er is ergens brand, ik ruik het", en meteen zette hij het op een lopen. De anderen keken hem nog even verbaasd na, maar toen begonnen ze ook te hollen. Hun voeten klakten op de stenen en de mensen kwamen met verbaasde gezichten voor hun ramen kijken, wat er te doen was en wie er in deze hitte zo hard liep. Toen ze de jongens zagen, schudden ze hun hoofd en zeiden tegen elkaar: „Hoe is het mogelijk, die jongens lijken wel gek." Op de hei. Intussen holden de jongens maar door. Gerrit liep nog steeds vooraan met zijn lange benen. Hij liep, alsof hij er een prijs mee kon winnen. De andere jongens liepen hijgend en warm achter hem aan. Ze holden het laatste stukje van de Kampweg uit, toen over de dwarsweg en daarna het bospad in. Toen ze daar eenmaal ge komen waren, hield Gerrit even stil en veegde met een zakdoek zijn klets natte gezicht af. „Jongens", zei hij, „ik weet zeker dat er brand is. Telkens met een wind vlaag ruik ik het. Ruiken jullie nu niets? Ik denk, dat het op de hei is!" De jongens haalden allemaal heel diep adem en roken nu ook duidelijk een brandlucht. Meteen begonnen* ze weer allemaal te lopen. Zo bereikten ze de bosrand en toen zagen ze ook dat Gerrit gelijk had ge had. Er hing een dichte rook over de hei en ongeveer in het midden knet terde het en kropen de vlammen over de grond. In een ogenblik had Jan ge zien, waar het was. Hij kwam heel dik wijls op de hei en kende elk plekje uit zijn hoofd. „We boffen, het is vóór de grote zandkuil", zei hij. „We moeten met zand proberen om de vlammen te do ven. Eigenlijk moet een van ons terug gaan, om de mensen in het dorp te waarschuwen en de brandweer te ha len". Dat vonden de andere jongens ook en ze besloten, dat Hein terug zou gaan. De anderen liepen nu allemaal door de hoge heidestruiken. Hoe dieh- ter ze bij de brand kwamen hoe meer rook er in hun mond en neus kwam. Ze liepen te kuchen en te hoesten en konden bijna liiet meer zien van de rook. Maar ze hielden vol en zo kwa men ze hij de grote zandkuil. Dat was een plaats in de hei, waar alleen maar zand lag. De kinderen uit het dorp speelden daar dikwijls en maakten er zandbergen. Het blussingswerk. Handenvol zand gooiden de jongens op de vlammen, maar het was toch lang niet genoeg om echt te kunnen blussen. Toen gaf Jaap het goede voorbeeld. Hij trok zijn blouse uit, legde die op de grond, wierp er een hele hoop zand op en pakte hem toen op. Daarna leegde hij hem hoven de vlammen en werkelijk waren nu een paar brandende heidestruiken geblust. De andere jongens trokken nu ook hun blouses uit. Meneer had wel eens in de les gezegd, dat je bij gevaar al tijd van alle middelen moet bedienen, om het gevaar te verminderen en ze noeimb van v. <1. Heijden liet stukje Tïïgrf-e I LU ijj m rnrn

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 5