BEKENDMAKING. Jongste Bediende LAATSTE BERICHTEN, Een geslaagde krachtproef. GEMENGD NIEUWS. ADVERTENTIEN Van de Fronten. VARIA. DISTRIBUTIE. Bij de NEOERLANOSCHE HANDEL MAATSCHAPPIJ N.V. gevraagd. lo< ge he Ui z»J ha ge »C he ze w< he ne D. oo Ui ee Ui Di en to D w; P< la dt va w; gr ht Pi 19 in to 99 M di h. te P' m bi se D ee te g< d ze g« k zi w ir w h w U n w si F geschilderd en op gemeentelijke torens zal onze vlag worden uitge- s'oken. De regeering hoopt hier. mede le bereiken, dat ons land te allen tijde op alle plaatsen vaw uit de lucht duidelijk kenbaar is. Vreemde vliegtuigen moeten snel gesignaleerd wordtn Naar aanleiding van de waar schuwingen van onzen luchtwacht. dienst oetretï'ende vreemde vlieg tuigen, welke inededeelingen het Neilerlandsche publiek at en toe door de radio kan hooren, heeft ons van verschillende kanten de vraag bereikt of de hiermede ge geven puolicileit eigenlijk wel raad zaam is en of zij niet noodelooze ongerustheid kan verwekken. In verhand hiermede wordt van bevoegde zijde op het volgende gewezen Onvermijdelijk is het nu eenmaal, dat deze waarschuwingen, welke blijkens vorm en inhoud niet be doeld zijn voor het groote publiek, doch voor inlichting van de militaire organen van de luchtverdediging en voor de burgerlijke organen van de luchtbescherming, door iedereen kunnen worden opge vangen. Het daaraan verbonden nadeel, zooals b.v dat zulke be richten zenuwachtige naturen kun nen verontrusten, weegt echter niet op tegen de vooideeien, ook van preventieven aard, weike voor de handhaving van onze neutraliteit aan zulk een doeltreffende signa leering van ongewenschte gasten in de lucht verbonden zijn. 9 September. Duitsche afdeelingen pantserwagens zijn Vrijdag om kwart over vijf War schau binnengedrongen. In den loop van den avond werd be richt ontvangen, dat het gros van de Poolsche troepen zich hergroepeerde op het zgn. „Front van de Vijf Rivie ren", ten Noorden en ten Zuiden van Warschau, om stand te houden tegen de Duitsche invalscolonnes. Hierin wordt dus van een verdediging van Warschau niet gerept, en zal het Duit sche bericht wel juist zijn. Inmiddels meldde het Duitsche op perbevel ook op andere punten nieuwe successen. Snelle troepen, zoo werd verklaard, hebben bij Sandomierz en bij Gora-Kalwarja den Weichsel bereikt, het Poolsche oorlogs-industriegebied. IN HET OOSTEN. 8 September. Het opperbevel der Duitsche weer macht maakt bekend: De operaties op 7 September hebben in Polen op vele plaatsen het karakter aangenomen van een achtervolging. Slechts op enkele plaatsen kwam het nog tot ernstige gevechten. Ten zuidoosten van Gorlice en ten Oosten van Tarnow dringen de Duit sche troepen op in de richting van de Wisloka (een zijrivier van de San). Ten Noorden van den Weichsel heb ben mobiele strijdkrachten Staszow be-, reikt en ten Noorden van de Lysa Go- ra de streek vlak ten Westen van de Kamienna. HET WESTEN. Het Fransche legerbericht no. 9 van 8 September 's ochtends luidt als volgt: „Wij hebben plaatselijke vorderingen van uiteenloopende beteekenis ge maakt, waardoor onze positie op zeke re punten aanmerkelijk verbeterd is". De Franschen hebben een aantal punten bezet, die een flink eind voor hun uitgangsstellingen liggen; zij moe ten verder zijn doorgedrongen in het groote Bienwald (links van den Rijn, tegenover Karlsruhe), aan de Duitsche zijde van den Lauter, die tusschen Lau- terbourg de Duitsch-Fransche grens vormt. Het Fransche legerbericht no. 10 van 9 September luidt als volgt: Onze troepen hebben opnieuw plaat selijke vorderingen gemaakt. Op die punten, waar de vijand zich terugtrekt, vernielt hij bruggen en wegen. Wij ont moeten velden, waarin landmijnen ge legd zijn. Onze luchtverkenning treedt actief op. Ter zee leggen onze patrouil- le-afdeelingen een groote activiteit aan den