Toegewijd aan Handel, Industrie en Gemeentebelangen.
De Algemeene Toestand.
„NOORD-
BRABAND
1843
Dit nummer bestaat uit Twee Bladen
Automatiek PULLES-HEESBEEN.
EERSTE BLAD
Croquetten
en Bitterbollen
NUMMER 71,
ZATERDAG 9 SEPTEMBER 1939.
62e JAARGANG.
Dit blad verschijnt
WOENSDAG en ZATERDAG.
Brieven, Ingezonden stukken, gelden,
:nz. franco te zenden aan den Uitgever.
Abonnementsprijs per 3 maanden
1.25. Franco per post door 't geheele
rijk 1.40.
UITGAVE
WAALWIJKSCHE STOOMDRUKKERIJ ANTOON TIELEN.
Telefoon No. 38. Telegr.-adres: ECHO.
GIRO'No. 50798.
Advertentiën moeten Woensdag en
Vrijdag des morgens om uiterlijk 9 uur
in ons bezit zijn.
Prijs der Advertentiën:
20 cent per regel; minimum 1.50.
Reclames 40 cent per regel.
Bij contract flink rabat.
NEUTRALITEIT IN DE
LUCHT.
De kwestie der handhaving onzer
neutraliteit in de lucht is niet van zoo
eenvoudigen aard als velen meenen.
'1 oen Engelsche vliegtuigen hoven ons
land waren gevlogen om in Duitsch-
land propaganda-biljetten uit te wer
pen ('s anderen daags schijnen ook
,Britsche toestellen na een oorlogsdaad
in Duitschland te hebben gesteld den
terugweg over ons land te hebben ge
nomenconcludeerden velen: dat is
een schending van onze neutraliteit.
Die opvatting heeft een recht van
bestaan. Maar ook tegengestelde op
vattingen hebben dat.
Zuiver „van ons" is niet méér dan
de grond, waarop we leven. De zee,
die onze kust bespoelt, is niet „van
ons". Dat is duidelijk. Ze is dat al
thans niet tot een onbegrensde breed
te. Volkenrechtelijk is als territoriaal
gebied een strook zee van 3 mijl breed
te langs de kusten erkend. Toen dat
gebeurde, dacht niemand nog aan
vliegtuigen en aan een luchtoorlog.
Over de rechten in de lucht is inter
nationaal nog niets bepaald; ieder kan
over die rechten zijn eigen opvatting
hebben.
't Is duidelijk, dat het luchtruim
niet tot op oneindige hoogte tot „na
tionale ruimte" kan worden ver
klaard. Er moet dus ook in de lucht
een grens zijn, waar onze nationale
rechten ophouden. Maar die grens is
nimmer vastgesteld.
Thans beweert de een, dat die grens
behoort te liggen op 'n hoogte van
500 a 600 meter; anderen zeggen 3000
meter, weer anderen 5000 meter.
Een practische opvatting is deze.
een land moet trachten de lucht bo
ven zijn territoir te blijven beheer-
schen totschothoogte. Naar
deze practische opvatting handelt Ne
derland ter bescherming van zijn neu
traliteit.
Maar dat een vreemd vliegtuig, zijn
weg kiezende over ons land, daarmee
onze neutraliteit heeft geschonden,
kan niet met recht en reden worden
beweerd.
't Is daarom goed, dat we ons zoo
goed mogelijk instellen op de zelfbe
scherming tegen de gevaren, welke
ons vanuit de lucht kunnen bedrei
gen. We moeten minstens voor goede
dekkings-mogelijkheden zorgen tegen
de scherven van omlaag komende pro
jectielen. Ejen scherf, welke van 500
ol duizend meter hoogte naar hene
den valt, heeft, op aarde neerkomen
de, dezelfde kracht als uitgedrukt
wordt in de aanvangssnelheid van een
projectiel, een kogel b.v., welke een
gelijke hoogte kan halen.
Met de mogelijkheid, dat boven ons
grondgebied nog eens gevechten zul
len worden geleverd tusschen terug-
keerende vreemde vliegtuigen en hun
achtervolgers, moet ernstig worden
rekening gehouden.
k DE RADIO.
Ten vloek en ten zegen.
In de laatste weken is den mensch
de radio een onwaardeerbaar bezit ge
weest. Terwijl we in bange verwach
ting waren, of we den vrede zouden
behouden dan wel den oorlog kregen
te aanvaarden, wekten de voortdu
rend per radio verspreide berichten
over den stand van zaken of het door
den aether gestuwde bemoedigende
woord van de Koningin of van een
anderen gezagsdrager, de ontspan
ning des geinoeds, welke we van tijd
tot tijd noodig hadden.
Deze uitvinding is den mensch
waarlijk tot grooten zegen geworden.
