Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
E
BINNENLAND
Oranjedag in Crisistijd
„NOORD-
BRABAND
1843
ABONNEERT U OP DIT BLAD.
.AD.,
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen
EERSTE BLAD
man.
De hamsterziekte.
Croquetten
en Bitterbollen
Automatiek PULLES-HEESBEEN,
NUMMER 69.
ZATERDAG 2 SEPTEMBER 1939.
62c JAARGANG.
■se-
de
be-
■se-
ing **-
zer
ud-
j-1.
iet-
ilie
rde
He
len,
di
ch
ten
R-
lidt
ïin-
i in
>ote
>rdt
ïge-
van
aan
een
aan
ind,
iror-
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
:nz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
f 1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
- N«-
:n
el.
ijk
v.,
ïr-
Iv.
47
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
GIRO-No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
Alle Nederlanders vereend rond hun Koninginne.
Een ongewone Koninginnedag. Wel
wapperde overal het nationale dun
doek, maar geen feestgedruisch klonk
op. Er waren geen blije gezichten. Zorg
en ernst teekenen in deze dagen het
gelaat van den Nederlander......
't Was met devotie, dat hij dezen
keer op Koninginnedag de vlag uit
stak. Zeker, ze moest wapperen,
ook, ja juist thans, nu zulke ernstige
gebeurtenissen haar schaduwen van
buiten tot over onze grenzen werpen.
De Nederlandsche vlag moest wappe
ren voor een getuigenis. Het rood-wil
en blauw moest het verkondigen: wat
de wereld ook beroert, wij blijven
trouw: trouw aan onze Koningin, on
der wier leiding we ons vereenen om
den vrede te dienen, door voorzichtig
heid en liefde, maar onder wier hoede
we ons ook zullen sterken en ten strij
de gereed houden, voor het geval ons
land, ons volk, onze vrijheid van
welke zijde ook mocht worden be
dreigd.
Met deze gevoelens van trouw zijn
onze gedachten Donderdag j.l. naar de
jarige Vorstinne heengegaan. Met
dankbaarheid hebben we ons herin
nerd, hoe zegenrijk haar meer dan 40-
jarig bestuur is geweest. We herdach
ten allen de moeilijkste jaren van '14
'18, toen zij ons is voorgegaan in de
taak, welke we toenmaals tot ontroe
ring van heel de wereld, zoo zegenrijk
hebben vervuld. En we hebben ons
voorgenomen: als het moet, dan zul
len wij wéér vrijwillig een deel van de
offers op ons nemen, welke de oorlog
aan zoovele millioenen menschen op
legt en we zullen trachten o mde nood
te lenigen van hen, die zwaarder moe
ten lijden dan wij.
Gave God, dat de geschillen, welke
de menschheid op heden verscheuren,
spoedigst kunnen worden bijgelegd.
Maar als dat niet mogelijk blijkt, dan
zullen we tenminste ijveren, dat de
vlammen van de oorlogshei geen voed
sel vinden in onzen bodem. We zullen
het behoud van den vrede in Neder
land voor de andere volken niet enkel
een zaak van oorlogstactiek laten,
maar tot een noodzaak.
Een noodzaak van eigen behoud.
Ons land moeten we bereiden tot een
oase van vrede in een woestijn van
haat. Ons land zij als de omstan
digheden het gaan vereischen weer
de internationale toevlucht voor ten
doode vervolgden. Het biede een dak
aan de zwervenden; voedsel aan be
rooiden. Ons land zij een haven van
barmhartigheid in de wereld van af
gunst.
We willen dat alles indien het
noodig weer wekken, zooals we 't
onder de bezielende leiding van de Ko
ningin in den vorigen oorlog hebben
gewrocht.
Dat willen we, omdat wij zóó onze
vredestaak zien. Maar we doen 't niet
uit vrees. We zullen onze vredesplicht
doen, doch zijn eveneens bereid om
een ons opgedrongen oorlogstaak te
vervullen. Rondom Oranje voelen we
ons sterk Méér nog dan 25 jaar ge
leden erkennen thans alle geledingen
van ons volk in de Koningin de bin
dende figuur van onze bescheiden sa
menleving. Onder haar zullen we onze
taak ten uitvoering brengen, een taak,
die zwaar zal zijn, waar ze ook komt
te liggen; op het terrein der barmhar
tigheid of van strijd.
Oranje is ons een lichtend voor
beeld. Een voorbeeld van moed en
vastberadenheid, waar het ging om de
verdediging van onze vrijheid en een
voorbeeld van liefde, waar we ons ge
plaatst vonden tegenover de droeve
resultaten van het geweld, tegen ande
re volkeren gepleegd.
Bidden we God, dat voorspoed en
geluk weer weldra de wereld mogen
vervullen, opdat Nederland daarin zijn
historische plaats moge behouden on
der het bestuur van Oranje, als het
zijn moge: nog vele jaren onder de
regeering van deze Koningin, voor wie
eindelijk in haar van offers zoo over
volle leven, een blije levensavond van
warm geluk begon te schemeren.
