PERS.
UIT DE
INGEZONDEN STUKKEN
FEUILLETON
HET MEISJE UIT DE
LUNCHROOM.
GEEN GEWIJZIGDE SPELLING OP
1 SEPTEMBER.
Gisteren is uitgegeven Staatsblad
no. 375, besluit van 10 Augustus 1939,
tot wijziging der Koninklijke beslui
ten van 8 Juni 1939 (staatsbladen nos.
365, 366, 367 en 368) inzake dc
schrijfwijze der Nederlandschc taai.
Het besluit heeft de strekking de in
werkingtreding van bovengenoemde
Koninklijke besluiten van 8 Juni 1939
vast te stellen op een nader te bepa
len dag.
De besluiten van 8 Juni. welke de
jongste spellingsregeling van minis
ter Slotemaker de Bruine inhielden,
zouden op 1 September, bij den aan
vang van het nieuwe schooljaar, in
Het geval Mannheimer.
Het Ned. Perskantoor te Berlijn
schrijft:
In Berlijnsche beurskringen staal
men versteld over de groote credieten,
die dr. Fritz Mannheimer bij Neder
landschc bankinstellingen heeft kun
nen opnemen. Men begrijpt hier niets
van. Immers, het Duitsche Ministerie
van Financiën heeft vanaf 1920 amb
telijk herhaaldelijk tegen dr. Mann
heimer gewaarschuwd, ook in den z.g.
systeemtijd. Bovendien is het hier be
kend, dat ook het bestuur van de Ver-
eeniging voor den Effectenhandel te
Amsterdam, met name zijn vroegere
secretaris mr. van Sonsbeeck in Mann
heimer steeds een financieelen deug
niet heeft gezien. Het bestuur voor
noemd ontraadde, zaken met dr. M.
.en zijn bank te doen.
De Nederlandschc banken, die er
thans ingeloopen zijn zoo beweert men
hier, hebben het verlies aan haar
eigen lichtzinnigheid te wijten: zij ga
ven de credieten inderdaad tegen be
ter weten in".
Men zegt, schrijft de N. Tilburgsche
Ct., dat wijlen Mannheimer meer dan
eens getracht heeft den gulden te doen
kelderen.
„In verband met dit gerucht moei
men eens nuchter bekijken de berich
ten in de liberale pers over het zak
ken van den gulden hij den val van
ministerie Colijn V. Wanneer het
Mannheimer al of niet geholpen door
de politiek, gelukt was, dan ware zijn
eigen positie waarschijnlijk nog enor-
mer geworden, maar waren er nieuwe
slachtoffers met duizenden, die gerui-
neerd waren, misschien wel den dood
ingejaagd
Het groote publiek ziet van al deze
manipulaties niets, het wordt er
alleen het slachtoffer van. Want al
dat geldgesjacher mergelt de volken,
ook en vooral de kleine, uit, en als
men naar oorzaken van werkloosheid
speurt, dan moet men in die als kaar
tenhuizen zoo solied internationaal
financiëele geldwereld rondkijken,
waar milliardenfortuinen worden ge
bouwd uit de ellende van anderen
Zoolang de volken geen eind maken
aan het heele geld- en credietstelsel.
dat het geknoei met deviezen en lee
ningen mogelijk maakt, heeft het wei
werking treden.
Naar het A.N.P. verneemt is de in
werkingtreding uitgesteld omdat de
nieuwe minister van onderwijs, kun
sten en wetenschappen, dr. Bolke-
stein, zich over het vraagstuk der
spelling in het algemeen wil beraden;
ook in verband met de vraag, of een
wettelijke regeling van de spelling
niet de voorkeur verdient.
TIJDELIJKE VESTIGINGSVER
BODEN VERLENGD.
De minister van Economische Za
ken heeft de tijdelijke vestigingsver
boden voor het schildersbedrijf, voor
het rijwielbedrijf en voor den brand-
stoffenhandel met een half jaar ver
lengd tot 7 Maart 1940.
nig uiteindelijk effect, of men zich
druk maakt over een politiek van
huishoudboekjes of bevordering van
het bedrijfsleven, gelijk het heet".
