RECHTZAKEN. FEUILLETON u" MEISJE UIT LUNCHROOM. m Gemengd Nieuws. Adverteeren doet Verkoopen. WERKTUIGEN-CREDIET. - I Zc I c e v z h t. n t. e t< ri (I ir h p! si n> d» ri< w zc te dc lo Kc Za II.1 str hal mc cei dot doi als mil bai we der ris» de voo üp 24 Juli j.l. is de Commissie van Toewijding voor het Werktuigencre- diet geïnstalleerd. Deze Commissie is onmiddellijk met haar arbeid aange vangen en heeft in haar eerste ver gadering de uitvoeringsbepalingen vastgesteld, welke inmiddels door den Minister van Economische Zaken zijn goedgekeurd. Een nieuwe maatregel ter verbete ring van de voorziening in de crediet- behoefte van de middenstand kan thans in werking treden. De naam „Werktuigencrediet" duidt reeds aan, dat het hier een speciale credietverleening geldt. De uitvoe ringsbepalingen zeggen daaromtrent het volgende in artikel 1 De credietverleening krachtens deze regeling heeft ten doel, aan ambachts lieden en kleine industrieelen de aan schaffing van werktuigen, machines, installaties en dergelijke, alsmede de verbetering van hun outillage in hel algemeen mogelijk te maken. Deze credietverleening staat uitslui tend ten dienste van de ambachtsdrij- venden en kleine nijveren, die, naar het oordeel van de door den Minister van Economische Zaken bij beschik king van 3 Juli 1939, No. 36049 M. in gestelde commissie, daarvoor uit hoof de van hun vakbekwaamheid, crediet- waardigheid en persoonlijke eigen schappen in aanmerking komen en voor wie het niet mogelijk is geble ken op andere wijze in die aanschaf fing of verbetering te voorzien. Wie in aanmerking komen. In dit artikel het belangrijkste uit de Uitvoeringsbepalingen trek ken de volgende punten de aandacht: a. voor het Werktuigencrediet ko men in aanmerking „ambachtslieden en kleine nijveren"; niet iedere mid denstander, uit welke branche dan ook, kan er van profiteeren; b. met het crediet kan slechts wor den gefinancierd „de aanschaffing van werktuigen, machines, installaties en dergelijke, alsmede de verbetering van hun outillage in het algemeen"; het crediet kan dus slechts voor de be paalde, hierboven genoemde doelein den worden aangewend; c. het Werktuigencrediet komt slechts in aanmerking, indien het niet mogelijk is op andere wijze in de aan schaffing of verbetering te voorzien; d. een door den Minister aange wezen Commissie beoordeelt, of de aanvragen kunnen worden goedge keurd en houdt bij haar oordeel o.m. rekening met vakbekwaamheid, cre- dietwaardigheid en persoonlijke eigen schappen van den aanvrager. De Uitvoeringsbepalingen geven na het eerste artikel, hetwelk de princi pes vastlegt, de verdere regeling van deze credietverleening aan. De voor naamste bepalingen worden hier onder in het kort vermeld. Het aanvragen van crediet. De credieten worden 'aangevraagd bij een der kantoren van de Neder- landsche Middenstandsbank N.V., of bij een der bij deze instelling aange sloten Middenstands- en Boazbanken, op daartoe aangewezen formulieren. Voor credietverleening komen niet in aanmerking bedrijven, welke eco nomisch geen bestaansrecht hebben, die ook met het gevraagde crediet de strijd om het bestaan niet met succes kunnen voortzetten, of die niet op zaakkundige wijze worden geleid. Ver der zijn uitgesloten die ondernemers, die zelf of door hun echtgenoot (e) als ambtenaar of uit een particuliere betrekking een eenigszins beteekenen- de bron van inkomsten hebben. De eredietaanvrager moet een over zichtelijke boekhouding hebben, ol zich verplichten die te gaan bijhou den. Er worden geen grootere credieten