dag. Wij hebben ons verzekerd van de nauwe samenwerking der Britsche strijdkrachten in verband met de ver dediging van de verbindingen ter zee. Zomertijd ook in den winter? Aan den Belgische minister van Bevoorrading, Delfosse, wordt het voornemen toegeschreven, den hui- digen zomertijd ook in den komen den winter te handhaven. Economen hebben berekend, dat hieruit een groote bezuiniging aan brandstoffen en verlichtingsmiddelen voort vloeien zou. Het kan echter vanzelf sprekend worden geacht, dat een eventueele maatregel in dien zin door de geheele regeeringzou dienen te worden genomen, maar reeds nu wordt gezegd, dat daarover vrij ge makkelijk overeenstemming zou kunnen worden verkregen. (Tel) Met eenige spanning hebben terzake ingewijden het verloop van de mobili satie en concentratie van de Neder- landsche weermacht tegemoet gezien. In 1914 waren deze moeilijke en inge wikkelde handelingen zóó vlot verloo- pen, dat onze militaire autoriteiten een reputatie te verliezen hadden, terwijl voorts de omstandigheden zeer veel on gunstiger waren da® 25 jaar geleden. Toentertijd waren alle oorlogsonder- deelen, behalve die van de Landweer, reeds in vredestijd aanwezig, zoodat het mobiliseeren vrij eenvoudig kon ver- loopen. Bij elke compagnie kwamen de groot-verlofgangers onder de wapenen en stonden de kapitein, de luitenant, de sergeanten-majoor, fourier en overige onderofficieren gereed om hen te ont vangen. Dit beroepspersoneel had zich voorts in vredestijd geheel kunnen voorbereiden. In de afgeloopen week moesten re serve-officieren, die bij de voormobili satie onder de wapenen waren geko men, gesteund door dienstplichtig admi nistratief kader van zeer geringe sterk te, de oorlogseenheden mobiliseeren. De bewapening was verder in 1914 veel eenvoudiger dan nu en bestond bij de infanterie vrijwel alleen uit geweren en revolvers. Thans wordt zij gevormd door geweren, karabijnen, pistolen, ichte en zware mitrailleurs, mortieren, pantserafweergeschut, de verschillende munitiën voor deze wapens, optisch- seinmaterieel, telefoonmaterieel en handgranaten. Bij de bereden wapens is de verhouding tusschen de oorlogs sterkte aan paarden en de aanwezige vredessterkte aanzienlijk ongunstiger dan vroeger, terwijl ook bij deze troe pen de stammen der oorlogsonderdee- len pas op telegram B waren gevormd en in hoofdzaak uit reserve-officieren en dienstplichtig personeel bestonden. Ten slotte moet er aan worden her innerd, dat bij de tegenwoordige mobi lisatie een zeer omvangrijke vordering van auto-materieel behoort, die in 1914 nog vrijwel onbekend was. Het is wellicht niet ondienstig er eens op te wijzen, wat er voor den comman dant van een compagnie of batterij al zoo komt kijken, vóór hij kan melden, dat zijn onderdeel marschvaardig is. Daar is in de eerste plaats het registree- ren van het onder de wapenen komen de personeel, dat van wapenen, munitie en uitrusting moet worden voorzien en moet worden ingedeeld, gelegerd en ge voed. Daar tusschendoor wordt het personeel gekeurd. De voertuigen moe ten worden gepakt en gedeeltelijk eerst worden gevorderd, evenals de tot het onderdeel behoorende rijwielen. De gevorderde voertuigen moeten in twee dagen tijds „verbouwd" worden tot keukenwagens, enz. Tal van klei nigheden, tot de uitrusting van het on derdeel behoorende, moeten worden aangekocht. Ten slotte is het wachten op de tot het onderdeel behoorende paarden en automobielen, die van de vorderingsplaatsen onderscheidelijk per trein en langs den weg worden aange voerd. Rest nog het indeelen der paarden, het passen van tuigen, het beslaan of opnieuw beslaan der viervoeters, het aanspannen (dat dikwijls veel moei lijkheden met zich brengt, omdat lang niet alle paarden er aan gewend zijn, in het span te loopen) en het beladen der auto's. Welk een verantwoordelijke