Men moet nu immers constateeren,
zegt het Dbl. v. N. en Z., dat mr. Trip,
de president van de Ned. Bank, aan
Mannheimer op vreemd staatspapier,
waarvan de koers kunstmatig werd
hoog gehouden, een crcdiet van ruim
14 millioen gulden verstrekte.
Dezelfde lieer Trip richtte met de
befaamde negen mannen een waar
schuwing aan het Nederlandschc volk
om toch niet voort te gaan op den weg
van uitzetting der overheidsuitgaven.
Er mocht niet met geld gesmeten wor
den, er moest worden bezuinigd en
bespaard. Jawel, maar dan mocht
men van den heer Trip zelf toch het
voorbeeld verwachten van solied fi
nancieel beheer. Terwijl men echter
tevergeefs hij hem zou hebben aange
klopt voor ruimer credietverleening
aan den Nederlandschen Staat, heeft
hij er niets onredelijks in gezien
Mannheimer te steunen hij crediet-
operaties ten gunste van Frankrijk,
ja zelfs Fransch papier in beleening
genomen ten gunste van Mannheimer
zelf. Dit zijn geen gezonde verhoudin
gen meer en verraadt een handels
geest, die met den ernst van de taak
eener nationale circulatiebank spot.
Mr. Trip kan onder den indruk zijn
geweest van het handig optreden van
Mannheimer: hij heeft hem aanbevo
len voor naturalisatie tegen de advie
zen van de bevoegde instanties in, hij
schreef hem bijzondere verdiensten
voor Nederland toe en had nog aller
lei verwachtingen van hem, maar men
inoel toch haast wel gelooven, dat de
romantiek van het droombeeld Am
sterdam tot „internationaal geldcen-
trum" verheven te zien, hem in deze
aangelegenheid meer bevangen heeft
dan Hollandsch-nuchtere zakelijkheid
dulden kan.
Dat mannen als mr. Trip en de heer
Crena de longh van de Ned. Handel-
Mij. zich zoo zeer door een Mannhei
mer, die in de reeks van Stavisky,
Barmat, Wreszynsky, en andere ge-
horen zwendelaars of oplichters van
een berucht soort, geen slecht figuur
schijnt te maken, hebben laten in
nemen, is ook ten zeerste verwonder
lijk, gezien het avontuurlijk en zeer
verdacht verleden van den man.
Mijnheer de Redacteur,
De regeering kan zonder geld ook
niets beginnen. Toch hoop ik, dat het
fietsplaatje nog eens in dien zin op dc
helling komt, dat kinderen die nog op
de banken van de lagere school zitten
buiten deze wettelijke controle komen
te vallen.
De huidige regeering schijnt even
als haar voorgangster met alle macht
de ellende van de werkeloosheid te
willen keeren. Zij verdient daarin de
steun van het gansche volk. Ieder die
dal kan, moet mede steenen aandra
gen om dit verschrikkelijk monster,
dat knaagt aan dc geestelijke volks
gezondheid, te bekogelen en uit de
wereld te helpen. Waar nuttig en noo-
dig werk is moet dit aangepakt en in
uitvoering gebracht worden. Er moet
voor gewaakt worden, dat het thans
noodzakelijke steunapparaat niet uit
groeit tot een zwaar en duur over
kapt instituut, dat versteent tot hei
melijke gemakken. Het middel zou
dan nog erger worden als de kwaal.
Of de S.D.A.P., zooals in Uw vorig
blad betoogd, een blijvende partij is,
moet m.i. afgewacht worden. Toen
destijds in Duitschland de orkaan los
brak is o.a. ook deze aldaar opper
machtige partij met man en muis ver
gaan.