verleend dan van 5000.De maxi mum-looptijd bedraagt 10 jaar, indien de omstandigheden van het bedrijt ol de levensduur der machines, enz. daartoe aanleiding geven, kan de loop tijd korter dan 10 jaar worden ge steld. Zoolang de credietnemer aan zijn verplichtingen voldoet, kan het crediet binnen de overeengekomen looptijd niet opgezegd worden. De credieten moeten, voor zoover mogelijk, door persoonlijke of zake lijke zekerheid worden gedekt. De credietnemer zal zelf een deel van de koopsom moeten kunnen be talen en zal dit bedrag tevoren bij de bank moeten storten. De door de Commissie goedgekeur de credieten worden verstrekt door de Nederlandsche Middenstandsbank N.V. Bij de beoordeeling van de techni sche zijde van de aanvragen worden de RijksNijverheidsconsulenten inge schakeld. Met het hierboven vermelde zijn de groote lijnen van deze regeling ge schetst. Moge het Werktuigencrediet voor vele ambachtspatroons en klein- induslrieelen de mogelijkheid openen, om hun bedrijfs-outillage te verbete teren of te vernieuwen. De Regeering verdient den dank van de midden stand, dat op deze wijze een crediet verleening wordt mogelijk gemaakt, waarin tot nog toe in den regel moei lijk of in het geheel niet kon worden voorzien. ADVERTEERT IN „DE ECHO VAN HET ZUIDEN". HET BLAD VOOR WAALWIJK EN OMGE VING. Van de werf Gusto te Schiedam is naar Hendrik Ido-Ambacht een brugklap- gedeelte versleept, bestemd voor de rolbasculebrug over de Noord aldaar. Het 320 ton zware gevaarte werd met behulp van drie drijvende bokken op zolderschuiten geplaatst. De brug zal het grootste van dit type in Europa zijn. Het plaatsen op de zolderschuiten. Moordaanslag op 'n wethouder te Heesch. Nadat vier maanden geleden de burgemeester van Heesch in zijn woning werd aangevallen, is thans een ander lid van het dagelijksch bestuur van deze gemeente, het slachtoffer geworden van een moord aanslag. In den afgeloopen nacht omstreeks twaalf uur is nl. de heer A. v. d. Heyden, wethouder van Sociale Zaken te Heesch door twee onverlaten aangevallen en neerge stoken. Sedert eenige dagen wordt te Heesch kermis gevierd. Gisteravond had wethouder v. d. Heyden het kermisterrein bezocht. Omstreeks middernacht wandelde hij over den rijksstraatweg naar huis, die op dit late uur zeer rustig was. Toen hij echter kilometerpaal 17 gepasseerd was, snelden twee jon gelieden achter een boom vaudaan en vielen den niets kwaads ver moedenden wethouder in den rug aan. Zij brachten den heer v. d. Heyden eenige diepe steken in den rug toe, waarna het slachtoffer hevig bloedend ineenzakte. Vervolgens gingen de aanranders ijlings aan den haal. De verslagene wist door hulpgeroep de aandacht te trekken van eenige voorbijgangers, die hem binnendroegen in het zich aan den rijksweg bevindende café van den heer Van Rooyen. Burgemeester Offermans en de rijks- en gemeentepolitie, benevens de koninklijke marechaussee uit Geffen waren spoedig aanwezig. Dr. Stolz uit Oss verleende geneeskun dige hulp en liet het slachtoffer naar het St. Ludovicusgesticht overbren gen, waar het ter verpleging is op genomen. Aan het feit, dat zoo spoedig geneeskundige hulp aan wezig was, moet het slachtoffer zijn leven te danken hebben. In het ziekenhuis was de heer v. d. Heyden in s'aat eenige aanwijzingen te geven. Het politie-onderzoek had tot resultaat, dat een der daders den zelfden nacht van zijn bed werd gelicht. Het is de 26-jarige P. v. Z., tewerkgesteld bij dewerkverschaffing te Heesch. De man werd naar de marechaussee kazerne te Geffen overgebracht, waar