en om vangrijke taak is er dus niet gelegd op de schouders van onze reserve-officie ren, commandanten der bedoelde on derdeden. Is het te verwonderen, dat men in militaire kringen vol spanning afwachtte, hoe deze krachtproef zou verloopen? Na de mobilisatie moest, in aanslui ting daarmede, het vervoer der troepen naar de aanvankelijke opstellingen, 't z.g. concentratievervoer, plaats vinden. Gedurende dien lijd hebben honderden tremen, kilometers lange colonnes van auto's, infanterie, wielrijders, artillerie en huzaren, ons land naar alle wind streken doorkruist, volgens reeds in vredestijds gemaakte „spoorboekjes" en marschgrafieken. Bedenkt wel, le zers, dat al die vervoerde en inarchee- rende onderdeelen precies den tijd en de plaats van inlading en ontlading of van aanvang en einde der marschen moesten kennen, dat zij moesten we ten, waar zij ouden worden gelegerd, dat de voorbereidingen voor die lege ring moesten worden getroffen en tal van aangelegenheden moesten worden geregeld. Welnu, de dagorder van den Opper bevelhebber aan de weermacht en zijn dankbetuiging aan de Spoorwegen be wijzen, dat deze krachtproef van mo bilisatie en concentratie prachtig is verloopen. Dat is ongetwijfeld te dan ken aan het feit, dat officieren en man schappen, spoorwegpersoneel en ge meentebesturen hun uiterste krachten hebben ingespannen en zich ten volle hebben gegeven. Maar wat zou al die goede wil hebben gebaat, indien niet een volkomen ter zake kundig corps officieren van den Generalen Staf on der leiding van den chef van dien Staf, gedurende jaren van noesten arbeid het voorbereidende werk had gedaan? En welk een werkzaam aandeel moet niet worden toegekend aan de beheer ders van de militaire magazijnen, die in weinig meer dan een dag tijds de goederen en wapens voor elk onder deel in volmaakte orde uitgaven, aan de hoofden der mobilisatiebureaux bij de korpsen, die door het opmaken van duidelijke, volledige en overzichtelijke mobilisatie-instructies aan de mobili- seerendc commandanten een leidraad hebben verschaft, waaraan zei „hou vast" hadden. Al heeft er aan deze in structies op onderdeelen wel eens wat ontbroken, omdat de omstandigheden (adressen waar goederen gevorderd zouden kunnen worden bijv.) sneller veranderden dan zij konden worden bijgewerkt, deze instructies waren een goede grondslag voor het mobilisatie- werk. Zoo is dan deze geslaagde mobili satie een bewijs van bet betrouwbare organisatievermogen van de Neder- landsche legerleiding en van de deug delijkheid van onze korpsen reserve aanvoerders. Zij heeft tevens duide lijk in het licht gesteld, welk een wek dadige rust er heeft geheerscht op al die plaatsen, waar men eerder een ze nuwachtige drukte zou vermoeden: 'mobilisatiecentra, magazijnen, vordc- ringsplaatsen en stations. En ten slot te is gebleken op welke waardige wij ze ons geheele volk op deze belangrij ke oogenblikken heeft getoond zijn zenuwen volkomen in bedwang te hebben. Voor insiders is de afgeloopen week een periode geweest, waaraan zij hun verdere leven met trots zullen terug denken, omdat de mooiste nationale deugden in alle bescheidenheid aan den dag zijn gekomen. Zij geeft de zekerheid, dat ook in nog moeilijker omstandigheden volk en weermacht zullen toonen, wat zij waard zijn en dat zij in grimmige vastberadenheid ondanks alles zullen weten te handhaven. Aan allen, die deel uitmaken van onze weermacht, brengen we woorden van dank en hulde voor wat werd ge presteerd. N. R. Ct. Soldaat in zee verdronken. Vrijdagmiddag omstreeks 12 uur is aan het Noorderstrand te Sche- veningen die 23-jarige militair W. T., afkomstig uit Brabant, bij het zwemmen in zee verdronken. Nog langen tijd heeft men ge tracht door middel van een zuur stof-apparaat de levensgeesten op te wekken, doch deze bleken reeds te zijn geweken. Het lijk is naar het militair hos pitaal in Den Haag gebracht. Bij het baden verdronken. Vrijdagavond omstreeks 7 uur is de 17-jarige Klop uit Hendrik Ido Ambacht bij het zwemmen ter hoogte van de nieuwe verkeersbrug in de Noord verdronken. BIJ DE DUITSCHERS IN NOORD-POLEN. Ervaringen in den sector Bromberg. De „U.