In een regeering op breede basis zit
veel sympathieks. Echter ook geva
ren. Elders zag men, dat als een meng
sel van beginselen, die in de diepte
nfet hechten, aan het stuurrad van
den staat staat, dit tenslotte leidt naai
de Dictatuur. Niemand kan zeggen,
dat in zulk geval het in ons land
anders zal gaan. Het gaat in dezen tijd
uiteindelijk om het behoud van duur
verworven volksvrijheid. Die kan men
nu eenmaal niet voor een hand vol
geld koopen. Die wordt door een volk
verworven en behouden indien begin
selen werkzaam zijn en aan het roer
staan die onder alles zoeken, het die
nen van den waren God. Dit is voor
een volk als geheel ook de zonne
schijn van het leven. Zonder strijd
gaat dit niet. Dat is ook niet erg.
Daar blijft men gezond hij. Men kan
er zelfs sterk in worden. Als het on
derlinge inzicht maar aanwezig is, dat
het daarin nooit gaat om personen of
partijen opzettelijk te willen wonden.
Dan blijft de onderlinge waardeering
en vrije omgang met elkander behou
den. Laten we hopen, dat het kabinet
De Geer nog nuttig en gezegend werk
zal mogen doen.
U Mijnheer de Redacteur dank voor
de verleende plaatsruimte.
N. N.
De geachte inzender heeft schoon
gelijk, dat destijds de oppermachtige
S.D.A.P. in Duitschland met man en
muis is vergaan toen de orkaan daar
losbrak, maar welke partij is daar niet
met man en muis vergaan
In de driestar in ons nummer van
Zaterdag wezen we er op, dat voor
de vorming van een nationale regee
ring de opname der socialisten nood
zakelijk was, dat, al is het natuurlijk
nog een experiment, minder gevaar
lijk is geworden door de houding dei-
socialisten in de politiek en ook spe
ciaal ten opzichte onzer nationale ge
voelens. Maar wat hare beginselen
betreft, blijft de Partij nog natuurlijk
veraf staan van de principes en op
vattingen der christelijke partijen, niet
't minst der katholieken.
Niet alleen ten aanzien van de mo
narchie heeft de S.D.A.P. haar stand
punt gewijzigd en zich weten te ont
worstelen aan den druk van haar ver
leden, zooals wij toen opmerken.
Haar positie in het land is daardoor
een andere geworden. Maar daarmee
is nog niet gezegd, dat zij ook haar
beginsel overboord heeft geworpen en
de principieele verschillen tusschen
haar en ons hebben opgehouden te be
staan. Dc diepe scheidingslijn, door
die verschillen getrokken, blijft. En
daarbij staan wij ook anders tegen
over de S.D.A.P., dan tegenover de
partijen der rechterzijde, met welke
wij op het punt van levensbeschou
wing en de verdediging van geeste
lijke en zedelijke waarden, voor elk
volk van het hoogste belang, zeer
veel gemeen hebben.
Het „nieuwe tijdperk" der S.D.A.P.
brengt op dit punt geen verandering.
Red.
Mijnheer de Redacteur,
Met belangstelling las ik Uw „Plaal-
jesmisère". Zeker de ambtenaren moe
ten de wet toepassen. Maar mij is een
geval bekend, dat het slachtoffer het
plaatje in zijn zak had. Den eersten
dag, dat bekeurd kan worden. Het
plaatje werd dadelijk aan den ambte
naar vertoond. Niettemin 1.50 boete.
Kwitantie is aanwezig.
Is dit niet ergerlijk.
Slachtoffer.
Mijnheer de Redacteur,
Gaarne zou ik het volgende in Uw
veel gelezen blad plaatsen.
Geboorte eener Prinses.
Nog nooit is er in Waalwijk zoo
veel gemopper en criteik uitgeoefend
als de laatste dagen naar aanleiding
van de weinige feestelijkheden, welke
hier hebben plaats gehad.
Door het Oranje Comité was be
sloten weinig of niets te doen bij de
geboorte eener Prinses.
Om welke reden kan ik niet begrij
pen een prinses is toch ook een Ko
ninklijk kind en stemt tot blijdschap,
zoowel hier te lande als in alle andere
landen en overzeesche bezittingen,
wat wij hebben kunnen lezen.