Doinine, salvam fac reginam nos-
tram, God behoede de Koningin. We
bidden het, vuriger dan ooit, nu heel
ons volk tot haar opziet, vol vertrou
wen en in rustige bereidheid om haar
te volgen op den moeilijken weg.
Wij willen te dezer plaatse een goed
woord doen voor allerlei overheids
instanties. Deze instanties moeten in
een crisistijd als we thans doormaken
noodzakelijk worden vermenigvuldigd.
Voor het bewaren en waar noodig
scheppen van een goede en rechtvaar
dige orde is het noodig dat een aantal
menschen bevoegdheden worden opge
dragen, naar welke duizenden zich
hebben te schikken.
Velen doen dat laatste ongaarne en
moeilijk. Hun reactie op het moeten is
roddelen. Ook in de mobilisatie-jaren
van '14'18 is een stroom van laster
en verdachtmaking uitgestort over de
menschen, die een zware distributie-
taak verrichtten. Laten we daaraan
niet meedoen.
Er zullen fouten worden gemaakt en
niet iedereen, die met verantwoorde
lijkheid werd belast, zal tegen deze op
gewassen blijken te zijn. Pas door er
varing en scha zal zich een geleidelijke
selectie kunnen voltrekken. Alle men-
schenwerk is onvolmaakt.
Laten we in het hijzonder den regee-
ringspersonen van hoog tot laag in
dezen tijd onzen steun verleenen en af
laten van kleine politieke peuterijtjes.
De omstandigheden eischen eenheid en
onachtzaamheid voor kleine geschil
len en tegenstellingen.
De wijze, waarop sommigen uit zucht
tot verafgoding van één bepaalde per
soonlijkheid, de regeering des lands
met verdachtmaking en kleineering
achtervolgen, is beneden alle peil en
schaadt de geestelijke weerkracht van
het land.
LEVENSVERZEKERING
19
WAALWIJK
voelen tegenover zijn taak, zijn dus
misplaatst".
Deze conclusies waren getrokken
door de „Tel." en n.b. de „N.R.Crt.".
Het laatstgenoemde blad had geschre
ven: „Hij verkeerde in een zeer opge
wekte stemming, zeide dien morgen
den ministerraad te hebben gepresi
deerd en voegde daaraan toe: „en voel
mij overigens thans een vrij man".
„Dit gevoel van vrijheid zal men on
zen minister-president niet kunnen be
nijden. Anderen waarschijnlijk ook
zijn ambtgenooten zal het met zorg
vervullen".
Zulk geschrijf, in een groot dagblad
nog wel, is beneden alle peil. Haar
wordt de bedachtzame politieke figuur
van den ouden politieken leider de
Geer voorgesteld als een Don Juan-
type, die klaar met zijn werk lus
tig het deuntje zingt van „Laat den
boel maar waaien!"
De liberale „Avondpost" schrijft
hieromtrent:
In een enkel blad is de opmerking
vernomen, dat het zittende kabinet in
dezen zorgvollen tijd niet het vertrou
wen van 't geheele volk zou (kunnen)
hebben.
Dit is een zienswijze, welke wij ern
stig betwisten.
Nationale plicht is, ons thans achter
het kabinet-De Geer te scharen in na
tionale eendracht.
Gelijk ons volk zich tijdens den vo
rigen oorlog ook heeft geschaard ach
ter het kabinet-Cort van der Linden.
Willen we sterk blijven staan in pe-
nibelen tijd, laten we dan vooral het
gezag, ons respect en onzen steun niet
onthouden.
Suggesties als zou de heer Colijn
moeten terugkeeren, omdat we anders
onze nationale moeilijkheden niet kun
nen overwinnen, is onzinnig en een
miskenning van de belangrijke intel-
lectueele krachten, waarop onze volks
huishouding steunt, Inderdaad zou ons
volk zich verloren kunnen weten, wan
neer zijn bestaan afhankelijk moest
worden geacht van het leven van één
bekwamen, hoogbejaarden leider.
Het is een symptoom van de naar
geestigheid van zekere criticasters, dat
de regeeringspersdienst dezer dagen
genoodzaakt was een inededeeling te
doen van den volgenden inhoud:
„Toen de minister-president dezer
dagen door een hem onbekenden
journalist werd aangesproken met
de vraag, waar de minister vandaan
kwam en waar hij heen ging, gaf jhr.
De Geer dezen te kennen, dit op
treden niet zeer correct te vinden
en voegde hieraan toe: „Ik ben nog
een vrij man", hiermee slechts be
doelende van indiscreties verschoond
te mogen blijven.