Om dat goed te heseffen, lette men
maar eens op het gemak, dat de re
gelmatige berichtgeving over crisis-,
in het hijzonder over distributiemaat-
regclen ons oplevert. En men lette
vooral op de vele S.O.S.-berichten, die
per radio naar onze gemobiliseerde
medeburgers uitgaan. Eiken dag tien
tallen
Vijf en twintig jaar geleden waren
er ook 'n paar honderdduizend jon
gemannen onder de wapenen geroe
pen en ook toen konden dezen slechts
per veldpost worden bereikt; ook toen
was hun standplaats, althans gedu
rende den eersten tijd, aan hun fami
lie onbekend. Hoe velen toen hun va-
der of moeder, hun echtgenoote of
kind hebben moeten verliezen zonder
dat ze in staat zijn geweest om deze
dierbaren nog levend te zien en af
scheid van ze te nemen, begrijpen we
nu pas, terwijl we dagelijks de tien
tallen bliksemsnelle S.O.S.-berichten
hooren. Denken we ons eens in, dat
iedere gemobiliseerde gemiddeld 4
naaste familieleden heeft, dan betee-
kent dat voor 300.000 gemobiliseer-
den een familieaanhang van 1.200.000
personen. Welnu, in een bevolkings
groep van tezamen anderhalf milli-
oen zielen, doen zich dagelijks geval
len van sterfte voor of andere schok
kende evenementen. Een S.O.S. per
radio en de naast betrokkenen, thans
in dienst van het vaderland, weten
wat er is gebeurd en ze weten dus
ook, wat ze te doen staat.
Radio is een zegen.
Maar helaas alles wat den
mensch ten zegen strekt, wordt hem
ook ten verderve aangewend.
We prijzen de radio 0111 het nut,
dat ze ons in oorlogstijd verschaft,
maar... we vragen ons af zou er op
het oogenblik wel oorlog zijn, als de
radio er niet was geweest? Is ook de
ze uitvinding, evenals die van de boek
drukkunst, niet misbruikt om de vol
keren tegen elkaar op te zetten en
een propaganda te voeren, welke tot
haat, nijd en afgunst leidde? Is dooi
de verspreiding, per radio, van leu-
genberichten, de huidige oorlog niet
Mr. Steenberghe
De bewindsman, die thans de
nationale voorziening voor voedsel,
handel en industrie in handen heeft.
voorbereid? Zou men er zonder de
radio in slagen een volk op te zwec-
pen tot nationalen hartstocht en de
overige wereld te vervullen van weer
zin?
De radio heeft dus ook veel slechts
op haar geweten. Zij zelf is goed en
nuttig, maar de menschheid belaadde
't radio-geweten met een ontzettende
schuld.
Het is de vloek der menschheid, dat
zoovelen er op bedacht zijn, hoe ze
het goede, ons geschonken, ten kwade
kunnen aanwenden.
Politieke ontwikkeling in de inter
nationale betrekkingen valt van de
laafste dagen niet te vermelden. Italië
houdt zich nog steeds voorzichtig op
den achtergrond en Spanje heeft aan
de Fransche regeering een besluit tot
handhaving van een strikte neutrali
teit doen toekomen. Als gevolg van
een en ander houden nu ook Turkije
en Portugal zich voor het oogenblik
nog stil. Op den Balkan heerscht een
zwaar gewapende rust; wantrouwend
blikt men daar naar elkander en voor
al naar Rusland. De Sovjets blijven
een onzekere factor in de huidige si
tuatie. Velen vreezen, dat de Russen
niets zullen nalaten om het conflict
zich te doen verbreiden, opdat meer
en meer landen in den oorlog zullen
worden betrokken en het Europeesche
politieke water zóó troebel wordt, dat
de communistische visschers de buit
overal voor het grijpen krijgen.
Voorloopig echter gaat de strijd nog
„slechts" tusschen de Duitschers
eenerzijds en de Polen, Franschen en
Engelschen( verdeeld over twee fron-
LEVENSVERZEKERING
99
WAALWIJK
ten) anderzijds. Engeland kreeg
machtige hulp toegezegd uit zoo goed
als alle dominions, maar deze hulp
zal zich pas over langen tijd geldend
kunnen maken.
Oppervlakkig bekeken, ontwikkelt
de oorlogstoestand zich vrijwel pre
cies, zooals de Duitschers zich hebben
voorgesteld. Polen wordt geleidelijk
waarschijnlijk echter in langzamer
tempo dan de Duitschers zich hadden
voorgesteld onder den voet geloo-
pen en in het Westen lijken de partij
en zich over een weer te hebben ge
nesteld in tegenover elkaar gelegen
sterke, diepe, z.g. onneembare linies
(honderdmaal sterker, zoo zei Hitier,
dan die, welke de geallieerden in den
oorlog van '14'18 tevergeefs hebben
getracht te doorbreken) èndaar
wachten de partijen thans af, of het
zal gaan vriezen of blijft dooien.
Zóó beziet de massa, ook ten on
zent, de gesteldheid aan het front en
ze vraagt zich af, wat er van dezen
oorlog moet worden.
Wanneer Polen zoo stelt men
zich voor straks vernietigd zal zijn,
is de strijd hij gebreke aan verdere
ontwikkelingsmogelijkheden afgeloo-
pen. De Duitschers zullen in hun Sieg-
fried-linie een Horst Wessel-plaatje
op hun gramofoon zetten en de Fran
schen laten de Marseillaise schette
ren, maar tenslotte zal men tot de
conclusie komen dat het 't beste maar
is om weer naar huis terug te gaan en
hier en daar een kleine wacht met een
korporaal aan het hoofd in de beton
nen grenswerken achter te laten.