hij werd opge sloten. Nadat hij danig aan den tand was gevoeld, legde hij een bekentenis af. Het onderzoek naar den tweeden dader wordt voortgezet. Van Z. weigerde hieromtrent iels mede te deelen. Hoogstwaarschijnlijk heeft men hier met een wraakneming te doen. De gearresteerde was geen speciale vijand van v. d Heyden, doch deze laatste had in zijn functie van wet houder van Sociale Zaken nogal eens contact met werkloozen die over het een of ander ontevreden waren. Verduistering van f18.000 Als verdacht van verduistering van ruim f18.000 is gistermiddag door de politie van het bureau Leidscheplein te Amsterdam de vrouwelijke kassier van een Amster- damsche handelmaatschappij aan de Stadhouderskade gearresteerd. De verdachte een getrouwde vrouw wonende in Zuid, die 'n belangrijke vertrouwenspositie genoot, heeft bekend 't geld te hebben verduisterd en ten eigen bate te hebben aange wend. EEN NOODLOTTIG ONWEER. Drie dooden en twee branden. Gisteravond heeft boven een deel van ons land een hevig onweer gewoed, dat drie slachtoffers heeft geëischt en een paar branden heeft veroorzaakt. Omstreeks zes uur is te Swalmen de 22-jarige mejuffrouw Kessels, wonende aan den Rijksweg aldaar, toen zij in de kamer bij het electrische licht zat te handwerken, door den bliksem getrof fen en op slag gedood. Tijdens een hevig onweer is gister avond omstreeks zes uur onder Reuver de 25-jarige W. Rijnders, die per fiets op weg was naar zijn woning, door den bliksem getroffen en gedood. Zijn fiets werd geheel vernield. Om zeven uur werd de dienstplich tige soldaat Dekkers uit Wanrooy, toen hij zich met zijn fiets op den Katwijk- scheweg te Cuyk bevond, door het he mellicht getroffen en gedood. Te Haps (N.B.) is gisteravond om half acht de bliksem in de „Oude Tol- post", bewoond door den landbouwer G. Nabuurs geslagen. De boerenhoeve biandde geheel af. Verzekering dekt de schade. Voorts is gisteravond de bliksem ge slagen in de boerderij van M. van der Loo te Kerkdriel. In een oogwenk stond de boerderij in lichter laaie. De geheele oogst ging verloren. De boe renwoning brandde uit. In vijf woningen te Kerkdriel heeft de bliksem voorts de electrische gelei ding getroffen, tengevolge waarvan de lampen zijn stuk geslagen. war dooi N miss advi in d In derr trok Oplichting door dienstbode. De rechtbank te's Hertogenbosch wees vonnis tegen de 21-jarige dienstbode Tr. van P. uit Herpt,^. gedetineerd, tegen wie een jaar ge- vangenisstraf was geeischt ter zake, dat zij te Vught op 25 Juni j,l. den hotelhouder C. van Bakel bij wien zij in dienst was, meerdere malen had bewogen tot aangifte van geld, door hem telkens een valsch ver haal op te hangen. De verdediger had een voorwaardelijke gevange nisstraf met toezicht der reclassee. ring gepleit. Verdachte werd veroordeeld tot een jaar gevangenisstraf waarvan acht maanden voorwaardelijk met drie jaar proeftijd. van „De Echo van het Zuiden". Naar het Engelsch van NORMAN CHARLTON. 29) George is een dwaze vogel, zei de minister grimmig. Hij belde en toen een knecht ver scheen, gaf hij dezen het telegram om het te verzenden. Dag, Alfred, zei mevrouw Hem- mings onderworpen. Ik zie je zeker nog voordat je naar Woollacombe teruggaat? Je kunt hier logeeren. Als je dat wilt, graag, Alfred. Hij keek haar aan met een plotse ling gevoel van medelijden. Je hebt je heelemaal overstuur gemaakt, Anna. Ja, kom hier terug als je hij lady Harlsmore geweest bent. Goed, Alfred; dank je wel voor je vriendelijkheid. Het is de eerste keer in je leven, dat je een raad van mij