Wij hebben kunnen constateeren,
dat iedereen, vaders, moeders en kin
deren, als 't ware vroegengeeft ons
een spontaan Oranjefeest om onze
oprechte Oranjegezindheid te toonen.
Winkeliers, caféhouders, kortom
alle neringdoenden hebben onder
vonden dat in die dagen, inplaats dat
Waalwijk aan de spits stond met
feestelijkheden en zoodoende honder
den ja duizenden menschen naar
Waalwijk trokken, de Waal wij kers
zelf hun Oranjegezindheid moesten
uiten en vermaak in andere plaatsen
zoeken, tot schade van den midden
stand en den naam van Waalwijk,
welks naam als centrum zoodoende
verloren gaat.
Nog is liet lijd om dit alles te her
stellen.
Laat het Centraal Oranje-Comité de
woorden van onze geëerbiedigde Ko
ningin in gedachten neme
Naar de Nieuwe Gemeenschap.
Wij zijn nog eenige dagen van den
nationalen dag 31 Augustus af, de tijd
is er nog om een grootsch feest op
dien dag voor te bereiden, om de eens
gezindheid tusschen alle bestaande
vereenigingen te hernieuwen. De
steun van de gemeente is er, de steun
der fabrikanten is te verkrijgen, gel
den zijn er bij elkaar te krijgen, kort
om indien het centraal comité een
groote vergadering belegt, alle ver
eenigingen uitnoodigt, diverse vereeni
gingen een aandeel geeft in de ver
schillende werkzaamheden, dan moet
dat slagen.
Laat ieder Oranje-comité in zijn
buurt kinderfeesten, versiering, ver
lichting enz., daarstellen en allemaal
tezamen een optocht, lichtstoet ot wat
ook, zoo grootsch mogelijk, dan kan
iedereen zijn oranjegezindheid toonen
en heeft heel Waalwijk zijn profijt
daarvan en is het mogelijk een echt
Waal wij ksch, eensgezind, spontaan
feest te vieren.
Zoo juist verneem ik van het Oranje
Comité Besoijen, dat dit geheel z'n ge
deelte gaat verlichten en versieren en
en een zoo grootsch mogelijk feest or-
ganiseeren. Ze gaan liefst 's morgens
6 uur al beginnen. Laat alle Oranje-
Comité's dit voorbeeld volgen en het
Centraal Comité met medewerking van
de bestaande groote vereenigingen
voor de rest zorgen, dan komt van alle
kanten de medewerking, zoowel mo
reel als finantieel en kunnen de Oran-
jcvereenigingen ook een volgend jaar
op veler financieele medewerking
weer rekenen en ook de volgende ja
ren, want op de manier van thans zal
er het volgend jaar weinig van de noo-
dige contanten terecht komen.
Daarbij wordt het tijd dat eindelijk
maatregelen genomen worden om ten
deze tot de zoo lang verbeide samen
werking in Waalwijk te komen, een
eensgezindheid die te lang reeds ver
broken is.
Laat iedereen, zoowel persoonlijk als
vereeniging, neringdoenden, kort
om allemaal, die met dit schrijven
sympathiseeren, hun kaartje of eenig
schrijven richten en dit inzenden aan
de redactie van dit blad, onder motto
^.Eensgezindheid".
Met dank,
Een oprecht Waalwijker.
Mijnheer de Redacteur,
In Uw nummer van 1.1. Zaterdag
vond ik twee berichten, die mijne spe
ciale aandacht trokken.
Ten eerste een bericht uit Geertrui-
denberg met het volledig programma
der Koninginnefeesten. Dat mag er in
elk opzicht zijn. Vanaf des morgens 6
uur begint de feestvreugde en gaat den
gehcelen dag door met een uitstekend
programma voor elk wat wils, om ja
loers op te worden
Een ander bericht uil Kaatsheuvel
over de pogingen om te komen tot
stichting van een permanent comité
voor de verzorging van nationale
feestdagen- om te voorkomen, „dat
van „De Echo van het Zuiden".
Naar het Engelsch van
NORMAN CHARLTON.