Zal het inderdaad zóó ongeveer
gaan?
De eerste Fransche oorlogscommu-
niqué's lijken deze voorstelling te be
vestigen. „We hebben contact met
den vijand, maar verder geen nieuws".
Deze communiqué's vormen als 't wa
re een herhaling van de frontberich-
ten uit '14'18, toen de partijen óók
in den grond tegenover elkaar lagen,
communiqué's die Remarque aanlei
ding gaven tot het schrijven van zijn
beroemde werk: Uit het Westen geen
nieuws.
Toen school onder die steryotiepc
mededeeling de ontzettende ellende
van duizenden, die dagelijks in den
dood werden gedreven: door een onder
een loopgraaf tot ontploffing gebrach
te mijn of door een mislukten storm
aanval, of door een gifgasoorlog, of
door sper- en trommelvuur. Maar de
ze oorlogskunstjes hebben voor heden
afgedaan. De stellingen zijn geschei
den door rivieren en dus valt er niets
te ondergraven; gassen hebben geen
invloed op de gemaskerde en diep on
der den grond verscholen mannen van
de tegenpartij; een stormaanval ge
steld dat er geen scheidende rivier
ware is nutteloos op een loopgraaf
welke onderdeel is van een stelsel van
betonnen linies, tot verscheidene ki
lometers diepte onderling verhonden
door gangen, liften, spoortjes, enz.
Dus zal er practisch niets gebeuren
aan het Westfront?
Dan zou de oorlogsverklaring van
Frankrijk en Engeland een droeve
comedie zijn geweest.
Neen, o.i. dwaalt de publieke opi
nie. De mensch kan niets onneem
baars houwen tegen de alvernietigen-
de kracht van het moderne oorlogs
tuig, dat zich in gelijke mate ontwik
kelde als de verdedigingstactiek zulks
heeft gedaan. In eiken oorlog zijn on
neembaar geachte verdedigingswer
ken gevallen denken we maar eens
aan het lot van de „onneembare ves-
KOMT EVEN SMULLEN.
uitsluitend van Ie kwaliteit
kalfsvleesch.
ting" Antwerpen in 1914!
Wanneer op het oogenblik een der
partijen haar artilleristische kracht
zooveel mogelijk concentreert op een
punt van het front, waar ze een door
braak wil pogen te ondernemen, dan
zoo kan men aannemen is geen
verdedigingswerk bestand.
Dat Duitschland zulke poging in af
zien haren tijd zal wagen, kan men uit
gesloten achten. Het heelt de handen
vol in Polen. Maar als het in Polen
klaar is, ja dan
Daaruit volgt vanzelfsprekend, dat
de geallieerden zulk een poging zullen
moeten ondernemen vóór Duitschland
in Polen klaar is.
O.i. kan zeer binnenkort een ont
zettend offensief der geallieerden in
het Westen worden verwacht, een
strijd, welke de hevigste uit de ge
schiedenis zal zijn. Zoo'n misschien
beslissende strijd eischt een inten
sieve voorbereiding: concentraties
van troepen, materiaal en reserves op
bepaalde punten. Als de slag eenmaal
is begonnen, mag niets ontbreken van
wat noodig is om misrekeningen te
herstellen en om van een gelukken
van de doorbraak de daarmee bedoel
de profijten te trekken.
Men begrijpe wel, dat vóór dit groo-
te offensief niets ónders kan worden
ondernomen. Het heeft volstrekt geen
zin om hier of daar wat te gaan schie
ten of wat bommen te laten vallen op
een Siegfried- dan op een Maginotli-
nie. Aan het Westfront heerscht óf
volkomen rust óf de oorlogshel laait
op bepaalde punten uit in een
woede, waarvan geen Dante ons een
schildering zou vermogen te geven.
Mogelijk is 't natuurlijk ook dat de li
nies over en weer zeer lang stand hou
den, dan zal ook de duur van den oor
log niet te overzien zijn. Dan zal de
strijd vooral in de lucht worden ge
voerd, dan zal er veel smart en ellen
de komen ook over de burgerbevol
king, tot het lijden van een der par
tijen, zoo ondraaglijk wordt dat een
volk om genade smeekt, dan wel zijn
regeering tot overgave dwingt.
De toekomst bergt alleen in z'n
schoot of onze beschouwingen be
waarheid zullen worden!
Een trailer, komende van Bergen-op-Zoom en gaande in de richting Ooster-
houthout, is bij de draaibrug, die op dat oogenblik open stond, in het Wilhel-
minakanaal gereden, juist op het moment dat een schip deze geopende brug
passeerde. De trailer met oplegger stortte met inhoud en al te water en werd
voor het grootste gedeelte vernield. De trailer in zijn ongewone positie.
De Echo van het Zuiden,
Waalvyitsche en Langstraatsclie Courant*