opvolgt. Toen wij kinderen waren probeerde je me net zoo te behandelen als je nu Geor ge behandeld hebt. Maar ik moest er niets van hebben, weet je wel? Jij deed altijd je eigen zin, Al fred; ik maak je er geen verwijt van. Je hebt je overleden man ook zoo behandeld. Hij, zei mevrouw Hemmings, was een heilige. Dat moest ook wel, mompelde Greville grimmig. HOOFDSTUK XVIII. De gravin. Mevrouw Hemmings reed naar de Londensche woning van lady Harls more. Het schertsend uitgesproken dreigement van haar broer, dat ze wel eens gearresteerd zou kunnen worden, nu het gestolen sieraad in haar bezjt was, had grooten indruk op haar ge maakt. In haar verhitte verbeelding zag ze zich al beschuldigd van mede plichtigheid aan heling. De huisknecht, die haar aan de wo ning van de gravin opendeed, deelde haar mee, dat lady Harlsmore met 'n aanval van jicht te bed lag. Neem mijn kaartje mee naar boe ven, zei mevrouw Hemmings bevend. Ik kom voor een hoogst belangrij ke zaak. De bediende wilde haar binnenla ten, maar zij gaf er de voorkeur aan bij de deur te blijven staan, zoodat ze den zwaren koffer in het oog kon houden. Zij was uitgeput van opwin ding en honger, want ze had zich nog, niet den tijd gegund iets te eten. Haar knieën weigerden den dienst en zij was genoodzaakt op de stoep te gaan zitten. De huisknecht verraste haar in deze houding en zij krabbelde haastig overeind hij zijn verzoek om hem te volgen naar de slaapkamer van de gravin. De man was verbaasd toen de bezoekster hem vroeg te willen zorgen dat de zwarte koffer in de hall ge bracht werd. Er is mij niets gezegd dat u zou blijven logeeren. Dat ben ik ook niet van plan; ik kom alleen maar een bezoek brengen. Maar er zijn in Londen zooveel dieven. Uitstekend; gaat u maar vast naar boven, dan zal ik zorgen, dat de koffer naar binnen gedragen wordt. Neen, neen, ik wil het zelf zien. De man wist niet hoe hij het had, maar zei op zijn onbewogen huis- knechtentoonZooals u verkiest, mevrouw. Toen de koffer veilig in de hall stond en de voordeur gesloten was, volgde mevrouw Hemmings den be diende de trap op. Haar vermoeide beenen droegen haar slechts met moei te, maar zij hield zich staande door de gedachte, dat zij binnen een paar mi nuten van een zwaren last bevrijd zou zijn. Zij trad verlegen de slaapkamer binnen, want haar bekendheid met lady Harlsmore was maar oppervlak kig. Toen zij binnenkwam, stond eep jongmensch van zijn stoel naast het bed op. Dat is heel lief van u, zei een stem uit de kussens. Het is vriendelijk van u, mij te ontvangen, antwoordde mevrouw Hemmings zenuwachtig. Een groote blanke hand werd haar toegsetoken en mevrouw Hemmings drukte die dank baar. Kent u mijn zoon? Hij komt niet dikwijls in Woollacombe. Hij heeft 't te druk met wedrennen en andere beuzelingen, waarmee hij zijn tijd en geld verknoeit. Lord Harlsmore mevrouw Hemmings. Mevrouw Hemmings stak den jon gen over het bed haar hand toe en de jeugdige graaf boog zich op zijn beurt over het bed heen om haar groet te beantwoorden. Au, lomperd, je hebt tegen mijn voet gestooten, kermde de gravin. Pardon, mevrouw Hemmings, ver volgde ze, toen ze zag dat haar be zoekster verschrikt een stap achter uit deed. Ik had het niet tegen u. Neen, ik ben de lomperd, lichtte lord Harlsmore in. Trekt u zich maar niet te veel aan van wat mijn moeder zegt; dat doe ik ook niet. Het was maar heter, als je dat wèl deed, mopperde lady Harlsmore, dan was er kans, dat er nog wat van je terecht kwam. U hebt tenmin ste geen last met uw zoon, mevrouw Hemmings. Ik hoor wel