28)
Dus je gelooft niet, vroeg me
vrouw Hemmings, terwijl ze haar
oogen afdroogde, dat hij tot een
bende gemeene misdadigers hoort?
En dus geloof je ook niet, dat hij be
trokken kan zijn bij den diefstal van
den diadeem van gravin Harlsmore?
Weineen.
Kun je mij misschien dan uitleg
gen, hoe het mogelijk is, dat ik dat
ding tusschen zijn boorden gevonden
heb?
De minister zette groote oogen op.
Wat is dat nu weer voor onzin?
Tusschen zijn boorden herhaal
de mevrouw Hemmings somber.
Anna, ik vrees, dat je hersens
niet normaal werken.
Hij is verleid door een misdadige
vrouw. Hij heeft trouwens alles be
kend en de didadeem zit in mijn zwar
ten koffer.
Heeft hij dit allemaal hekend?,
vroeg Greville plotseling ernstig. Hij
was genoeg man van de wereld om te
weten dat onervaren jeugd gemakke
lijk het slachtoffer wordt en hij vroeg
zich met beklemming af, of er mis
schien tóch waarheid school in het
verhaal van zijn zuster.
Ja, hij heeft een volledige beken
tenis afgeltgd. Ik heb het gestolen sie
raad in veiligheid gebracht en hoewel
hij mij bijna op z'n knieën gesmeekt
heeft hein den diadeem terug te geven
heh ik dit hardnekkig geweigerd.
Heh je werkelijk den diadeem nu
in je bezit?
Je kunt hem zien als je wilt.
Greville keek peinzend voor zich
uit. Vertel mij alles precies zei hij
na enkele oogenblikken.
Mevrouw Hemmings begon haar
verhaal. Ze vertelde hoe ze in dezelf
de coupé gereisd had met een duur
gekleede juffrouw met vrijpostige ma
nieren, hoe zij gemerkt had dat hij haar
kende en hoe zij hem later in gesprek
met haar had aangetroffen, terwijl hij
iets in de hand hield waarover hij ge
weigerd had inlichtingen te geven, en
hoe zij later den diadeem in zijn lade
gevonden had. Zij gaf een opgesmukt
relaas van zijn bekentenis en van
haar onderhoud met Lilian, maar liet
juist die bijzonderheden achterwege,
waaruit haar broer gemakkelijk Lili
an's identiteit had kunnen vaststellen.
Als ze dat gedaan had, zou de puzzle
op staanden voet zijn opgelost!
Greville fronste de wenkbrouwen.
Die vrouw heeft ongetwijfeld 'n
verderfelijken invloed op George en
alleen om haar te beschermen heeft
hij gedaan of hij ook tot die bende
behoort, jonge dwaas die hij is! Zijn
bewering dat hij aan dien diefstal me
deplichtig is, is natuurlijk te dwaas
om los te loopen; daarvan ben ik hei
lig overtuigd.
Hoe verklaar je dan het feit, dat
hij een diadeem in zijn lade had?
Ik veronderstel, dat die vrouw in
het nauw zat, graag van dat gevaar
lijk bezit af wou en het daarom aan
hem in bewaring heeft gegeven. Maal
laat ik je één ding zeggen, Anna; ik
stel jou aansprakelijk voor al deze
narigheid.
Natuurlijk! antwoordde zijn zus
ter bits ik had ook niets anders
van je verwacht, maar waarom doe
je het eigenlijk als ik vragen mag?
Omdat je hem tot een wereld
vreemden dwaas hebt opgevoed.
Ik heb vreemde invloeden verre
van hem gehouden.
Met het zegenrijke gevolg, dat hi>
op zijn drie en twintigste jaar in de
maatschappij komt, een man naar het
lichaam, en een kind naar den geest!
Je haalt den oogst binnen van je ei
gen opvoedingssysteem.
Ik hen hier gekomen om hulp en
raad, niet om verwijten aan te hooren,
klaagde mevrouw Hemmings. Als
ik gefaald heb is dat het gevolg van
mijn groote liefde voor den jongen.
Hij was alles wat ik op de wereld be
zat.
De minister greep een telegram
formulier van zijn schrijftafel.