Wantrouwende conclusies, in een
tweetal bladen getrokken, alsof de
minister-president zich vrij zou ge-
Hamsteren is de eerste oorlogskwaal,
welke zich in tijden van spanning en»
vooral na mobilisatie openbaart
Deze ziekte heeft ook deze week na
tuurlijk gewoed, 't Is een kwaal, waar
aan niet veel te doen is en men moet
er een beetje vergoelijkend tegenover
staan. *f|g)
Hamsteren is een natuurlijke drift:
Waarom wecken we des zomers? Om
ons te dekken tegen den tijd, dat de
winter zijn strijd voert en de versche
groenten vernietigt. De eekhoorn ham
stert eikeltjes, de hond begraaft ver
sche botjes voor den kwade ure.
En wij hamsteren voor oorlogstijd.
Daar is werkelijk niets op tegen. Als
we het maar op tüd zouden doen of
zouden hebben gedaan, d.w.z. toen er
overvloed was. Maar de mensch is ge
makzuchtig geworden. Hij wacht met
hamsteren tot het allerlaatste oogen-
blik, waarop hij meent dat het noodig
is geworden. Want het zou zonde van
de moeite en de kosten zijn meent
hij als straks de oorlogsbui tóch
nog blijkt over te trekken.
En daarpm zijn de meeste menschen
deze week pas met het hamsteren
begonnen.
Zulks is eigenlijk hoe vergoelij
kend men dan ook tegenover deze
menschelijke zwakheid wil staan
uit een oogpunt van algemeen belang
verwerpelijk.
De een veel of alles, de andere wei
nig of niets.
De hamsteraars denken, mij kan
niets gebeuren.
Zij hebben het mis. Hun kan wél
wat gebeuren! Ze kunnen met den
strafrechter in aanraking komen en
hun voorraden kunnen worden ont
eigend.
We hebben in ons land geen tekort
aan goederen, die het volk voor zijn
bestaan behoeft. We hebben algemeen
voorraden voor jaren. Voor afzienba-
ren tijd behoeven we geen gebrek te
vreezen. Wel prijsstijging, maar enkel
door hamsteren
KOMT Es/EN SMULLEN.
uitsluitend van Ie kwaliteit
kalfsvleesch.
Niemand beschermt het eigen be
staan door het onmatig vergaren van
voorraden, want als eens wat God
moge verhoeden in ons land waar
lijk de nood aan den man mocht ko
men, zóó dat onze kinderen onder
voed zouden geraken en we allen met
ziekte en dood worden bedreigd, dan
zal niemands voorraad, zelfs geen
kleine voorraad worden ontzien,
maar dan zal de overheid de wet van
een voor allen en allen voor een, gel
dend maken.
Daarom, laten we aan geen dwaze
instincten toegeven, maar een vlotte
distributie van levensmiddelen verge
makkelijken door niet méér te koo-
pen dan we voor normaal gebruik be
hoeven.
VERJAARDAG VAN DE
KONINGIN.
Dagorder van den commandant van
het veldleger.
De commandant van het veldleger,
luitenant-generaal J. J. G. baron van
Voorst tot Voorst, heeft een dagorder
uitgevaardigd aan al de onderdeden
van het veldleger, van den volgenden
inhoud:
„Officieren, onderofficieren, korpo
raals en soldaten,
-„Ten volle vertrouw ik dat leger en
vloot onder alle omstandigheden hun
plicht zullen doen".
Uit deze woorden, gesproken door
Hare Majesteit de Koningin in de ra
diorede op den dag, dat de algemeene
mobilisatie werd bevolen, blijkt dat
de koningin reeds bij voorbaat haar
volle vertrouwen in U allen heeft ge
steld.
Dit koninklijk vertrouwen zult gij
niet beschamen. Huis en hof hebt gij
verlaten om Uw plicht te vervullen
nu het vaderland U noodig heeft.
Evenals Uw voorgangers tijdens den
grooten oorlog staat gij thans met het
geweer bij den voet op wacht, ons
grondgebied beschermend en beveili
gend tegen aanranding door wien ook
en van welke zijde ook komende.
En zoo waakt gij voor onze hoogste
goederen. Onze vrijheid en onafhan
kelijkheid nabij de plek waar gij zijl
geboren en opgegroeid en velen uwe»
een gezin vormden.
Maar gij zult alleen dan wat U dier
baar is kunnen „handhaven", volgens
de fiere spreuk van ons Vorstenhuis,
indien gij U volledig bekwaamt in he>
gebruik der wapenen, die U zijn toe
vertrouwd en in een goede tucht en
met een opgewekte geest U die sa
menwerking in al Uwe rangen eigen
maakt, die het wezen en de kracht van
een goede weermacht uitmaken.
Gemobiliseerde officieren, onderof
ficieren, korporaals en soldaten van
het veldleger, ik reken er op, dat gij
allen en ten volle zult voldoen aan het
vertrouwen dat de koningin in U stelt.
Geeft daarom op den geboortedag
van Uw koningin uiting aan Uw vas
ten wil daartoe, door U allen te veree
nigen in den uitroep:
Lang leve Hare Majesteit onze ge-
eerbiedigde Koningin".
De Echo van het Zuiden,
Waalwtjksclie en Langstraatseüe Courant,
-I