eens, dat hij een voorbeeldige jongen is. Ikheb veel om dankbaar voor te zijn, stamelde mevrouw Hem mings, maar alle mannen O, ik ken de mannen ook. Maar ze zijn niet allemaal slecht. Toen mijn jongen geboren werd, heb ik mij vast voorgenomen, dat hij tot een goed man zou opgroeien en de hemel weet, dat ik er mijn best voor gedaan heb. Ik ben er van overtuigd, zei me vrouw Hemmings verlegen, dat Uw pogingen met succes bekroond zijn. Lady Harlsmore lachte, tot haar vroolijkheid overging in gekreun. Daar zou ik u wel andere verhalen over kunnen doen, mevrouw Hem mings. Mevrouw Hemmings had weinig lust om naar de jammerklachten van haar gastvrouw over haar zoon te luisteren; daarvoor was ze niet gekomen en ze vond dat het nu tijd werd om van wal te steken. Ik kom met een eigenaardige boodschap zei ze, toen de gravin zweeg. Als ik u vertellen mag wat het is, zal ik u niet langer ophouden. Ik kwam U moet vooral niet denken, dat u te veel bent, antwoordde de -gravin vriendelijk. Ik ben blij u bij mij te zien. Misschien heeft u succes als u mijn zoon eens vertelt hoe u over licht zinnige jongelui denkt. Ik heb gepraat tot ik er heesch van was. Dat doe ik liever niet, antwoord de mevrouw Hemmings bedremmeld. Ik heb heusch genoeg aan mijn ei gen moeilijkheden. U weet niet wat moeilijkheden zijn, zei de gravin schertsend. Hoe dikwijls heb ik u niet benijd, als ik u met dien zoon van u samen zag! Misschien zijn mijn moeilijkhe den wel grooter dan u kunt vermoe den. Mijn zoon is niet heelemaal zoo als u denkt. Maar laat ik u nu liever vertellen waarvoor ik gekomen ben. U ziet bleek! En ik ben zoo on beleefd geweest u niets aan te bieden. Wilt u een kopje thee of misschien een glas wijn? Niets, dank u. Lady Harlsmore ik ben hier gekomen om u te zeggen.... dat uw diamanten diadeem gevonden is. Wat?! Lady Harlsmore ging verschrikt overeind zitten, maar met een kreet van pijn viel zij weer in de kussens terug. Op het gezicht van haar zoon was een angstige trek gekomen. Ja, hij is gevonden. Waar en wanneer kan ik u niet vertellen; inijn broer de minister heeft mij in het be lang van het onderzoek verboden bij zonderheden mee te deelen. Maar wie heeft hem gevonden Ik. U?! Ja. Het is een vreemde geschie denis, maar mijn lippen zijn ver zegeld; vraag mij niets meer. Ik hen ei heelemaal vao streek van. Dat is wat moois, dat ik geen vragen mag doen over mijn eigen dia deem, mopperde de gravin; maar toen ze naar haar bleeke bevende bezoek ster keek, verzachtte haar blik. Het is erg vriendelijk van u mij te komen vertellen, dat mijn diadeem gevonden is. Weet u ook waar hij op het oogenblik is? Ik heb hem bij mij. Bij u? Ja! Er was in het strakke, bleeke ge zicht en de neergeslagen oogen van mevrouw Hemmings iets schuldsbe- wusts. Lady Harlsmore was geschrok ken. Het was te dwaas te veronder stellen, dat deze dame den diadeem in een zwak oogenblik had weggeno men, maar waarom zag ze er in vre desnaam dan zoo schuldig uit? Ik begrijp niet hoe het mogelijk is, dat u hem hebt; ik dacht eigenlijk, dat u bedoelde, dat de detectives hem opgespoord hadden. Hoe bent u er aangekomen? Ik heb hem gevonden. Gevonden? Ja. Waar hebt u hem gevonden? Dat kan ik u niet vertellen. Vraagt u mij alstublieft niets meer! En hebt u hem bij u? Beneden in de hall. Lord Harlsmore stond half op en ging weer zitten. Zijn moeder keek haar bezoekster aan. Wat een eigenaardige plaats voor zoo'n kostbaar stuk. In de hall? Bij uw parapluie? (Wordt vervolgd). i Z S z II lii j

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 8