Ik zal hem telegrafisch hierheen
ontbieden. Ik wil het naadje van de
kous weten; de jongen is op 't oogen-
blik net zoo min vertrouwd om alleen
op straat te loopen, als een kind van
een jaar.
Hij schreef een paar woorden op 't
telegramformulier en vervolgde:
Wat hij hebben moet, Anna, is
een vrouw.
Een vrouw!
Ja, een aardig meisje van goede
familie en met een flink karakter,
verstandig en met een sterken wil.
Iemand die de hoedanigheden bezit
die hij mist, maar die bij hem kunnen
worden aangekweekt.
Hij keek plotseling zijn zuster aan.
Ik kén zoo'n meisje.
Het gaat er op het oogenblik niet
om wie een geschikte vrouw voor
hem zou zijn, zei mevrouw Hemmings
met onmiskenbare jaloezie; het is
de vraag hoe we hem uit de gevan
genis houden.
Je denkt zeker aan een beschul
diging van een heling, maar dan heb
jij ook een goede kans, Anna. Als het
tenminste waar is dat de diadeem in
je zwarten koffer zit.
Hij sprak schertsend, maar me
vrouw Hemmings schrok vreeselijk,
daar had ze geen oogenblik aan ge
dacht
Wat moet ik er dan mee doen?
riep ze in wanhoop. Als ik het ding
naar de politie breng, komt alles uit.
Dan moet ik George's naam wel noe
men. De politie wil natuurlijk alle
bijzonderheden weten.
Dat is volkomen juist en aan
een schandaal hebben we geen behoef
te. Ken je lady Harlsmore?
Ja.
Ga haar het ding dan brengen:
ze zal waarschijnlijk veel te blij zijn
dat ze haar kleinood terug heeft om
veel te vragen. Ze is bovendien van
nature niet erg nieuwsgierig.
Ze zal toch willen weten hoe ik
er'aan gekomen ben?
Zeg maar, dat het niet in het be
lang van het gerechtelijk onderzoek
is, als je haar méér vertelt. Je kunt
haar gerust vertellen, dat ik verboden
heb bijzonderheden mee te deelen en
dat de zaak in mijn handen is.
Dus, dat is je raad?
Ja, of misschien beter gezegd,
mijn uitdrukkelijke wensch.
Mevrouw Hemmings stond op.
Ik zal den diadeem dadelijk naar lady
Harlsmore brengen; het is een af
schuwelijke verantwoordelijkheid, 't
ding onder je berusting te hebben; ik
durf mijn koffer haast niet uit mijn
oogen te laten uit angst, dat het ju
weel gestolen wordt. Ik heb toevallig
gehoord, dat lady Harlsmore in de
stad terug is; ze was beu van al die
detectives op het kasteel. Ik zal da
delijk naar haar toe gaan.
Dat is het beste wat je doen kunt.
Mevrouw Hemmings liep naar de
deur.
Je hebt meer troost gegeven dan
ik durfde hopen, zei ze dankbaar,
maar toch bén ik bang, dat George
schuldiger is dan je vermoedt. Het feit,
dat hij gearresteerd is geweest, bij 'n
poging tot inbraak, is een bevestiging
van mijn vrees.
Greville maakte een ongeduldige
handbeweging.
Als ik George gesproken heb zal
ik je daarvan meer vertellen. Ik ga
randeer je dat het mysterie opgehel
derd zal worden.
Dank, je Alfred, antwoordde ze
gedwee. Ik geloof tenslotte, dat ik
George een beetje anders had moeten
opvoeden.
Dat komt wel in orde, als hij
een vrouw heeft.
Is zijknap?
Buitengewoon
Van goede familie?
Uitmuntend!
Rijk?
En of!
O, maar is zegoed?
Ik elk geval te goed voor George.
Zij keek haar broeder ernstig
aan. George heeft veel fouten, maar
ik geloof niet dat jij zijn goede hoeda
nigheden voldoende op prijs stelt.
(Wordt vervolgd
(Buiten verantwoordelijkheid der Redactie.)