-P."-correspondent Oechsner telefoneert van Polen uit, waar hij zich bij de Duitsche troepen in het Noor den bevindt: „Ik heb een reis gemaakt naar den sector, waar de aanval op Bromberg gedaan is, en zoo ben ik getrokken door het door de Polen verlaten gebied. Vrijwel alle boerderijen liggen ver laten. Het vee loopt los en honden blaf fen eenzaam. Naarmate ik het leger dichter naderde, werden de teekenen van den strijd veelvuldiger. Draadver sperringen strekten zich uit door de bosschen en velden en hier en daar zag ik stalen tankversperringen. Vrijwel de helft der bruggen, die wij passeerden, was opgeblazen, doch de Duitsche genietroepen hadden er nood bruggen gelegd. Een enkele Poolsche munitiewagen ligt ondersteboven. In 't veld ligt een koe verstijfd, gedood on der het kruisvuur der vijandelijke troe pen. Er staan hier eenvoudige houten kruisen, waar een Poolsche helm over hangt, daar ligt een soldaat begraven. Er staat hier geen boom meer. Alles is omgehakt om den weg tè barricadee ren. Een enkele boerderij is opgebla zen, er staat geen steen meer van. Nog een enkele boerderij is bewoond. Er waait een met de hand genaaide haken- kruisvlag en de boeren steken onwennig de hand op en zeggen: „Heil Hitier" met een diep keelaccent. Een dag, nadat de Duitschers Brom berg bezetten, kwam ik daar aan. Da genlang is Bromberg een stad der ver schrikking geweest. De schade is hier veel grooter: de bruggen aan den in gang der stad zijn vernield en heele blokken huizen hebben geen ruit meer, die niet aan scherven is. In de buitenwijken zijn de huizen doorzeefd van kogels. Meter voor me ter hebben de Duitschers hier moeten veroveren, terwijl de Polen zich ver schansten in de huizen en vuurden uit de ramen. In het open veld ten Noorden van de stad zag ik de lijken van, naar men beweerde, door de Polen terechtgestel de Duitschers. Het aantal werd dooi de autoriteiten op achthonderd geschat. Gedurende mijn verblijf in de stad zag ik tallooze voor het meerendeel jonge Polen marcheeren over het Pil- soedskiplein, de handen omhoog en begeleid door gestapo-agenten. Vier Polen werden in een open leger-auto door jonge Duitsche soldaten vervoerd. Men zeide mij, dat het franctireurs waren en verklikkers, die aan Poolsche militairen hadden gewezen waar Duit schers woonden. Zij zouden voor den krijgsraad komen en toen ik vroeg, of excculie zou volgen, werd mij grimmig geantwoord dat, na hetgeen ik had ge zien, zulks zeer waarschijnlijk was. Ook de Poolsche burgerlijke autóv riteiten waren natuurlijk tegelijk met het Poolsche leger gevlucht. Van de honderdvijfendertig duizend inwoners waren ongeveer achtduizend Duitsch, maar, zooals een aldaar woonachtig* Duitsche zakenman mij vertelde, heb ben ongeveer vijftigduizend anderen gisteren aardig vlug Duitsch geleerd. Terzelfdertijd hoorde ik enkele menschen die uit de vensters leunden, zacht zeggen: „Heil Pilsoedski!" toen ik met een Duitsch officier passeerde. Maar dit wordt niet als een uitda ging beschouwd, omdat Pilsoedski in de gunst staat der nazi's en een mili taire eerewacht bij zijn graf staat op gesteld. Van het oogenblik af, dat ik in het Duitsche observatievliegtuig een omgebouwde Junker stapte, dat mij van Tempelhof bracht naar de kleine militaire luchthaven Croessinsee, was het voor mij duidelijk, dat de Duit schers deze campagne langen tijd had den voorbereid. Achter het front op Duitschen grond waren in dorpsscholen en in barakken in de steden hospitalen ondergebracht. Velerlei andere noodzakelijke maat regelen bleken getroffen. Vliegvelden in het open veld, benzine en munitie depóts langs de voornaamste wegen verdekt opgesteld. Elk raadje van deze oorlogsmachine scheen te passen. Er was geen romantiek in de houding der Duitsche soldaten die ik in het veld zag. Zij was zakelijk. EEN RECORD UIT HET JAAR 1649. „Er was eenszo beginnen bij na alle sprookjes, die we in de sprook jesboeken lezen of die ons verteld worden. Maar dikwijls begint ook een verhaal uit de werkelijkheid met deze woorden. Het verhaal, dat hier komt, is ook werkelijkheid, al begint het dan met sprookjeswoorden Er was eens een klokkenmaker uit Neurenberg. Hij heette Hans Hautzsch en hij had al heel wat mooie klokken gemaakt. Maar plotseling liet hij den mensen iets anders zien, dan een klok. Hij had een vervoermiddel gebouwd, dat zonder de hulp van een paard of mens, dus helemaal vanzelf, door de straten kon rijden. Zoiets hadden de mensen nog nooit gezienZe keken hun ogen uit als het vreemde ding door de straat kwam en iedereen dacht, dat Hans Hautzsch kon toveren. Toen legde hij uit, wat hij gedaan had. De wagen werd niet, zoals men vermoedde, door stoom of iets dergelijks voortbewogen, maar door een heel ingewikkelde en sterke veer, die zo in elkaar was gedraaid, dat de wagen een snelheid vanx 1.6 k.in. per uur kon bereiken. Toen de mensen van de veer hoor den, keken ze helemaal met ogen als theekopjes, als liet gevaarte met een slakkengang over straat reed. En niet alleen in Neurenberg praatte men over de wonderwagen, maar tot ver buiten Neurenberg, door het hele land heen, zeiden de mensen tegen elkaar: „Heb je het al gehoord, van die wagen, die helemaal vanzelf kan rijden? Zelfs lot over deg rens verbreidde het ge rucht zich en zo kwam het ook in Zweden. Daar hoorde prins Karei Gustaaf van het wonderlijke vervoer middel en hij besloot om de wagen te kopen. Veel plezier zal hij er wel niet van gehad hebben, want als hij liep, een mens loopt gemiddeld 4 of 5 kin. per uur, schoot hij nog heel wat vlugger op, dan wanneer hij in dat vreemde voertuig ging zitten, dat de voorbode was van de moderne auto's. Zij, die als detaillist, d.i. als kleinhandelaar (winkelier, ven ter, marktkoopman) bandel drijven in Rijst, bloem en meel, grutters waren e.d., gedroogde peul vruchten, suiker, oliën en vetten, koffie, thee en cacao, zeep en kaarsen, moeten voor zoover zij zulks nog niet hebben gedaan een opgave van den aanwezigen voorraad van die goederen en van den gemiddelden omzet per week ter secretarie inleve ren. Formulieren zijn aldaar verkrijgbaar. Hiervoor is nog gelegenheid tot en met Maandag 11 September a s. Daarna loopt men kans van de distributie te worden uitgesloten. De Burgemeester. E. C. J. MOONEN. De Burgemeester van WAAL WIJK deelt mede dat volgens de bekendmaking van den Minister van Economische Za ken, de verhooging van prijzen boven het peil dat voor de betreffende artikelen gold in de maand Augustus 1939, tenzij deze door een aantoonbare verhooging van den kostprijs gemotiveerd is, als prijsop drijving in den zin van de Prijsopdrijving- en Hamsterwet zal worden beschouwd. Dit geldt voor alle goederen. Overtreding van dit verbod dat als misdrijf wordt be schouwd kan worden gestraft met gevangenisstraf of hech tenis van ten hoogste twee jaren of zes maanden of ten hoogste vijf duizend of twee duizend gulden. De Burgemeester geeft elke(n) kooper(ster) in overweging, elke prijsverhooging ter kennis van hem of de politie te brengen. Tegen overtreders van het verbod zal door depolitiestreng worden opgetreden. De Burgemeester voornoemd, E. C. J. MOONEN. Agentschap Waalwijk, wordt voor spoedige indienst treding een Sollicitaties uitsluitend schriftelijk. 61781 V( V \N V Si

Kranten Streekarchief Langstraat Heusden Altena

Echo van het Zuiden | 1939 | | pagina 10